NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWABD £N wonsebaoeeb
No. 84. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
Mr. J. Heemskerk Azn.
DONDERDAG 21 OCTOBER.
BINNENLAND.
Müller’sche Accoord Cithers
VOOR
Ter bevordering van huismuziek.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het is ons een aangename plicht, onze
lezers in vooruitzicht op de komende lange
winteravonden op een onderhoudend tijd-
verdrijf attent te mogen maken.
Dit tijdverdrijf is zoo oud als het hui
selijk leven, het is de huismuziek, maar het
muziekinstrument, dat wij aanbevelen, is
nog jong, namelijk de „Accoord Cither.
Tot billijken prijs verkrijgbaar, gemakke
lijk te hanteeren en als ’t ware spelende
te leeren, heelt de Accoord Cither van
lieverlede een terrein veroverd en een ver
breiding gevonden, dat een tal fabrieken
ij veng concurreert, om aan de steeds stijgende
vraag te voldoen en het instrument voort
durend te verbeteren. Bij deskundigen
bestaat echter geen twijfel, dat de zooge
naamde
alle anderen in soliditeit der constructie
en melodieuzen toon verre overtreft.
De Müller'sche Accoord Cithers zijn voor
radig en verkrijgbaar in de meeste muziek
winkels en het door de Firma J. T. Muller,
Dresden-iStriesen gepubliceerd keurig boekje
over Accoord Cithers wordt op aanvraag
aan een ieder gratis en franco toegezonden.
Sneek, 19 Oct. In de raadszitting van
heden avond werd onze hooggeachte bur
gervader door den wethouder Fennema,
wegens zijne herbenoeming tot burgemees
ter, in een plechtige toespraak hartelijk ge
feliciteerd.
Van Gedeputeerden werd een schrijven
gelezen, waarin de aankoop onzer scheeps
helling is aangehouden.
Door den heer B. Selhorst, leeraar in
geschiedenis en aardrijksk. aan de H. B.
8. werd tegen 1 Jan. 1898 eervol ontslag
gevraagd, met toekenning van pensioen.
Over oie laatste kwestie hoopt de raad in
een volgende vergadering te dehbereeren.
Een verzoek van bewoners langs de Wip,
om deze te dempen, gaf bitter weinig. Na
een breede discussie vereenigde de raad
zich met algemeene stemmen met ’t voor
stel van B. en W., om bedoeld vaarwater
maar eens flink uit te baggeren.
Duidelijk zie ik nu weer dat kleine, nietige
figuurtje achter de groene ministerstafel staan,
zooals hij was bij zijn laatste ministerschap,
het gewichtige van de grondwetsherziening.
Het smalle lichaampje gestoken in een la-
lakensch jasje, ouderwetsch model, dat bij
de knoopen wat trok. De kin gedoken in
een satijnen stropdas, waar aan weerskanten
de lange punten van het boord (mode 1840
z.g. vadermoorders) uitstaken.
Maar dat hoofd, dat merkwaardige, typi
sche hoofdjeHet scheen vast op de kleine,
teere schouders geschroefd. Boog het naar
beneden, dan werd het lijf in tweeën ge
vouwen.
Van Heemskerk’s hoofd ziet men, zich
de verschijning van dezen staatsman weer
voor den geest brengend, ’t eerst het voor
hoofd. Dit was niet zoozeer breed-gewelfd,
als van den forschen denker, maar lang,
hoog, alsof het gezicht ietwat naar beneden
was gezakt. En op den schedel kroesden,
sprongen, zwierden allerlei grijsachtige haren,
nog weelderig, niet bepaald verward en toch
ook niet gelijkmatig saamgehoudeneen
dofgrijze kuif, een bundel haar, die zich naar
beneden voortzette in de magere, bescheiden
bakkebaardjes, omlijstend het gezichtje.
En dat gelaat zelf. Wat er u het meest
en het diepst van bij bleef, dat waren die
heldere, schrandere, vriendelijke, eerlijke,
blauwe oogen. Het wat nietige, wat trip-
pelige en peuterige van de uiterlijke ver
schijning werd geheel veranderd door den
glans, den gloed, het leven, den geest van
die blauwe oogen. Het was een genot er
in te kijken. Zij pasten bij de eigenaardige
kuiltjes, die men in de frisch blozende wan
gen vond. Want ze konden guitig zien, schert
send, oolijk, prettig. Zij waren niet streng,
niet statig, niet imponeerend, maar tintelend
van onverwoeste jeugd, van denkvermogen,
van levendigheid. En het waren van die
rustige eerlijke oogen, als ze niet werden
dichtgeknepen om de hevige bijziendheid te
hulp te komen.
Het was een klein, fijn gevormd, schier
subtiel geteekend gezicht, dat van wijlen
Heemskerk. Er waren geen forsche, breede
lijnen in. Het was eigenlijk ook een spiegel
van den mensch Heemskerk. Hij was niet
wat men een mooi spreker noemt.
Zoo stond het kleine mannetje aan de
groene tafel, en in zijn rechterhand hield
hij een lang stuk papier. De wat schorre,
wat brommerige, wat binnensmondsche en
zelfs weleens murmelende stem, telkens aan
gezet door kleine zuchtjes en keelschrapink-
jes, klonk verre van schoon. Om de andere
zinsnede werd het papier gebracht tot op
een millimeter afstand van den neus, de
oogen werden dichtgewrongen en de spreker
zei de allerlaatste woorden van zijn laatste
phrase nog terwijl het papier reeds op weg
was naar den neus.
Dat is niet de houding, niet de spreek
trant van den man, die ooit een populair
redenaar kon worden. Dat is niet de spreker,
die in geniale, groote lijnen den toestand
van het oogenblik aangeeft met het ruw-
schematische en bedwehnend-stoutmoedige
van een virtuoos als Pierson. Het is de
nijvere, knappe, onverdroten debater, voet
bij stuk houdend, de stof uitpluizend, lang
zaam overredend, zijn argumenten rangschik
kend met veel tact en ze voordragend in
handige volgorde.
Dor was mr. Heemskerk daarom niet,
voor hen die goed luisterden. Hij had een
groot „vis comica44, overhellend naar het
plat-boertige van de oud-Hollandsche manier.
Hij was belezen als een Jacob van Lennep
en wist, evenals deze laatste, passende uien
in een grappig verband te herinneren, komi
sche citaten te doen, op een oogenblik dat
niemand er op verdacht was. Dan hoorde
men plotseling geschater opdaveren, op twee,
drie plekken in de Kamer, en de anderen
lachten dadelijk mee, van den weeromstuit
of wijl ze niet weten wilden, dat ze ’t niet
hadden begrepen... En de spreker zelf had
dadelijk, bliksemsnel, het. papier weer vlak
tegen zijn neusje geduwd en keek weer met
de dichtgeknepen oogjes naar zijn aanteeke-
ningen, net zoo lang totdat het lachen heele-
maal weggestorven was.
Dan rekte hij het lichaampje eens uit
een beweging, die Heemskerk onder het
spreken telkens maakte en ging hij weer rus
tig verder. Hij stond steeds in dezelfde houding
op dezelfde plaats, schier roerloos, met uit
zondering van het hoofd en den rechterarm.
Overigens was hij in al zijn doen schutterig,
met nerveus-snel-kleine beweginkjes in alles
loopend met kleine trippelpasjes, den rotting
twintigmaal in de minuut latende tikken op
de straatsteenen.
Een toonbeeld van eenvoud in zjjn voor-
Het jachtveld in den omtrek van Tiel
is tamelijk goed voorzien. Patrijzen zijn in
de laatste jaren niet zooveel gezien als thans.
Hazen zijn er minder, maar toch gelukte
het in de vorige week aan twee jagers 32
stuks hazen op één dag te schieten.
De verkiezing te Sneek heeft aanlei
ding gegeven tot velerlei aanmerkingen op
de voorschriften, betreffende de invulling
der stem kaarten en het verschil van beoor-
deehng door de verschillende stem bureaux.
De Standaard daarover melding makende,
zegt o. a.
Maar nu rest toch de vraag, of het niet
gewenscht zou zijn, dat de wet in dien zin
worde gewijzigd, dat de kiezers van ver
schillende richting, als controleurs, konden
aangewezen worden om bij de opening der
briefjes tegenwoordig te zijn en na te gaan
of dezen te recht of ten onrechte geldig
zijn verklaard en aan den bedoelden per
soon zijn toegekend.
Bij het verschil van gevoelen, dat er zelfs
heeft bestaan over de vraag of een stipje
goed of niet goed zwart was; of de be
doelde persoon duidelijk is aangewezen;
met de feiten, in het district Sneek voor
gekomen, voor oogen, is een dergelijke
controle, onzes inziens, dubbel noodig.
Uit Den Haag wordt aan de Tele
graaf geschreven
In alle boekwinkels heb ik gevraagd naar
het portret van Wiebe Cnossen, den Ulster,
die met stoere friezigheid gedacht heeft
„als ik niet mee mag stemmen, smiet ik
jullie de heele boel in de war44, tenzij een
ander ’t voor hem heeft gedacht, wat op
hetzelfde neer komt. En in de jongste
Wereldkroniek staat Wiebe’s beeltenis ook
niet. Vier Sarah’s zijn er in, vier van
Sarah die we allemaal kennen en niet één
van Wiebe, ’t Ergste is, dat de boekver-
koopers, bij wie ik zijn portret te koop
vroeg, veinsden den naam niet te kennen.
Ik hoop tenminste, dat ze ’t veinsden om
er maar af te zijn, want welke kiezer weet
niet, wie Wiebe is, Wiebe Cnossen, die
den heer van Gilse belaagt en oorzaak is
geweest van het bestendigen van den ar
beid eener geloofsbrieven-commissie, die
door het Wiebe-geval aan den arbeid ge
komen, verworden is tot een schrabjes-
krabjes-vlekjes-commissie.
Zij heet druk aan het werk te zijn, deze
commissie in een der sectie-Kamers van
het gebouw der Tweede Kamer, met de
stembiljetten-anatomie. Men zegt dat zij
wordt bijgestaan door een chemicus, die te
onderzoeken heeft of de schrapjes, krabjes,
vlekjes, van de kiezers, de stemopnemers
of de Kamerleden, die in de biljetten
doende zijn geweest, afkomstig zijn. De
chemicus schijnt daartoe een middel te
hebben gevonden. Eetvlekjes bv. houdt hij
stellig voor niet door kiezers veroorzaakt,
’t Kan een waardig rapport worden. Blijft
de conclusie zooals die nu is, nl. invalidatie,
omdat Wiebe niet mee heeft gestemd, dan
acht ik een nieuwe verkiezing onnoodig.
Dan vrage men eenvoudig aan Wiebe
plechtig„op wien zoudt gij hebben ge
stemd, indien gij gestemd haddet44dan
stemt hij, in het geheim natuurlijk, met
een billet-vierge’1 en wat hij dan zegt, dat
gebeurt.
Als ’t dan zoo mocht geschieden, of op
een andere manier ik ben ook voor een
nieuwe verkiezing te vinden dat de heer
Heemskerk de uitverkorene wordt van
Sneek en deszelfs Ommelanden, dan is
’t jammer dat Sophocles dood is, want dan
dient te worden geschreven een vijf bedrijvige
tragedie, waarin ’t wee, wee, wee klinkt
van den na jaren strijdens om toegang tot
een regeeringscollege eindelijk gekozen can-
didaat, die er wordt uitgezet voor dat hij
er recht in ie, en bij de kameropening reeds
verscheen in den goudbestikten rok, degen
op zijde, steek in de hand. Voor zulke ge
vallen dienen tragedies. Dennery zou er
een melodrama uit halen met Wiebe als
verraaier44.
Overigens is er ditmaal geen Haagsch
nieuws.
Niettegenstaande het verzet der hei-
werkers te Amsterdam, gaan de patroons
voort met zelven de palen te heien aan de
werken, die onderhanden zijn. Zaterdagoch
tend om 4 uur, toen de patroons de machine
aan het werk in de Langestraat hadden
aangemaakt, werd het vuur door de werk
lieden uitgedoofd. Op verzoek kwam toen
versterking van politie, waarop de patroons
aan het heien gingen. Om half twaalf waren
de acht palen, die nog moesten worden ge
slagen, alle geheid, terwjjl ’s middags de
stelling werd gestreken en de machine op
straat gezet.
Aan beide kanten was de Langestraat
door politie afgezet.
De aanvraag om concessie voor een te-
lefoongeleiding in onze gemeente door de
Bell. Telefoonmaatschappij, werd verwezen
naar de K. v. K. en F. om advies in deze.
Tot ambtenaar van den Burgerl. Stand
werd herbenoemd mr. 1). Alma.
Gaasterland, 18 Oct. Met de lijster-
vangst in onze gemeente is ’t in ’t laatst
der vorige week naar wensch gegaan. Ver
scheidene honderden zijn gevangen en ver
zonden. Thans is er niet veel wild. De
vangers uit Oudemirdum ontvingen voor
eene bezending 16 cent per stuk. Voorde
houtsnippen, waarvoor de poeliers f 1,70 be
talen, ontvingen ze f3,00 per stuk.
Sondel, 18 Oct. In den nacht van
Zondag op Maandag 1.1. is hier een stout
stuk uitgehaald, een daad, waarvan men
voor tal van jaren nog al eens hoorde,
maar waarover thans niet meer gedacht
wordt. Bij den landbouwer S. is een mest
wagen die op de hieminge stond, uit el
kander genomen en door de daders deel
voor deel naar de nok van het dak ge
bracht en daar netjes in elkander gezet.
Ook omdat het dak nog al beschadigd
is, heeft de eigenaar van een en ander aan
gifte gedaan.
Buitenpost, 18 Oct. Als een staaltje
van onze löde-eeuwsche ontwikkeling kan
zeker dienen het volgende, alhier voorge
vallen bij de loting voor de Nationale Mi
litie voor de gemeente Achtkarspelen.
Vraag: Hoe heet je vader?
AntwoordJan.
Hoe meer
Geen antwoord.
Je moeder
Boukje.
Hoe meer
Geen antwoord.
Maar ze heeft dan toch zeker ook nog
een anderen naam dan Boukje
AntwoordHja sizze ek wol tsjin hjar
fen Baeye. Hepk. Adv.bl.
Workum. De dag van 15 October
mocht door den heer Lapidoth, hoofd der
school voor M. U. L. O., bijzonder opwek
kend worden gevierd. Oud-leerlingen, waar
onder zelfs buitenlanders, hadden zich ver-
eenigd om de herdenking van het 40-jarig
jubilé van hun onderwijzer eens recht fees
telijk te maken.
Met een album, bevattende de namen der
deelnemers, werden hem fraaie geschenken
aangeboden.
Ook de tegenwoordige leerlingen verras
ten hun leermeester met een keurig aan
denken aan dezen dag.
Tal van vrienden, ook uit andere plaat
sen overgekomen, brachten den waardigen
jubilaris hun gelukwensch en hulde.
Warns, 18 Oct. Een jonge visscher
alhier, bergde de gevangen paling in eene
zorgvuldig gesloten kaar. Goed geborgen
bleek ze daar niet te zijn, want de vorige
week deed de eigenaar de onaangename
ontdekking, dat ze gestolen waren. Weini
ge weken geleden had alhier eenzelfde geval
plaats.
Oudemirdum, 18 Oct. Als eene bij
zonderheid kan worden gemeld, dat alle 5
zoons van de Wed. Roelevink alhier bij
verschillende lotingen voor de Nationale
Militie een vrij nummer hebben getrokken.
Wat de bijzonderheid verhoogt is dat ach
tereenvolgens werden getrokken40, 40,
44, 44 en 68.
Aan den Zuidwal in den Haag sprong
Zaterdagmiddag een loteling in ’t water,
uit verdriet omdat hij een dienstplichtig
nommer had getrokken. Zijn kameraad, die
hem wilde reuden, slaagde daarin niet, daar
hij hevig tegenspartelde. Door twee politie
agenten en een schipper werden de beide
vrienden met moeite op het droge gebracht.
In de verschillende Haagsche cou
ranten en eenige andere wordt vermeld,
dat eene juffrouw in den Haag, die een
lijkstoet zag voorbijtrekken, zóó aangedaan
werd, dat zij een toeval kreeg en in een
hotel werd binnengebracht.
’t Is aandoénlijkals ’t maar niet aan-
stekelijk is. In alle steden van ons land
trekken dagelijks tal van Ijjkstaties door
de stratenals ze iedereen zoo aandeden,
zouden er geen hotels genoeg zijn om ze
allen op te nemen.
Te Haarlem sloegen de paarden voor
een rijtuig, waarin mevrouw Visser van
Hazerswoude en de heer van Merlen, bei
den van Heemstede, gezeten waren, in de
Wiihelminastraat op hol, door een achter
hen aankomend voertuig. De paarden kwa
men in de voorkamer van een huis over
de Raambrug tot stand, waardoor beiden
gelegenheid hadden om ongedeerd uit het
rijtuig te springen.
komen, zijn manieren, zijn spreken, zijn
houding. Norsch misschien nu en dan,
rad-afbijtend wat hem verveelde, met
de nijdige haastigheid van iemand, die zoo
veel aan ’t hoofd heeft. Maar nooit hoog,
nooit plechtig, nooit pedant.
Heemskerk hield van regeeren en voelde
zich aan de groene tafel recht op zijn ge
mak. Maar ’t was geen botte, hinderlijke
baasspelerij, verre van dien. Het was een
groot, hartstochtelijk verlangen naar veel
bezigheid, naar nuttig-zyn, naar diensten
bewijzen, naar alles bedistelen zooals hij ’t
goed, nuttig vond voor zijn vaderland. De
hooge aspiratie van den nobelen patriot en
tegelijk toch ook de onverzadelijke bedil
zucht van de wakkere huismoeder, wie
werken lust en leven is. Regeeren was Heems
kerk een tweede natuur geworden, een
soort van behoefte, niet uit eerzucht aller
eerst, maar uit onverzadelijken ijver. Het
werken zelf was hem een innig genot. Iets
van den boekhouder, die het liefst op zijn
kruk zit, aan het hoofd van den staf be
dienden, het liefst alles zelf doet, tot
laat in den nacht, omdat geen ander ’ttoch
zóó precies kan, en bij ’t met leede oogen
aan anderen overlaat. Een heel apart soort
van „ambitie14, gevolg ook van rechtmatig
bewustzijn van eigen kracht en talent,
iets, waar geen juist woord voor is te vinden,
dat men meer gevoelen kan dan omschrijven.
Zóó was mr. J. Heemskerk Azn. Aan
gewezen om den boei in evenwicht te houden,
waar geen ander weg zou hebben gevonden
te midden van de stroomingen om hem heen.
Maar met reusachtige werkkracht, verbazende
kennis, onverdroten ijver, vol innige en op
rechte liefde voor de belangen, waarvoor hij
opkwam of die hij te dienen had. Die Neder
land in moeielijke oogenblikken de gewich
tigste diensten heeft bewezen.
Niet een stuurman, die met reuzenhand
het roer zal grijpen en verder dan an
deren in de toekomst vooruitziend het
schip van staat op nieuwen weg zal dwingen.
Neen, geen Thorbecke misschien.
Maar de schrandere, trouwe loods, van
wiens diensten vaak het behoud van schip
en volk afhingen, op wien te bouwen viel
als op een rots en die daarom behoort tot
de mannen van beteekenis, die een stand
beeld dubbel en dwars hebben verdiend
Amst. Crt.
(i
Bolswardsclie Courant
-- www wv 1 1
--'✓'✓SZ- sz-xz-vszs