NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD g S BOLSWARD EN WONSERADEEL I g I No. 90. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. Voor het Kantongerecht. F r i DONDERDAG 11 NOVEMBER. F” te VOOR 1 ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ZITTING van VRIJDAG 5 NOV. 1897. I Er was flinke aanvoer heden, 39 beschul digden waren gedagvaard. Bovendien zat er in een paar der behandelde zaken „geen schot* zoo men wel zegt, en ’t gevolg was dus, dat de zitting lang duurde. Tevens was er vandaag keur van gerech ten, en in bonte afwisseling gingen drinke broers, visschers, ongeijkte of afgekeurde maten of gewichten, rustverstoorders, rijders enz., de revue passeeren. 1. K. T. te Workum is directeur der boterlabriek. Deze ging den 17 tept. op reis naar het buitenland, doch nog pas was hij een half uur vertrokken toen er een onge luk aan de fabriek plaats vond. De knecht W. Dijkstra bad den last ontvangen ijs uit het ijshok te halen. Inplaats van nu de ijs- deur te openen, klom hij op den zolder, om zoo van bovenaf bij het ijs te komen, doch hij gleed uit op het valluik, en kwam zoo wat half te vallen. Hij bleef tusschen zolder en luik beklemd hangen en wist zich zelf uit zijne netelige positie te redden. Onder geneeskundige behandeling gesteld, bleek het, dat hij een rib had gebroken, waardoor hij een week of drie ongeschikt voor het werk was geworden. Van dit ongeval was geen kennis gegeven aan den Burgemeester, en toch is elk fabri kant of werkgever daartoe verplicht, wanneer op de werkplaats een ongeluk plaats vindt. Toen de politie langs officieuzen weg ver nam, wat haar officieel moest worden be richt, stelde zij een onderzoek in, met het gevolg, dat de directeur werd geverbaliseerd wegens verzuim. De getuige Dijkstra, de man wien het ongeluk overkwam, bevestigt heden dat hij gevallen is, maar tevens dat het zijn eigen wil is geweest naar boven te klimmen, daar hij eigenlijk de deur van het ijshok had moeten openen. De onder-directeur Edelman wil voor zijn chef getuigen, doch heeft geen geregistreerde volmacht, zoodat de rechtbank hem niet kan hooren. Deze zaak wordt nu evenwel ge schorst, om dezen getuige nog heden te dag vaarden. Toen aan deze formaliteit was voldaan, werd de behandeling voortgezet, en nu ver klaart de getuige Edelman, dat hij ’s avonds kennis kreeg van het ongeval, en denzeltden avond zijn patroon, die op reis was gegaan naar Duitschland, per brief hiervan in kennis stelde, welke kennisgeving dezen in Keulen of Ems is geworden. De heer Jelgersma, arts, verklaart den werkman 3 weken behandeld te hebben, die thans geheel is hersteld. Hij kan bevestigen, dat de directeur tijdens het ongeval op reis was. De vraag blijft dus gelden, of de directeur per omgaande, of zelfs per telegram den Burgemeester nog tijdig bericht heeft kunnen zenden. De eisch luidt f 3 of 2 dagen. 2. H. B. V. te Groningen lag den 23 Augs. met zijn schip aan de Kade alhier, op de plaats waar de stoombooten een vaste lig plaats is aangewezen. Een agent van politie sommeerde dezen schipper om een andere plaats op te zoeken, doch hij vond de inge nomen plaats het geschiktst tot lossing. De kermis was aanstaande en zijn wafelkraam moest tijdig opgebouwd zijn. Hij beantwoord de den agent daarom naar het refrein van het kermisdeuntje „Neen neen, dat wil ik niet, Neen, neen, dat doe ik niet, Er kome van, wat er maar wil 1“ De agent vertrok daarop, doch de heer Inspecteur kwam nu en sommeerde ander maal beklaagde om te verhalen, maar nog altijd bleef hij weigerachtig, en eerst toen hem proces-verbaal was aangezegd, gaf hij toe. Toen was ’t evenwel reeds te laat en heden wordt f 5 of 3 dagen geëischt. 3. B. B. te Winsum was op Zondag den 19 Sept, te Wommels. Hij was zoodanig buiten westen, dat het loopen hem geheel verleerd scheen, en de agent proces tegen hem moest opmaken. Eisch f 1 of 1 dag. 4. Dit tooneel speelt op den trekweg tusschen Spiek en Wommels. Het was in den nacht van 11 op 12 September lichte maan, juist volle maan dien nacht, doch er. hing af en toe een nevel, zoodat het gezicht over, het veld nu en dan niet helder was. Twee agenten kropen achter de rieten langs den trekweg, want zij hadden geen goed oog op een drietal visschers, die zij vermoed den dat in de Leeuwarder vaart aan ’t vis- schen waren. Achter het riet gezeten, hoorden dan ook, dat er beweging in de vaart 4 was. Toen de mist even optrok, zag de rijks- veldwachter, dat twee man trokken aan den landskant, wat hun vermoeden versterkte, dat de visschers met den zegen bezig waren. Om beter te zien, moesten zij naderbij komen, doch dan moesten zij een brugje over, en hadden zij kans, gezien te worden, evenwel ook die operatie gelukte, en nu kwamen zij vlak over de visschers achter het riet. Zij konden nu zien en hooren. Een der visschers was in een boot, en een van den wal kwam bij hem, terwijl de derde op den wal stond. Zij zagen nu dat zij het net van den wal in de boot trokken, zij konden visschen hooren spartelen en hoorden hun gesprek. Een zeideo.a.„’k ben blijde dat het zaakje beredderd is, want ik vertrouw de zaak niets, ’k heb straks in de verte gezien, dat iemand een pijp aanstak, men kon ’t niet eens weten*. Het was thans hoog tijd dat de politie han delend optrad en... werdade politie! De agenten sommeerden de mannen om aan den wal te komen, waaraan na lang tegenstribbelen door een hunner werd vol daan. Deze P. Z. van Leeuwarden toonde een vischacte, doch hij wilde niet de namen zijner makkers meedeelen, terwijl de agenten, die geen boot hadden, niet aan den anderen wal konden komen. Bij information bij de politie te Leeuwarden, bleek uit de beschrij ving der personen, dat behalve P. Z., N. J. en G. R. daar dien nacht waarschijnlijk waren geweest, en deze drie staan thans terecht. De eerste bekl. is verschenen. Deze stemt toe dat hij met zijn vaartuig daar in de vaart is geweest, doch hij is niet betrapt op visschen met den zegen. Toen de agenten hem aanriepen lag hun net op den wal en het bewijs dat zij vischten kon volgens hem niet geleverd worden. De behandeling dezer zaak vorderde heden een geruimen tijd. Eerst om de identiteit van de beide afwezige bekl. vast te stellen en verder om de juiste toedracht der zaak op te helderen, moesten heel wat woorden gewisseld worden. Evenals er dien nacht een nevel over het water hing, was ook deze zaak wat bene veld. De rijksveldwachter, die voorop ging, heeft evenwel duidelijk 2 personen zien trek ken, later zag hij de andere in een boot met een der mannen van den wal bezig om de visch uit het net te halen, zoodat alle drie hebben meegewerkt. De gemeente-agent, die wel het proces-verbaal heeft geteekend, waarin deze nachtelijke visscherij met het verboden vischtuig staat omschreven, ver klaart evenwel, dat hij niet het trekken heeft gezien, wel heeft hij de visschen hoo ren spartelen en gezien, dat twee man in de boot bezig waren met het net, Bekl. P. Z. komt er nogmaals tegen op, dat het bewijs niet is geleverd dat zij ge- vischt hebben. Van op heeterdaad betrap pen, zooals de wet dit eischt, zal het feit strafbaar zijn, kan hier geen sprake zijn. De heer Ambtenaar denkt er echter anders over en eischt tegen alle 3 beklaagden 7 dagen hechtenis. 5. W. F., G. v. d. W. en D. G. te Woudeend werden den 16 September door den rijksveldwachter Lemstra betrapt op het visschen met den zegen in de vaart te Nijega (H. O. en N.) Nu is de zegen een verboden vischtuig in de binnenvaarten, waarom tegen deze beklaagden f 10 boete of 2 dagen wordt geëischt. 6. Th. M, W. te Witmarsum vervoert dagelijks melk van zijne woonplaats naar de boterfabriek alhier. „Met zijn hondjes voor den wagen, Daar komt W. aan jagen,* kan men wel zingen. Langs de rails gaat het als van een leien dakje. Ook zelfs door de stad gaat het somwijlen „full speed* en dat is verboden; meermalen is hij dan ook al aangemaand door de politie om zijn vaart wat te tem peren. Toen het in den avond van den 21 Sept, er weer snel van doorging en hij bo vendien ook zelf op de kar was, werd hij in de Jongemastraat bekeurd. Beklaagde zegt geheel onschuldig te zijn, hij moest op de kar om de kannen te ver schuiven, anders kon hij niet uit de rails komen en de tram was in aantocht, en dat het wat te snel ging kwam alleen, omdat het bij het stadhuis wat hooger is en dus bij de laagte neer ging. Eisch f 2 of 2 dagen. 7. H. P. te Bols ward had in het ver trek waar hij vleesch verkoopt, den 17 Sept, een gewicht voorhanden van 5 H.G., waarop een afkeuringsmerk stond. Eisch f 3 of 2 dagen. 8. T. S. te Bolsward had bij haar melk- verkoop een halve liter voorhanden, welke het laatste jaar niet geijkt was. Eisch f O,óQ of 1 dag. 9. R. P. te Bolsward had in zijn slagerij onder de gewichten een 5 H.G., dat voor zien was van het afkeuringsmerk. Eisch f 3 boete of 2 dagen hechtenis. 10. O. W. S. te Nijega had bij zijn pe- troleumverkoop een halve liter in gebruik, die het laatste jaar niet geijkt was. Eisch f 0,50 of 1 dag. 11. E. v. d. M. te Oudega gebruikte den 23 Sept, een koperen H.G., wat ook het laatste jaar niet door den ijkmeester was gewaarmerkt. Eisch f 0,50 of 1 dag. 12. H. v. d. V. te Bolsward had op zijn erf een verzameling van mest en vuilnis, wat bij art. 34 der politieverordening is verboden. Den 27 Sept, werd hij deswege bekeurd. Bekl. erkent, dat hij de stalmest en het stroo in een afgelegen hoekje verzamelt en daar hij niet in de bebouwde kom woont, meent hij hiertoe gerechtigd te zijn. Uit de poli- tie-verordening blijkt, dat ook de buiten buurten van de stad tot de bebouwde kom behooren, terwijl de agent verklaart, dat ’s winters aan veehouders vergunning kan verleend worden om zuivere stalmest te ver zamelen, doch asch en vuilnis, gelijk hier, moet zelfs in den winter aan den stadsrei nigingsdienst worden afgestaan, ’t Was op een verzoek van den directeur der gemeen- tereiniging, dat de politie een onderzoek bij beklaagde instelde, daar bij hem nimmer asch of vuil werd afgestaan. Eisch f 3 of 2 dagen. 13. A. T. te Rien was den 28 Sept, der mate over zijn bier, dat het „in de gaten liep*. Beklaagde is veedrijver, had dien dag, ’t was Dinsdag, waarschijnlijk een goe den dag gehad en „die ’t breed beeft, laat ’t breed hangen.* Toen hij bij de brug de politie ontmoette, kwam er een kink in de kabel, daar deze agent hem in zijn boekje aanteekende. De eisch luidt f 1 of 1 dag. 14. D. A. St. te Hemelum liep over het bouwland van de Kroon aldaar. Dit land was met cichorei beplant en door borden was het pad daarover verboden. De zoon van den pachter, W. J. de Kroon en de arbeider R. J. Kloosterman, die deze vrouw op het land aantroffen, dienden hun beklag in bij de politie en treden heden als getuigen op. Zij verklaren beide, bekl. op de bouw gezien te hebben en de eisch luidt f 1 of 1 dag. 15. F. v. d. M. en P. H. te Makkum, en J. A. te Bolsward waren in den laten avond van den 3 October wat vroolijk ge stemd, hetwelk door de politie wel was op gemerkt, doch ’t kon er nog mee door. Om streeks middernacht werd op de Franeker- straat een driestemmig concert aangeheven. Nu is zang wel schoon, maar te middernacht op straat geeft dit geen pas, vooral niet fortissimo, gelijk hier ’t geval wsa, want het werd door de agenten betiteld als „ge weldig zingen en schreeuwen*. ’t Wordt nu als rustverstoring aangem erkt en als einde van dit liedje wordt nu ge vraagd voor elk dezer dilettanten f 2 of 2 dagen. 16. „Nosce te ipsum* Ken u zelven, stond er geschreven boven de poort van den tempel te Delphi. De bekl. J. de J. te Bols ward heeft het in zelfkennis nog niet ver gebracht, naar het schijnt. Toen zijn naam werd opgeroepen kwam hij wel voor de balie, doch op de vraag hoe zijn naam was, antwoordde hij tot tweemalen „dsd weet i’k niet*, de laatste maal met de bijvoeging r „dat zal de agent wel weten, die proces verbaal opmaakte*. Verder wist hij niet wanneer hij geboren was, en hij stond ook niet terecht. Het raadselachtige van dit nietweten hel derde zich spoedig op. In zijn dagvaarding stond een verkeerde datum van geboorte, en dus... hij was het niet. Hij legt de dag vaarding dan ook over, maar krijgt weinig troost. Zijn brutale houding maakt een zeer ongunstigen indruk en hij, die misschien gedacht had langs dit zijpad den dans te ontspringen, loopt er te dieper in. Bekl. is den 30 Sept, bekeurd, doordat hij in vliegende vaart met een handkar langs de Dijlakker reed. Bekl. is schippersknecht en zag wel in, dat hij met de verloochening zijner identiteit schipbreuk leed, gooit het nu over een anderen boeg, en tracht nu met ’t ontkennen der overtreding een veilige haven te bezeilen. Hij moest daar bij de hoogte van de brug op, en dat moet steeds met een aanloopje geschieden. Maar de agent wilde hem zoeken, er waren geen getuigen, want de twee dames, die daar bij de brug waren, kende hij niet, anders zou hij wel gezorgd hebben, dat zjjne onschuld aan het licht trad door da verklaringen der getuigen. De agent verklaart daarentegen, dat tyAl. steeds wild met zijn kar jaagt en meermalen gewaarschuwd is. Op den bewusten avond ging het er ook weer snel over, terwijl hij wild schreeuwde, zoodat de twee dames, waarvan beklaagde sprak, haast niet wisten waar zich te bergen. De eisch luidt f 5 boete of 2 dagen. 17. Sj. A. de J. te Drachten hield met haar woonschip verblijf in de vaart voor de fabriek Hollandia. De politie had haar reeds aange- zegd, dat zij moest vertrekken, doch toen den 2 Oct. hieraan geen gevolg was gegeven, werd proces-verbaal tegen haar opgemaakt. Eisch f 1 of 1 dag. 18. P. N. te Bolsward had in den avond van Zaterdag 2 Oct. wat te veel „vergun ning* geproefd, hetwelk verslappend op zijne beenen werkte. Toen hij zwaaiend en wag gelend in de Nieuwe Hofstraat de politie ontmoette, kreeg hij proces, en heden wordt f 1 of 1 dag tegen hem geëischt. 19. J. B. v. d. B. te Hemelum heeft den 10 October over het roggeland geloopen van J. de Kroon aldaar. De getuige W. J. de Kroon heeft dit gezien en beklag ingediend, waarvan het gevolg is, dat hij heden terecht moet staan. Beklaagde bekent de overtreding hij had ter bekorting van het pad, toen hij naar zijne lijsterstrikken zou, den weg over „de bouw* genomen. Hij erkent dat het ver keerd was en betuigt zijn spijt. Eisch f 0,50 boete of 1 dag hechtenis. 20. J. V. te Warns had in zijn kruide nierswinkel een maat, die niet geijkt was. Eisch f 0,50 of 1 dag. 21. J. de V. te Warns had eveneens een ongeijkte maat in gebruik, en ook hier wordt f 0,50 of 1 dag geëischt en bovendien wordt hier en van alle ongeijkte of afgekeurde ge wichten verbeurdverklaring geëischt. 22. G. G. te Hindeloopen had Zaterdag 9 Oct. al een bijzonder jolige bui. Eerst was hij door den agent bekeurd wegens dron kenschap, maar later op den avond was hij nogmaals aan den zwaai. Hij werd nu in gerekend en opgeborgen, en opnieuw bekeurd. Eisch tweemaal f 2 of 2 dagen. 23. R. S. te Grouw had voor dronken schap pas drie dagen hechtenis ondergaan, of het was al weer mis. Den 7 Oct. werd hij in de Jongemastraat alhier, weer aange troffen door de politie in een toestand, dat het noodig geacht werd hem op te bergen. Eisch 7 dagen hechtenis. 24. P. P. S. en H. J. KI. te Hemelum liepen den 17 Oct. over roggeland, en wer den daarom door den agent de Boer bekeurd. Eisch f 1 of 1 dag voor ieder. 25. J. W. te Wommels reed 17 Oct. ’s mor gens sneller dan geoorloofd was, met den melkwagen door Wommels. Beklaagde erkent het feit, „’t Gaat zoo ’t gaat* zegt hij, „een mensch wil graag vooruit.* De heer Ambtenaar wil dezen vooruitgang remmen met f 1 of 1 dag. 26. F. H. te Wommels beging dienzelf den morgen een gelijke overtreding. Deze beklaagde erkent ook, dat hjj te hard reed, doch slechts „een heel klein eindje.* Toch wordt voor dit heel klein eindje ook f 1 of 1 dag gevraagd. 27. De brievengaarder Witte veen te Hin deloopen vierde den 16 Oct. zijn 25-jarige ambtsvervulling. Zulk een zilveren jubilé is in die plaats een belangrijke zaak, ’s Avonds werd den jubilaris een serenade gebracht en na afloop dezer feestvertooning, waarbij „ge heel Hindeloopen haast op de been was,* kregen de leden van het fanfarekorps (elk) 40 cent in ’t gelag. Natuurlijk mocht daar g’een gras over groeien en nog dienzelfden avond werd door de beeren muzikanten dat gelag opgemaakt. Dat ze er van Houtens cacao voor kochten, is haast niet te denken, want er heerschte, zoo werd er getuigd, dien avond een opgewekte geest in Hindeloopen en met alle respect voor het fanfarekorps, betwijfelen wjj toch, dat de muziek alleen zulk een vrooljjken geest in de aanwezigen in het koffiehuis had geblazen. Toen het eindelek taptoe was, werd de vergadering ontbonden, doch de opgewekte geest ging nu ook op straat zjjn scepter zwaaien. Een twintigtal mannen liep nog rond en menig vroolijk wysje werd af en toe opgehaald. Nu wordt in Hindeloopen de nachtrust na 10 uur ’s avonds als inge* treden beschouwd. De veldwachter zag dan ook in deze vergadering een rustverstoring en zjjn boekje kwam uit den zakwie hij zag roepen of zingen werd aangekalkt. F. H. St., R. 81., D. K., W. de J. en W. P. werden genoteerd en staan heden terecht, De eerste is niet verschenen, de 4 anderen wel. Deze verklaren wel, dat zjj wat vroolyk waren, doch de nachtrust heb» ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Bolswardsche Courant •sSJ i 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1