NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 30LSWARD JEN WONSE» ADEEL EEN MISLUKTE ZEEREIS. r I 1 fis i i J 4 BH Mr. J. W. Zijlstra, No. 103. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. BERICHT! BINNENLAND. DONDERDAG 30 DECEMBER. Firma B. Cuperus Az. NIEUWJAARSWENSCHEN a f 0,25 VOOR 5 a goed heeft ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. r- In het no. van Zaterdag 1 Januari 1898 zal gelegenheid bestaan tot het plaat sen van per advertentie. Verzoeke beleefd vroegtijdige inzending. 'èi ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Ui 1 te stellen een goed en rechtvaardig begin sel in toepassing te brengen. Hoe jammer, 'dat enkele van hen, die aan zijne zijde hadden behooren te zwemmen, de zee heb ben helpen onstuimig maken. Zij hebben het strand niet gezien door de schelpen. Ik hoop dat zij zullen toonen voor ’t vervolg... Hier hield de spreker plotseling op, blijkbaar getroffen door iets wat zyn oog boeide. Allen volgden zijn blik met de oogen. Wat was er aan de hand? De god met het zeewier in den mond en zijn trawanten stonden aan het strand, tot de knieën in het water en waren druk bezig drijfhout te verzamelen en het strand daar mede te versperren. Wat moet dat beteekenen riepen de toeschouwers, en vragende blikken richtten zich op den spreker van zooeven. Deze gaf geen verklaring. Hy zeide slechtsIk ga mijn vriend Eland waarschu wen en snelde heen. Friesche Courant. vraag, die je gedaan is, luidde het o.a. uit zyn mond, we willen weten of gij inder daad de behouden terugkomst van het andere schip zult afwachten alvorens de reis te aanvaarden. Kapitein Jansen, die nu ook de reeder aan het strand zag wenken, begon te be grijpen, dat als hij niet naar de haven wilde terugkeeren, hij deze góden te vriend moest houden en hy legde de belofte af om niet naar Indië koers te zetten voor een ander schip van hetzelfde type de reis behouden had volbracht. Toen dook de hoofdman van de góden welke zeggen speciaal door Jupiter te zijn aangesteld, met een fijn grijnslachje onder. Maar het resultaat van de belofte was anders dan de kapitein en de reeder had den verwacht, want zjj bleek inplaats van te kalmeeren op de meeste góden eenirri- teerenden invloed te hebben. Ziet ge wel, zoo riepen de góden, die het schip voor de kustvaart hadden willen bestemmen, ziet ge wel, dat kapitein Jan sen met dit schip geregeld op Indië wil gaan varenhet blijkt immers uit zijn be lofte en zjj begonnen groote golven te maken, die hoe langer hoe hooger werden. De vriendelijke God met den dreigenden wysvinger en zijne vrienden hielpen kapi tein Jansen zoo goed als zij konden, want al hielden zij meer van koopvaardij- en visschersvaartuigen, en al hadden zij een hekel aan oorlogsschepen, toch hadden zij sympathie voor den wakkeren gezagvoeder, omdat hij niet alleen zonen uit de werk mansklasse, maar ook jongelieden uit den gegoeden stand, die tot nog toe tegen be taling van een afkoopsom aan wal hadden mogen blijven, aan boord wilde nemen om dienst te doen evenals de anderen. Doch zij waren niet sterk genoeg om de bruisende golven van de andere góden tot bedaren te brengen. Het type Kortenaer begon niettegen staande zijn kimkielen hevig te slingeren en eenmaal dwars zee gekomen, bleek het aan de elementen geen weerstand te kunnen bieden, maar sloeg op het strand uiteen. Dat kapitein Jansen over het gedrag van de zeegoden niet best te spreken is, behoeft wel niet gezegd te worden en nu verluidt het, dat hij zich niet meer op de groote vaart zal wagen, maar een plaatsje vragen te Egmond aan Zee. Zooals het gewoonlijk gaat bij zeeram pen, staan de beste stuurlui aan den wal en zoo ontstond er spoedig onder de lie den, die de schipbreuk van het type Kor tenaer hadden ga geslagen, een levendige discussie over_ hetgeen deAanjtein had moe- Hij betaalt daarvoor eene jaarlyksche pr| mie groot f 21,80, betaalbaar in maand ljjksche,drie-ofzesmaaiidelijksche termijne „..j -7R i .11- «iep er aoor. vp zyn nernaaia geroep om rente, gedurende zyn leven f 16,95 "J - - iedere honderd gulden gestort kapitaal. Hepk. Adv. BI. Men schrijft uit Groessen aan de Arnh. Crt. Voor eenige weken behelsde een inge zonden stuk in dit blad eenige mededeelingen over eene ongelukkige vrouw E. L., die een paar jaar krankzinnig geweest is en later weer normaal werd. In dien bewusteloozen tijd was haar land, haar eigendom ver kocht van den verkoop bestaat eene notari- eele akte, die vermelden zou dat zjj zelf getee- kend heeft, zij die, geen letter schrijven kan. Toen ze „ontwaakte" (1892), erkende zjj den verkoop nietmet een bewijs van on vermogen zocht ze bescherming bij de justi tie en een jong advokaat die zich sedert uit de praktijk heeft teruggetrokken, werd haar toegevoegd. Maar dezen viel dit zaakje te moeiljjkreeds na oppervlakkige ken nisneming van feiten en papieren gaf hij het vrouwtje te kennen, dat hij het niet aandurfde... en E. L. meenende, dat de wereld door en door slecht is en dat de advokaat omgekoedt was (dat meenen de buitenlui al gauw), liet wanhopend de zaak rusten. Rusten, behalve daar waar ze zich zelf meende te kunnen helpen. Zjj bewerkte het verkochte land, alsof het ’t hare nog was. Dit land was intusschen door den kooper, haar zwager, weer aan een derde overge daan, den landbouwer W. P. Deze landbouwer zaaide boonen, zij maaide ze, de boer zaaide haver, zij gebruikte ze als veevoeder onrijp; voor dergelyke han delingen stond zij eenmaal terecht en kreeg vrijspraak, een andermaal hechtenis. Dit jaar liet de boer een huisje bouwen, zij vernielde wat ze konde, en toen het klaar was wilde zij er in gaan. Toen hadden er gewelddadigheden plaats, die luide om eene rechterlijke beslissing van het treurige zaakje roepenE. L. werd mishandeld, terwijl zij op haar beurt als een wanhopige vurig streed, een den baard uitplukte en een ander een wonde op het hoofd toebracht. Later werd ze nog eens in een sloot geworpensedert is ze schuw. Beide partijen hebben proces verbaal laten opmaken, maar het schynt dat dit geen gevolg gehad heeit. Men laat E. L. eenvoudig begaan en algemeen wordt beloofd, dat de politie in structie heeft, haar niet te vervolgen, opdat het „fond" van de zaak kunne blijven rusten: de al of niet valsche verkoopacte. Maar de vrouw is arm, doodarmnu ze geen land heeft, trekt ze geen vruchten. Nog in Augus tus van dit jaar spitte ze een hoekje van haar aloud eigendom om en zaaide knollen, maar de boer ploegde het weer om. Met haar ruwe „zelf help" hoopt ze, dat de rechters nog eens over hare zaak aan den gang komen zullen. Het is wel te betreuren, dat in eene orde lijke maatschappij nog zoo’n rechts verlaten toestand heerschen kan ’t wordt tijd (want de vrouw zou van ellende weer krankzinnig kunnen worden) dat een ervaren advokaat het eens aanvat en zonder aanzien des per- soons onderzoekt, de justitie ter eere! In een brief uit Amsterdam aan het U. D. schrijft C. C. van Vredeoord De socialisten pogen nog altijd gebruik te maken van de werkeloosheid die ’s winters perio diek culmineert, om propaganda te maken voor hun denkbeelden. Maar wat is dit wapen bot geslagen in hun hand! Eenjaar of vier geleden was een enkele vergadering genoeg, om een groote beweging van „wer- keloozen" te veroorzaken (waaronder zeker zeer velen waren, die opzettelijk werkeloos waren). Bij duizenden trokken ze door de straten van Amsterdam en bloedige klop partijen waren het gevolg daarvan. De in vloed van het straatsocialisme, gepredikt door Domela Nieuwenhuis en Cornelissen, was welig aan ’t tieren en scheen aan ’t vatten. Echter werd het middel te veel toegepastde aardigheid ging er af, en toen bovendien de destyds nog bestaande ver- eeniging van Amsterdamsche verslaggevers „De Amsterdamsche Pers", het besluit nam om, wegens herhaalde beleediging van hare leden in de socialistische vergaderingen, die vergaderingen dood te zwijgen, toen was het uit met de glorie van het lawaai-socia- lisme. En waar zjj n ze nuGeel, Wollring, Samson, Reens die obscure helden van de werkeloozen bewegingenKoffiehuis houders, boekhandelaars, timmerlieden, dia mantslijpers zijn ze weer geworden en ze laten maar werkeloos, wie werkeloos wil zijn, Het revolutionaire socialisme van Nieu wenhuis, dat elders in Nederland geen wortel scheen te willen schieten, leek eerst, be halve in Friesland, ook in Amsterdam wel wat te zullen worden, maar het is hier nog holler ingezonken dan in Den Haag. Het zou mij niet verwonderen, als één maal Constantia denzelfden weg opging als Walhalla. Het Tweede Kamerlid voor Enschedé heeft bij de begrooting voor Waterstaat ge klaagd over den langen diensttijd van de spoorwegbeambten en had daarmede zeker gelijk, nu ook het leven van het reizend publiek er door in gevaar wordt gesteld. In Zwitserland, Frankrijk, Engeland en Duitschland komt dit volgens den heer van Kol niet voor. Het is echter geen geheim, dat een aantal spoorwegongelukken in Duitschland aan den langen arbeidsduur der beambten te wjjten is. Maar ook zonder deze ongelukken kan op de afmatting dor arbeiders gewezen worden. Zoo bad een remmer aan het station te Wanne van 3 tot 12 December, d, i. 9 dagen, slechts 421/» uur rust. Zoo ging hij o. a. Vrijdagmiddag 2 uur aan den arbeid en was Zondagsnachts halftwee klaar. Om 4 uur moest hij weer aan den arbeid tot Maandagavond 11 Va uur. Dinsdagmorgen begon het weer om 6 uur tot Woensdagavond 10 uur enz. Wie zal op deze wijze niet toestemmen, dat het zeker niet erger kan en het publiek angstvallig moet maken in den trein te gaan zitten Arnh. Crk Woensdag 15 November liep Jansen, naast God schipper van zyn schip genaamd: type Kortenaer, de veilige haven van het Marine-departement uit, om zich op de gevaarlijke wateren van een parlementair begrootings-debat te wagen. Aan het strand stond de reeder Pierson, met een Haffmanns hoed op het hoofd, en een Nederlandsche vlag met oranjewimpel in de hand, naar het uitvaren te kijken. Zijn blik drukte bezorgdheid uit en het mocht wel, want er „zat snauw an de locht, maetje," zooals de Scheveningers zeggen. Dat bleek al spoedig, want nauwelijks had het schip een paar knoopen geloopen of links en rechts doken de zeegoden op, die gewoonlijk het zoute nat in beroering brengen, en waarvan sommigen speciaal door Jupiter zijn aangesteld. Zij verhieven zich uit het water en rie pen den kapitein dreigende en vermanende woorden toe. „Wat doe je met dit schip buitengaats?* riep een der halfgoden, heb ik je verleden jaar niet gezegd, dat ik het hier niet zien wil De kapitein verontschuldigde zich door te zeggen, dat het maar bij uitzondering was, doch de god scheen niet bevredigd. Je gaat een verkeerden koers uit, of je kompas deugt niet, riep een ander, wanneer je niet denzelfden koers gaat als dien van v. d. Wyck, dien ik verleden jaar heb goed gekeurd, zal het er je naar vergaan. De kapitein toonde aan dat hij inderdaad denzelfden koers uitstoomde, en zoo er ver schil was, dit hoogstens een paar graden bedroeg, maar ook deze god, scheen met het antwoord geen genoegen te nemen. Waar is de reis naar toe, informeerde een derde. Langs de kust, luidde het antwoord, maar niet uitsluitend, ik denk ook door te gaan naar Indië. Dit laatste scheen een bijzonder slechten indruk op vele góden te maken. Daar deugt je schip niet voor, riepen zy als om strijd, daarvoor moet je een kruiser hebben, pas op dat je met dit type niet naar Indië koers zet, of je zult er niet goed afkomen. Intusschen waren er ook góden, die vriendelyke raadgevingen uitdeelden. Kapitein, adviseerde er een, loop de haven weer binnen, je ziet dat de zee onstuimig begint te worden, wacht beter weer af. Dat nooit, klonk het antwoord, zoon oude zeerob als ik, gaat nooit voor storm weer terug. Nu dook een god uit de zee op, die het zilte nat anders voor de oorlogschepen nog al eens onveilig pleegt te maken. Hij hief zjjn wijsvinger waarschuwend in de hoogte en sprak met klemKapitein luister wat ik ga zeggen: Wanneer je my plechtig be looft te blijven varen op de kust en niet te gaan naar Indië voor en aleer een ander schip van hetzelfde type de reis goed heeft volbracht, zal ik het je niet lastig maken, maar zeg je mijn hulp toe. Kaptein Jansen scheen niet veel lust te hebben de belofte af te leggen, maar hy antwoordde tochDat wil ik wel doen, maar ik weet te zeker, dat de reis goed zal uitvallen, om maar niet alvast naar Batavia koers te zetten. Daar verscheen de hoofdman van de góden, die beweren speciaal door Jupiter te zijn gezonden, aan de oppervlakte. Hij is een zeer invloedrijke god, maar de zeelieden hebben het niet erg op hem. Zoo zie je hem aan stuurboord en zoo weer aan bak boord. Hij heeft daarby de gewoonte zee wier in zyn mond te nemen als hy spreekt hetgeen ’t effect schynt te hebben, dat wanneer hy zijn raadgevingen uitdeelt, de kapitein juist het omgekeerde verstaat van hetgeen de stuurman meent gehoord te jiebben. Dit is geen voldoende antwoord on de Joure, 28 Dec. Heden morgen omstreeks door dt 8 uur ontstond door eene onbekende oor- Friesland, Groningen zaak in een der schoorsteenen van het armhuis alhier brand, die zich aanvanke lijk dreigend liet aanzien. Door eenige rappe gasten, die op het dak klommen, werd het vuur met behulp van eenige emmers water BOLSWAR eöhter spoedig bedwongen, zoodat de inmid- dels aangerukte brandspuit geen dienst be- Aanvrage om Agentschappen, bij geschil! hoefde t0 doen. heid tegen vast salaris, by den Inspe teur. wei, KaraKter a'ilöuble usage aan wilde h geven, het vorig jaar door de góden ver oordeeld. En zoo tal van redenen meer. Een groot aantal vond het vreemd, dat juist de góden, die zooveel van oorlogssche pen hielden, het type Kortenaer hadden doen vergaan en de z.g. anti-militaristen onder de góden, het zooveel mogelijk had den gesteund. Kortom elk van de voorstanders had een andere meening over het geval. Doch een van de voorstanders, die tot nu toe gezwegen had, sprak: kapitein Jan sen had het gevaar niet kunnen ontkomen, de góden, die zeggen door Jupiter gezon den te zyn, wilden tegen eiken prys den ondergang van hem en zijn schip, om hem de gelegenheid te ontnemen, ook de zonen van de meer gegoeden aan boord te nemen en aan ’t werk te zetten. Daarom geloof ik ook niet, da tzy van den Olympus komen, want Jupiter is rechtvaardig en dat zyn zij niet. Ik gevoel veel sympathie voor den god met den dreigenden wysvinger en zijn vrienden, die de „type Kortenaer* wilden sparen, om den kapitein ia de gelegenheid Sneek, 28 Dec. Tot leeraar in Geschie denis en Aardrijkskunde, a. d. H. B. School alhier, werd heden avond met 9 van de 12 stemmen benoemd de heer A. J. v. d. Meu- len, tijdelijk leeraar te Leeuwarden. Als dokter der Alg. Armvoogdij (vac. Dorema), koos men dr. R. Wartena. Een plan tot vernieuwing en uitbreiding onzer Kade zal eerst nader Worden onder zocht, om in de e.v. vergadering in behan deling te worden genomen. Op een adres van de Commissie der a.s. Kroningsfeesten, om een lokaal voor ber ging en verwerking van materiaal, werd goedgunstig beschikt. Een lokaal der voormalige Meisjesschool werd beschikbaar gesteld. 27 Dec. Tot koster van de Herv. Kerk alhier werd hedenavond benoemd de heer Wij brand v/d Zee, aanspreker, gaarder der veemarktgelden, stadshuis bode, agent der Sneeker Brand waarborg-Maatschappy en collectant in de Groote Kerk. Sloten, 28 Dec. De mazelen heerschen hier in zoo erge mate, dat de school voor onbepaalden tijd is gesloten. De ziekte is gelukkig niet van een kwaardaardig karak ter, zoodat tot heden geen sterfgeval voor kwam. Beets, 26 Dec. Het ijs had heden bijna weder een offer gevraagd. G. v. d. Berg van hier zich over ijs, denkelijk naar Ter- wispel begevende, geraakte op het Konings- diep er door. Op zijn herhaald geroep om vs kon wegens den verren afstand geen dade- lyke hulp worden verleend. Gelukkig dus, dat hij met buitengewone krachtsinspan- Alle inlichtingen, tarieven njng er slaagde, zichzelf te redden. opgaven worden op aanvraag ko teloos verstrekt door den Agent te Bol ward, den heer K. Tromp, en J, Inspecteur voor F Drente, Advocaat en Procureur, Bolswardsclie Courant I I rent.. crnrlii nrl hulp, dat ver in den omtrek werd gehoord, JM: -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1