NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
MMLSWM® EN WWSBBAÖSBB
Pi
8
No. 80. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
i
I
E
DONDERDAG 7 OCTOBER.
BINNENLAND.
Klapperman’s-praatjes.
F
rJ
VOOR
4
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Wij lezen in de Amst. Crt.
$xxmdc<xxxXhXXXXxxxx$
$XXXXXXXXX^XXXXXXXX$
ft
Arum. Ten einde de liefhebbers van
lezen in de a. s. winteravonden in de ge
legenheid te stellen goedkoope lectuur te
verkrygen, welke voor hen het verrassende
der nieuwheid bezit, heeft het bestuur van
het departement alhier de drie afdeelingen,
waaruit de nutsbibliotheek bestaat, weder
doen omwisselen. Met ingang van deze
maand is bij de bibliothecarissen elke week
alzoo afwisselende leesstof te bekomen.
Te Loo, een dorpje van 700 inwoners,
onder de gemeente Duiven, hebben dit jaar
57 menschen in Duitschland gewerkt, 50
jongens en mannen en 7 meisjes. Van de
jongens waren er 2 bij uit de schooljaren.
De meesten werkten op de steenovens in
Duisburg a/d Ruhr, enkele bij de boeren,
twee op een scheepstimmerwerf, twee by
een visscher te Ruhrort. Vrouwen blijven
te Loo, of ’t geheele gezin trekt weg, wat
in de laatste 5 jaren met vijf het geval
was, twee gezinnen zonder en drie met
kinderen (een met 9 kinderen). Gemiddeld
werkt alle jaren if1 ot 1I3 der bevolking
„boven11, en dit neemt nog toe, omdat de
ioonen te Loo laag zijn (zomers 14, ’s win
ters 12 stuivers daags, en lange dagen) en
er weinig werk is.
In het najaar keeren de bovenlanders naar
hun Heimat terug na ook met kermis
een paar gouden twintigmark-stukken stuk
geslagen te hebben dan overwinteren ze
en teren met hun gezin op de centen, die
opgespaard zijn in den zomer. Maar de
winter is lang en het geld is rond...en men
is blij als ’t weer voorjaar is en men in
groote boerenkarren met stoelen er in en
opgewekt door harmonica-muziek, weer in
scharen naar boven kan trekken.
Op de school te Loo wordt geen Duitsch
onderwezen, waaraan werkelijk wel eenige
behoefte bestaat, en de menschen, die
het ’t meest noodig hebben, zijn te minver
mogend om privaatlessen te betalen. Aan
de gegoeden is hier in de laatste twintig
jaar veel les in die taal gegeven. Er wor
den pogingen aangewend, om ook het
Duitsch in het leerplan te doen opnemen.
Een practische Tooneelschool. De
correspondent van de N. R. Ct. de eerste
voorstelling van de Ned. Tooneelvereeniging
besprekende vraagt
„Is deze Nederlandsche Tooneelvereeni
ging niet als aangewezen om tot samen
werking te worden uitgenoodigd door het
Ned. Tooneelverbond (Tooneelschool) Men
is het immers eens, dat de overgang van
de school naar de practijk niet behoorlijk
is geregeld De leerlingen moeten een
heenkomen zoeken bij gezelschappen, zon
der kunstaspiraties, by gezelschappen, waar
zjj geenszins de voorwaarden vinden om
zich in een goede richting te oefenen, hun
talent (ais er talêQt is) te ontbolsteren,
maar integendeel de omgeving alles behalve
geschikt is om de noties van beschaving
en distinctie, die men hun op de school
heeft aangebracht, te versterken en tot hun
vollen eigendom te maken.
En ontfermt de Kon. Vereeniging Het
Ned. Tooneel zich over hen, dan is er
groote kans, dat hunne ambitie gefnuikt
wordt, aangezien zij er vergeefs of te lang
de gelegenheid verbeiden om zich te oefenen
in hunne kunst zich, te beproeven in rol
len, die wel misschien boven hun krachten
gaan, maar daarom juist uitnemende kracht
meters zijn. Als nu het Ned. Tooneelver
bond zich in betrekking stelde met de Ned.
Tooneelvereeniging, en de leerlingen met
eind-diploma verplichtte twee jaar zich aan
haar te verbinden indien dit noodig
mocht zijn den kweekelingen die twee jaar
Amst. Crt.
Een echo. Te Huisen is in het plant
soen een echo ontdekt, welke voor die van
Muiderberg niet hoeft onder te doen. Waar
schijnlijk is deze echo ontstaan door het
verrijzen van een paar nieuwe gebouwen.
Goede vondst. Te Brakel heeft men
bij het sloepen van een huis een aantal
munten van ouden datum gevonden. De
waarde wordt op een zeshonderd gulden
geschat.
Toen in de vorige week de minister
van Waterstaat in Drente vertoefde, wensch-
te hij per telefoon uit Odoorn naar zjjn
logement te Emmen een bericht te zenden.
De ambtenaar 8. van het telefoonkantoor
te Odoorn was afwezig, tengevolge waar
van Z.Ex. aan diens vrouw voorstelde zelf
het bericht te verzenden, waarbjj hij mee
deelde, dat het de minister was, die met
haar sprak. Het vrouwtje bleef echter
halsstarrig weigeren en antwoordde’t Helpt
niks, meneer mag er niet ankommen
Onderlinge hulpvaardigheid is geluk
kig de wereld nog niet uit. Dat moge
blijken uit het volgende bericht uit Heu-
men
Muziek en aardappelsrooien, een zonder
linge combinatie! En toch is het zoo. Wat
is n.l. het geval Voor eenigen tijd heeft
de timmerman-fanfarist A. P., toen hij op
de fiets huiswaarts keerde, te Malden het
ongeluk gehad te vallen en zijn been te
breken. De anders ijverige werkman is nu
tot eene gedwongen rust gedoemd en moet
zelfs het noodzakelijke werk óf laten liggen
óf door anderen laten verrichten. Dit kon
den zijne broeders in de pret, de fanfaristen
niet aanzien. Zij namen een kloek besluit,
dat heden tot uitvoering kwam.
Onder het spelen van een vroolijken
marsch, trokken zij met den drietand op
den schouder te velde. Eenige behulpzame
jonge dochters hadden zich als raapsters bij
den stoet aangesloten. Eer de avond valt,
krijgt de aan zijn kamer gekluisterde P»
zijn aardappels thuis.
Te Pannesheide (L.) zijn door eene
nog onbekende oorzaak vijf huizen met
stallingen afgebrand. Bij gemis aan water
was aan blusschen niet te denkennoch
tans werden de inboedels grootendeeta
gered. Alles was verzekerd.
Gezellig weer, zei mijn vrouw, toen ik
Zondagmorgen in de huiskamer verscheen,
terwijl zij mij de post toereikte.
Noem jij 't maar gezellig, ’t Ziet er lief
uit op straat. Je ziet niets dan zwarte pad
destoelen voorbij ’t raam schuiven, hernam
ik ietwat nurksch.
Lekker, vent, dan blijf je tenminste ge
zellig thuis en zit ik den eenigen middag,
dien je vrij hebt, niet alleen. Visite zal er
met dit weer wel niet komen, zoodat we ’t
ons recht gezellig zullen maken, hé, ieder
met een boek in een hoek.
Noem jij dat maar gezellig, ik zit de gan
ache week in de boeken...
R.r.r.r.r.r.rt ging het electrisch belletje.
Wie zal daar zijn.
De kruidenier misschien.
Brr wat een weer Ik zal mijn parapluie
maar aan de trap laten staan, meisje,
meneer en mevrouw thuis zeg maar dat
ik er ben, ik zal maar naar boven komen.
Tip, tip, tip, daar vloog mijn vriend Klap
perman de trappen op. We hadden ’m al
herkend aan zijn schelle doordringende stem
en zijn ratelend spreken.
Ik had nauweljjks tijd om hem bij de deur
te ontvangen. Hij trok zijn demi uit, sloeg
zjjn broekpijpen neer, veegde driftig nogmaals
zijn schoenen en schoot de kamer binnen
met zijn rechterhand vooruit.
Wel kerel, hoe gaat het je, terwijl hij
aan mijn arm pompte, hoe gaat ’t je,
wat een weerdag mevrouwtje, goed gesla
pen nog aan de koffie dat spijt me,
ik kom toch niet ongelegen? geneer je
niet hoor ik had geen zit in huis, is dat
me’n weerIk zeg tegen m’n vrouw o,
ja, wel de groeten van Carolien hoor, dat
zou ik haast vergeten ik zeg tegen m’n
vrouw ze heeft ’n beetje hoofdpijn, weet
u ik loop even bij de van Praten s op,
want ’t is me hier wat taai de jongste
krijgt tandjes, u begrijpt goed zegt ze, en
ik er uit anders een corvee met zulk weer.
Heel van den Haarlemmerdijk enfin, ge
lukkig dat er een tram is, ben mooi droog
hier gekomen, zeg, laat ik jullie nou niet
van de koffie houden, anders ga ik weer heen.
En mijn vriend Klapperman, die al pra
tende om de tafel was geloopen, viel einde
lijk op een stoel neer.
Mijn vrouw trok een bedenkelijk gezicht.
Ze houdt wel van Klapperman, maar dan
niet langer dan een half uurtje, zoo onder
het bitteruur, als zij in de keuken bezig is.
Zij krijgt altijd hoofdpijn, zegt ze, als ze ’m
een kwartier heeft aangehoord.
Meneer Klapperman, viel m’n vrouw hem
in de rede, wil ik een bord voor u laten
bij zetten
Pardon, mevrouw, pas geluncht, en voor
treffelijk, zelden zoo smakelijk geluncht als
vanmorgen, m’n vrouw had gebakken niertjes,
daar ben ik dol op, weet u.
’n Kop koffie dan
Jaaa, dat is een idee.
Neem de Groene zoolang Klapperman, we
zijn zoo klaar, hernam ik.
Klapperman sloeg de Groene op en we
dachten een oogenblik rust te hebben. Maar
jawel!
Leuk idee, zei George we noemen elkaar
bij den voornaam Pierson in dien scheer
winkel en Sprenger van Eijk over de onder
deur. ’t Zal mij ook benieuwen of hij nog
wat te scheren zal vinden. Van scheren
gesproken, myn barbier vertelde me vanmor
gen, dat hij f 60 meer Personeel moest be
talen, zeg Wat doet de vent in zoo’n
groot huis te wonen, wat?
’n Leuk artikeltje over de tooneelmemoi-
res van Catulle Mendès hernam ik weer in
de hoop dat hij een oogenblik van slag zou
raken.
Dat hielp. Klapperman stelt veel belang
in het tooneel en weet er over mee te pra
ten. Een oogenblik konden we ons aan de
lunch wijden. Mijn vrouw keek een beetje
sip, alsof ze zeggen wilde, wat doet de vent
hier, ik wou dat hij weg was.
Ik wierp haar een blik van verstandhou
ding toe om haar te troosten met het.geval
en nam me voor, als hij te lang bleef ’m
voor te stellen naar de kroeg te gaan.
Sakkerloot
We schrikten beiden van dien on verwach
ten uitroep. Mijn vrouw liet bijna haar kopje
vallen en ik verslikte me en begon te hoes
ten.
O pardon, neem me niet kwalijk zeg, ik
was verdiept in de en dacht niet... maar hij
is raak hoor!
Ja, jariepen m’n vrouw en ik tegelijk,
'Want we hadden het artikel gelezen.
Daar trok onze vriend Klapperman zich
een minimum-gage garandeerende dan
zou dit zeer in het belang dier kweekelin
gen zjjn.
Het Ned. Tooneelverbond vergete niet,
dat het door de stichting en het onderhou
den eener Tooneelschool, verplichtingen op
zich heeft genomen, welke verder reiken
dan tot het einde van den schooltijd der
knapen en meisjes, die het heeft verlokt de
tooneelloopbaan te kiezen knapen en meis
jes uit maatschappelijke kringen, waarin
men aan die loopbaan zeer zeker niet zou
hebben gedacht, als er geene Tooneelschool
ware geweestBlijkt gedurende de 2-jarige
stage bij de Ned. Tooneelvereeniging, het
talent weinig belovend, dan is de weg om
zich terug te trekken voor de leerlingen
gemakkelijker, dan na jaren van ongewis
heid, doorgebracht aan een groot tooneel.14
Weer een moord te Rotterdam. Onze
correspondent schrijft ons
Toen ik Zaterdagavond, omstreeks elf
uur, langs de Hoogstraat, voorby het Roode
Zand liep, vond ik in de Zandstraat, een
onafzienbare massa menschen, die in hevige
opgewondenheid stonden te praten over een
moord, die daar vijf minuten geleden op
straat was gepleegd. Verontwaardigde
mannen en zenuwachtige vrouwen vertelden,
dat eenige Engelsche zeelieden door een
paar opgeschoten Hollandsche jongens waren
aangevallen, waarbij één door een messteek
hevig verwond op de straat viel. Door
eenige burgers en politieagenten werd de
man opgenomen en naar het bureau van
politie in de Pauwensteeg gebracht.
Ik begaf mij naar dat bureau om te in-
formeeren. Op mijn weg er heen kon ik
een bloedspoor volgen van de Zandstraat
tot binnen het bureau, ongeveer 5 minuten
gaans. De gewonde was van dat bureau
reeds in een baar naar het ziekenhuis over
gebracht.
Men deelde mij mede, dat vier jonge
mannen door burgers waren gearresteerd,
doch de vermoedelyke dader bleek daar, na
onderzoek, niet bij te zijn. Eenigen tijd
later gelukte het de politie echter hem in
arrest te nemen. Hij is een 19-jarige tim
merman, die in de St. Josephstraat woont.
Bij de eerste ondervraging ontkende hij de
daad te hebben gepleegd.
Heden nacht is de Engelschman in het
ziekenhuis overleden. Hij had een steek
in het dijbeen gekregen, waardoor de hoofd
slagader was afgesneden.
ken, de kamer staat vol, wacht ik zal een
raam open zetten...
Mijn vrouw keek me aan, alsof ze zeggen
wildega maar uit.
Juist kwam het zonnetje doorbreken.
Sakkerloot, riep Klapperman, het wordt
goed weer en hij wilde een weergesprek be
ginnen, waarop ik na het bezoek van mijn
barbier allerminst gesteld was.
Laten we een eindje oploopen, stelde ik
voor. Klapperman keek mijn vrouw aan en
toen deze opmerkte dat het haar goed was,
want dat zij in de keuken moest zijn, waar
door zij het aangenaam gezelschap van me
neer Klapperman toch zou moeten missen,
stonden we spoedig op straat.
Of het met het oog op de f 25 voor het
gulden boek was weet ik niet, maar Klap
perman was niet te vinden om naar de so
ciëteit te gaan.
’t Kan ook zijn, dat hij niet in een stem
ming was om door den kellner plezierig
najaar gewenscht te worden.
echter niets van aan en hij las hardop Van
allen artistieken roem blijft juist die van den
acteur het langst, de eeuwen door, tot het
eind der tijden, levenskrachtig, bloeiend, on-
verwoestelyk En waarom Omdat, zoodra
het sujet dood is, niemand het tegendeel
meer bewijzen kan
Bravoriep Klapperman uit, terwijl hij
van zijn stoel opsprong, zoodat zijn lorgnet
hem van den neus gegleden was. Mijn vrouw
had de plaat gepoetst met haar ontbijt, om
het in de keuken rustig op te eten. Ik liet
het mijne maar verder rusten.
Ja, hij is goed, wij hebben er ook altijd
anders over gedacht en die arme acteurs
vaak beklaagd. Weet je nog wel, dat jij laatst
de opmerking maakte, dat de eerste de beste
schilder die handig genoeg is om door een
of ander kunstvriend een schilderijtje in een
Museum te krijgen, vereeuwigd is, terwijl
tooneelspelers... Ja, ja, dat was naar aan
leiding van de overbrenging van het lijk van
mevrouw Kleine... maar Mendès heeft gelijk.
Wij praten nog altijd op gezag van ons pipa’s
over Punt, Peters, Naret-Koning, Suze Sa-
blairolles, mevr. Kleine, zelfs over Judels en
wie weet, als wij ze nu zagen spelen, hoe
leelijk we ’t zouden vinden, zeg je moet
maar op het idee komen, wat?
Och ja, ’t is ’t ei van Colombus.
Je moet maar op het idee komen. Zoo
probeerde de president van de rechtbank
het deze week ook met een dief, die hals
starrig bleef ontkennen, dat hij geld gestolen
had.
De corpora delicti lagen op tafel en de
president vroeg den beklaagde doodleuk of
dat die rijksdaalders waren die hij gestolen
had.
De beklaagde vloog er niet in en zei neen,
maar hij had toch maar ja behoeven te zeg
gen en het proces was uit geweest.
Nog al mal, waagde ik op te merken,
rijksdaalders lijken toch allemaal op elkaar...
Neen George, viel Klapperman mij min of
meer geraakt in de rede, volstrekt niet mal
dieven loopen er vaak door een stommig
heid in. Tien tegen een dat de vent gezegd
had, mag ik de rijksdaalders eens zien, en
dan was hij er ook bij geweest.
Ja, ja, je hebt gelijk.
Dat streelde Klapperman blijkbaar, want
zijn kleine oogjes glinsterden door zijn lorg
netglazen, terwijl hij een haal aan zijn sigaar
deed. Toen trok hij in eens een ernstig ge
zicht en voor zijn doen vroeg hij heel lang
zaam heb j ij de circulaire van de financieele
commissie voor de inhuldigingsfeesten ook
gekregen
Ja een paar dagen geleden.
Da’s laat, ik heb ze al een week.
Dat komt omdat mijn oude adres er nog
op stond, ze hebben blijkbaar bij hetadres-
seeren een oud-adresboek gebruikt.
Jongens, jongens, dan schijnen ze nog wei
nig ontvangen te hebben, zou de directeur
van de Bank dan geen voorschotje hebben
kunnen geven voor een nieuw adresboek
Maar misschien redeneeren zij zoo we geven
onzen tijd en onze moeite reeds, broeken,
lappen en garen toegeven...
Heb jij al geteekend Neen nog niet, ik
wacht de districts-commissie af. Voor hoeveel
teeken jij
Nou, je weet ze hebben mij ook in een
districts-commissie gehaald, dus voor minder
dan f 25, kom ik er niet af.
Vijf-en-twintig gulden! riep Klapperman
terwijl hij opstond en de andere kamer
in liep vijf-en-twintig gulden!
ik denk er niet aan, ben je gek kerel
Neen nog niet, maar ik moet wel, want
anders kom ik niet in het gulden boek, waarin
de inschrijvingen van f 25 en daarboven ver
meld worden, om daarmee bij de ingezetenen
te werken.
Gulden boek vroeg Klapperman nieuws
gierig, terwijl hij bijdraaide, dat is dus eigen
lijk het reclameboek voor de districts-com-
missies
Juist.
Zoo ja, je dient je crediet op te
houden, kom je er niet in voor, dan loopje
kans dat je er op aangekeken wordt en als
bekend makelaar hmdan zal ik er toch
ook aan gelooven moeten. Sapristi wat een
som, zeg, maar enfin, ’t is geen weggegooid
geld, ’t komt onder de menschen, want op
eten gaat niet. Zeg, weet je wat jij in die
commissie moest doen
Nou?
Er voor zorgen dat ze een som uittrokken
voor dé werkverschaffing dezen winter, er
moet toch vooruit gewerkt worden en je be
grijpt dat lui, zooals jij en ik, die verplicht
zijn f 25 bij te dragen, dat ergens anders op
moeten vinden, je begrijpt me... ja, je be
doelt dat je dat aftrekt van hetgeen je voor
liefdadige doeleinden gewoon bent bij te
dragen...
■tfoeh I menschen, wat zitten jullie te roe»
Bolsvardsche Courant
IP2
r
a
l