NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
«OLSWAR» EN WONSERADEEL
i
P-
r»‘
H
No. 93. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
ZONDAG 21 NOVEMBER.
Uit de Raadszaal.
Een pleizierige vacantiedag.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
DONDERDAG 18 NOVEMBER 1897.
I
„Vooruit, lafaard klonk
haar lippen.
„ik vraag
me zag, grinnikte hij op val-
de andere jongens grinnik-
zei ik na afloop
waardige burin, „als
is nog al smal
het lachend van
Ik stapte in de goot, het gejoel der ook
vacantie hebbende jeugd bereikte mijn oor.
ik dacht aan mijn eigen jeugd,... ik begon
onder het loopen een eigenaardig gevoel
in mijn kuiten te krijgen ik begon me
voor te stellen, hoe ik er uit zou zien als
ik daar op de keien beneden was aange
komen..
Daar stond de schoorsteen, kalm en rustig.
Dit oefende zeker op mij een kalmeerenden
invloed, althans ik werd ook iets rustiger.
Ik hief mij aan zijn ijzeren stut op en ik
zat schrijlings op de nok van het dak, de
bezem en het lood voor me leggend.
Daar begon mijn fantasie weer te werken.
Als dat ding eens naar beneden viel op
iemands centrale deelen van het zenuw
stelselHu!... onderwijzer... gevangenis...
en ten slotte belachelijk Zeker wel, be
lachelijk Ik was dom, meer dan dom ge
weest, dat ik mijn vrouw haar zin had ge
geven Een schoolmeester, die het geld
van den schoorsteenveger uitzuinigt, alle
menschen moeten toch leven
Loopt daar niet Jan van Puffelen, die
aap van een jongen, die me altijd zoo hin
dert? Als die me ziet, vertelt hij aan alle
jongens op school, dat hij den meester op
het dak heeft zien zitten. Ja zoowaar, hij
is het... hij kjjkt naar boven hij ziet me!
Hij gaat aan den overkant der straat staan,
om me beter te kunnen begluren... o die
kwajongen! Zie, hij zet zijn beide handen
aan den mond bij wyze van spreektrompet
en brult roe iets toe., hij wenkt lachend
de andere jongens... een troepje vormt zich,
lachend en wijzend
Mijn ziel is van bitterheid vervuld,...
haat licht uit mijn oog... ik, onderwijzer,
ben overgeleverd aan de bespotting der
jeugd, omdat ik enkele armzalige kwartjes
niet goed missen kon
Statig en deftig kronkelen uit den schoor
steen een paar lichte rookwolkjes. Dat was,
het sein, dat mijn vrouw me geven zou en
waardoor ik te weten kon komen, welke onze
schoorsteen was. Want op hetzelfde dak
vertoonden zich nog meer pijpen, de af
voerbuizen des rooks van onze buren.
„Ha,“ zei ik, „thans begint mijn mar
teling pasJan van Puffelen ziet me met
dien bezem werken, hij ziet me den schoor
steen reinigen van deszelfs vuilovermor
gen vertelt hij met stralend gelaat aan de
andere jongens op school„Zeg jö ik heb
den meester gezien, hij zat op het dak en
Daarna overgaande in geheimzinnig ge
fluister, verhaalt hij het geval in kleuren
en geurenEen tot nog toe ongekend ge
voel van wraakzucht doortintelde mijn ge
moed, ik siste tusschen mjjn tanden een
verwensching, mjjn stemming was geel, zou
een Nieuwe Gidser zeggen.
Ik greep mijn lood en bezem en wierp
ze in den schoorsteen, als een Spartaan
mijn gevoel onderdrukkend. Een schaterend
gelach steeg van de straat naar me op, het
leek me een demonisch gebrul, toch
ging ik door met mijn werk.
Uit den schoorsteen naast me versche
nen ook enkele rookwolkjes. Een bang ver
moeden kwam in me op...
Even daarna werd het dakvenster ge
opend en zag ik het hoofd van mijn vrouw
te voorschijn komen.
„Man, wat doe je“, vroeg ze verbaasd.
„Wel goede Hemel!* borst ik uit,
toorn had ik niet meer, „daar sta ik
nu in dezen schoorsteen te pompen, dat
het zweet me uitbreekt, ik word uitge
lachen door de lieve aanvallige jeugd op
straat en nu komt mijn vrouw kalm-ver-
baasd vragen wat doe je daar
„Ja zeker!* zei mijn vrouw,
uitdrukkelijk wat je daar doet?*
„Menschriep ik uit, „ik ik veeg
de sehooöörsteen
„Komjjj maar gauw naar beneden, je hebt
den verkeerden te pakken, je veegt die
van onze buurvrouw
Ik stond verplet, ik had geen woorden
meer. Het brandtouw ontglipte mijne klam
me handlood en bezem rolden naar be
neden, naar de buurvrouw 1
Ik volgde den raad van mijn vrouwik
ging naar beneden, stootte me aan de
drooglatten op zolder, daalde nog een trap
en ging aan tafel zitten met wezenloos
starenden blik.
Mjjn lijdensbeker was echter nog vol ge
noeg. „Vrouw, waar heb je de Sollicitant
gelaten vroeg ik.
„Wel*, antwoordde ze droog, want ze
verstoutte zich uit haar humeur te wezen
om het verlies van ons brandtouw, „wel,
die heb ik aangestoken onder den schoor
steen om rook te maken. Dan kon je zien,
welken je hebben moest. En nu nam je nog
den verkeerden l Wat is er aan die courant
verbeurd? Wou je weer solliciteeren voor
hoofd
„Wat er aan die courant verbeurd is?“
hijgde ik mijn keel was schor van aan
doening, „mijn artikel, waar ik me zoo
in verlustigde, zoo zonder één foutje ge
drukt en waarin ik zoo gloeiend prachtig
sohreef over schoolvergaderingen en zelf
standigheid van den klasse-onderwijzer
Weg, weg
Nu, dat is het minste. Als je dan je
eigen artikel zoo mooi vindt, vraag je aan
de Directie nog een exemplaar van het
blad*
Ik zweeg stil, ze was toch altijd prac-
tisch, die vrouw van me.
Evenwel, de dag was nog niet om. Er
stond nog meer te gebeuren
Daar werd gebeld, geen gewone be], neen,
het loeide door geheel het huis. Lagen de
muren van Jericho al niet sinds geruimen
tijd in puin, op dit gebel zouden ze inge
stort zjjnDe buurvrouw van ons, in plaats
van ons te bedanken voor de civiele en
reëele bediening, begon op te spelen.. Haar
man moest juist van zjjn werk komen, ze
had net zulke lekkere schelvisch (ik water-
tande) en nu was alles bedorven door het
neergevallen roet. Haar kamer... o, ’t was
om te huilenZe zou het touw houden
als schadevergoeding Wat ze nog meer
gezegd heeft, verzwijg ik maar uit eerbied
voor onzen stand ieder onderwijzer zou er
koud van worden.
En dat alles te moetenverdragen om een
geringe som! Wat Jan van Puffelen
na de vacantie verteld heeft, weet ik niet,
toen hij
sche manier en
ten ook.
„Hoor eens, vrouw
van het standje onzer
ik mijn salaris verhoogen kan door lesgeven
in de vakken ak van de wet, of door
het schrijven van degelijke artikelen
over schoolzaken, dan doe ik het, maar
schoorsteenvegen, al had je geen cent meer
in huis, dat doe ik nooit, nooit meer!*
„Man, man! word wakker! Wat ben je
ijselijk aan het droomen
„Hè, wat!? Droomde ik!? Vrouw, wat
een vreemde droom! Verbeeld je,daar was
ik onze schoorsteen aan het vegen, omdat
we zoo’n dure maand hadden
„Dat is zeker een vreemde droom! Hoe
kom je daaraan? In geheel ons land is
immers geen onderwijzer, die zijn schoor
steenveger niet betalen kan dat geld heeft
hij ten minste nog wel!...
De Sollicitant.
Sj aat in den morgen was ik opgestaan
het bed was zoo lekker, maar einde
lijk toch was ik er uitgekomen, was op mijn
gemak gaan zitten en dronk behagelijk de
thee, met innig welgevallen de zoo pas be
zorgde Sollicitant lezende.
„Dat is goede thee, vrouw!* zeide ik.
„Waar haal je die? Bij Klosman? Daar
moet je meer gaan, hoor!*
En ik las verder.
„Man*, zeide mjjn vrouw, „luister eens!
Weet je wel, dat de schoorsteen al lang
zoo vuil is, hij moet geveegd worden
„Best, wijfjeik zal straks even bij den
schoorsteenveger aanloopen en hem waar
schuwen
„Neen, zie je, dat bedoel ik niet! Wil je
me een genoegen doen
Nu, ik was kort geleden getrouwd, mijn
vrouw is een heel lief wijfje, wel niet mooi,
maar met een kopje met haar, prachtig!
en daarbij zoo bevallig en friscfi in haar
eenvoudig katoenen japonnetje, nu, als
je in zoo’n geval bent en je vrouw vraagt:
wil je me een genoegen doen weiger dan
maar eensDat is immers finaal onmoge
lijk „En waarin bestaat dan dat genoegen,
dat ik je bezorgen moet?*
„Hm, vent, schrik niet! Ik wilde,dat
jij den schoorsteen veegde
„Hé, wat, ik? Moet ik maar vrouw,
dat is immers te dol! Een onderwijzer
schoorsteenvegen?... En hoe zou ik dat wel
moeten doen Daar heb ik geen verstand
van, hoor! Op het dak klimmenVerbeeld
je, dat er net een schooljongen voorbij komt
en me in mijn verheven positie opmerkt!
Neen, dank je
En ik las weer in de Sollicitant.
„Ventje begon mijn vrouw weer, het
zou net zoo mooi kunnen gebeuren, je hebt
vacantie... we hebben nog al een dure maand
gehad, jij een nieuwe winterjas, ik een
mantel...*
„Hou maar op riep ik, „’t is toch al
mooi, dat we dat nog hebben kunnen doen
van die 700 gulden, die de gemeente me
betaalt, en nou nog schoorsteenen ook
Mijn vrouw liet me niet los.
„Daarom juist,* begon ze. „Kijk, op
zolder ligt een stuk lood van het raam, je
weet wel, hier heb ik een bezem, en dat
binden we aan elkaar met het brandtouw.
Jij klimt op het dak, je hebt toch akte
vrije- en orde-oefeningen, dus dat kan je
best, en dan veeg je maar!*
Jongens, ik begon voor mijn vrouw een
beetje bewondering te gevoelen, zoo’n
practische blik op de zaken kon in een
huishouden te pas komen, vooral als je,
zooals ik zei, van 700 gulden rond moet
scharrelen.
„Maar zou het touw er niet door be
schadigen „Welneen vent, het is er juist
zoo geschikt voor!*
Men moet weten, dat we allebei, mjjn
vrouw en ik, erg bang voor brand zjjn.
Nu, die vrees is te begrijpen, als ik zeg,
dat we op een tweede verdieping wonen
met een smalle trap tot eenigen uitgang.
Om nu, als de nood aan den man kwam,
ons te kunnen helpen, had ik, ook op aan
dringen van mijn vrouw, bij gelegenheid
een lang dun en sterk touw gekocht, dat
netjes opgerold, zooals bestellers dat doen,
en het in de kast voor de hand gehangen.
Dut touw nu noemden we het brandtouw.
„Maar vrouwheruam ik weer, „stel je
nu eens voor, dat ik van het dak tuimel,
wat toch gebeuren kan, al heb ik akte J.
Je weet, de onderwijzers zjjn nog niet in
het pensioenfonds opgenomen, waar moet
jij dan bljjven Een bede om hulp in de
schoolbladen En als reden van mjjn dood
opgeven, dat ik mjjn schoorsteen reinigde
en de werking der zwaartekracht niet kon
wederstaan?*
„Brr,“ rilde mjjn vrouw. „Man, schei uit
Beden om hulp., weduwe... de man braaf
huisvader... gevallen in de uitoefening van
zjjn beroep o neen, dat gaat niet
Maar kom,* riep ze forsch, (de practische
blik kwam weer boven), „dat is allemaal
maar malligheidJjj kunt het best doen,
als je maar wilt
„O, wat dat betreft, mjjn wil is goed,
vooruit dan maar!*
Bezem, lood, en mjjn mooi kostbaar brand
touw werden aan elkaar gekoppeld, ik klom
de zoldertrap op, stak mijn hoofd door het
dakvenster en peilde de hoogte eens.
Het was me nog nooit zoo opgevallen
als nu, dat we zoo hoog boven de aarde
woonden. Ik maakte de wjjsgeerige op
merking, dat de menschen toch zoo klein
zjjn, als je ze van eefi verheven standpunt
beschouwt.
^Vrouwtje!* zei ik aarzelend, ,de goot
Tegenwoordig waren alle 13 leden.
De notulen der vorige vergadering wer
den gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken
a. Een resolutie van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring der gemeente- en schut-
terjjrekening over 1896.
b. Een missive van den heer J. Jorritsma,
waarin hij, met dankbetuiging, verklaart, dat
hij de voorgestelde ruiling van grond aan
vaardt.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Missives van de verschillende collegiën
met kennisgeving der periodieke vacatures,
benevens de aanbevelingen voor die vacatures.
1. Het WeeshuisDe heeren J. R. A.
Donker, aftr. voogd, en A. Faber, waarbij
zijn gevoegd krachtens het reglement op het
beheer van het Weeshuis, de heeren N. J.
Drost en H. J, de Visser.
2. Het GasthuisDe heeren R. Smits,
aftr. voogd, en K. van Ringh.
3. Het Alg. ArmbestuurDe heeren A.
Bouma, aftr. voogd, en D. van der Meer.
4. De Stadsspaarkas. De heer H. G.
Schoonhoff, aftr. lid, wenschte niet wedef in
aanmerking te komen. De aanbeveling be
staat nu uit de heeren G. Schoonhoff Jr. en
J. Albada Jelgersma.
5. De plaatseltjke Commissie van School
toezicht.
a. De Dames-CommissieMej. IJ.
Plantinga—Keizer, aftr. lid, en Mej. W.
Brandsma.
b. De SchoolcommissieDe heeren J.
R. A. Donker, aftr. lid, A. Faber en W.
Wierda.
c. Vacature H. Veen Pz. Op voorstel
van het D. B. wordt den heer Veen, vol
gens gedaan verzoek, eervol ontslag ver
leend. De aanbeveling voor deze vacature
bestaat uit de heerenMr. F. D. de Boer,
T. H, Kingma en W. v. d^ Meulen.
Deze missives en aanbevelingen ter inzage,
om in de volgende vergadering de benoe
mingen te doen.
d. Een adres van de Timmerlieden-ver-
eeniging „Excelsior*, verzoekende dat bij de
uitvoering der gemeentewerken een mini
mum loon en een maximum arbeidsduur
worde voorgeschreven, en wel 15 cent per
uur en in den zomer 12 uur per dag, opdat
een betere loonstandaard worde verkregen.
e. Een adres van de Besturen der drie
alhier bestaande Werkliedenvereenigingen,
steunende het verzoek der Timmerlieden-
vereeniging.
Deze adressen ter visie om met advies v.
h. D. B. in de volgende vergadering te be
handelen.
Een adres van dezelfde Besturen, waar
in zij, kennis genomen hebbende van de
voorstellen en besluiten in de vorige raads
vergadering, omtrent het loon der werklie
den van de gemeente-reiniging, den Raad
verzoeken, zich met de hoogste loonvoor-
stellen wel te willen vereenigen.
Dit adres wordt geren voyeerd naar de
Commissie der Gemeentereiniging, om te be
handelen tegelijk met het advies dier Com
missie omtrent die loonsverhooging.
g. Een adres van den heer II. Vrijburg,
die plan hebbende een nieuw huis te bou
wen op den hoek van het Kleinzand en de
Beurtmanskade, verzoekt twee toegangen op
zijde te mogen hebben, twee zinkputten te
maken, de boompjes te rooien en daar een
stoep langs het huis te mogen leggen.
Ter visie, om met advies van het D. B.
in de volgende vergadering te behandelen.
PUNTEN van BEHANDELING:
1. Behandeling van eene wijziging van
het reglement op het beheer van het St.
Anthony Gasthuis.
De heer Eisma geeft te kennen, dat hij
van middag deze stukken heeft ingezien en
hoewel hij zich met de voorgestelde wijziging
kan vereenigen, betreurt hij het toch, dat
overeenkomstig den wensch van het D. B.
nog niet eene bepaling is gewijzigd, opdat
hetGasthuisvoogden verboden zij, te leveren
aan het Gasthuis. De raad kan wel geen
voorstel in dien zin doen, maar hij wenscht
toch op dat punt de aandacht te vestigen.
De Voorzitter. Het D. B. had gewenscht,
dat een meer volledige wijziging door hee
ren Gasthuisvoogden zou zijn voorgesteld,
waarbij ook de door den heer Eisma terecht
opgemerkte bepaling, doch het D. B. heeft
hierop nog geen voldoening mogen bekomen.
De voorgestelde wijziging werd met al-
gemeene stemmen goedgekeurd. (De heeren
V. d. Wejj en Feenstra hielden zich als
Gasthuisvoogden buiten stemming.)
2. Behandeling van de missive van Ged.
Staten inzake de jaarwedde van den Bur
gemeester en den Secretaris.
Het D. B. adviseert, dat de Raad zal be
richten dat hij genoegen neemt met de voor
gestelde regeling.
Met 12 tegen 1 stem aangenomen. (De
beer Dijkstra tegen.)
3. Behandeling van het adres van het
bestuur der Afd. Friesland van den Ned.
Bond van gemeenteambtenaren inzake de
jaarwedden van de ambtenaren ter secretarie.
Burg, en Weth. merken in hun advies op,
dat het donkere tafereel in dat adres geen
afspiegeling is van den toestand dezer ge
meente, en de uitdrukkingen als allerel
lendigst enz. hier niet van toepassing zjjn.
De le klerk geniet f 750 tractement, waar
voor hij ook de administratie van het kerkhof
moet bijhouden, en de 2e beambte, die als
volontair hier begonnen is, geniet thans f 400,
wat niet te laag genoemd kan worden.
Uit den aard der zaak hebben de beambten
in kleine gemeenten een meer omvattenden
werkkring, omdat zij in alle takken van
dienst moeten werken, waar zulks bij groo-
tere gemeenten tusschen de verschillende be
ambten wordt gesplitst. Aangezien de 2e be
ambte reeds 16 jaren hier werkzaam is, en
met het oog op zjjn jjver en werkzaamheden,
stellen B. en W. voor, diens jaarwedde met
f 100 te verhoogen en die van den len be
ambte, die reeds 23 dienstjaren telt, met f50,
evenwel met de opmerking dat deze jaar
wedden aan de tegenwoordige titularissen
en niet zoozeer aan de betrekkingen worden
verleend, en ook dat, ingeval buiten de kan
tooruren soms over hun tijd moet worden
beschikt, dit geen extra belooning zal ver-
eischen.
De heer P. J. de Boer is het volkomen
eens met Burg, en Weth. dat het geroep
van ach en wee in dit adres niet voor onze
gemeente kan gelden. Hjj heeft dit advies
niet vooraf gezien, en dit zou hjj toch liever
hebben gehad. Hij wil evenwel stemmen voor
het voorstek
6
Bolswardsche Courant
u
I
j