NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWABD RN WONSEBADEEB
8
No. 73. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
ZONDAG 12 SEPTEMBER.
BINNENLAND.
fel
FLORALIAFEEST
ld
VOOR
5
l
.n
haar broeder, die
INGEZONDEN.
Uit het Duitsch door A.
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
kW
bij de keuring van tuigpaarden mede. De
eerste prjjs werd toegekend aan
vos merrie van Anne Bergsma te Spannum.
de 2e prjjs aan de zwarte merrie van H.
Hjjlarides te Cubaard, de 3e prjjs aan den
bruinen witvoet-ruin van J. Hettinga te
Burgwerd, terwjjl eervol werd vermeld de
tweejarige zwarte hengst „Wladimir® van
den heer R. IJetsinga te Arum, die ter
opluistering mede reed.
Aan de geannonceerde jongens-kaatspartjj
namen 45 kaatsers deel. Den prjjs behaalden
H. v.d. Heide te Franeker, Sj. Kooistra te
Harlingen en R. Santema te Wommelsde
eerste premie werd gewonnen door KI. v.d.
Meer te Wommels, Thomas Steensma te
Witmarsum en L. Boom te Sneek, terwijl
de 2de premie ten deel viel aan T. Stel-
lingwerl, S. Overal te Wommels en L»
Boomsma te Arum*
kt
Sneek, 9 Sept. Door goed weder be
gunstigd en opgeluisterd door het muziek
korps der d.d. schutterij alhier, hield gis
teren de Sneeker kader vereen iging in ver-
eeniging met het kader der d.d. schutterij
van Bolsward een onderling schietconcours
op de stedeljjke schietbaan te dezer stede,
die voor dat doel rijk met vlaggen was
versierd. Er werd geschoten met rjjksgeweer
(Beaumont) en rjjksmunitie op 150 meter.
De uitslag was, dat in den hoofdwedstrjjd,
waaraan allen deelnamen, de prijzen behaald
werden als volgtlste pr. serg. Bergsma
van S., 2de pr. serg. Lammertsma van B.,
3de pr. serg. Mulder van B., 4de pr. serg.-
maj. Fennema van B., 5de pr. serg. Groe-
neveld van S. en 6de pr. korp. Priester
van S. Zij, die in den hoofdwedstrjjd af
vielen werden in twee klassen verdeeld.
In de eerste klasse daarvan behaalde korp.
Velds van 8. den laten en korp. Postma
van 8. den 2den pr. In de tweede klasse
verkreeg korp. Walthuizen van B. den Isten
en serg. Djjkstra van 8. den 2den pr.
De verguld bronzen medaille, aangeboden
door adj.-onderoff. Jacobs en serg.-maj.
Fennema, beide te B., behaalde serg. Mar
tens. Het kader van B. schoot hierop niet
mede.
In den flobert-wedstrjjd met cylinder-ge-
weer behaalde serg. Zuidema van S. den
Isten en serg. Hilarides van B. den 2den pr.
’s Avonds werden de verschillende prjjzen
door den kapt.-comm., den heer Paehlig,
onder harteljjke toespraken aan de respec
tieve winnaars uitgereikt.
OP
15 September 1897.
Bovenstaand feest zal Woensdag 15 Sept,
weder worden gevierd.
„Laat me nu toch eindelijk met rust,
vrouw Voor het laatst zeg ik je, naar de
kermis ga ik niet; al zou je er mij op je
knieën om smeeken ik ga niet,® besliste
de houthakker Matthias, terwijl hij opstond
en ontstemd naar zijn pet greep.
De jonge vrouw, die zich bij de tafel
met eenig naaiwerk onledig hield, begon
te weenen.
„Niet het kleinste genot gun je mij,®
snikte zij, „in drie jaar ben ik niet in mijn
geboorteplaats geweest en nu, nu je het
mij beloofd hadt, trek je je woorden weer
in.®
„Och kom 1® riep Matthias, uit zijn hu
meur èn omdat de tranen van zijn vrouw
hem zoo aan het hart gingen, èn omdat
deze geen reden wilde verstaan. „Och kom!
Ik gun je dit genot van harte en heb alles
reeds afgesproken met onzen buurman, den
gardenier Michl, die jou en zjjn vrouw in
zijn wagen zal meenemen. Waarom huilje
dan nog, Liesl? Daarvoor is nu toch geen
enkele reden
„Geen reden riep de vrouw uit. „Is
het dan geen schande voor mij, dat ik alleen
moet gaan? De eerste maal, dat ik sedert
mijn trouwen mijn familie zal bezoeken,
kom ik zonder mjjn manWat zullen de
menschen er wel van denken
„Zjj zullen in het geheel niets denken,
Liesl,schertste vergoelijkend Matthias, „in
het geheel niets. Hoogstens denken zjj
Matthias Franzl heeft ons juist het mooiste
meisje voor den neus weggekaapt/
„Och loop, ondeugd/ lachte de jonge
vrouw onder tranen en opstaande, sloeg zij
de armen om den hals van haren man
zijn scherts bracht haar in den waan, dat
z(j hem toch nog door liefkoozingen zou
kunnen overhalen. „Kom, maak nu geen
gekheid, kom liever de belofte na, die je
me een paar weken geleden hebt gegeven/
Driftig maakte de man zich los uit hare
omarming en met ingehouden toorn ant
woordde hij
„Als je mij daarmee meent te vangen,
vergis jij je geweldigDe belofte aan Hubert
gaat voor/
„Hij vóór je vrouw?® zij snikte
luid „mij heb je eerst beloofd om mee
te gaan en ik ga voor.“
„Vrouw, heb je dan geen hart? Kun je
werkelijk zóó gevoelloos, zóó wreed zijn
Jou gaf ik mijn woord om pleizier te maken
en al gaf ik het Hubert een paar weken
later, hier geldt het een ongelukkige bij te
staan. Hem moet ik bij de houtveiling ver
vangen, omdat hij en zijn vrouw ziek zijn
en niets te eten hebben en hij door
zijne veelvuldige en langdurige afwezig
heid anders nog afgedankt zal worden.
Wil je mij in dit geval niet vrijwillig mijn
woord teruggeven, dan neem ik het een
voudig. En schei nu uit met dat gehuil,
oude huilebalk
Daarop verliet hij het vertrek, om naar
het bosch en aan zijn werk te gaan. Nog
denzelfden middag reed Liesl naar hare
geboorteplaats, om kermis te houden. Wel
zou zij eerst den volgenden dag zjjn ge
gaan, maar Matthias was nauwelijks weg,
of buurman Michl was gekomen om te
zeggen, dat hij en zijn vrouw zich hadden
bedacht en inplaats van morgen, nog dien
zelfden dag wilden wegrijden of Liesl
meeging Natuurlijk wilde zijReeds lang
was alles voor de reis voorbereid. Haastig
kleedde zij zich, bracht haar kind ter ver
zorging bij eene vriendin, liet een groet
voor Franzl achter en reed weg. Gevoelde
zij onderweg soms een kleine gewetens
wroeging, dat zij en Franzl boos van elkaar
waren gegaan, zoo werd deze dadelijk ver
dreven door de gedachte aan het onrecht,
haar door Franzl aangedaan.
Zooals zij had verwacht, bestormde men
haar met vragen, waarom zij alleen was
gekomen, maar toen zij de toedracht der
zaak vertelde, moest zij ondervinden, dat
de in hare oogen zoo onrechtvaardige man
achting en goedkeuring oogstte. „Een flinke
man, die Matthias/ heette het en zijne
jonge vrouw bloosde een weinig bij deze
loftuitingen. Maar al te gaarne zou zij een
paar afkeurende woorden hebben gehoord
over het niet verschijnen van haar man
dat men hem echter prees en er met geen
enkel woord op doelde dat zjj alléén was
gekomen, krenkte haar diep. Alleen de oude,
blinde grootvader kon niet nalaten te vragen
„En had je werkelijk lust, alleen te komen,
Liesl? Wat vindt je brave man dan ’s
avonds bij zijn thuiskomst? Geen eten en
geen verwarmd vertrek 1 Ga, Liesl, ge zijt
piet wijs
170 aanvragen om stekken zjjn er geweest,
wel een bewijs, dat de vereeniging alle recht
van bestaan heeft. Des namiddags van 2—4
uur zullen wij in de Doelezaal de bloemen
tentoonstellen, de leden van Floralia hebben
er vrijen toegang, ieder ander kan er komen
tegen betaling van 50 cents. Men kan zich
dan overtuigen met hoeveel lust en zorg er
gekweekt is. Des avonds te 6 ure is de
zaal geopend voor allen, die bloemen in
brengen, te 7 ure voor anderen tegen beta
ling van 10 cts. Het bestuur van Floralia
heeft maar één verzoek: Verbljjd ons wel
willende gevers en geefsters even als vorige
jaren met eenige geschenken, die wij voor
de best gekweekte planten als prijzen kun
nen uitreiken. Onze fondsen zjjn niet van
dien aard, dat we ze zelf kunnen aanschaf
fen.
Zijt ge waarde medeburgers, bereidwillig,
zoo zal het bestuur de prijzen Dinsdagavond
14 September gaarne in ontvangst nemen
aan de Sociëteit „de Doele®.
Het Bestuur der Vereeniging „Floralia®
M. E. van der MEULEN, Voorz.
P. PEEREBOOM, V. Voorz.
P. J. FENNEMA.
K. van RINGH.
G. J. KEILMAN.
J. HOMMES.
M. SCHOTMAN Mz.
J. HAITSMA MULIER,
Secr.-Penn.
Wommels, 9 Sept. De uitslag der
volksvermaken, gedurende de laatste beide
dagen der kermis gehouden, is geweest als
volgt: Aan de kaatspartjj op Dinsdag
namen 13 parturen deel. De prijs werd
behaald door 8. Vijver te Franeker, A.
Groeneveld te Beetgum en KI. Wijnia te
Wommels; de eerste premie gewonnen door
H. de Vries te Beetgum, 8. Wjjnants en
P. Jouwsma te Wommels, terwijl de 2de
premie ten deel viel aan J. Reitsma te
Pingjum, Fr. Felkers te Wommels en L.
Vlietstra te Franeker.
Een negental paarden dong Woensdag
de 5-jarige
de 2e prjjs aan de zwarte merrie van H.
rjjs aan den
Hettinga te
lippen niet le ven hadden verraden. En hoe J o-
hannes ook zjjn paardje aandreef op den
ongebaanden landweg kon het slechts lang
zaam voorwaarts der gemartelde vrouw
scheen deze rit een eeuwigheid.
Eindelijk stond de schimmel hijgend en
afgemat voor het huisje van den hout
hakker. Zoo stil en vertrouwd lag het daar,
beschenen door de bleeke Novemberzon.
Uit den schoorsteen kwam rook, evenals
uit de andere huizen, de klokken luidden
en hier en daar zag men een grijsaard of
oud moedertje naar de vroegmis gaan. Liesl
staarde ongeloovig naar dit oude, bekende
tooneel. Was alles dan nog als vroeger?
Konden andere menschen nog leven,
terwijl daar binnen in de eenvoudige
hut zjj klemde de tanden opeen, om
een kreet te onderdrukken. Vlug wilde zij
van den wagen springen, maar hare leden
waren als verlamd en door haren broeder
ondersteund, klom zjj er langzaam en met
moeite af. Hoe haastig had zij naar binnen
willen snellenEn nu moest zij, met in
spanning al harer krachten, den eenen voet
voor den anderen brengen, om den drempel
van de buitendeur te overschrijden. Nu
wilde zij de deur openen, maar het was
haar niet mogeljjk den arm op te heffen.
O God, waarom verliet haar nu de kracht?
„Johannes® riep zjj angstig, daar zjj meende
te zullen vallen. Maar niet van buiten, van
binnen kwam de hulp. Zware voetstappen
lieten zich hooren Liesl kende ze wel,
doch een droom moest haar gevangen hou
den dat kon toch Franzl niet zijn
die lag daar binnen immers verstjjfd en
met verpletterde ledematen. Doch daar
werd de deur geopend en Matthias, de
rechterarm in een doek, sloeg den linker
om zijn bewustelooze vrouw...
Weken lang lag Liesl in hevige koortsen,
zorgvuldig verpleegd door Matthias, die
nog niet weer in staat was om te werken.
Hij kookte en verzorgde vrouw en kind
met de linkerhand zoo goed en zoo kwaad
als het ging. Reeds keek de nood om een
hoekje van de deur de winter was streng
en geen verdienste. Dit kon Matthias moedig
verdragen, maar bij den aanblik van zijne
uitgeteerde, jjlende vrouw, was hji soms
der wanhoop nabjj.
’t Was op een avond in de schemering.
Het kind had hij in slaap gebracht, en vol
droevige gedachten zat Matthias, met ge
bogen hoofd, op een bank bjj de kachel.
„Of zjj morgen weer tot bezinning zal
komen, het arme ding?® fluisterde hjj bjj
zich zelven.
Plotseling hoorde hij zacht, zeer zacht
zjjn naam uitspreken. Hjj sprong op, wan
kelde, vermande zich en snelde naar zijne
vrouw.
„Liesl, mjjn eenige, lieve vrouw,® stamelde
hjj, met den gezonden arm de tot het leven
teruggekeerde omvattend. „Wat heb je mij
toch een schrik aangejaagd, Liesl...®
Hjj kon zijne vreugde niet bedwingen.
Zij vljjde zich aan zjjne borst, zich ver
heugend over het herwonnen leven, ver
moeid en zwak nog, maar bjj vol bewust
zijn en met den heiligen wil om te leven.
Hij moest haar vertellen, hoe alles gebeurd
was.
Waarheid was het, dat er een eik te
vroeg was neergestort. De boom had hem
den eenen arm en den voet zwaar verwond,
maar het gerucht had dit ongeluk, op zich
zelf reeds groot genoeg, als gewoonljjk
overdreven en hem reeds dood verklaard.
„’t Is maar, dat ik in een paar weken niet
kan werken, Liesl, doch heb daarom maar
geen zorg. Hubert werkt twee dagen in de
week voor mjj en al zjjn de inkomsten niet
groot, gebrek behoeven wü nu toch niet te
Ijjden.®
Diep beschaamd boog de zieke het hoofd.
„Ik vond het zoo vreeseljjk, Franzl, dat
ik boos en zonder afscheid van je was ge-
gaan.®
„Daaraan moet je niet meer denken, Liesl
Maar om de waarheid te zeggen, zag
het er in mjjn binnenste ook niet al te best
uit, toen ik daar zoo lag en, vóór ze den
boom van mjj hadden weggetrokken, niet
wist of ik leven dan wel sterven zou. Ge
loof ine, toen had ik zoo groot berouw,
dat mijn laatste woorden tegen jou zoo
bitter waren geweest, dat ik je zelfs voor
„oude huilebalk® had gescholdenlaffe
kerel die ik ben.® Fran. Crt.
Dat knaagde in haar, maar zij toonde het
niet en antwoordde ook niet. Vol trots
wierp zjj het hoofd in den nek Dus zou
zij afstand moeten doen van alle levens
genot, altjjd te huis moeten zitten, en dat,
nu zij nog jong was Dat volstrekt niet
Juist bij deze kermis wilde zjj vrooljjk zjjn,
vrooljjker dan ooitZij kon zich zoo recht
vrij gevoelen, precies, als was zij nog on
getrouwd zonder man, zonder kind, zoo
jong en mooi, dat zij zich naast de jongste
en mooiste zou durven laten zien
En zjj deed, wat zjj zich zelve had be
loofd. Zij was vroolijker dan ooit, en als
grootvaders vraag: „Wat vindt dan je
brave man, als hij ’s avonds thuiskomt
vermanend aan haar geweten klopte, bracht
zjj die stem, door grootere uitgelatenheid,
tot zwjjgen.
Het was avond in de herberg klonken
fedel en fluit eu de dorpelingen dansten
met een lust, alsof er geen leed en ellende
in de wereld meer bestond. Van alle was
Liesl de vroolijkste en de mooiste. Eens
klaps kwam beweging in de opeengedron
gen menigte, die naar het dansen stond te
zien. Een nieuwe gast was binnen gekomen
en deze had een tijding meegebracht, die
men elkander vol ontzetting toefluisterde.
In het naburige bosch hadden houthakkers
een ongeluk gehad. Een boom, een groote
eik, was te vroeg gevallen en had twee
der mannen verpletterdeen der ongeluk-
kigen was Matthias. Niemand durfde de
vreeselijke tjjding meedeelen aan de jonge
vrouw, die met lachende lippen en stralende
oogen, blozend van genot, van den eenen
arm in den anderen overging. Maar op eens
bleven de dansers weg, allen traden terug
eene verlammende strakheid had zich
meester gemaakt van de zooeven nog uit
gelaten schare.
„Hé, Michl,® riep Liesl, „wat sta jij daar
nu als een zoutpilaar, eu dat, nu ik vrij
ben en je mjj er voortdurend een verwjjt
van hebt gemaakt, dat ik niet met je danste,
terwjjl ik toch reeds anueren mijn woord
had gegeven! Nu, wil je niet?®
„Neem me niet kwalijk, Liesl, maar zoo
even hoorde ik zulk treurig nieuws, dat,
als ook jjj het hebt gehoord, je zin wel niet
meer naar dansen zal staan, denk ik®.
Het was, alsof een bliksemstraal voor de
levenslustige vrouw neersloeg en haar hel
derziende maakte. De stil knagende, maar
kunstmatig verdreven wroeging werd een
reus geljjk, die zjjn ijzeren vuist legde om
den hals der doodelijk ontstelde,
„Heer in den Hemel, Michl, wat sta je
daar en waarom zeg je dat mjj, juist mjj
Wat beteekent dat, spreek dan toch!® En
sidderend van angst, trok en scheurde zij
hem aan den arm.
„In het bosch Matthias ja, Liesl,
een eik stamelde de knaap, maar de
jonge vrouw snelde reeds met een rauwen
kreet de deur uit.
De muziek zweeg en ook de levende
menschenmuur verdeelde zich zwjjgend, om
de wanhopige door te laten. In hare dunne
kleeding snelde deze in den kouden Novem
bernacht naar buiten, naar de woning harer
ouders, roepend om paard en rijtuig, dat
haar naar huis moest brengén. Doch niemand
als de blinde grootvader strompelde haar
tegemoet, en alsof de oude het levend ver
wjjt zelf was, zoo ontsteld week zij terug.
Opnieuw klonk een schrille kreet van hare
lippen, en als vlood zij van een plaats van
marteling en afgrjjzen, zoo haastig jjlde zjj
met bevende knieën, waaraan een heilige
wil kracht verleende, terug in den duisteren
nacht, langs den weg, dien zjj, een paar
dagen geleden, als mokkende, zorgelooze
vrouw was afgekomen. Berouw en schaamte
achtervolgden haar
Stil, maar vlug was haar broeder, die
haar voornemen had geraden, haar gevolgd.
Hjj haalde den schimmel van stal, spande
hem voor een licht wagenije, wierp daarop
een mantel en een deken en reed zjjn zuster
achterna. Een halve mijl achter het dorp
haalde hjj haar in, nam haar bjj zich op
den wagen en hulde haar in mantel en
deken.
„Als de wind, zoo hard heb je immers
moeten loopen,® zei de hjj zacht, zjjne hjjgen-
de zuster ondersteunend.
Snikken en jammeren was het antwoord.
Nu haar wil haar niet langer behoefde
staande te houden, werd zjj door zwakte
overmand, en tandenklapperend en handen
wringend zonk zjj op de bank neêr.
„Rjjd snel, Johannes,® smeekte de onge
lukkige. „Vader in den Hemel, laat mjj niet
te laat komen,® bad zjj.
Vjjf uren rijden! Langzaam verbleekten
de sterren en de schemerende dageraad aan
schouwde eene bleeke, wanhopige vrouw, die
men voor een doode zou hebben kunnen hou
den, als de zich in vurig gebed bewegende
Bolswardsche Courant
"TT
TT-
9
i,i
k
►1
-
Lil
1
D. VAN DER MEER.
ft