NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLS WAR» EN WONSERAOEEL I i No. 13. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898. g ZONDAG 13 FEBRUARI. 5 BINNENLAND. I VOOB Uit het leven eener straatdievegge. wekte hij zijne toehoorders krachtig op, om haar bedrijf uit. L ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. I ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Makkum. Uitgenoodigd door de leden van de sociteit „Eendracht* alhier, traden eenige leden van Pingjums rederijkerskamer op voor een groot getal inwoners van deze plaats. De zaal van de logementhouder Schotanus was geheel gevuld. Verschillende stukken ernst en luim, Hollandsch en Friesch werden tot genoegen van de aanwezigen ten gehoore gebracht. Wij kunnen dan ook niet nalaten een woord van dank te brengen aan de Pingjummers, voor den genotvollen avond ons geschonken. Zij hebben getoond leden te zijn van eene zeer goede kamer, die over uitstekende krachten kan beschik ken. Tevens onzen dank aan de leden der so citeit voor hunne uitnoodiging. Een geanimeerd bal besloot dezen avond. f Wanneer de werkzaamheden aan de paardentram MakkumHarkezijl zoo goed vorderen als deze week, zullen de inwoners deze plaats met Mei a. s. per tram vervoerd kunnen worden naar Witmarsum. ’t Is voor de werklieden te hopen dat het weer gunstig blijft, dan kunnen ze vrij zeker een aardig loon verdienen. f Pas is de besmettelijke ziekte „rood vonk* geweken of op vele voormuren leest men nu „Besmettelijke ziekte mazelen.* In de laatste drie dagen hebben er zich 21 verschillende gevallen voorgedaan. Wan neer de ziekte in die mate toeneemt, zullen voorzeker de scholen, alhier, spoed/g ont volkt zijn. o zoo’n honger, en als ze dan tegen den avond door de helverlichte straten liep en daar al dat moois zag uitgestald in de win kelkasten, dan kwam er een gevoel over haar van haat tegen de mensehen, van haat tegen de wereld, van haat tegen zichzelf. Waarom hadden al die mensehen, die haar voorbij gingen, zulke vrooljjke gezich ten. waarom zagen die mensehen er zoo netjes gekleed uit'? Waarom dat alles? Haar ziel kwam in opstand. Waarom moest zjj dat alles ontberen Ze noemde het een groote onrechtvaardigheid. Ze maakte ken nis met dieven, met lange bleeke jongens, die er smerig uitzagen, met jongens, die er hun nachttaak van maakten, bij de in gezetenen der stad te stelen, in te breken. Ze maakte kennis met de Amsterdam- sche zakkenrollers, kleine jongens, nog kinderen, met een zak in hun kiel, waar van de voering losgetornd was. Ze had deze jongens gevraagd, waarvoor dat diende. En ze vertelden het haar. Dat was om, wanneer ze gesnapt werden bij hun „werk*, de portemonnaie, terwijl ieder kon zien, dat ze de handen in de zakken hielden, heimelijk op den grond te laten vallen. Ze was er verrukt over, wat een ver nuft Zij wilde het vak ook leeren. Ze ging mee met de jongens naar hun woning in de Pieter Jasobstraat. In het logement de Kroon was het, dat Cornelia kennis maakte met beruchte boeven en inbrekers als Bro- met, Harry van den Berg, de Lehnsfeldt, enz. enz. Ze werd in de geheimen van het „vak* ingewjjd. Men sprak haar over de „paneelzagers*, over den beruchten La- vertu, over de „jongens van het zwarte nest*, kortom, het waren gansche verhalen, die zij met bewondering aanhoorde. De jongens vonden haar mooi, ze zoch ten haar overal. Op stille grachten of in portieken liet ze zich omhelzen, vooral een jongen, „Krullejan* geheeten naar zijn mooien krullenbol, zat haar overal op de hielen. En ze hield wel van hem en toch, hij had reeds 2 jaar gezeten en 3 jaar op den Kruisberg vertoefd. „Daar hadden we fijn logies* zei „Krullejan* vaak tegen haar en hij noemde haar altijd „Snoetje* om den eigenaardigen vorm van haar bovenlip. Cornelia werd onder het boevengilde op genomen. De naam „Snoetje* werd weldra algemeen. Op zekeren nacht werd „Snoetje* er op uitgezonden met nog drie jongens, allen nieuwelingen in het vak van nog geen vijftienjarigen leeftijd. Snoetje was ook in jongenskleeren, dat stond haar wat goed, haar mooie krullebol ging juist even schuil onder de groote achtkantige pet. Het melkhuis in het Hortusplantsoen had men gekozen om er den slag te slaan. „Snoetje* kende de afsluiting van het huisje, ze was er vaak geweest en bad toen een praatje gemaakt met de zetjuffrouw, een aardig menseh, die haar alles vertelde. ’t Was een zoele zomernacht en metz’n viertjes toog men op weg. „Snoetje* wees den jeugdigen dieven, hoe ze te werk moes ten gaan, hoe ze het slot met een stoot van den beitel moesten doen springen. De geheele inventaris van het melkhuisje, cho- coladetabletten,stukken rostbeaf, limonades, sigaren enz. alles werd medegenomen. „Snoetje* rookte een fijne sigarette, spoelde eenige fleschjes limonade naar binnen en gaf op echt strategische wjjze hare bevelen. In het bovengenoemde logement werd alles opgeborgen, men richtte daar nog denzelfden nacht een prachtigen maaltjjd aan. „Snoetje* was daarbij dronken gewor den en in haar jongenspantalon sprong ze door het lage vertrek en liet zich door alle jongens flink zoenen. Eenige maanden later werden de dieven gesnapt en wegens hun jeugdigen leeftijd door de rechtbank opgezonden naar een Rijksopvoedingsgesticht. „Snoetje* kon men niet betrappen, want de jongens hadden gezwegen als een bus over haar en dan ze had zich verkleed, men zou haar toch niet ontdekken. „Snoetje* was berucht geworden. Men kreeg ontzag voor haar, ze mocht al mee met de „grooten*. Ze werd een weinig jjdel, trotsch, ze liet zich niet meer door alle jongens omarmen. Ze had haar be paalde keuze wat Ook overdag voerde ze haar bedrijf uit. Doch dit zou haar ongeluk zijn. Ze ging er nl. op uit, om de oorbelletjes van alleen loopende kleine meisjes te stelen. Ze deed dat meestal in gezelschap van „Krullejan*, die moest haar prooi in een portiek lokken met een peer of zoo iets. Zij ontfutselde het kind dan de belletjes. „Snoetje* ging de belletjes beleenen of verkoopen by opkoopers, oer waren er genQegt og de Hechtbqoinslqot| op den Q.Z, Achterburgwal. Aan opkoopers geen gebrek. Ze kon nu de zoo. lang gedroomde „sijen bloes* koopen, met gitten gegarneerd en den „sijen rok* met donker zwarte „rever- sen*. Doch op zekeren dag werd ze door een rechercheur van politie aangehouden. Ze werd aan de justitie overgeleverd. Men had blijkbaar een goede vangst gedaan. De dag bladen vermeldden het bericht, dat de daderes van onderscheidene oorbellendief stallen gevonden was. „Snoetje* kwam voor de vierschaar. Op de publieke tribune zaten haar vrienden, haar collega’s, die haar amicaal toewuifden. „Snoetje* bekende. Van de naehteljjke diefstallen en inbraken sprak ze natuurlijk niet en dat was maar goed ook, want toen ze uit den celwagen stapte, had ze „Krul lejan* gezien, die haar had toegeroepen „Snoet*, je tikt niet hoor, je weet er van*. „Snoetje’s* vader werd ook gehoord. Hij schrikte, schrikte hevig, toen hij zijn doch ter in het bankje der beschuldigden zag zitten. Hij kende haar nauwelijks. Wat was Cornelia groot geworden, en wat keek ze hem aan zonder blikken of blozen. Hij wist niets van haar te vertellen, dan dat ze altijd oppassend was geweest, totdat ze haar moeder had verloren. Toen ze het woord moeder hoorde, kwa men er tranen in hare oogen, die langzaam langs de bleeke, dikke wangen wegbiggel den. Doch ze beweende niet haar moeder, neen, ze kon zich niets meer herinneren van dien tijd, toen haar moeder haar eiken morgen naar school bracht en haar in de gang omhelsde, haar zeggende„leer nou maar braaf, Cor*. Maar ze weende, omdat zij, het zestien- «iFtornelia was de dochter van burger- ouders. Ze hadden het niet „breed*, doch kbnden toch fatsoenlijk rondkomen van vaders inkomen, die als employé bij de spoorwegmaatschappij werkzaam was. Op achtjarigen leeftijd werd Cornelia naar de school gestuurd. Haar moeder bracht haar iederen mor gen en kwam haar na schooltijd weer halen. Wanneer moeder haar kind tot in de gang van de school had gebracht, omhelsde ze het en dan zei ze altijd„leer nou maar braaf, Cor.“ En ’s middags bjj het van school halen mocht „Cor* mee boodschappen doen en onderweg babbelde het kind zoo aardig. Ze vertelde dan wat ze dien dag had uit gevoerd en dat „juf* zoo’n aardig menseh was. Plotseling hield dit leven op. „Cor* werd niet meer naar school gebracht, noch van school gehaaldze moest alleen den langen weg er heen afleggen. Haar moeder was gestorven. De arme vrouw sukkelde al zoo langze had bloed opgegeven. Toen ze op zekeren dag de trap afging, werd ze plotseling door een bloedspuwing overval len. Ze sloeg naar beneden ze was dood. Toen begon voor Cornelia een geheel ander leven. In den beginne was ze droef geestig gestemd en ’s avonds bij het naar bed gaan knielde ze voor haar bedje neer en dan bad ze. Want ze was vroom, heel vroom. Maar langzamerhand greep er een ge heele verandering bij haar plaats. ’s Middags kwam ze laat van school, soms bleef ze tot den avond weg. De school ver zuimde ze ook dikwijls. Dan slenterde ze langs de straten en stoeide met de jongens. Haar vader had zich den dood van zijn vrouw zoo aangetrokken, dat hij zijn werk niet meer naar behooren kon vervullen. Hij werd ontslagen. Hij zocht een andere betrekking en vond die in... lantaarnop steker. Overdag deed hij niets. Ook hy slenterde langs de straten, kwam in aanraking met allerlei slecht volk, bezocht de kroegen en zoo kwam hy soms beschonken thuis. En dan tegen den avond, wanneer hjj zyn roes had uitgeslapen, ging hij de straat op om de lantaarns op te steken. Naar zijn kind zag hij bijna niet meer om. Wanneer hij haar aansprak, dan was het niet als vroeger met „Cor“, doch dan zei hij koud, onverschillig Cornelia tegen haar. Zjj moest zorgen, dat er ’s middags wat te eten was. Maar om te eten moest er geld zyn en vader verdiende zoo weinig. Het grootste gedeelte van zjjn weekgeld ging naar de kroeg, naar den alcoholduivel. Cornelia werd van de school genomen. Ze moest aan het verdienen gaan. Ze was nu al twaalf jaar geworden, ze kon best loopmeisje of zoo iets worden, had vader gedacht. In een modemagazijn op den Nieuwen- dyk vond Cornelia een betrekking als loop meisje. Ze verdiende weliswaar niet veel vijftig centen met den broodkost in de week doch dat deed er niet toe, ze had een betrekking, ze verdiende. Den geheelen dag moest ze er op uit, torschend een groote spanendoos aan haar arm, een oud afgedragen manteltje, met mouwen, die tot over haar vingers reikten, aan het lichaam. Cornelia werd weggejaagd. Ze had ge stolen, althans willen stelen. Een van de winkelmeisjes had haar betrapt, toen ze uit een doos, die achter de toonbank stond, een prachtige veer wilde wegnemen. De „mevrouw* werd gewaarschuwd en Cor nelia op staanden voet weggestuurd. Aan haar vader vertelde ze niets van hetgeen gebeurd was. Als zijn dochter iedere week maar een paar kwartjes thuis bracht, was hij al tevreden. Voor dat geld kon hjj weer heel wat borreltjes koopen. Toen kwam er een tijd, dat er ’s middags geen eten meer was op tafel. Doch ook dit kwam er niet op aan. Ieder zorgde thans voor zichzelf, ieder at, wanneer er ten minste geld was om te eten, op z’n eigen houtje. Vader bleef soms dagen weg en Cornelia werd overal, waar ze in betrek king kwam, na verloop van eenige dagen ontslagen. Ze was thans veertien jaar geworden. Ze was groot voor haar leeftijd. Haar rossig, krullend haar omgaf het bleeke gelaat, dat nog bleeker scheen door het vuil, zwart manteltje, dat zjj droeg en haar zoekende, donkere oogen meteen krans, die van onder haar eenigszins coquet opgemaakt gele stroohoedje, te voorschijn kwam. Ze kreeg reinig voedsel, ae had soms aoo’n honger, dagen na de geboorte echter stierf het arme schaap, het was gestikt in de dekens van het bed, waar men het voor eenigen tjjd hulpeloos had laten liggen. Arme Cornelia 1 Ze werd veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf. „Snoetje* hoorde haar vonnis stilzwij gend aan, alleen toen ze door een veld wachter uit de zaal werd geleid, wierp ze een veelzeggenden blik, terwijl ze met haar rechterhand poogde te wuiven, naar boven, naar de tribune, waar „Krullejan* op de voorste bank was gezeten en die hardop riep: „Nu addie „Snoetje*, ik zie...* ver der had hij het niet gebracht. Er werd „Snoetje* een gunst bewezen. Ze behoefde nl. niet met den celwagen naar de gevangenis, ze mocht loopen met een veldwachter naast zich. Ik zag haar toen, haar vader vergezelde haar. Ze liep langzaam voortde voorbijgan gers bleven stilstaan, staarden het drietal na. Cornelia, of liever gezegd „Snoetje*, had hetzelfde vuile atgedragen manteltje aan, waarvan de mouwen tot over haar vingers reikten van weleer en het bleeke gelaat was omgeven met een krans van rossig krullend haar, die van onder een eenigszins coquet-opgesmukt geel stroohoedje te voor schjjn kwam. Sneek, 11 Febr. ’t Programma voor de feestviering hier op 31 Aug. 1 en 2 Sept, is in hoofdzaak voorloopig vastgesteld als volgt Feest voor alle schoolkinderen; Aubade der kinderen op de Marktstraaat. Allego rische optocht, ’t Planten van een boom in ’t bijzijn der kinderen in ’t tegen de kermis gereedzijnd park, dat alsdan den naam ont vangt van ’t Wilhelminapark. Workum. De baldadigheid neemt hier hand over hand toe, De lieve jeugd, en nog wat ouderen, doet zoo tamelijk wat ze wil. Heden, Vrijdag, kwart voor twee, was er wederom strijd tusschen kinderen van verschillende scholenstokken, touwen en steenen waren de wapenen, het Marktplein het tooneel van den strijd. Gelukkig bracht de heer P. v. d. W al, hoofd der school voor kosteloos onderwijs, eenige orde in het straatrumoer. Donderdag werd de orde hersteld door het hoofd der bijzondere school den heer Wielinga. Politie onzichtbaar. Friso. Witmarsum, 10 Febr. Gisteravond trad voor de leden van het Nuts-departe- ment „Witmarsum-Pingjum® op de zaal van den heer Weiland alhier, als spreker op onze predikant de heer ds. Homan. In eene met den gloed der overtuiging uitgesproken rede, schetste de begaafde spreker de oorzaken en gevolgen van geheim en geheimhouding. Met grepen uit het leven, schilderde hij de heillooze gevolgen van het verklappen der toevertrouwde geheimen. Scherp geeselde hij het jacht maken op geheimzinnigheden, om daardoor in eene reuk van voornaam heid of geleerdheid te geraken. Ten slotte wekte hij zijne toehoorders krachtig op, om jarige meisje, ook reeds moeder was. Drie er naar te streven, dat hun leven een open dagen na de geboorte echter stierf het arme boek mocht worden, waarin iedereen vry kan en mag lezen. Ooststellingwerf, 10 Febr. De ta baksbouw is in het naburige Wateren ver leden jaar vrij goed gelukt. Een gedeelte der bladeren heeft echter iets geleden van hagelslag. De drie tabaksboeren hebben thans hunnen geheelen voorraad verkocht aan den eigenaar der sigarenfabriek te Zorgvlied, tegen den prijs van 16 tot 20 ct. per il1 kilo. De bladeren worden daar verwerkt tot sigaren. In Gelderland zjjn de tabaksbladeren ech ter veel duurder. Zij worden daar verkocht voor 55 a 57 cts. per kilo. Hepk. Adv. bl. Door de markgenooten van Ees (Dr.) is begonnen met het verpachten van heide gronden om die te ontginnen, waarvan ter stond door zes kleine landbouwers is ge bruik gemaakt. Door de Staatsspoorwegmaatschappij is ter voorkoming van ongevallen, aan de als hoofdconducteurs dienstdoende treinbe- ambten bjj goederentreinen, op de meest ernstige wjjze aanbevolen, het sein van ver trek niet te geven, alvorens de remmers hunne plaats hebben ingenomen. Woensdagmiddag is de molenaars knecht T. v. d. Touw, werkzaam in den stoommeelmolen van de firma H. Jansen Co. te Schiedam, tijdens de machine in wer king was, met de linkerhand tusschen de wals van de machine bekneld geraakt. Hoe wel de machine terstond werd stilgezet, bleek de hand reeds verbrjjzeld, zoodat die even boven den pols moest worden afgezet. Te Breda eischte de verwerking van witte phosphorus wederom een offer. In de stoomlucifersfabriek van de firma Djj- kerman en Co. aldaar, werd een 25-jarig werkman door phosphornekrose aangetast, zoodat hem bereids het grootste gedeelte van de onderkaak moest worden wegge nomen. Dezer dagen vervoegde zich bjj den horlogemaker Voldenberg te Roermond, eene dame met hare dochter, teneinde eenige in- koopen te doen. Toen de dames zich verwijderd hadden, bemerkte de horlogemaker, dat een zilveren dameshorloge was verdwenen. Hiervan deed hy dadeljjk aangifte bij de politie, aan wie ’t na onderzoek mocht ge lukken het horloge te vinden in den zak der dochter. Zjj werd dadeljjk gearresteerd en na door den commissaris van politie te zijn gehoord, aan den officier van justitie overgeleverd. Het echtpaar De Leeuw te Leiden, reeds in het bezit van een zevental telgen, werd verbljjd met de geboorte van een drietal knaapjes, die allen met de moeder in een blakende gezondheid zich mogen verheugen. De vader der jeugdige wereldburgertjes is typograaf aan de inrichting van den heer Sfithoff, den bekenden Leidschen uitgever» Bolswardsche Courant 7 jiiilllliini»j2. ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1