NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I
g
OXS WAHO EK WGKSEKAOEEL
si
r
No. 100. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
Ridderorden.
DONDERDAG 16 DECEMBER.
6*
S'
BINNENLAND.
Ingezonden.
VOOB
2
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
1
I
In het volgend jaar zal te ’s Gravenhage
eene tentoonstelling gehouden worden van
Vrouwen-Arbeid* op een terrein nabij den
ouden Scheveningschen weg.
Tot deze tentoonstelling zal ook behooren
eene Historiesche Afdeeling* waarin oud
heden zullen tentoongesteld worden, door
vrouwen vervaardigd of betrekking hebbende
op vrouwen, zooals sebilder- en kunstnaald-
werk, boeken door- en over vrouwen ge
schreven, kieederen en toiletzaken, portret
ten van vrouwen en ook afbeeldingen van
vrouwen-kloosters, keukengereedschap en
andere artikelen door de vrouw gebruikt.
Het kan zijn dat in een of ander gezin
ter dezer stede of in den omtrek van Bols-
ward, iets bewaard gebleven is, van het
geen hierboven genoemd is.
Aangenaam zal het mij zijn, als ik hier
mede in kennis mag worden gesteld, liefst
vóór 24 December aanstaande.
Het- spreekt vanzelf, dat de tydelijke
afstand daarvan op Imogen prijs zal worden
gesteld en dat voor verzending en bewaring
de meest mogelijke zorg zal worden gedragen.
M. E. van der MEULEN.
Op de begrooting van dit jaar werd met
het oog op het aanstaand Kroningsfeest een
extra-bedrag van f 22000 uitgetrokken voor
het toekennen van ridderorden. Het is nu
eenmaal de gewoonte, dat de gezanten, die
bij eene dergeiijke kroningsplechtigheid hun
vorst vertegenwoordigen met eene ridderorde
worden begiftigd.
Deze post heeft aanleiding gegeven tot
eene discussie, waarbij op die arme ridder
orden is afgegeven, zooals wij dat reeds dik
wijls buiten ons parlement hadden aan
schouwd, maar waarvan in ons parlement
tot nog toe geen voorbeeld was. De H.H.
van der Zwaag en Troelstra gingen dit aan
gevraagde crediet bestrijden, de eerste op zijne
gewone leuke practische manier, de laatste
als kenner van wet en rechten beiden
stonden natuurlijk zeer sterk. W ant wie kan
eigenlijk eenige andere verdediging vinden
voor het uitdeelen van ridderorden bij der
gelijke gelegenheden dan het betuigen van
eene hoffelijkheid? En daar alle hoffelijkheid,
van het maken van eene buiging af tot het
uitdeelen van een ridderorde toe, meer te
verdedigen is als gewoonte dan als een ver
standig iets, zullen natuurlijk allen die het
in deze quaestie tegen de H.H. van der
Zwaag en Troelstra op zouden willen nemen
voor de ridderorden aan den zwaksten kant
blijven staan.
Dit is trouwens noch door den minister
die den post voorstelde noch door iemand van
hen die dezen post, als op gewoonterecht ge
vestigd, gehandhaafd wilden zien, gedaan.
Maar de Hr. Kerdijk zoowel als de Hr. van
Alphen drongen er op aan, dat in geen geval
het aangevraagde bedrag zou worden over
schreden. Het spijt ons te moeten zeggen
maar in dien aandrang ligt dunkt ons veel
minder beginsel dan in hetgeen de H.H.
Troelstra en van der Zwaag wilden. Wanneer
men zooals de H.H. Kerdijk en van Alphen
er geen bezwaar in ziet voor het uitoeienen
van eene dergelijke hoffelijkheid gelden toe
te staan, moet men de Regeering in staat
stellen deze hoffelijkheid naar den eisch te
betoonenen waar de Regeering nu eenmaal
verklaard had, dat het aangevraagde bedrag
haar daarvoor zelfs nog te gering voorkwam,
hadden aanmaningen als die van de H.H.
Kerdijk en van Alphen gerust achterwege
kunnen blijven. Het kan zijn dat die heeren
zelven daarin voor zich een conscientiestop-
per hebben gevonden, maar of de Regeering
voor die aangelegenheid nu f 22000 of f24000
uitgeeft, daarmede is geen enkel beginsel
gemoeid.
Uit deze geschiedenis valt te leeren, dat
de ridderorden niet meer zijn, wat zij oor
spronkelijk waren, nl. de openlijke erkenning
van burgerlijke of militaire verdiensten, maar
dat zij tevens zijn de voorwerpen waarmede
van Regeeringswege in voorkomende geval
len eene beleefdheid wordt bewezen. Dit nu
dunkt ons jammer. Want daardoor wordt
een groot deel van de waarde van de rid
derorden weggenomen, nu er twijfel kan be
staan omtrent de redenen, die er toe hebben
geleid, den drager van het ridderteeken
daarmee te versieren. Wanneer onze drie
Nederlandsche ridderorden met name de Mi
litaire Willemsorde, de Nederlandsche Leeuw
en de Oranje Nassauorde niet anders prijk
ten dan op de borst van dezulken die zich
in waarheid verdienstelijk hadden gemaakt
jegens het vaderland, dan zou niet alleen de
geringschatting die zoo velen jegens onze or
deteekenen koesteren veel verminderen, maar
dan zou er tevens geen sprake van zijn die
ordeteekenen uit te deelen als pure hoffe
lijkheid. Of dit echter het geval is, zullen
wij maar aan ieders eigen oordeel overlaten.
Nu is het natuurlijk zeer gemakkelijk om
op de ridderorden te smalen en dan eens
duchtig los te trekken over lintjesjagerij en
andere menschelijke ijdelheid. De ondervin
ding heeft ons geleerd dat die neiging zeer
veel gevonden wordt bij niet-geridderden, en
wij kennen menschen, die hoegenaamd niets
met een ridderorde op heetten te hebben,
maar die, nadat ze geridderd waren, nimmer
met een ongemeubileerd knoopsgat werden
aangetroffen. Maar die met ons van meening
is, dat de afschaffing der ridderorden eene
zaak is, die nog heel wat jaren op zich zal
laten wachten, kon dunkt ons beginnen met
voor te stellen dat voor dergelijke hoffelijk-
heidsbetuigingen een aparte orde werd inge
steld, die dan niets met de belooning van
burgerlijke of militaire verdiensten te maken
zou hebben. Of het nu, zooals de Hr. Staal
man wenschte, verkieslijk zou kunnen genoemd
worden dergelijke orden van bordpapier te
maken, wagen wij te betwijfelen, liever geene
hoffelijkheid dan hoffelijkheid op een koopje.
En dat het aangaat, zooals de Hr. van der
Koudum, 13 Dec. ’97. Gistermiddag
sloeg alhier net paard van den landbouwer
A. Bajema van Molkwerum op hol. In
wilde vaart ging het door de straat van
het dorp zonder echter ongelukken te ver
oorzaken. Even buiten het dorp raakte de
chais de vuilniskar der dorpsreinigers, die
onderstboven geworpen werd. Door den schok
werd B. uit de chais geworpen en holde
het woeste dier nog wilder met de gebroken
chais den weg uit. B. werd intusschen in
een nabijzijnde woning gedragen. Het bleek
dat hij aan het hoofd verschillende wonden
gekregen had, maar toch zonder gevaar.
Het paard werd een poos later opgevangen.
Beets ter zwaag, 13 Dec. Bij de eerste
alhier gehouden verkooping van houtgewas
waren vele gegadigden aanwezig. Over het
algemeen bracht het hak- of weekhout een
middelmatigen prijs op, enkele perceelen
uitgezonderd, waarvoor veel geld geboden
werd. De stammen vonden ook grage koo-
pers tegen goeden prijs.
Opsterland, 13 Dec. Van de wilde
varkens hoort men tegenwoordig niet veel
meertoch kan men ze in de bosschen of
liever op de singels of lanen naprenten
ze zijn echter zoo slim als men van
„domme bargen“ niet verwachten zou
zich voor goed op een afstand te houden.
Onder Bakkeveen moeten ze op een stuk
land, bebouwd met rogge, veel schade heb
ben aangericht. Wanneer er sneeuw ligt,
zal men ’t wild gedierte beter kunnen na
sporen.
Zaterdag jl. is onder Beetsterzwaag en
Olterterp wel een klopjacht gehouden, doch
deze bepaalde zich meer tot het bemach
tigen van klein wild. 17 hazen en eenige
konijnen en fazanten heeft men dien dag
geschoten.
Door de heeren Barons van Harinxma
thoe Slooten zijn bij een heden gehouden
jachtpartij onder Wijnjeterp 30 hazen be
machtigd. Hepk. Adv.bl.
Toen men te ’s Heeren berg bezig was
met het hakken van boomen ging daar de
spoorconducteur Edelhoff uit Emmerik voor
bij. Een boom viel op dien voorbijganger
welke zijn schedel verbrijzelde, zoodat de
dood onmiddellijk volgde. De ongelukkige
laat een weduwe met 6 kinderen na.
Dat de treurige moordaanslagen, die
Amsterdam verontrustten, door den een of
ander, zelfs door den een èn den ander
geëxploiteerd zouden worden voor eigen
belangen, was te voorzien. Reeds hebben
we een paar maal valsche of oude bulletins
gekocht en wie weet, of niet op dit oogen-
blik een kiesch letterkundige bezig is een
kluchtspel of draak te schrijven, waarin de
onbekende moordenaar (met pet, bonte muts
of slappen hoed de hoofdpersoon is.
Zoo iets is meer gebeurd, weinigen zullen
evenwel op de gedachte gekomen zijn, dat
de moordaanslagen hun plaats zijn gaan
innemen in het toch al wèl voorziene arse
naal, dat de slimme dochteren Eva’s aan
wenden ter verovering van nieuwe kieederen.
Dat dit wel het geval is, blijkt uit de vol
gende gisterenavond gebeurde geschiedenis:
Een zestienjarig meisje, wonende op den
Oudezijds Voorburgwal, deed gisterenavond
aangifte dat zij te ruim 6 ure op de Lijn-
baansgracht nabij de Bloemgracht onver
wacht door een manspersoon met een mes
in de borst was gestoken, welke steek op
het corset was afgestuit. Zij vertoonde den
snede in haar mantel, japon en onderlijfje.
Bij een verhoor van den heer rechter
commissaris in tegenwoordigheid van den
heer officier van justitie en van den hoofd
en sectie-commissaris heeft zij bekend, dat
haar verhaal verdicht was en ten doel had
van hare moeder een nieuwen mantel te
krijgen. De Telegraaf.
Onder presidium van dr. J. J. Homoet
te Arnhem, heeft zich, met medewerking
van de hoogleeraren Halbertsma, Kooyker,
Nolen, Pel, Rosenstein, Stokvis, Talma,
Winkler en andere geneeskundigen, een
comité gevormd tot oprichting van volks-
sanatoria voor borstlijders in Nederland,
waar behoeftige teringlijders herstel of doel
matige verpleging zullen vinden.
Het internationaal congres voor climato-
logie, dezen zomer te Brussel gehouden,
sprak zich in dien zin uit.
De bedoeling is, de tuberculose geheel
naar de nieuwere inzichten der wetenschap
te behandelen.
Er wordt thans een beroep gedaan op
den steun onzer landgenooten, ter verwezen
lijking van het doel, waarvoor ook wordt
gerekend op krachtige medewerking van de
Regeering.
In een Geldersche gemeente had
dezer dagen het volgende vermakelijk voor
val plaats.
Een daar vertoevend reiziger in manu
facturen uit Groningen stapte, nadat hij met
zijne werkzaamheden gereed was, gestreeld
door het heerlijke gebak, dat voor de glazen
lag, een banketbakkerswinkel binnen, om
eenige versnapering te koopen. Op dat
oogenblik stond ook de vrouw van den
burgemeester in den winkel. De reiziger,
die deze dame niet kende, meent uit hoffe
lijkheid goed te doen met haar te vragen
of zij ook op eenig gebak onthaald wil zijn.
De aangesprokene bedankt. De reiziger
kon zeker niet vermoeden, welk gevaar
hem boven het hoofd hing. Mevrouw had
zeker haar ontmoeting bij den banketbakker
aan haar gemaal verteld op een wijze, die
zijn achterdocht moest opwekken, want kort
nadat de reiziger zich in een koffiehuis had
neergezet, verscheen de burgemeester met
den gemeenteveldwachter met het bevel,
dat de reiziger moest medegaan, daar hij
iets op zijn kerfstok had. De reiziger, die
zich van geen kwaad bewust was en in die
gemeente niet anders dan voor zijn handel
was werkzaam geweest, was niet genegen
om zich onder politiegeleide uit het koffie
huis te laten halen. Hij vroeg dan ook
opheldering wat het optreden van den bur
gemeester te beteekenen had en nu bleek
het, dat hij diens vrouw had beleedigd
Daar de reiziger veel te goed gehumeurd
is om een dame te beleedigen, vroeg hij
waarin de beleediging bestond en het ant
woord was„gij hebt mijn vrouw een koekje
gepresenteerd.Nadat de reiziger zijn ver
bazing had uitgesproken over den burge
meester, die om dergeiijke nietigheden zoo
veel beweging maakte, droop de burge
meester af. Later vervoegde zich de rei
ziger aan het huis van den burgemeester
om mevrouw ter verantwoording te roepen,
en deze verklaarde, dat zij door zenuwach
tigheid oorzaak was van het gebeurde.
Te Buinen is de huurprijs van het
land dermate stijgende, dat een stuk land,
vroeger voor f 28 per jaar verhuurd, nu
f 85 per jaar opbrengt. Die verhooging is
deels het gevolg van de vergunning aan de
huurders verleend, om het land te mogen
omploegen en voor de haver en aardappel
teelt te gebruiken, wanneer het n.l. in het
laatste huurjaar weer met gras- en klaver
zaad wordt bezaaid, De totale opbrengst
van de verschillende perceelen was ongeveer
2*/i maal zoo hoog ais in de voorafgaande
zes huurjaren.
Donkere avond 1 Mynheer op reis.
Mevrouw bij een der kennissen op visite.
Dienstmeid te bed. Ruim elf uur. Mevrouw
komt thuis. Betreedt de slaapkamer. Na
eenige oogenblikken bij het ledikant komen
de, bemerkt zij een indruk op ’t hoofdkus
sen.Geschreeuw, geroep: Daar heeft een
man op gelegen 11 Ontsteld komt de meid
aanvliegen.
Mevrouw: „Haal terstond de politie, er
is een man in huis 1“
De meid, bevende, verschijnt weldra met
een vertegenwoordiger der H. Hermandad.
Bedenkeijjk geval! Hoofdschuddend ver
klaart deze, eerst hulp te moeten halen.
Nummer twee en drie verschjjnen.
En nu wordt het huis doorzocht van vliering
tot kelder, maar... niets te vinden.
In ’t hoekje der kamer, fox-terrier, al
grommende en zich verkneuterende dat
heb ik eens aardigjes gedaan 1
Slot-scène. Mevrouw verlaat het huis,
dienstmeid ontslagen verlaat het huis.
Zij brengen den nacht elders door
Politie af. Scherm valt. De Tel.
De Vereeniging tot Ontwikkeling van
den Landbouw in Hollands Noorderkwar
tier is voornemens veehouders, die eene
volledige melkljjst van hunnen veestapel
wenschen aan te leggen, daarbij behulp
zaam te zijn, door de kosten, verbonden
aan het regelmatig onderzoek van het ge
halte der melk, geheel voor hare rekening
te nemen, op voorwaarden, dat de Ijjsten
worden ingericht naar een aan te geven
model en dat het proefmelken en monster-
nemen volgens een aan te geven plan ge
schiede.
Zij, die van dit aanbod gebruik willen
maken, om aldus volledig het voortbrengend
vermogen van elk hunner melkkoeien te
leeren kennen, gelieven zich vóór 1 Jan.
1898 aan te melden bij den secretaris der
Vereeniging, den heer W. Teengs te Alk
maar, die gaarne bereid is verdere inlich
tingen te verschaffen,
Zwaag wilde om de personen aan wie zulke
onderscheidingen worden toegekend, zelven
de kosten, welke aan het aankoopen van die
versierselen verbonden zijn te laten betalen,
wil er ook niet bij ons in. Al zijn die per
sonen ook nog zoo goed daartoe in staat, het
is een raar soort hoffelijkheid die betaald
moet worden, door hem aan wie ze wordt
bewezen.
Wij voor ons zien in het bewijzen van
dergeiijke hoffelijkheden nu nog geen dood
zonde. Het laat ons even koud als de titel
van Weledel Geboren Heer aan zoovelen
gegeven, die slechts op den titel van geboren
recht hebben. En de ondervinding leert, dat
de menschelijke ijdelheid in die ordeteekenen
groot behagen schept, want in Amerika, het
land van vrijheid en gelijkheid bij uitne
mendheid, dat geen ridderorden kent, maakt
het bezit van eene Europeesche ridderorde
de menschen bijzonder gelukkig.
Over ridderorden in ’t algemeen houden
wij het met de Genestet die in zijn St. Ni-
colaasavond, die allergeestigste vertelling ons
voorkomt het juiste standpunt in te nemen,
wanneer hij zijne sympathie betuigt voorden
Nederlandschen Leeuw op de borst van hen
die zich op gebied van kunst, wetenschap
industrie of landsregeering bijzonder verdien
stelijk hebben gemaakt en voor de Militaire
Willemsorde op ’t „onverschrokken hart des
jongen heids, die ’t kocht met moed, met
bloed, met smart,maar die zich vroolijk
maakt over ridderorden, die aan ieder de
vraag ontlokken, waarvoor in ’s Hemels
naam, waarvoor toch En die op de vraag,
hoe of het mogelijk is, eerbied te hebben
voor een „lintje", zegt
Maar ’k ben Goddank zoo dom, zoo ijdel
niet, zoo blind,
Dat ’k ooit een eenig mensch zal om zijn
knoopsgat eeren
Doch lust het u, als mij, de quaestie om te
keeren,
En vraagt gijof ik, om een groot en eer
lijk man,
’t Bewijs van adel, zij ’t een lintje, eeren
kan
Dan scheiden wij in vrede, en, hoorders, wat
verander,
Ziedaar mijn rechte hand, want wij
verstaan elkander.
De ridderorden hebben verder dit gemeen
met vele wereldsche zaken, dat ze slecht
verdeeld zijn. Sommigen hebben er geen en
kele, anderen hebben er meer dan ze dragen
kunnen. Sommigen die ze hebben, zooals b.v.
Thorbecke in zijn tijd, dragen ze nooit
anderen die er zoo dolgraag een zouden dra
gen, hebben ze niet.
Ten slotte zij een ieder aangeraden ook de
zaak van die arme ridderorden met koel
hoofd en onbevooroordeeld gemoed onder de
oogen te zien. Laten wij het uit de hoogte
neerzien op die ijdelheid overlaten aan de
wijsgeeren in wier mond het ijdelheid der
ijdelheden beter voegt dan in dien van ons
gewone menschenkinderen, die allen min of
meer op het altaar der ijdelheid ons offer
brengen. Want als wij alles in de wereld
naar de innerlijke waarde daarvan willen
beoordeelen, en alles wat weinig daarvan
bezit willen wegwerpen, hoe zal dan het leven
worden Het zal dan alles moeten missen
wat wij de franje op het kleed zouden willen
noemen, en wat is een kleed zonder franje?
Laten wij hopen dat tegenover het buiten
land met de toegestane f 22000 bij de a, s.
Kroningsfeesten zal kunnen worden voldaan
aan wat de hoffelijkheid van onze natie eischt,
en dat de Nederlanders, die bij die gelegen
heid zullen worden geridderd, zulke personen
zijn, dat niemand in hunnen ridderslag aan
stoot vindt. Met dezen vromen wensch kan
dit artikel gevoegelijk worden besloten.
Bolswardsche Courant
|j| L
i
i