NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WWSSRAOBSI.
8
No. 85. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
Denk aan het geweten!
ieXT "S"se'?aar
ZONDAG 2i OCTOBER.
Uit de Raadszaal.
I I
S'* W? l'lde"sSSCHe
VOOR
heid
voor
Voor het oogenblik zijn
'ETS
OVER
IETS OVER MUZIEK.
de plaats
was geweest, zich had laten medeslepen, dat
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
De
wond
vrees
Lang
hem
schr
N
wel
WOi
scl
la
d
z
c
;t echter één ge-
ces-verbaal, het
jde, zjjn beken-
il de bijzonder-
,chtig doorloopt
lebben ten einde
ogen op, angstig
Het geweten
goed te hebben
Neen, hjj heeft
tat er wel dege-
i heer Janselme,
i zooals h\j,
oen hij verloren
ics uit de brand
de hoop, daar-
srug te winnen
;even. Weder
ij had verloren
eid geweest, de
diefstal werd
hechtenis ge
r de rechtban!
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
f 52,122,88s
f 1,011,38®
- 43,855,24
Samen f44,866,628
zoodat in kas moest zijn en ook was f 7,256,26
Als kennisgeving aangenomen.
2. Rapport der Commissie omtrent de
begrootingen over 1898, met het antwoord
van Burgem. en Wethouders.
.De Commissie van rapporteurs, bestaande
uit de heeren Schievink, Hommes en Eerd-
mans, heeft op de begrooting van het Alg.
Stadsarmenhuis geen op- of aanmerkingen.
Bij de begrooting van den weg Bols ward
Harlingen merkt de Commissie op, dat de
pachtsom der tolboomen f 400 lager is ge
raamd dan voorheen. Hoewel het mogelijk
is, dat die opbrengst lager wordt, is het
toch geen gewoonte, vóór een publieke ver
pachting reeds een lagere som in de begroo
ting wordt gebracht, en verder, dat voor de
brug te Witmarsum een post pro memorie
is uitgetrokken. De Commissie had daar
liever cijfers gezien.
Op de begrooting der d.d. Schutterij wijst
zij op een verhooging der uitgaven. Waar
gewoonlijk 800' a 900 gulden noodig was, is
nu ruim f 1100 uitgetrokken. De commissie
heeft gezien, dat de reparatie aan kleeding
extra groot is, en zij wijst op het verschil
van enkele posten bij het vorig jaar, om ten
hij gespeeld en gestolen had
„Mijnheer de voorzitter/ zeide Lavardin,
„ik bezit nog eene oude, gebrekkige moe
der. Zij woont buiten en elke maand zend
ik haar de helft van mjjn traetement, het
eenige, dat ,zjj heeft om van te leven. Zij
weet niets van mijn misstap, niets van mijn
inhechtenisneming. Als gij mjj veroordeelt,
zal men ’t voor haar niet langer kunnen
verbergen. Indien de wanhoop en de schan
de haar niet dooden, zal zjj van gebrek
moeten omkomen
De advocaat, die Lavardin verdedigde,
was eveneens welsprekend.
Werktuigelijk knikte de president van
de rechtbank met het hoofd, geheel ver
getende, dat hij niets mocht verraden van
hetgeen in zjjn binnenste omging hij scheen
als het ware den verdediger aan te moedigen
nu en dan kruiste zijn blik zich met dien
van den beschuldigde en ’t was niet de
laatste, die zijn oogen dan nedersloeg. Altijd
nog in zjjn zinsbegoocheling verkeerend,
scheen het Chapuis, dat het voor hem was,
dat de verdediger zich zoo beijverde en hij
zag naar de jury, alsof hjj zijn redding van
haar verwachtte.
Het openbaar Ministerie eischte
Lavardin de toepassing der wet.
rechter zweeg. Men zag hem ver-
TT" moest uitspraak doen en
Bobben.
I (Slot.)
Dit bekwam hun echter zeer slecht, want de
Krotonen, wisten zich bij een gevecht tegen de
Sybariten deze liefhebberij zeer goed ten nutte
te maken. Het sein tot den aanval was gegeven.
De Sybarieten stonden op het punt, er op los
te houwtnmaar de vijanden bleven rustig op
hun plaats en begonnen gezamenlijk op de fluit
te spelen. Dadelijk begonnen de aan de muziek
gewende paarden te dansen en liepen met hun
berijders naar de Krotonen óver.
Ook de spinnen toonen zich niet ongevoelig
voor de muziek. Ludwig Beethoven phantaseerde
reeds als knaap op de piano, meer echter nog
op de viool. Hij deed dit dikwijls op zijn een
zame kamer met zulk een ijver, dat hij daar
voor alle levensbehoeften vergat. Luid knorrend
moest zijn moeder hem dan voor het eten beneden
roepen. Eens zag zij bij zulk een gelegenheid,
hoe hij, op de viool spelend, in het midden der
kamer stond, en met verbazing werd zij gewaar,
dat een spin, van de zoldering afhangende, zich
boven de viool liet zwevén. Waarschijnlijk boos,
omdat zij haar zoon reeds lang geroepen had,
wierp zij de spin op den grond en vertrapte dien
Beethoven, driftig van natuur, wierp nu de viool
naar de voeten zijner moeder en vertrapte het
instrument. Deze spin was Beethovens eenige
toehoorderes geweest in zijn eenzaamheid. Hij
had haar door zijrï tonen, als Amphion, tot
zich weten te lokken. f
louter vreugde. Hij heeft vijftig-duizend
gulden iu zjjn bezit!
Te tien uur zijn de dertig bankbiljetten
weder in de brandkast. Het is afgeloopen.
Hij heeft niet meer te vreezen. Van de
vreeselijke daad is niets meer overgebleven
dan de herinnering.
Maar den geheelen dag wordt hij door
zenuwachtige huiveringen gekweld, want
aanhoudend zegt hij bjj zichzelven
„Indien de heer Lance onverwacht ware
teruggekeerd, zou de diefstal zijn ontdekt.
Een toevallige omstandigheid, een kleinig
heid en ik zou verloren zijn geweest/
Twintig jaren zijn voorbijgegaan. De ad
vocaat Lance is overleden. George Chapuis
is getrouwd en rechter geworden. Wij vin
den hem te Parijs terug, op een zitting
van de rechtbank, als een man met reeds
vergrijsde haren. Zijn vrouw is nog in leven
hij heeft een dochter, die zijn vreugde uit
maakt en een zoon, op wien hij trots is
en die, evenals George en zjjn vader, voor
een betrekking aan de rechtbank wordt
opgeleid. Niets ontbreekt aan George’s ge
luk. De herinnering aan den misstap zijner
jeugd is met de jaren verflauwd. Sedert
dat voorval heeft hij een vlekkeloozen
levenswandel geleid, veel weldoende en
werd dan ook door ieder geacht en bemind.
Voor het oogenblik zijn er weinige be-
ndelen, gewone
)or de rechtbank
n van de tucht-
rt de stukken,
Vier diefstallen,
huldigingen van
f2000 a 991/ï%. Verder was nog ingeschre
ven door de heeren Brunings en ten Cate
te Sneek voor de geheele leening a 99’/te-
Aangenomen als kennisgeving.
c. Een adres van den heer F. R. Feenstra,
verzoekende vermindering van de pachtsom
der veemarkt, aangezien deze dit voorjaar
eenigen tijd gesloten moest worden, en de
voorwaarden behelzen, dat in zulke gevallen
vermindering zal worden verleend.
d. Een adres van dezelfde, verzoekende
een gedeelte van het Broerekerkhof, naast
het huis van den heer L. van Dijk, om
daarop een winkelhuis te bouwen, waarvan
hij dan plan en teekening gaarne aan den
raad ter goedkeuring wil zenden.
Beide adressen ter inzage, om met advies
van het D. B. in een volgende vergadering
te behandelen.
e. Missive van Ged. Staten, waarbij er op
wordt gewezen, dat voortaan bij de nieuwe
regeling der fin. verhouding der gemeenten,
door het rijk */4 der tractementen van Bur
gemeester en den Secretaris wordt uitge
keerd. Blijkens de in de Kamer gevoerde
discussion heeft dit vooral ten doel, de trac
tementen dier ambtenaren, waar die onvol
doende waren, te kunnen verhoogen zonder
bezwaar der gemeenten. Nu is in deze
provincie, in verhouding tot enkele andere
provinciën, de bezoldiging van die ambte
naren wel niet ongunstig, maar toch is de
-t’zaamheid van den Burgemeester en den
jrijk toegenomen in de laatste
e wetten en Kon. besluiten,
a meenen, dat zich nu de
ordoet, de bezoldiging meer
ming met werkzaamheden en
te brengen. Waar het rijk
aehoorlijke bezoldiging zijner
orgdraagt, kan dit niet altijd
aente worden getuigd, vooral
finantiën in geen te gunstigen
Ged. Staten stellen dan ook
.e gemeente de jaarwedde van
mester op f1300, die van den
f 1200 te bepalen, en verzoeken
van den Raad daarover, wat
Nov. wordt ingewacht, met de
evenwel, dat op de begrooting
oordig salaris worde uitgetrokken,
ventueele verandering de begroo-
vorden gewijzigd.
missive van de „Vereeniging van
-ambtenaren11, waarin het bestuur
de treurige salarissen van de be
ier secretarie, waar soms mannen,
lang in de practijk zijn, gelijk, ja
een onderwijzer worden bezoldigd
begint. Die toestand wordt ellendig
1 en nu het rijk */4 der tractementen
rg. en Secr. vergoedt, zou de besten
van dien toestand een onrechtvaar-
zijn. Het beginsel in art. 10 dezer
an 24 Mei 1897 opgesloten, beoogt
jdebezoldigingdergemeenteambtenaren.
voorstel van Ged. en deze missive ter
gelegd tot de volgende vergadering.
Een schrijven van den heer H. Veen Pz.,
iij wenscht te bedanken als lid der PI.
missie van schooltoezicht, en als zoodanig
ag verzoekt met 1 Januari.
Ter visie tot de volgende vergadering.
PUNTEN van BEHANDELING:
1. Procesverbaal van Kasverificatie over
het 3e kwartaal 1897.
De ontvangsten bedroegen
De uitgaven op den
vorigen dienst
op den tegenw.
Tegenwoordig waren alle 13 leden.
De notulen werden gelezen en goedge
keurd.
Ingekomen stukken
a. Een voorstel om de vergadering, welke
de vorige week moest worden gehouden, te
verdagen, hetwelk de algemeene instemming
heeft erlangd.
b. Een resolutie van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van het plan van geld-
leening, groot f5000.
De Voorzitter deelt mede, dat deze lee
ning is gegund aan de hoogste inschrijvers,
als den heer B. L. C. de Haan te Leeuwarden
f3000 pari, en aan Gebr. Gratama aldaar
zware
zaakt, zich te bed re
Toch stond hij den volgenden
op, ging naar het paleis van den president,
waar hij met dezen een onderhoud van
meer dan een uur had. Na dit onderhoud
zag men, dat de heer Chapuis rood gezwol
len oogen had, als iemand, die geschreid
heeft.
Den volgenden dag las men in de Staats
courant, dat aan Lavardin gratie was ver
leend.
Dienzelfden nacht werd de heer Chapuis
door een zenuwkoorts aangetast en niet
veel later stonden zijne vrouw en kinderen
diep bedroefd om zjjn sterfbed geschaard.
In een van de weinige oogenblikken, dat
hij weder tot bewustzijn was gekomen,
keerde hjj zich echter naar zjjn zoon en
zeide, wat zjjn vader tot hem had gezegd:
„Denk aan het geweten
Dit waren zjjn laatste woorden.
DONDERDAG 22 OCTOBER 1897.
COZIER,
(le, de
dieren daa e geven. n die zij
2eer oplette* hond bekond vióii^'J niet
2ndubbei7in F1 was, bii 2 gedurende hl?1 had
h^‘de n,‘nn,^te bewii, en Zekerèn^tspeI^
kcl'jkste stii' eenigeJmileL aan dien^S mees~
e ^'muziek
is moeten ui
uis ontzet.
iet Is die o
ik... Ik, z
1 is de mijne
en
gst, die woedt
lerinnering aan
.erflauwd, maar
niet uitgedoofd was. Hjj dacht er aan, zjjn
ontslag als rechter te nemen, maar wat zou
dat baten Een ander zou in zjjne plaats
komen en misschien veel gestrenger oor-
deelenwie weet, of hij Lavardin niet de
zwaarste straf zou opleggen. Gebood zijn
plicht hem niet te bljjven en zoo mogelijk
verzachtende omstandigheden voor den
armen man te zoeken
Hij bleef dus, omdat hjj het als zjjn plicht
beschouwde. De dag der zitting was daar.
Lavardin verscheen vrjj kalm voor den
rechter, die beefde en hoog rood zag. De
zitting kon niet lang duren, want de schul
dige had alles bekend.
„Ik wilde niet stelen/ zeide Lavardin,
wien de tranen langs de wangen rolden.
„Ik hoopte te winnen en het geld weder
in de brandkast te leggen, vóór mjjn patroon
iets van de zaak had ontdekt. Kon het dien
dag nog niet, dan wilde ik het den vol
genden beproeven. En bleef het onge
luk mjj vervolgen, dan had ik vast besloten
mjj te dooden. Men liet mjj daarvoor even
wel niet den tijd/
De president luisterde en zag den jongen
man, die wanhopig klaagde, dat zjjn leven
nu voor altjjd was verwoest, zoo onafge
broken aan, dat langzamerhand een zonder
linge werking in zijn hersens ontstond. Het
was hem, of h jj zelf daar tusschen die agen
ten stond. Hjj zag zich in de plaats van
Lavardin op de bank der beschuldigden.
Ja, hjj was het. George, die zich daar
schreiend stond te verdedigen. Had hjj iets
anders kunnen bjjbrengen Wat had hjj
anders kunnen zeggen dan dat bjj zwak
O eorge Chapuis studeerde in de rechten,
*tf toen zijn vader het einde voelde na
deren.
„Ik laat je geen schulden na,“ zeide de
grijsaard, „maar dat is ook alles. Ga naar
Parjjs en breng dezen brief bij advocaat
Lance. Hij zal je op zjjn kantoor nemen.
Wanneer je eenmaal bij de rechtbank zult
zijn geplaatst, vergeet dan niet, dat je vader
rustig en vreedzaam is gestorven, omdat hjj
steeds gehoor gaf aan de roepstem van zijn
geweten/
George drukte een kus op het koude
voorhoofd, waarop de dood reeds zijn stem
pel had gedrukt en daarna werd de grijs
aard bewusteloos. Een uur later kwam hij
weer tot zichzelven en fluisterde tot twee
maal toe
„Denk aan het geweten!”
Dit waren zijn laatste woorden.
Een maand later was George secretaris
van den heer Lance. Een streng, onbuig
zaam man, zeer geleerd, groot redenaar,
geestig, soms scherp, werd hij zeer geëerd,
maar weinig bemind.
George verdiende bjj hem meer dan hij
behoefde om goed te kunnen leven, zijn
boeken te betalen en hetgeen hij verder
voor zjjne studiën noodig had. Maar hjj
was zwak van karakter.
Weldra werd hn_ cj
Nu eens winnei
hjj aan al de he’
welke die harts
Op een morg
ontdaan op het
in de club do<
van den voriger
dien vjjf-en-twii
eerewoord. Den
schuld zijn afge
geen uitstel was
Koortsig, de
met het hoofd c
te peinzen, wat
uit redden zou.
Het geld verdii
Leenen? Van w
gestrengen advc
van zulke zwak
aarzelen, hem a
Neen, dat was c
worden wegge ja
den zjjne oogen
van hjj den sleu
De morgen g
voorbij. De heer
met stukken en
kantoor kwam,
„Zjjt ge onges
„Neen, mjj
George.
Tegen elf uur
een gloeiend hoe
steeds denkende
kast.
Zou het diefsti
het geld slechts
zend gulden nem
met de andere vj
wagen. Het was of een innerlijke stem hem
toeriep„Gij zult winnengij zult gered
zijn aarzel niet
Tegen twee uur was hjj weder op het
kantoor. Alles wat goed en eerljjk in hem
was, kwam op tegen zijn vreeseljjk voor
nemen, toen de heer Lance binnentrad en,
na eenige stukken te hebben nagezien,
opeens zeide
„Ik ga naar Chateauroux voor het proces
Dellevaux en zal drie dagen afwezig blijven/
Een half uur later bevond George zich
geheel alleen op het kantoor en de brand
kast, die hem redding beloofde, stond aaar.
Was het diefstal? Neen, hjj wilde het geld
slechts leenen. Dat was immers allesDe
heer Lance zou er nooit iets van vernemen
Hij sluit de kantoordeur en maakt de
gordjjnen voor de vensters toe, zoodat geen
onbescheiden blik kan binnendringen. Nie
mand is in de nabjjheid. Den loopjongen
heeft hjj weggezondenzjjn handen beven,
het hart slaat hem tot in de keel, groote
zweetdroppels parelen op zjjn voorhoofd.
Als de zware jjzeren deur opengaat,.springt
hjj verschrikt achteruithjj meent een ver
magerd, vervallen gelaat te zien, dat hem
weemoedig aanstaart, hjj verbeeldt zich, de
woorden te hooren uitspreken met de zwak
ke stem eens stervendenDenk aan het
geweten
Hjj veegt zich het voorhoofd af en tracht
te lachenzjjn zenuwachtige trillende
vingers kreukelen de dertig bankbiljetten.
’s Avonds in de club betaalt hjj zjjn
schuld en te middernacht heeft hij een
groote som gewonnen. Als hjj tegen den
piorgen naar huis gaat, wankelt hjj van
6
Bolswardsche Courant
i--1--
(Slot
Vo>gt.)
Vf
f
Paarden
^S:"sE^mu
kunnen VezL]? v
d