NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWABD EN WONSEH.AUEEE
No. 4. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
Voor het Kantongerecht.
1
VOOR
I
B
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ZITTING van VRIJDAG 7 JAN. 1898.
$xkxxxkxxx:;xxxxxxxk$
DONDERDAG 13 JANUARI.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Eisch 2 maal f 5 of 3 dagen voor elke boete.
21. F. J. K. te Groningen is aannemer
van de boterfabriek te Koudum. Den 27 Nov.
waren verscheidene jongens bezig met het
pluizen van slakken wol voor het ijshuis, doch
het bleek den rijksveldwachter dat 5 dezer
jongens beneden 16 jaar waren en omdat
geen arbeidskaart voor hen was aangevraagd,
moest hij den aannemer, in wiens dienst de
jongens waren, bekeuren.
Eisch 5 X f 2 of 2 dagen voor elke boete.
22. S. A. te Bolsward sprong den 3 Deo.
op den in beweging zijnden tram, hetgeen
bij art. 135 der politie-verordening is ver
boden.
Eisch f 3 of 2 dagen.
23. 8. Gr. te Workum is smid en in zijne
smederij was den 3 Dec. des avonds na 7
uur nog een jongen aan het werk, en ook
had de baas geen lijst van personen beneden
16 jaren hangen. De knecht van bekl. is
getuige en moet toestemmen dat de jongen,
toen de veldwachter voorbijkwam even een
wagenveer vasthield die geklonken moest
worden. De jongen was om 7 uur evenwel
weggegaan, doch uit verveling nog eena
aan komen loopen.
vielen zij door de mand, en gaven hun ware
namen op. Zij hadden gehoopt vrij te komen
want zij waren bang voor de kast, vandaar
dat zjj andere namen hadden opgegeven en
spoedig naar een ander oord waren getrok
ken. Ook waren zij geen broeder en zuster,
maar reisden steeds samen op de affaire, en
waren ongehuwd. Ook bekenden zij eindelyk
wel te Oosterzee bij dien kastelein te zijn
geweest.
Heden stonden dus H. K. en IJ. Tr. van
Leeuwarden, terecht wegens het opgeven van
valsche namen.
De eisch tegen elk is f 15 boete of 10
dagen hechtenis.
Dit betrof hun opgeven te Witmarsum als
te zijn genaamd Sipper; voor hun Akker-
mansnaam hebben zij voor het kantongerecht
te Lemmer reeds terechtgestaan en voor de
huisvredebreuk te Oosterzee zullen zij zich
voor de rechtbank te Heerenveen nog heb
ben te verantwoorden. In plaats van den
dans te ontloopen, hebben zij hun zaak dus
zeer verergerd.
15. Sj. W. te Cubaard had den 20 Nov.
kwestie met iemand, maar ’t werd weer af
gedronken, en de kwestie schijnt nog al ern
stig geweest te zijn, althans het afdrinken
was in die mate geschied, dat beklaagde ’s
avonds 10 ‘/2 uur proces kreeg wegens dat
vele drinken.
Eisch f 1 of 1 dag.
16. H. U. gedom. te Alphen in Zuid Hol
land staat in den laatsten tijd in den Z. W.
hoek dezer provincie bekend als wonder
dokter. Bekl. is van zijn beroep anders zadel
maker, maar oefent, zeker als bijzaak, ook
het vak van dokter uit. De politie houdt
evenwel niet zooveel van die wonderdokters
als dit met sommigen het geval schijnt
te zijn, want in ’t verbaal komt een heele
lijst voor van personen, welke door bekl.
zijn behandeld. De bij-affaire scheen dus nog
aï opgang te maken en bekl. heeft zich sedert
dan ook met der woon in onze provincie ge
vestigd en wel te Hindeloopen.
Bekl. staat evenwel voor slechts twee
behandelingen terecht n.l. dat hij den vee
houder J. S. Bouma te Hemelum en de
vrouw van G. Wenning aldaar heeft onder
zocht, hen daarop tegen betaling geneesmid
delen heeft verstrekt. Door de politie is een
heele collectie flesschen, fleschjes, potjes en
busjes in beslag genomen en in bevallige
wanorde waren deze in de rechtszaal
aanwezig, terwijl daartusschen zich een ma
chinetje (de pillenmachine bevond veel
gelijkende op de worstmachines die door de
slagers wel worden gebruikt. Ook behoorde
tot de collectie nog een oud boek, in perka
ment gebonden, in 4°, dateerende uit 1600.
Uit dit boek, dat dan ook de sporen van
veelvuldig gebruik droeg, is waarschijnlijk
de wetenschap geput, en al ging de behan
deling dus niet naar de nieuwste methode,toch
waren het ongetwijfeld oude en beproefde
recepten, in den stijl van „probatum est.“
Evenwel met de twee patiënten, waarover
de zaak liep waren de resultaten niet gun
stig, gelijk wij kwamen te hooren.
Bekl. was ter terechtzitting aanwezig en
bekent dat hij voor de medicijnen en de reis
kosten vergoeding beeft ontvangen, doch voor
de behandeling nam hij niets.
Bij den veehouder JS. Bouma is hij een
maal geweest. De heer Ambtenaar vertelt
bekl., dat hij daar ook niet weer heen behoeft
te gaan, want die patient is reeds dood. Daar
de dooden niet kunnen getuigen, zelfs niet
voor of tegen een wonderdokter, blijft de
getuige G. Wenning over. Deze verklaart,
dat bekl. zijn vrouw heeft onderzocht, en dat
hij daarna tot de ontdekking was gekomen,
dat zij water tusschen vel en vleesch had en
aan lidziekte lijdende was. Hij gaf een
drankje in een half fleschje waarvan 3 X
daags een half kopje moest worden ingeno
men. De kosten waren50 cents vergoeding
voor de reis en 75 cents voor het drankje.
Op de vraag of het drankje had geholpen
moest getuige ontkennend antwoorden, want
zijn vrouw was nog niets beter.
De heer Kantonrechter geeft dan ook zijn
bevreemding te kennen, hoe men zulk een
kwakzalver zijn vertrouwen kan schenken.
Daardoor wordt menigeen in ’t graf geholpen,
daar, wanneer men zich eindelijk tot een
werkelijken geneeskundige wendt, het dikwerf
dan te laat is, terwijl bekl. een gestreng
reprimande ontvangt, wijl hij misbruik maakt
van de goedgelovigheid zijner patiënten.
Bekl. zegt, dat hij de medicijnen moest
koopen en die ook weer in rekening bracht,
en tevens dat hij de menschen niet opzocht
maar de menschen hem.
Van den inspecteur van het geneeskundig
staatstoezicht in Zuid Holland alsmede van
den burgemeester van Alphen is bericht in
gekomen, dat bekl. niet behoort tot de ge
neeskundigen, en de eisch luidt f 1Q0 boete
of 30 dagen hechtenis.
17. Toen in den namiddag of, de dagen
zijn dan kort, in den avond van den 29 Nov.
de rijksveldwachter nabij Makkum op den
zeedijk stond, hoorde en zag hij schieten in
het land nabjj dien dijk. Hij kon een per
soon met grijze kiel onderscheiden en hield
dien in het oog en bij onderzoek, er stonden
daar meer menschen op den dijk te praten,
bleek hem dat J. de B. van Ferwoude het
schot had gelost op een rotgans.
Beklaagde zegt, op dien avond buiten den
dijk op een rotgans te hebben geschoten,die uit
zee kwam vliegen en hij deze, toen die was
aangeschoten nog wat hagel heeft nagezonden,
doch de veldwachter kan onmogelijk verze
keren dat hij in het land heeft geschoten
want het was te donker om het te zien.
H. Meijer als getuige, verklaart dat hij
naar bekl. die den aangeschoten vogel nazat
is gegaan om dezen te waarschuwen, dat de
politie in aantocht was. Hij moet ook zeggen
dat de veldwachter den persoon niet met
zekerheid kan hebben herkend. Hij kon ver
moeden, maar niet stellig zeggen, dat het
Jakob was, die geschoten had.
Den veldwachter is bij onderzoek gebleken
dat hij de juiste persoon heeft geverbaliseerd.
Eisch f 3 of 3 dagen hechtenis met last
tot uitlevering van het geweer of f 10,
bij niet voldoening te vervangen door een
hechtenis van 10 dagen.
Beklaagde vraagt ten slotte hoeveel dit
zaakje hem nu moet kosten, en toen hem
wordt herhaald dat de eisch samen f 13 is,
valt dit hem blijkbaar niet mee.
18. P. N. te Bolsward liep den 24 Nov.
met een dubbelloops geweer in het land nabij
de stad, toebehoorende aan den heer W.
Mulier. De politie sloeg dit jachtbedrijf uit
de verte gade, en hoewel hij geen schot heeft
gelost, werd hij, als jagende zonder acte en
zonder vergunning, bekeurd.
Eisch 2 maal f 3 boete of 2 dagen voor
elke boete, benevens f 10 voor het geweer
subs. 10 dagen hechtenis.
19. In den nacht van 23 op 24 Nov. zagen
2 rijks veldwachters, die op surveillance waren,
dat omstreeks halfeen een persoon een in hun
nabijheid liggend woonschip verliet, en het
veld inging. Op dat uur van den nacht het
veld ingaan, dat kwam wat verdacht voor,
en niet lang daarop hoorden zij een schot
in de richting, waarin die persoon verdwenen
was. Later werd nog een schot gehoord en
’s morgens omstreeks half vijf in hunne na
bijheid ten derdenmale. Toen ging het er
op los, en zij konden den persoon D. F.,
gedom. te Leeuwarden, den bewoner van
het daar dichtbij zijnd woonschip goed onder
kennen, evenwel konden zij niet bij hem
komen, want een opvaart scheidde hen. Toen
zij langs de brug daar kwamen, was de
persoon verder getrokken, evenwel ontdekten
zij in het andere land iemand, die op den buik
lag. Een breede sloot maakte andermaal de
nadering onmogelijk. Den daaropvolgenden
dag stelden zij een nader onderzoek in, en
vernamen zij van een arbeider, dat bekl.
daar ’s voormiddags een enkelloops geweer
uit de opvaart had opgevischt. Zij gingen
daarop naar het woonschip, namen het geweer
in beslag, en heden staat hij terecht wegens
jagen bij nacht, zonder acte en zonder ver
gunning.
Eisch 2 maal 7 dagen hechtenis en ver
beurd verkl. van het geweer.
20. F. L. te Sexbierum is jager en jaagde
den 23 Nov. te Edens eerst in land van de
Herv. Kerk te Spannum en later in een
perceel van Mr. F. J. van Eijsinga te Leeu
warden, waartoe hij geen vergunning had.
Het getal 13 wordt dikwerf als een on
geluksgetal beschouwd.
In een gezelschap van 13 personen te zijn
heeft zijn bijzondere gevaren, wijl een daar
van het gelag moet betalen en niet lang
meer zal leven. Nu deze ontdekking een
maal is gedaan, valt er weinig tegen te
redeneeren. De wetenschap mag het tegen
spreken, verstandige menschen mogen er
schouderophalend om glimlachen, de zaak
blijft er dezelfde om. Dertien staat nu een
maal in een kwaden reuk, en dus blijft het
een ongeluksgetal. Deze gedachten schoten
ons te binnen, toen wij de datums opteeken-
den van de 3 eerste strafzaken.
1. F. F. te Wommels was den 13en Nov.
in zijn dorp in abnormalen toestand en was
zoo ongelukkig de politie te ontmoeten. Hij
kreeg toen een proces en heden wordt f 2
boete of 2 dagen geëischt.
2. L. St. te Workum was dienzelfden
dag in zijne woonplaats ook in een toestand,
dat hij te veel aan Bacchus had geofferd, en
het ongeluk voerde ook hem de politie in
de armen.
Eisch f 2 of 1 dag.
3. H. V., gedomicilieerd te Sandfirden,
was op dien noodlottigen 13en Nov. ook te
Workum wat buiten koers en... natuurlijk
was een proces het gevolg.
Eisch f 1 of 1 dag.
Men ziet het, de 13e is voor dronken lui
een ongeluksdag, en wij vermanen dus allen
ernstig zich op dien datum terdeeg in acht
te nemen, want drie bovenstaande feiten
bewijzen genoegzaam, dat men er dan inloopt.
4. M. A. te Workum, heeft den 17en
Nov. een aschbak omgeschopt, zoodat de
inhoud over de straat viel. Bekl. is 12 jaar
en ’t is dus als een jongensstreek, wij mogen
wel zeggen als een kwajongensstreek te
beschouwen, maar zulke jongensstreken val
len onder het bereik van de strafwet.
De getuige S. Dijkstra heeft het feit zien be
drijven en bevestigt dus het door den agent
opgemaakte procesverbaal.
Eisch f 2 of 2 dagen.
5. S. B. te Bolsward werd den 15 Nov.
dronken in de Kerkstraat aangetroffen en...
’t was een oude bekende der Justitie, zoodat
nu f 10 boete of 3 dagen hechtenis tegen
hem wordt geëischt.
6. J. Kr. te Bolsward was den 14 Nov.
ook weer eens over zijn bier. Hij was dit
maal zoo zwaar geladen, dat de politie, die
hem op de Groote Kampen ontmoette, het
raadzaam oordeelde hem in het bureau te
brengen, te meer, wijl hij zonder woning was.
Daar bet reeds de 3e herhaling is, voor
een dergelijke overtreding, wordt 14 dagen
hechtenis geëischt.
7. J. W. E. te Cubaard was nabij zijn
dorp met een dubbelloops geweer in het
land. Hij schoot op eenden en de politie,
die hem in de verte gadesloeg, zag dat de
polsdrager de beweging maakte, alsof hij
een eend uit de sloot haalde.
De agent ging er toen op los, en daar
deze jager geen permissie in dat land had,
werd hij bekeurd.
Eisch f 6 boete of 3 dagen hechtenis en
bovendien f 0,50 voor de geschoten eend of
1 dag.
8. R. P. V., H. E. de V. en S. D. de
V. allen te Warns waren den 15 Nov. met
een zegen aan het visschen in het water „de
Oude Karre.“ Koob Knobbe en Klaas
Knobbe waren getuige van deze daar onge
oorloofde visscherij en gaven er de politie
kennis van. Bekl. hebben den veldwachter,
die de zaak onderzocht, bekend dat zij daar
gevischt hebben met de zegen.
Eisch voor elk f 5 boete of 2 dagen hech
tenis.
9. H. D. de V. en J. J J. te Kimswer J,
zaten den 14 Nov. in een gezelligen kring
rondom de kachel van den kastelein Unia
te Kimswerd. Toen ’t elf uur sloeg, was
’t taptoe en de politie kwam waarschuwen.
Deze beide beklaagden hadden evenwel nog
geen lust in heengaan. Zij maakten volstrekt
geen haast en de le voegde den agent o. a.
toe: „Wij weten wel, hoe laat het is, en
gaan er uit als ’t ons past." waaraan de
andere toevoegdeW ij gaan er nog niet
uit hoorals wij er voor in de kast moeten
is nog niet zoo erg, want het kan ons tegen
woordig wel wachten/
Toen de agent een kwartier later weer
terugkwam, waren deze twee nog in druk
discours en andermaal verkozen ze niet
heen te gaan, zoodat hen procesverbaal moest
worden aangezegd,
Omstreeks half twaalf waren zij op straat
en maakten vrij wat drukte, en toen die
agent hen weder naderde, werden zij nog
lastiger en maakten zoo’n rumoer, dat het
als verstoring der nachtrust moest worden
aangemerkt. Vloeken, razen en schelden geen
gebrek. Zij beweerden met kracht en klem,
dat zij niet dronken waren. De eene zei
o. a. „Ik heb slechts 10 borrels op en om
een stamper in te hebben, heb ik nog wel
10 noodig.“
De getuige Mej. J. Unia, bevestigt, dat
beklaagden niet op aanmaning van de politie
wegwilden, doch spoedig daarna zijn heen
gegaan. Van de drukte op straat wist zij
niets, want zij heeft, toen bekl. waren ver
trokken, terstond de deur gesloten.
Eisch tegen elk 3 geldboeten van f 3 of
2 dagen voor elke boete.
10. Den lien Nov. St. Maartensdag, waren
des avonds vele kinderen met St. Maartens
op straat en dit werd toegestaan, doch F.
H. te Bolsward liep met een brandende flam
bouw en ondanks de waarschuwingen der
politie, viel hij hiermede zelfs voorbijgangers
lastig. Hij werd dus bekeurd, en de eisch
is f 1 of 1 dag.
11. J. H. te Nijega (II. O. en N.), had
den 23 Nov. een jongen beneden 16 jaren
in zijne bakkerij aan het werk. De baas
had evenwel geen arbeidskaart en geen lijst
in de werkplaats. Toen de politie hiernaar
een onderzoek instelde, volgde dus een be
keuring, want hoewel de baas beweerde dat de
jongen hem slechts een week of drie in den
drukken tjjd voor St. Nicolaas hielp, wascht
dit het water van den Oceaan niet af. Zelfs
voor één dag moet, als men een jongen aan
het werk heeft, een arbeidskaart en lijst
aanwezig zijn.
Eisch 2 maal f 3 sub. 2 dagen voor elke
boete.
12. A. S., gedom. te Leeuwarden, ver
bleef' met zijn woonschip in een opvaart der
Leeuwardervaart, en voldeed niet aan het
bevel van de politie om te vertrekken.
Eisch t 2 of 2 dagen.
13. D. F. te Workum voer als gezag
voerder eener stoomboot den 26 Nov. in de
Workumervaart met een praam onmiddellijk
achter de boot, inplaats van op 25 meter
afstand. Nu wilde het noodlot (let wel ’t is
No. 13!) dat de marechaussees en de briga
dier in de nabijheid waren, en hoewel er al
gauw een man van de boot op de praam
sprong, de afstand was zoo spoedig niet in
orde te krijgen en de overtreding werd ge
constateerd. Bekl. had voorgegeven dat hij
bang was dat het touw zou breken, en daarom
had hij de praam aan een kettingdoch de
ketting was te kort en de eisch luidt t 15
of 5 dagen hechtenis.
14. Begin November werd bij een kaste
lein te Oosterzee door een man en vrouw,
die met een scharenslijperswagen rondreisden,
de goede orde verstoord, en door de politie
was procesverbaal opgemaakt tegen dezen,
die voorgaven te heeten Jan en Jantje Akker
man te Leeuwarden, zijnde broeder en zuster.
Reeds terstond werd vermoed, dat deze namen
niet juist waren, en eenige dagen daarop
werd dan ook de marechaussee, brigade
Sloten, belast om die beiden op te sporen.
De wachtmeester ging den 19 Nov. in de
richting Oudega, doch daar gekomen, waren
de bewusten hier wel geweest, maar reeds
verder getrokken, vermoedelijk naar Bols
ward. Den volgenden dag dus op Bolsward
los, maar neen, ze waren hier niet. Toch
was het bezoek aan dit bureau niet vruch
teloos, daar een der agenten alhier uit bet
signalement en verdere inlichtingen, dat het
bewuste tweetal denkelijk Homme en Ytje
genaamd was, in hen een paar oude bekenden
vermoedde. Toen de wachtmeester daarop in
Wonseradeel zijne nasporingen voortzette,
werden zij met oehulp der marechaussees te
Witmarsum op de laan bij Gaast aangehouden
en naar de kazerne meegevoerd en daar ver
hoord. Edoch zij wisten van Oosterzee niets
af, zij heetten niet Akkerman, hun naam was
Slijper, zij waren wel broer en zuster, zjj
reisden ook met een schareuslijp, doch in
Oosterzee waren zij niet geweest.
De agenten lieten de verdachten evenwel
niet los, maar lieten ze in het arrestanten
lokaal logeeren, en de wachtmeester kwam
er den volgenden dag mee naar hier ter
confrontatie. In het bureau werden ze door
een der agenten terstond herkend, hoewel
zij hun bewering volhielden. Die agent wist
echter hun doopceel te lichten door hen aan
te toonen, dat hij hen voor 18 jaar reeds
kende. Hij wist hun te zeggen in welk huis
te Leeuwarden zij geboren waren, hoe hun
ouders heetten, en gaf hun meerdere narich
ten over hun familie. Toen zij dan ook inza
gen dat zjj waren herkend, en verder liegen,
hun toestand slechts nog erger zou maken,
Bolswardsche Courant