NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
30LSWABÜ EN WBNSEH ABEEL
1
No. 76. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
DONDERDAG 23 SEPTEMBER.
KM
ft
1
F <4
1
I i
O
Van het Haagsche Binnenhof.
VOOR
OUDERDOM.
S'© 20jaar 25jaar 3Ojaar 35jaar 40jaar
Op aanvrage wordt precies opgegeven
(zonder kosten) voor alle-leeftijden hjej; niat
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
1 jaar
5 jaar
10 jaar
15 jaar
20 jaar
25 jaar
38,50
32,34
24,64
16,94
9,24
1,54
42,75
35,91
27,36
18,81
10,26
1,71
48,—
40,32
30,72
21,22
11,52
1.92
54,—
45,36
34,56
23,76
12,96
2,16
pp
L’
i
35,—
29,40
22,40
15,40
8,40
1,40
gebouwde eigendommen werd bij de wet
voorgeschreven. De wet regelde de jaarlijk-
sche uitkeering uit de opbrengst der Neder-
landsche bedrijfsbelasting aan de Neder-
landsch-Indische geldmiddelen. Op menig
ander gebied van wetgeving werden de in
het algemeen belang noodige voorzieningen
getroffen".
Het is een „dienststaat", waarop elk kabi
net trotsch mag zijn 1 En zelfs de vurigste
vrienden van dit nieuw opgetreden ministerie
mogen wenschen, dat het met de Staten
Generaal, die nu Dinsdag zullen geopend
worden, tot zoodanig overleg moge geraken
om, wanneer zijn „klokje van gehoorzaam
heid" wordt geluid wanneer dit dan ook
zij een testament te kunnen nalaten, dat
van evenveel werkkracht en beleid spreekt
Dit is een vaderlandsche wensch, waarvan
de vervulling door een ieder kan worden
gehoopt.
Tjerkgaast, 20 Sept. Onder behoor
van ons dorp vindt men een stuk land,
eigen aan den heer v. d. Wal te Sloten,
dat eene belangrijke hoeveelheid zand be
vat. Vier arbeiders uit het naburige Sloten
hebben den eigenaar nu aangeboden, voor
hunne rekening dat zand af te graven. Deze
heeft dit voorstel aangenomen en daardoor
wordt dus een tweeledig doel bereikthet
land stijgt niet onbelangrijk in waarde en
Omtrent de sluiting schrijft de Amst. Ct.
Een twintig, dertig menschen stonden Za
terdag op het Binnenhof te wachten vóór
de groote bruine deur, die toegang verleent
tot de openbare tribune.
En op het plein zelf werd druk gekeken
naar de rijtuigen, die voor dezen hoofdingang
„file" maakten, en waar heeren met mooie
uniformen uitstaptende commies-griffier,
met zijn statie-degen in een foedraalook
heeren in gewone kleedij...
Tegen drie uur ging de bruine deur open.
Een stompend, duwend gestommel om naar
boven te komen. De soldaten waren weer
op hun post, evenals de juffrouw voor de
stokken en parapluies. ’t Was eigenlijk net
of wjj gister pas de Kamer verlaten hadden.
En toch zjjn er heel wat weken sinds ver-
loopen is er heel wat veranderd in dien tijd
De oude Kamer lag op sterven.
Het oogenblik van haar verscheiden werd
in berusting afgewacht.
De heer van Naamen van Eemnes, met
zijn schitterend commandeurskruis op de
borst, zat in Gleichman’s stoel. Een stuk of
wat statierokken met veel goud, enkele hee
ren van het landbouw-terrein eventjes over
gewipt. Allen zich scharend, als een stil
kuddeken vol rustige stemming, in het midden
van de grooter lijkende zaal. Op de breede
troonestrade de twee koningszetels gereed
staand voor aanstaanden Dinsdag, een
voor de Koningin en een voor de Regentes.
In zjjn gewoon hoekje zit de heer van
Kerkwijk te leunen, pas hersteld, in zijn
dagelijksche plunje, wat bleek nog, wat stil.
De heer Seret in zijn fraai majoors-uniform.
De commissie van ontvangst verlaat de
zaal. De goudpanden der rokken wiegelen
langzaam weg de gouden punten der degens
blinken in het daglicht, dat uit den glazen
koepel in blonde bundels neerstroomt op
het stil tafereel van ’t sterven der oude Kamer.
De minister Borgesius komt in de zaal.
Vreemd, die man, ons nog voor den geest
staand als druk-pratend, bewegelijk, woelig
afgevaardigde, nu als deftig minister, met-
goudrok en hoogen kraag, witte handschoenen
aan, een rol papier vasthoudend. Wat ge
maakt- stijverig, verlegen met zijn ministers-
houding, wat nieuwbakken, splinternieuw,
nerveus. „Daar heb je ’m noudenkt ’t
in menig deftig patriciërs hoofd, en er glin
steren ondeugende spotlacbj es in enkele oogen
er spelen glimlachjes om statige monden,
over den plechtigen minister, die Borgesius
heet...
Nu buigt hij, diep, voor het presidiaal
bureau, de minister. Men voelt het, hij
voelt zich niet op zijn gemak. Hij zit ge
wrongen in zijn statigheid. Hij is er nog
niet aan gewoon. Als hij begint te lezen,
klinkt zijn stem dof, schor, nerveusals van
iemand die zich inspant om zijn figuur goed
te houden. Hij doet zijn best voor echte mi
nisters, die het officieel gedoe van hoog
vertoon, als van zelf kunnen. Maar ’t wil
nog niet, ’t Is nog net of wij den heer Bor
gesius zien, die nu eens voor de aardigheid,
precies wil doen als een heuschelijke excel
lentie Later zal ’t wel wennen, niet waar...
Faure raakte wel aan den vertrouwelijken
omgang met keizers en koningen gewoon..
Nu buigt de minister weer. En met wat
erg gestrekte beenen, het hoofd in de hoog
gouden kraag geperst, stapt hij weg, de
commissieleden met de mooie rokken en de
blinkende degenpunten achter hem aan. En
het fraaie groepje van veel geschitter ver
dwijnt in de schaduw van groen en zwart...
Wat de minister heeft gezegd, wist een
ieder vooraf. Waar hij herdacht de vele
daden en het vruchtbaar beleid van het
Kabinet-Röell, behoefde men waarlijk niet
naar zinnen te zoeken om een speech te
vullen. De stof lag voor het grijpen. De
minister Goeman Borgesius somde aldus op
wat het afgesloten zittingsjaar schonk
„Een belangrijk zittingsjaar ligt achter
ons. Met uwe medewerking kwamen veler
lei maatregelen van wetgeving tot stand.
De nieuwe regeling van het kiesrecht werd
ingevoerd. De belangen van den arbeid wer
den behartigd door de oprichting van Kamers
van arbeid die van handel en verkeer door
de goedkeuring van met vreemde regeeringen
gesloten tractaten en door bevordering van
den aanleg van stoomtramwegen. De finan-
cieele verhouding tusschen rijk en gemeenten
werd vastgesteldde algemeene regelen ten
aanzien van plaatselijke belastingen werden
gewijzigd. De nieuwe wet op de personeele
belasting werd ingevoerd. De suiker-accijns
werd opnieuw geregeld. Nieuwe wettelijke
voorschriften met betrekking tot de heffing
van de rechten van successie en van over-
gang bij overlijden kwamen tot stand. De
herziening van de belastbare opbrengst der
de arbeiders vinden voor langen tijd in de
opbrengst van het afgegraven zand, dat
vermengd is met grint, een zeer goed dag
geld.
Lemmer, 20 Sept. Door verschillende
onzer visschers zijn gisteren en heden uit
zee langs onze kust 53 baaltjes meel opge
pikt en alhier aangebracht, afkomstig van
de Vrijdag bij Urk gezonken stoomboot
Onderneming.
Sloten, 20 Sept. Volgens geneeskundige
verklaring is in een arbeidersgezin alhier
de typhus uitgebroken. De moeder is reeds
bezweken, terwijl nog twee kinderen lij
dende zijn.
Bergum, 20 Sept. Onze heden gehou
den herfstmarkt was druk bezocht. Vooral
de aan voer van paarden en varkens was
belangrijk. De handel in paarden was leven
dig hooge prijzen werden bedongen voor
veulens, één- en tweejarige paarden. Ook
de varkens gingen vlug van de hand. De
aanvoer van koeien was wel eens grooter.
De prijzen waren stationair. Schapen waren
duur. Hepk. Adv.bl.
Witmarsum. Ofschoon de landerijen,
vooral de bouwlanden, vrij wat in waarde
gedaald zijn en dientengevolge ook de huren
zeer achteruit zijn gegaan, brachten de losse
bouwlanden, hier Zaterdagavond verhuurd,
nog al aardig wat huur op. Fn vergelijking
met de in de laatste tijden verhuurde boere-
plaatsen, veel te veel. Er waren zelfs twee
stukken bij, die over de f 40 per pondemaat
doen.
Andere stukken, minder goed gelegen,
doen van de 20 tot de 30 gulden per pon
demaat.
In verhouding van de tegenwoordige ver
koopprijzen der landerijen, kan zulk eene
huur zeker hoog genoemd worden.
De vereeniging om voor gemeenschappe
lijke rekening brandstof aan te schaffen, wat
vooral voor den minderen man van belang
werd geacht, heeft hier slechts één jaar be
staan. Door gebrek aan belangstelling zal
ze dezen herfst niet weder werken, zoodat
de vroegere toestand, voor ’t meerendeel
koopen bij kleine hoeveelheid hiermede
weder terugkeert.
Of deze coöperatie daarmede echter voor
goed ontbonden is, valt in onzen tijd van
coöperatie wel te betwijfelen.
Warns, 20 Sept. De landbouwer B.
alhier was met zijn zoontje het land inge
gaan. Een kleiner zoontje een ventje van
nog geen 2 jaar was hem gevolgd zonder
opgemerkt te worden. De kleine geraakte
in eene sloot, waar hij door den vader bij
diens terugkomst gevonden werd. Oogen-
schijnlijk waren de levensgeesten geweken,
door toepassing van de voorschriften tot red
ding van drenkelingen mocht het echter den
rijks veld wachter V., die toevallig passeerde,
gelukken ze weder op te wekken.
Een wenk voor iedereen om zich met de
bedoelde voorschriften bekend te maken.
Omtrent het zinken van een stoom
boot in de Zuiderzee, waarvan wij in ons
vorig no. melding maakten schrijft, het
Leidsch Dagblad.
Van mond tot mond ging heden morgen
door onze stad de treurige mare van een
verschrikkelijk ongeluk dat gisteren een
onzer stadgenooten heeft getroffen. Al werd
in den beginne, zooals doen gebruikelijk is,
de omvang daarvan sterk vergroot, wij
vinden het ongeluk te treuriger door de
omstandigheden, die daartoe aanleiding
gaven.
De heer P. Fontein M.Hzn. op de Hooge-
woerd bezit een bloeienden aardappelhandel.
Voor zijn zoons, die natuurlijk niet allen in
dezen handel konden worden geplaatst, werd
door hem naar andere middelen omgezien
en zjjn ondernemenden geest stichtte een
particuliere stoomvaart, die werkelijk, omdat
deze gedeeltelijk ook voor den aardappel
handel kon worden gebruikt voor den aan
voer, zeer goed kans van slagen had. Werd
eerst besloten tot een boot met motor, om
de zaak flink op touw te zetten, werd nader
een groote ijzeren boot besteld met stoom-
vermogen. Aldus meende de heer Fontein
voor zijn zoons eene zaak te stichten, waar
in zij later een ruim bestaan zouden vinden.
Aldus geschiedde. De boot was gereed en
na reeds eene lading jjzer te Rotterdam te
hebben ingenomen, vertrok zjj naar Leiden
om voor de stoommeelfabriek van den heer
A. De Koster, meel te laden met bestem
ming naar Groningen.
Daar was het, dat de heer F. ook ons
een paar dagen geleden noodigde de boot te
komen bezichtingen en wij waren er ge
tuigen van met welk een animo de zaak
werd aangepakt.
Met een „goed succes" namen wij af
scheid, weinig denkende dat het de laatste
hand was, die wij hem tot afscheid reikten
hedenmorhen toch bleek het gerucht waar
heid dat de boot gisteren door een tot nog
toe onbekende oorzaak in de Zuiderzee is
gezonken. Er is water geloopen in de ma
chinekamer, maar hoe en waardoor is nog
niet bekend. De machinist zal daaromtrent
wel ophelderingen kunnen verschaffen. Een
feit was dat de machinekamer niet te ruim
was genomen. Is er een pijp stukgestooten,
is er een pijp gesprongen Men weet het
niet.
Er was een loods, kapitein en machinist
aan boord, de boot was dus goed bemand
het treurig geval kan niet anders dan aan
een ongeluk te wijten zijn.
De ondernemer van de postboot „Minister
Havelaar" was gistermiddag 3 uren nauwe
lijks van Urk vertrokken naar Kampen, of
hij ontwaarde een stoomboot met de nood
vlag in top en menschen in het want. Dade
lijk werd derwaarts koers gezet; de boot
was gezonken en drie der mannen, H. Heems
kerk, kapt, A. Van Eijken, loods, en de
zoon van den ondernemer kreeg men be
houden aan boord van de „Havelaar" de
machinist Siere, van Leiden, werd door
Urker visschers gered, doch de wakkere
ondernemer, onze stadgenoot P. Fontein
MHzn., was helaas reeds verdronken. Of de
schrik hem heeft overmand, ook dit zal
later blijken waar toch drie een plaats in
het want vonden, had ook hij er nog wel
een plaats kunnen bekomen.
Een treurig einde van eene met zooveel
ijver aangevangen onderneming.
In het volgend no. van genoemd Blad
lezen wij nog onderstaande
Te diep geladen en niet willende luiste
ren naar andermans raad, ziedaar de reden
van den ondergang van eigenaar en schip.
Aw blijkt, dat reeds hier te Leiden werd
gewaarschuwd, dat te veel lading was mee
genomen, niet van onervarenen, maar van
hen, die het weten konden
Tot Amsterdam in het kalme water ging
alles goeddaar echter werd er reeds over
gedacht een gedeelte van de lading over te
laden, maar omdat niet zoo spoedig een
schipper te vinden was, werd het gewaagd.
Volgens onze meening had echter de
loods, nu de kapitein blijken heeft gegeven
niet te weten, dat het schip te diep geladen
was, pertinent moeten weigeren dat schip
te loodsen. Maar het zou wel gaan
In den beginne bij den opperwal ging
het dan ook goed, zelfs zóó, dat de vlag
geheschen werd, maar meer en meer bij
Urk komende, werd de zee holler en holler.
De machinekamer werd met het overko
mende water gevuld, het luik dichtgegooid.
Maar te laatReeds had de heer Fontein
den loods gevraagd het schip op het strand
te laten loopen, maar dat wilde de loods
niet, hij dacht de Lemmer nog wel te be
reiken het eiland Urk was omgestoomd
en men bevond zich ten noorden daarvan,
toen de loods het raadzaam achtte terug te
keeren.
In het effen water langs den noordkant
scheen dit te gelukken, doch aan de west
zijde stond de zee zóó hol, dat de golven
voortdurend over het schip rolden, tot men,
koers zettende naar de Urker haven, dwars
zee kwam te liggen. In eens zagen eenige
toeschouwers op Urk de boot zeer sterk
overhellen, waarop ze nog eenmaal rees, om
oogen blikkelijk naar de diepte te zinken.
De golven hadden de machinekamer der
mate gevuld, dat de drijvende kolen, tus
schen de machine zittende, het voortgaan
onmogelijk maakten, de machine stond stil,
het vuur werd gedoofd, het schip moest
zinken.
Op de kermesse d’été in den tuin van
het Paleis voor Volksvlijt, is Zondagavond
heftig gevochten tusschen de knechts in
dienst bjj een der „vermakelijkheden" en
het publiek. De pohtie moest er een einde
aan maken.
Een hoogst treurig ongeluk bracht
Maandagavond te Scheveningen diepe ver
slagenheid teweeg. Tusschen 7 en 8 ure
liep een driejarig jongetje, dat op een on
bewaakt oogenblik uit de woning van zijne
moeder, de vrouw van den dezer dagen
overleden hoofdagent van politie Vennik,
was ontsnapt, tusschen de rails van de
electrische tram op het Gevers Deynoot-
plein te ’s Gravenhage. Vóór de machinist
van een uit de remise komende tram kon
stoppen, was het ventje onder den wagen
geraakt. De grootmoeder, die ten huize
van haar dochter vertoefde, bemerkte de
verwijdering van het kind, snelde het ach
terna, trachtte het te grijpen, doch geraakte
eveneens onder den tram. Grootmoeder eu
kind vonden een smartelijken dood.
H. M. de Koningin-Regentes, opende Dins
dag de vergadering der Staten Generaal
met de volgende troonrede
Mijne Heeren
„Bij den aan vang van dit zittingsjaar is
het mij aangenaam u ter behartiging van
’s lands belangen opnieuw bijeen te zien.
Worden mijne dierbaarste wenschen en
die van het Nederlandsche volk vervuld, dan
zal vóór het einde van dit zittingsjaar mijne
beminde Dochter de regeering aanvaarden.
De algemeene toestand, zoowel in het
Moederland als in de Koloniën, is in menig
opzicht bevredigend.
In handel, scheepvaart en nijverheid is
uitbreiding merkbaar.
Hier te lande was de oogst van onder
scheidene gewassen gunstig.
Door de heerschende ziekte onder het vee
en de daaruit voortvloeiende belemmering
van den vee-uitvoer wordt nochtans groot
nadeel geleden.
Op Java heeft de suikerindustrie te kam
pen met moeielijkheden.
De betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden blijven van den meest vriend-
schappelijken aard.
Zee- en landmacht vervullen hare taak
met ijver en opgewektheid.
Aan den moed en de volharding van het
Nederlandseh-Indische leger, door de vloot
krachtdadig gesteund, breng ik warme hulde,
de offers diep betreurende, die nog steeds
gevergd worden om in Atjeh, ten bate van
rust en vrede, onze macht duurzaam te ves
tigen.
Een gewichtige arbeid wacht u in dit
zittingsjaar.
Een wetsontwerp tot afschaffing der dienst-
vervanging bij de militie, als voorbereiding
van de hervorming der levende strijdkrachten,
hoop ik u eerlang aan te bieden.
Vereeniging van de zorg voor de land
bouwbelangen bij een departement van alge
meen bestuur wordt u voorgesteld.
Wetsontwerpen zullen u worden aangebo
den tot betere bescherming en berechting
van kinderen en jeugdige personentot
regeling van den leerplicht en tot wettelijke
Elandstraat 32, ’s Gravenhage.
Overijsel en Limburg, H. E. Munniks de
Jongh, Prins Hendrikstr. 58, ’s Gravenhage.
Groningen, Friesland en Drente, Mr. J. W.
Zijlstra, Bolsward.
VOORBEELDEN.
Verzekering van kapitaal bij overlijden
op één hoofd, met jaarlijks dalende
premie betaling.
Jaarlijksche premien ter verzekering van
ƒ1000,premiebetaling gedurende vijf en
twintig jaren.
g
Bolswardsche Courant
i ft
*4 J
I
3