NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARI) EN WONSERADEEI.
r
No. 11. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
VOORBIJ.
ZONDAG 6 FEBRUARI.
BINNENLAND.
L
VOOB
f.
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
zoo was... en
die gedachte
En hij zou
voorby...
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
„Geachte mejuffrouw®... Dat ondertee-
kend door zijn hand... O, maar als hij om
zoo iets, waar zij geheel schuldeloos aan
was, haar afschreefdan had hij haar nooit
liefgehad... En in nieuw opkomend gesnik,
hartstochtelijker dan straks
„Neen, neen, duizendmaal neen, hij had
gelogen gehuicheld... O, God... wat vree-
seljjk... En ze had hem zoo lief... zoo lief...
zoo lief...
O God... het was haar schuld... Ja ja...
maar, wat had ze dan toch misdaan Ze
wist het niet... Ze voelde, dat ze hem niet
zou vergeten nooit... nooit... maartege
lijk voelde ze, dat ze in al haar smart zich
nooit zou buigen, om naar hem toe te gaan
en zich met hem te verzoenen. F
nooit meer terugkomen. Het was
voorbij
Leeuwarden,3 Febr. Gisteren arriveer
de alhier met den middagtrein een net ge
kleed heerschap, voor wieu een gesloten
rijtuig aan ’t station gereed stond, waarin
hij plaats nam, met twee lakeien in politie-
uniform achterop in weer en wind gezeten.
Mijnheer binnen-in stapte uit aan... de ge
vangenis, waar hij zeven jaren zal hebben
uit te zitten, wegens diefstal ten nadeele
van eene juffrouw aan de Turfmarkt te
’s-Gravenhage, nadat hij haar eerst had
bedwelmd.
Sloten, 2 Febr. Ten gevolge den hevi-
gen wind geraakte hedenavond de stoom
boot Stad Sloten buiten het vaarwater en
in het „Oost® van het meer aan den grond.
Niet zonder moeite werden de passagiers
door middel van een jol door de gebroeders
M. en F. van Dijk hier aan wal gebracht.
De pogingen om de boot los te krijgen,
bleven tot heden vruchteloos, zoodat de
wekelijksche reis naar Leeuwarden niet kon
doorgaan.
Ooststellingwerf, 3 Febr. Voor de
boeren, die thans biggen te verkoopen heb
ben, is het eene goede tijd. Men besteedt
voor 5 weeksche biggen van f 7 tot f 9,
een prijs, die zeker zeer hoog mag genoemd
worden. Ook de varkens zijn prijzig, maar
ongelukkig is er nu niet veel te verkoopen.
De voordeelen, welke de varkensteelt in de
laatste jaren opleverde, maar die nu eeni-
gen tijd zeer begonnen te slinken, werden
dus weer grooter. De aanfok van biggen is
hier thans belangrijk.
Echten, 3 Febr. Bij de gisteren alhier
gehouden voorloopige veiling van de boer
derij en landen, groot 117 pondemaat, van
T. de Boer alhier, waren zeer weinig ge
gadigden opgekomen en werd in het geheel
slechts de som van f 8861 geboden.
Hepk. Adv. BI.
Zuidwesthoek, 2 Febr. Sedert enkele
weken is het hoornvee op vele boerderijen
alhier in erge mate lijdende aan diarrhé,
waarmee zwakte in de pooten gepaard gaat.
Enkele zijn er ree^a aan gekorven. Deze
potje gember. N. Gr. Ct.
Door den aanhoudenden storm uit het
Noord-Westen heeft de Friesche en Over-
ijselsche kust het hard te verantwoorden
gehad. Op verscheidene plaatsen, steeg het
water ver boven A. P. Bij de Lemmer,
waar de peilschaal 22 dM. 4- A. P. aan
wees, is het buitendijks gelegen land geheel
onder water geloopen en kon niet geschut
worden, waardoor het verkeer op Amsterdam
is gestaakt. Te Genemuiden, Blokzijl en
omstreken steeg het water zelfs 12 voet
boven den gewonen stand, zoodat het noodig
geoordeeld werd een kanonschot te lossen
ter waarschuwing der bewoners van het
binnenland.
In Zwolle liepen verscheidene straten
onder. Sommige huizen waren zelfs alleen
per roeiboot te bereiken. Omstreeks 5 uur
begon het water, toen de wind ging liggen,
langzaam te dalen.
werkte de zachte dansmuziek en prikkelde
de wijn.
Ooquetterie zwaaide met bevallige hand
den kleinen tooverstaf... Ook boven Louise’s
blond kopje...
Waarom... o, waarom was hjj gekomen,
de jonge officier, met z’n fraaien blonden
knevel en z’n blauwe droom-oogen, die haar
zoo liefde-vragend aanzagen
Waarom had ze met hem gedanst, waar
om had haar hoofdje zich meer dan noodig,
op zijn schouder gebogen, waarom... o...
God... bestaat in een menschenhart dat
willooze overgeven aan een momenteelen
invloed?...
Het was haar als lief-mooi gezang ge
weest, dat zacht-gedempt spreken. Ze had
geluisterd, leunend in z’n armen tot... hij
gezegd had, haar lief te hebben. Wat was
ze geschriktals iets zwaars had ze het
in haar hart voelen neerdalen... iets heel
zwaars, dat te zwaar werd toen ze George
voor zich zag staan met een heel ernstig
gezicht.
Ze had gemeend te zullen bezwijmen en
eene neiging gevoeld om tegen hem aan te
rusten, in angstig wachten, naar wat hij
zou gehoord hebben.
„Louise, je zult kou vatten...® Als iets
uit de verte had ze deze woorden gehoord,
toen had ze zich een sortie om de bloote
schouders voelen slaan en bevend van ziele-
angst, voor wat komen zou, had ze z’n
i arm genomen
door GERARDA H
greep z’n hand in haar kleine, kuste ze en
trachtte warmte te brengen in dat als uit
marmer gehouwen beeld. Ze drukte ze tegen
de gloeiende wangen en terwijl hare oogen
zich smeekend naar hem ophieven, prevel
den hare lippen, angstig-trillend
„V ergeef me, George vergeef me... ver
geef me®.
Dan boog zich langzaam z’n hoofd, zijne
mooie, diep-blauwe oogen drongen door de
hare en kregen een minder kouden blik.
Zijne handen hadden eindelijk den druk der
hare beantwoord en de verzoeningskus had
hare lippen de gewone tint hergeven.
Moede verborg ze het hoofdje aan zijn
breede borst en zijne zachte woorden dreven
de angstige rimpels haar van het voorhoofd
Op de sofa, trillend van smart snik
kend alsof het hart haar breken zou...
Louise... Voorbij... voorbij.
Wat was het een mooie zomer geweest.
Mooi door zijn heerlijke liefde, die haar in
al zijn kracht behoedde voor de scherpe
kanten van het leven, die haar zouden
komen wonden.
Zij, dartel als een jong poesje, zich be
hagelijk overgevend aan haar heerlijk geluk,
moest menigmaal in bedwang gehouden
worden en dan was hij er, die, de armen
beschermend uitstrekkend, haar opving.
Dan drukte ze het lachend gelaat tégen
hem aan en rustte zoo heerlijk... zoo goed...
De zomer ging en donkere herfstavonden
waren gekomen, waarop de deuren der wa
randa gesloten bleven en de bladeren een
wilden rondedans op den houten vloer
maakten.
De salons werden geopend en straalden
in den schitterenden glans van het kunst
licht.
Als vlinders bewogen zich schoone ge
stalten in zacht, mollig wit. Bedwelmend,
Hè,... en tot zich zelf teruggekeerd, hief
ze de armen hoog boven het hoofd.
Hè als dat eens
ze ademde diep, als wilde ze
woorden, kussen, opvangen.
O, God, o, God... het is immers mijn
schuld, mijn groote schuld, dat dat mooie,
heerlijke beeld onmogelijk maakt...
Daar, daar... Ze stond opgewonden op
om het hoofd tegen de koude glazen deuren
te drukken... Daar heeft hij het mij ge
zegd, nog geen jaar geleden...
Toen was het lente geweest. Diep-blauw
was de hemel en fluweelachtig groen het
grasperk voor ons huis. Teere, kleine blaad
jes waren uit den knop gesprongen en
George bracht mij de eerste viooltjes.
Daar., en ze poogde door het duistere
kille regenfloers te dringen, om de plaats
te zien.
Daar... ging hy zitten, in dat mooie
hoekje, waar men zoo heerlijk op den witten
rijweg kan zien, waar de boomen fluisterend
zich tot elkaar overbuigen.. Daar... en ik
zat op het voetkussen voor hem, het hoofd
tegen zijn knie geleund, de oogen op zijn
lief gelaat gevestigd.
Luister... daar klinken nog de diepe,
ernstige tonen van zijn stem mij in de
ooren...
„Je bent mooi, Louise. Je donker-bruine
kijkers zijn vol uitdrukking en worden
prachtig overschaduwd door de lange,
zwarte wimpers.
„Je gelaat, dat zacht als een donzen per
zik is en waarvan ik zoo gaarne de mooie
ronde tint gade sla. Je lippen zijn als ge
maakt om te kussen en je blond haar om
lijst dat alles met een gouden gloed, tril
lende van licht.
„Zoo mooi ben je, Louise...
„Je zult er velen ontmoeten in je leven,
die je zullen begeeren.
„Wil je je van die allen afwenden en
wil je mij trouw beloven?
„Mjj, den in ondervinding streng gewor
den man, die zijn eischen zeer hoog stelt,
die het leven opneemt in den ernstigen zin,
waarin het waarlijk bestaat, die...®
Met een kus had ze de lippen gesloten,
waarmee hij zich zelf zoo streng oordeelde,
maar hij had haar zachtkens teruggehouden.
„Louise... beloof je mjj... nooit in dar
telen overmoed te spelen met een hart,
dat zich in jeugd en liefde tot je neigt...
nooit hen tot hartstocht te zullen aanvu-
ren, die je niet zult kunnen toebehooren
„George®... Trillend had haar stem ge
klonken... „ik beloof je alles... George, ik
heb je immers lief... Ik beloof je...“
Toen had ze niet verder kunnen spreken.
Hij was ook zoo ernstig geweest en ze had
de oogen vochtig voelen worden
Dat was het begin geweest van haar ge
luk, haar groot geluk, dat ze met volle
teugen had ingeademd, als was het nood
zakelijk geweest voor het leven
„ziekte® die ongeveer een week duurt, wordt
als een gevolg beschouwd van het mond
en klauwzeer.
Gaasterland, 2 Febr. Sedert eenigen
tijd begint men zich hier meer en meer toe
te leggen op de hoenderfokkerij. Ziet men
bij enkelen meer dan 10Ü stuks, velen be
zitten 50 tot 80 kakelaars. Volgens hen, die
nauwkeurig aanteekening gehouden hebben,
kan een kip, bjj zorgvuldige behandeling,
jaarlijks ongeveer f 1.50 zuiver voordeel
afwerpen. Er is dus nog wel iets mee te
verdienen.
Makkum. De Heer J. Nagtegaal, Rijks-
ontvanger alhier, is in gelijke betrekking
benoemd te Groesbeek.
Gistermorgen werd door de gemeente
politie van Veendam te Winschoten, gevan
kelijk binnengebracht F. van D., 22 jaar,
dienstmeid te Veendam, verdacht van kin
derdoodslag gepleegd op 24 Jan. j.l.
Toen Donderdagavond 7,50 de trein
voor Amsterdam aan het station D. P.
te Rotterdam arriveerde, wierp plotseling
een 20 jarig meisje G. G. genaamd, dat
eenige oogenblikken te voren op het perron
had gewandeld, zich eensklaps voorden trein.
De locomotief en vier wagens gingen over
haar heen, ofschoon de machinist op de angst
kreten van het publiek direct stopte.
De wagens moesten worden afgekoppeld
om het deerlijk verminkte lichaam er tus-
schen uit te halen. De beide beeneneneen
arm bleken afgereden, het lichaam open
gereten en deerlijk gehavend.
Dokter Broes van Donk verleende de
eerste hulp, waarna zij per brancard naar het
ziekenhuis werd vervoerd. Daar overleed zij
na een vreeselijk lijden omstreeks 10 uur.
De kantonrechter te ’s Gravenhage
veroordeelde tot f 40 boete den bierhuishou
der, in wiens gelagkamer sterke drank was
getapt, zonder vergunning, aan twee schrij
vers bij de politie, die zich als studenten
voordeden.
Woensdagmiddag bracht de deputatie
uit de werkloozen te Dordrecht andermaal een
bezoek ten stadhuize, waar zij thans door
den burgemeester werd ontvangen. Op de
vraag of van gemeentewege aan de werk
loozen werk kon worden verschaft, en zoo
niet, of dezen dan met geld of levensmid
delen door de gemeente konden worden
gesteund, antwoordde de burgemeester ont
kennend.
Het houden eener collecte langs de hui
zen der ingezetenen werd echter door den
burgemeester voor ditmaal, maar voor dit
maal ook alleen, toegestaan. De collecte zal
gedurende drie dagen plaats hebben en
heden zal er mee worden aangevangen met
gesloten bussen.
Naar de D. Ct. verneemt ligt het in de
bedoeling, de te ontvangen giften a.s. Zater
dag in het Werkmansgebouw te verdeelen
naar evenredigheid van de hoegrootheid der
gezinnen. Het aantal hoofden van gezinnen
die zonder werk zijn, wordt op 150 begroot.
’t Was in de Hofstraat te Groningen,
dat gisternacht een heer bij zijn thuiskomst
tot de vreeselijke ontdekking kwam, dat in
de vensterbank een voorwerp was nederge-
legd van zeer verdacht voorkomen, ’t Was
een bijna bolvormig potje met overslaand
deksel en er zat een hengeel aan met een
vrij lang touw. De heer riep de politie en
onder aanmaningen tot uiterste voorzichtig
heid liet hij den agent het akelige ding
meenemen naar het bureau. De dienstdoende
inspecteur, die niet zoo bevreesd was, be
keek het van alle kanten en besloot einde
lijk den pot te openen. Het deksel werd
weggenomen en met een klein sissertje
wipte daarop een stop eraf.
Bij inspectie van den inhoud bleek de
dynamietbom te zijn een half geledigd
I roevig, met eentonig getiktak, waai-
Tjh den de regendruppels tegen de rui-
jnflf ten van de glazen deuren der waran-
Gy da. Daar bleven ze in loome rust
hangen, tot hare zusters, in grooten
getale uit de grauwe lucht nederdalend,
haar dwongen plaats te maken. In lange
rijen vereenigd, tot dikke stralen aangroei
end, aanvaardden ze te zamen den weg
naar beneden en rolden, zacht kletterend,
op de weeke bladerenmassa, die op den
houten vloer der waranda het overblijfsel
van het mooie zomer-groen uitmaakte.
Twee donkere, droefstaande oogen sloe
gen dit herfstspel gade, tot ze moe werden
en zich sloten. Een blond hoofd boog zich
zachtkens naar beneden en twee kleine
handen kwamen te hulpe, om het te onder
steunen. Toen hoorde men langen tijd niets
dan een onderdrukt snikken. Kort en af
gebroken, als uiting van diepe smart.
Kleine lichtvonken, afkomstig van den
gloed uit den haard, speelden in de blonde
haren verstoppertje en tintten hier en daar
tot goud.
Sommige kusten brutaal het bleek ge
laat en de zenuwachtig daar tegen aan ge
drukte handjes.
Als voelde het neergebogen kopje die
zachte aanraking, zoo hief het zich op en
zagen de treurige kijkers van onder de
lange wimpers. Een paar heldere droppels
hingen daaraan als paarlen.
Nog ééne diepe, langgerekte zucht en
driftig de blonde haren naar achter schud
dend stond ze op. Haar slanke gestalte
teekende zich in lange lijnen op den wand.
Opgewonden, met bevende handen, greep
ze den voorlaatst ontvangen brief en ging
er mede naar de tafel terug. Met spotten
den, korten lach het papier gladstrijkend,
legde ze hem naast een anderen bode, welks
regelmatige ronde letters dezelfde hand
had neergeschreven.
Toen bemerkte ze, dat het donker was
geworden en stak de kleine lamp aan, die
daarna een zacht rooden gloed over het
papier deed vallen.
Ze schoof haar stoeltje vlak voor de tafel
en weer boog zich het mooie hoofd, maar
ditmaal niet met gesloten oogen.
In driftige haast vergeleken de nu schit
terende blikken, de daar voor haar liggende
woorden en zacht prevelden hare lippen:
„Aangebeden Louise® en daarna in kouden
doffen klank: „Geachte Mejuffrouw...®
Hu... en ze huiverde.. Hoe was het ge
komen... Waarvan dat wreede, koele nood
lot, dat haar in de armen had gesloten en
met zijn giftigen adem haar geluk gedood
had... Gedood... daar stond het... Als een
zwarte sluier bedekten de letters het witte
papier alsof het rouwde over haar gestor
ven liefde.
Als zich die donkere gordijn maar even
wilde breken en ze met een enkelen blik
er achter mocht zien... O, dan zou ze zich
nog eenmaal verzadigen aan den aanblik
van het dierbaar gelaat, dat zeker een ern
stige vastberaden uitdrukking getoond had,
vóór de bezitter er van deze woorden had
doen geboren worden.
Maar ze bleef gesloten. Als scherpe pijlen
boorden ze haar in het hart, de strenge,
onverbiddelijke letters. Dan weer richtten
zich de oogen op die van den anderen brief,
die zoo welsprekende tolken van een feeder
liefhebbend hart.
Ze kuste de woorden die haar zoo dui
delijk zyne liefde weergaven.
Zijn hand had daar gerust, terwijl de
pen over het papier was gegleden. Zijn
hoofd had zich gebogen en zijne lieve oogen
hadden ze nagestaard, die welbekende tee-
kens, als ze in regelmatige rondingen hare
plaats innamen.
En weder kuste ze het papier, vurig,
hartstochtelijk, als verwachtte ze, dat ze
zouden spreken en haar fluisteren van hem,
dien ze. verloren had. O, God... verloren.
en beide handen hielden het papier kramp
achtig vast en verwrongen het in een zenuw-
achtigen druk... O, God, het is niet moge
lijk, het kan niet... Neen, neen,... neen!
en ze schrikte van haar eigen stem, die
hol en vreemd klonk, als een doodsklank.
Met afwerende handen en gesloten oogen
wendde ze het gelaat af en verborg het in
den arm, die zich om de leuning van den
stoel legde.
Daar vertoonde zich een heerlijk, godde
lijk beeld... aan hare phantasie. Het was
George, in zijn groote, strenge gestalte, die
zich voor niets boog, voor niemand, dan
voor haar, voor niets, dan voor zijne liefde.
Wj stond vóór haar( hoog opgericht. Ze
r.
Bolswardsche Courant
r»