NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BMSWAa© m WONSER ABEEL I No. 87. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. o Uit de Raadszaal. ZONDAG 31 OCTOBER. Het Meesterstuk van Murillo. si VOOR Tegenwoordig alle 13 leden. mijn kamer te ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. VRIJDAG 29 OCTOBER 1897. In een een ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Er waren geene stukken ingekomen. PUNTEN van BEHANDELING. 1. Behandeling van het adres van J. Jorritsma en van het advies van Burg, en Weth. in zake eene ruiling van grond. De Voorzitter deelt mede, dat niet zonder overleg met adressant enkele wijzigingen zijn aangebracht in de voorwaarden als, dat het onderhoud der schutting nader wordt geregeld, alsmede het recht van lichtschep ping in den muur nader wordt omschreven en toegestaan wordt matglas te bezigen, als mede dat dit zal worden verleend tot weder opzegging en Jorritsma zich met den huurder zal moeten verstaan over de eventueel aangebrachte schademocht met dezen geen vergelijk worden getroffen, dan zulks door B. en W. zal worden bepaald. De lichtschep ping zal steeds moeten zijn ten genoegen van B. en W. De heer Eisma heeft met genoegen gezien, dat hierdoor geen meerdere bezwaren zijn opgelegd dan noodig is, doch hij maakt de opmerking of de regeling der lichtschepping niet nader in het contract kon worden om schreven om later de rechten daarop te be houden. De Voorzitter. Die opmerking is mis schien niet ten onrechte. De bedoeling is, dat adressant zich niet strikt aan art. 693 en 694 heeft te houden, doch de heer Oos- terbaan, die deze zaak heeft geleid, zal dit wel nader willen toelichten. De heer Oosterbaan. Bepaald is, dat de ramen 1.80 M. boven den vloer moeten zijn, de afmeting 1 M. bij 0.90 M. De kelder vensters 0.40 bij 0.50 M., alles met matglas en traliën gesloten. De heer Eisma vindt het raadzaam, die omschrijving in het contract op te nemen, opdat dit recht dan blijkt uit het contract, beter dan zulks over te laten aan B. en W. of iemand anders. De Voorzitter. Er bestaan voorzeker geen bezwaren, dit in het contract te ver melden. Het voorstel wordt daarop goedgekeurd met 12 stemmen. De heer Dijkstra stemde tegen. 2. Behandeling van de begroetingen voor De Voorzitter «telt voor, deze, begrootin- De heer Bernstein, een bekend kunst- kooper en handelaar in antiquiteiten te Amsterdam, pleegt tegen half één zijn ma gazijn in de Reguliersbreestraat te verlaten, om zijn lunch te gebruiken in Mille Co lonnes. Daar hij op de penning is, veroor looft hy zich geen weidsch maal, maar stelt zich tevreden met een broodje met kaas en een kop koffie en wanneer hij daarbij dan zooveel kranten heeft gelezen als hy mach tig kan worden (ook een zuinigheidsmaat regel), betaalt hij precies wat hij schuldig is en geen cent meer en wandelt naar zijn affaire terug. Een week of zes geleden zat hy daar weer en had juist zijn eenvoudig maal ver orberd, toen twee personen binnentraden en plaats namen in zijne onmiddellijke na bijheid. Zij bestelden iets aan den kellner en begonnen daarna een gesprek, waarnaar hij aanvankelijk niet luisterde, totdat een woord, dat een hunner zeide, zijn aandacht trok. Hij keerde zich om, ten einde te zien wie zy waren, maar daar hij precies achter een der vergulde pilaren zat, was hij voor hen en waren zij voor hem onzichtbaar. Ik verzeker je, hoorde hij een hunner zacht maar duidelijk zeggen, dat het een meesterstuk, een echte Murillo is, een ju weeltje van het zuiverste water. Bernstein luisterde scherp en hield zich stilblijkbaar wisten zij niet, dat hy zoo vlak bij hen zat. Een prachtig stuk, ging de spreker voort. Het stelt een groep bedelende kinderen voor, in een bewonderenswaardig koloriet en geteekend door een meesterhand. Ik sta verbaasd, zei de ander, maar hoe heb je dat stuk ontdekt? Echte Murillo’s vindt men niet dagelijks. Ik zal het je uitleggen. Ongeveer twee jaar geleden maakten we op de fabriek een ingewikkelde machinerie voor een Engel- schen fabrikant en de werkman, die haar vervaardigde, ging een half jaar geleden van ons weg. Nu kregen we in de vorige week de machine terug ter reparatie en niemand op de fabriek was daartoe in staat zoodat ik besloot, even aan den vader van den maker te vragen waar zijn zoon was, om hem te schrijven of hy er ons mee helpen wilde. Bevers, zoo heet de man, woont te Slo ten en heeft daar een klein boerderijtje, dicht by de spoorlijn. Ik trof den ouden man thuis en nadat hij my het adres van zijn zoon had gegeven, bleven we nog wat praten en Bevers ging een flesch bier uit zijn kelder halen. ,Nu moet je weten, dat de oude krom en stijf is van rheumatiek, zoodat het nog al wat aanhield vóór hij terug was. T dien tusschentijd viel mijn oog op leelijke schilderij in vergulde lyst, die landschap voorstelde en ik verwonderde mij er over, hoe iemand zulk een wansma- kelijk ding in zyn kamer kon hangen, toen ik iets bemerkte, dat my aanleiding gaf het wat nader te bezien. Het doek was namelyk een weinig los en ik kon, op mijn teenen staande, zien dat er een ander doek achter zat. Juist wilde ik het stuk afnemen om het dichtbij te bezien, toen ik den ouden man weer hoorde aankomen en ging zitten, zonder iets van het stuk te zeggen. „Ik brandde van verlangen om te weten wat daarachter kon verscholen zijn en de gelegenheid kwam, toen wij de flesch bier leeg gedronken hadden en Bevers naar be neden strompelde om een tweede te halen. In een oogenblik was ik op een stoel ge sprongen en had het stuk van den wand genomen, waarna ik het op de tafel legde en met myn zakmes de schroeven, waarmee de schilderij in de lijst was bevestigd, er uitdraaide en daarachter onbeschadigd vond het prachtige doek van Murillo waarover ik je sprak/ „Welk een ontdekking! ik brand van verlangen om het te zien, maar ga voort/ „Aanvankelijk was ik van plan, dat moet ik bekennen, om het stilletjes weg te ne men en opgerold in myn zak te bergen, maar ik begreep dat dit niet gemakkelyk zou gaan en bovendien meende ik, dat de oude man, die het niet breed scheen te hebben, het stuk wel voor een prijsje ver- koopen zou. Nauwelijks had ik de schroeven weer vastgedraaid en het stuk weer op zyn plaats gehangen, toen de oude man met de tweede flesch terug kwam.® „Dat was dan juist bij tyds.“ „Ja, ik had geen oogenblik langer moeten wachten of hij zou mij overvallen hebben. Ik bleef voor de schilderij staan en keek er onverschillig naar. „Dat is een aardig dingetje, zei ik, ik heb juist iets noodig om i 'j 1 honderd gulden voor geven wil, zoodat ge er uw hypotheek van betalen en nog wat overhouden kunt. Dat kunt, dat moogt ge niet afwijzen, beste heeren hij wreef zich zenuwachtig de handen. De oude man schudde echter het hoofd, ook toen Bernstein nog eens en nog eens honderd gulden meer bood en eerst toen de handelaar riep„Nu dan, zes duizend gulden, maar geen cent meer!® toen gaf hij, zij het ook tegenstribbelend, toe en overhandigde het stuk aan den kooper, die het zorgvuldig onder den arm nam en daarop het geld aan Bevers voortelde. „Goeden dag,® zei Bernsteindie nu haast had om weg te komen, want de oude man knipte met de oogen, alsof de tranen er in opwelden en keek zoo droevig naar zijn vroeger eigendom, dat Bernstein vreesde dat hy berouw over den koop zou krygen. Na dien haastigen groet ging hij dan ook heen, sprong in zijn rijtuig en liet zich, met zijn schat zorgvuldig op de knieën, naar Amsterdam terugrijden. Bevreesd voor beschadiging van zyn kost baren last durfde hij de schroefjes niet uit de lijst halen vóór hij thuis was. De weg viel hem lang en hij zou in zijn rijtuig nog veel minder op zijn gemak zijn geweest, wanneer hij gezien bad hoe de zoogenaamde oude, rheumatische Bevers na zijn vertrek zoo recht was geworden als een kaars, een valschen pruik af deed en het huisje verliet, dat hij slechts twee dagen te voren be trokken had. Toen Bernstein thuis kwam maakte hy met een van zenuwachtig ongeduld bevende hand de schilderij los en keek en keek Het volgende oogenblik liet hij het stuk op den grond vallen en staarde er naar, bleek en ontsteld. Er was geen doek van Murillo in, maar achter het voddige land schap was alleen een stuk carton verborgen, waarop met groote letters geschreven stond „Meesterstuk van Murillo/ Aldus dreven de drie schelmen, die hem zoo handig hadden opg;elicht, bovendien nog met hem den spot. gen in deze volgorde te behandelen Burgert Armbestuur, Weg BolswardHarlingen, Schutterij- en Gemeentebegrooting. a. De begrooting van het Alg. Armbe stuur wordt daarop goedgekeurd zonder hoofdel. stemming, de inkomsten ter somma van /■15.264.16s de uitgaven - 13.887.65 waarschijnlijk batig saldo 1.376.51® b. De begrooting van den weg Bolsward Harlingen. De heer Schievink wenscht als rapporteur der Commissie een oogenblik het woord. In het antwoord van B. en W. wordt beweerd, dat de argumentatie der Comm. minder juist is, maar hiertegen moet zij opmerken, dat de gemeente 25% tot de kosten van dien weg moet bijdragen. De lagere raming van 400 geeft voor onze gemeente dus 100 verschil, waarom de Comm. verzocht, bij aldien de pacht boven de geraamde som komt, die wijziging in de begrooting aan te brengen. Omtrent de bewering, dat het voor het onderhoud der brug te Witmarsum moeielijk is reeds in Juli een cijfer te noemen, merkt de Comm. nog op, dat dit wel niet moeie- lijker zal zijn dan bij de andere posten van onderhoud. De Voorzitter. Het D. B. heeft niet be twist, dat geen ander cijfer in de begrooting kan gebracht worden, maar alleen, dat geen onderdeel der begrooting kan worden ge wijzigd door één der gemeenteraden. Overi gens is het D. B. bereid den wensch der Commissie ter kennis te brengen van de Comm. van den weg. De heer Schievink. De Comm. heeft ook niet anders gedaan dan te verzoeken, de be grooting te wijzigen, wanneer hooger pacht wordt verkregen. De Voorzitter. Het D. B. zal aan dien wensch zeer zeker willen voldoen, ook zonder raadsbesluit. Deze begrooting wordt daarop goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming, de inkomsten op f 3827,91s de uitgaven op - 3824,97 waarschijnlijk batig saldo 2,94® c. De begrooting der d.d. Schutterij. De Voorzitter merkt op, dat de Commissie behalve eenige beschouwingen over hoogere uitgaven, aan den Schuttersraad wenscht te berichten, zooveel doenlijk de zuinigheid te betrachten. De heer Eisma. De Commissie heeft te recht een onderzoek naar de verhooging in gesteld en het is bekend, dat enkele posten hooger zijn, maar voor een volgend jaar zal die vernieuwing niet weer noodig zijn en waarschijnlijk zullen die sommen dan weer normaal worden. De Voorzitter. Zeer zeker houdt de uit gave verband met de jaarlijksche inlijving en die is dit jaar ook van invloed geweest op deze begrooting. Het D. B. zal de mededeeling omtrent de aanbeveling van een zuinig beheer overbrengen. De begrooting werd zonder hoofdel. stem ming vastgesteld. d. Gemeentebegrooting. De Voorzitter stelt voor deze begrooting artikelsgewijze te behandelen. Bij eiken post zal hij eenige tijdruimte laten en als niemand het woord verlangt, za) door het vallen van den hamer het artikel geacht worden te zijn aangenomen. De heer Eisma. Voorat wenschte ik wel eene algemeene beschouwing te houden M. de V. De Voorzitter, ’t Was juist mjjn bedoeling hiertoe in de eerste plaats de gelegenheid te geven. De heer Schievink. Ter bekorting heb ik eenige aanteekeningen op papier gebracht, daar de Commissie zich genoopt ziet bij de algemeene beschouwing omtrent de gemeente begrooting, het een en ander te zeggen naar aanleiding van het antwoord van B. en W. daar in dit antwoord een toon heerscht, als zulks niet tegenover de Comm. had behooren te zijn. Waar in het rapport der Comm. de beleefdheid wordt in acht genomen, in het antwoord van het D. Best, laat dit te wen- schen over. Zou de Comm. niet het recht hebben voor stellen te doen Waar het D. B. zich in zijn oordeel over een memoriepost, (daar gelaten of die les wel noodig was,)op geen goed standpunt plaatst,en het brevet van onbekwaamheid aan de Com missie uitreikt, wordt dit door haar niet ge accepteerd. Het was onze roeping en plicht de begrooting te onderzoeken, en waar wij een speciaal plan van de vernieuwing der straten, demping enz. met opgaaf van kosten door den architect opgemaakt vonden, meen den wij dit te moeten nagaan. Dat dit slechtB een globale raming was, bleek ons eerst uit het antwoord van B. en W. Omtrent de in» versieren. Wilt u het mij verkoopen?® De oude man keek met minachting naar het stuk en lachte. „Wat wil u er voor geveu zei hij toen. „Vijf gulden,® antwoordde ik, en legde meteen het geld op de tafel, denkende dat het gezicht van de rijksdaalders hem ver lokken zou „en geen sterveling zal u er meer voor geven/ i „Misschien niet meneer,® zei de oude man, „maar ik heb geen lust om het te verkoopen, het is al zoo lang in onze familie geweest. Misschien zou het mij ongeluk aanbrengen als ik het verkocht en ik heb toch al zorgen genoeg. Er staat een hypo theek van vijfduizend gulden op mijn huis en boerderij en waarom zou ik een familie stuk verkoopen voor een enkele gulden, die mij toch niet kunnen helpen Maar ik wil u een goed voorstel doen, zei de oude man en begon te lachen. Als u de hypo theek op mijn boerdery aflost dan zal ik u de schilderij geven!® en hij proestte het uit over zyn voorstel, zoodat hij een hoest bui kreeg, waarin hij bijkans stikte. Ik deed natuurlijk alsof daar niets van komen kon en daar ik toch ook zulk een som niet in myn zak had, nam ik afscheid van den ouden Bevers, zonder verder over de schilderij te spreken. En nu ben ik hier en heb niemand dan jou iets van de zaak verteld.® „Ik ben blij dat je zoo goed hebt ge zwegen, Willem; wat denk je nu te doen?® „Ik wil je een voorstel doen. Schiet mij de vyfduizend gulden voor en ik maak mij sterk, dat ik den ouden Bevers overhaal, daarvoor zijne schildery af te staan. Een echte Murillo van deze afmeting brengt minstens dertigduizend gulden opde winst deelen we samen.® „Ik vertrouw je volkomen en om je dat te bewijzen, wil ik je zoo meteen op mijn kantoor de vijfduizend gulden geven. Wan neer kun je dan weer naar Sloten gaan? „Niet voor half vier, ik heb nog een en ander te doen dat geen uitstel lijden kan.® Bernstein verborg zich geheel achter de pilaar, toen hij hen aanstalten hoorde maken om heen te gaan. Toen zy het koffiehuis hadden verlaten, wreef hij zich in de handen en had wel hardop willen jubelen. Jacob,® riep hij, „laat spoedig een rytuig voor mij bestellen. Hier is een gulden voor jou, maar ik moet het binnen tien minuten hebben De kellner, versteld over die ongewone mildheid, bracht de opdracht ten uitvoer. Bernstein liet zich eerst naar zyn kantoor rijden en nam geld uit zyn brandkast, waarbij hy mompelde Vijfduizend gulden, wat een prijsje voor een Murillo! Weetje wat, ik zal zesduizend gulden meenemen, dat is veiliger Toen hij weer in zijn rytuig stapte en den koetsier toeriep„Naar Sloten en zoo gauw mogelykzag hy niet, dat achter dat rytuig twee personen stonden, dezelf den, die in Mille Colonnes het hiervoor ver melde gesprek hadden gehouden. Toen zy het rytuig zagen wegrijden, begonnen zij luidkeels te lachen en wandelden in druk gesprek naar het telegraafkantoor, waar zij een telegram opstelden en verzonden aan A. G. W. Bevers te Sloten. De oude man had dat telegram natuurlijk lang- voordat Bernstein aan zijn deur klopte, in handen. Het hart van den ouden schacheraar bonsde van hoop op een groote winst, tot hij tot den oude Bevers zei„Ik ben Fran sen van Amsterdam en wenschte u even te spreken.® „Kom binnen,® zei Bevers en ging strom pelend en kuchend voor hem uit. „Wat kan ik voor u doen vroeg hij, toen zijn bezoeker plaats genomen had vlak tegen over de plek waar de oude schilderij hing. „Myn vriend, de jonge man, die heden morgen hier was, heeft zijn zinnen gezet op de schildery, die ik daar zie hangen, ’t Is kinderachtig, maar hij denkt dat het stuk hem geluk zal aan brengen.® En de oude koopman lachte gedwongen. „Dan heeft de jonge man u ook zeker wel gezegd, dat ik er vijf duizend gulden voor hebben wou?® vroeg Bevers. „Ik noemde maar een cyfer om hem kwyt te raken, ziet ge, want ik wil het stuk niet verkoopen.® Bernstein schrikte, maar zei niets. „Waarom zou ik het ook verkoopen?® ging de oude man voort. „Ik ben oud en heb geen tijd meer om rijk te worden, daarom ben ik ook voor geld onverschillig. Bovendien is het stuk een aandenken aan myne dierbare familiehier scheen de stem van den oude te beven en ik ben aau het familiestuk gehecht.® „Wel,® zei Bernstein, waarvoor zult ge een oud prul van een schilderij bewaren, terwijl ik er u, let wel» vijfduizend en vyf- Bolswardsclie Courant I ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1