NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSERAOEEL
Stuiverszeepfabriek.
No. 20. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
BINNENLAND.
$xvxxxxxx)Cxxxxxxxx$
DONDERDAG 10 MAART.
VOOR
'i
Gered.
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ring van het vorige jaar een honderd en
een gulden en vijftig cents minder.
Deze verhuring heeft plaats gehad onder
het genot van strijkgeld doch zonder ver-
hooggeld en het betalen der kosten.
Op het postkantoor te Roermond is
uitgegeven een valsch bankbillet van f 25*
Het biljet is kleiner dan de echte biljetten,
’t papier is dikker en vetter, de cijfers van
het nummer zijn grooter en als van een
caoutchouc-stempeL Bij de strafbepalingen
bevinden zich in het woord «gevangenis*
een f en in het woord „noodige* eene z,
zoodat ze gemakkeljjk te kennen zjjn.
Men zij dus op zijne hoede.
De Fiscus bevat de volgende mede*
deeling
«Onlangs werden te Arnhem ingevoerd
twee violen, aangegeven op eene waarde
van f 30. By visitatie bleek dat het violen
waren van Joannes en Ferd. Gaglianus,
waarvan de waarde gesteld werd op f 1,239.
Deze waarde is door de commissie (van be-
oordeeling) gehandhaafd. Nu gaat de zaak
naar den Raad (van beroep) en belangheb*
bende wil wel betalen, maar liefst niet dan
tegen eene hoogere waarde van f 600. Doch
wat blijkt nu. Dat de violen precies f 1,239
waard zijn* De rekening was in de kist
aanwezig,
Kimswerd, 7 Maart 1898. Gedurende
eenige weken werd alhier, onder leiding
van den heer J. Sikkema te Arum, een
danscursus gehouden.
Zaterdagavond werd deze besloten met
een bijeenkomst van de leerlingen en vele
geintioduceerden. Wat een mooie avond
’t Programma was zoo variëerend en de
stemming der aanwezigen zóó prettig, als
men zelden ziet. Behalve de balnummers
werden opgevoerd: «De ganzenhoedster*,
„Rabberij beskamme* en «Dakompian,
dagatiweer*, afgewisseld door andere voor
drachten. Dat den heer S. de leiding vol
komen is toevertrouwd, hebben zijne leer
lingen dubbel bewezen.
Stavoren, 5 Maart. De verhuring der
domein-landen van den Stavorensche-Noor-
dermeer-Polder ter groote van 33 Hectaren
67 Aren en 55 Centiaren heeft opgebracht
de som van vijftien honderd zeven en dertig
gulden, of in evenredigheid met de verhu-
Over een tijdvak van anderhalf jaar werkt
in Rotterdam een industrie, die, op Ameri-
kaansch-energieke wijze aangevat, reeds nu
een betrekkelijk groote vlucht heeft genomen
en wier toekomst thans wel verzekerd kan
worden geacht.
Naar den eisch des tijds heeft de maat
schappij, die haar ondernam en wier kanto
ren te Londen, Brussel, Bazel en Rotterdam
gevestigd zijn, de mogelijke winst der eerste
jaren gaarne ten offer willen brengen aan de
reclame. En reeds nu ondervindt zij dat een
dergelijk offer, hoe belangrijk ook, geheel in
het belang is van het ondernemenheeft zij
ervaren dat alleen reclame haar plannen tot
werkelijkheid kan maken.
Zoo zijn indertijd de groote Engelsche zeep
fabrieken, in dit geval een zeer actueel voor
beeld zoo zijn over alle landen massa’s in
dustrieën begonnen.
Stuiverszeep, het goedgevonden woord is al
dadelijk een verdienste geweest, is in zeer
korten tijd populair geworden.
Met uitbundige drukte van reclame is de
Stuiverszeep geboren. Overal in de stad deden
op muren en reclameborden reusachtige plak
katen de geboorte kond’ van de Stuivers
zeep licht-letters van wisselend rood en geel
fonkelden in donkeren avond op vele drukke
stadsgedeelten, het woord „Stuiverszeep"
den wandelaars tegenin alle bladen, wier
omvang van lezerskring eenigszins een wel
slagen waarborgde, verschenen annonces in
wekelijks veranderden vormwat humor
werd gezocht in een ezel, door de straten
geleid, op wiens rug een bord stond met het
opschrift: „Waarom gebruik ik geen Stui
verszeep? Ómdat ik eenben!“; kleu
rige reclameplaten en metalen bordjes voor
winkels riepen „Stuiverszeep* en ten slotte
waren de beloften van groote geldloterijen
een verlokking voor duizenden.
Onze Hollandsche degelijkheid heeft het
afgeleerd in zooveel drukte iets antipathieks
te zien. Wij hebben ons gewend aan geroep,
dat voor nog niet zoo heel langen tijd ons
onaangenaam zou wezen. Reclame heeft ook
de Hollandsche goedmoedigheid en berusten
de afwachting overrompeld en krachteloos
gemaakt.
De ondernemers van de Stuiverszeepfabri-
cage, „Vereenigde Zeepfabrikanten* heeten
zij zich, zagen hun voorbeeld in de Engel
sche populaire zeepfabricage. Zij meenden
dat zeer wel Hollandsch fabrikaat het En-
ge'lsche vervangen kon en het eerste moest
zelfs goedkooper zijn omdat geen inkomende
rechten de kosten behoefden te verhoogen.
En, brutaler nog, de stuiverszeep is in het
land van de Engelsche zeep gedrongen en
doet haar nu op eigen gebied onder den
deftigen naam Hermitsoap* concurrentie
aan. Zij pakte haar op Romaansch gebied,
allereerst België en Frankrijk aan als „Sul
tane savon* en zoo zien wij dan in betrek
kelijk korten tijd een grooten strijd ontstaan
over de gansche wereld tusschen Engelsche
zeep en Stuivers- of Hermit-, of Sultane-zeep
en wij zijn verlangend te vernemen wie ’t
winnen zal, de Engelsche of de Hollandsche
industrie.
In elk geval is er voor beide voldoende
terrein in ’t handenwasschende menschdom,
zij kunnen heel goed naast elkaar leven en
de begonnen strijd zal weldra alleen een
een strijd om de eer, een strijd om de meer
derheid zijn.
De Stuiverszeepfabrieken staan aan den
Linker Maasoever, op uitgestrekte steeds
voor uitbreiding vatbaar terrein, waarop ook
de ondernemende heeren Van den Bergh
hun fabrieken hebben, het terrein tusschen
Nassaustraat en Nassauhaven. De onmiddel
lijke nabuurschap van de margarinefabrieken
heeft de meenin g doen ontstaan dat de Stui
verszeep gemaakt wordt van overgeschoten
margarine. Die meening, hoewel ze niets
bezwarends heeft tegen de kwaliteit van de
zeep, is echter niet juist. De Stuiverszeepfa-
bricage zou geen toekomst hebben als ze
immer afhankelijk was van de hoeveelheid
■der overgeschoten margarine, dit spreekt wel
vanzelf.
De directie wees ons verder op de om
standigheid dat margarine te duur is om ze
als vet-bestanddeel van de zeep te gebrui
ken. Men bezigt voor de zeepbereiding ge
wone natuurlijke oliën.
Het is heel interessant de Stuiverszeepbe-
reiding te volgen, de geheele industrie na te
gaan zooals ze hier over ruime terreinen en
hooge lichte zalen verspreid is.
De eerste bewerking vonden we op één
der terreinen. In groote ronde bakken wordt
de caustieke (bijtende) soda met water ge
smolten, dan met doorgepersten stoom ver-
10 cM. Deze worden weer gestapeld en een
vijf- of zestal dagen met rust gelaten om te
drogen en nog harder te worden. Dan zijn
ze klaar om gestempeld te worden.
De primitieve vorm, die ook hier nog voor
een klein deel werd toegepast, berustte op
het gebruik van handpersen. Men heeft er
hier vier. Aan elke handpers werken twee
mannen. Eén draait het rad dat de stempel
in beweging brengtde ander legt de blok
jes zeep in de machine en haalt ze er na de
stempeling weer uit. De handpersen stempe
len fraaier en gelijker dan de stoompersen.
Elke handpers kan per dag een aantal stuk
ken voor honderd kisten zeep leveren, dat
is 10.000 stukken.
De nieuwe vorm is eenvoudiger en veel
meer practisch. Het is die van het gebruik
eener groote stoommachine, die de stukken,
dadelijk na ze gesneden te hebben, in de
grootte van twee tablets stempelt en ze weg
schuift op een eindeloozen leeren riem, die
voortbewogen wordt op het middengedeelte
van een zeer lange tafel. De riem voert de
stukken de geheele tafel langs en meisjes
die daaraan zitten, grijpen de stukken in
hun weg en wikkelen ze in vloei, om ze
verder te verpakken in het bekende kleurige
omhulsel. Ter vergelijking diene dat deze
groote machine per dag voor 2000 kisten
voorraad levert dus 200.000 stuk met veel
minder personeel!
Het is een aardige levendigheid in deze
groote zaal. Aan tafels, overal neergezet wer
ken meisjes aan de verpakking. Kartons wor
den in een kleine machine gevouwen en ge
sneden, de meisjes maken er doosjes van en
beplakken ze met etiquets, voor elk der drie
benamingen Stuivers- Hermit- en Sultane-
zeep een ander.
De zeepindustrie staat tot zooverre geheel
op zichzelf. Voor het overige vinden wij een
combinatie met de fabrieken van de heeren
Van den Bergh. De kracht voor de werk
tuigen van de zeepfabriek wordt ontwikkeld
in dezelfde machineruimte waaruit die voor
de andere fabrieken gaat. Zes groote ovens,
geregeld gestookt, leveren de benoodigde
warmte. In de machinekamer werkt een ma
chine van 400 paardekracht, geleverd door
de maatschappij de Schelde te Vlissingen,
een machine die het zij eigenaardigheids-
halve vermeld veel beter voldoet dan een
vroeger gebruikte Engelsche machine van
250 paardekracht.
Zooveel mogelijk profiteeren zoowel de
zeepfabrieken als de fabrieken van Van den
Bergh van inlandsch werk.
Verder zorgt eenzelfde fraai ingerichte druk
kerij voor het vele drukwerk van de beide
fabrieken in eenzelfde laboratorium worden
de grondstoffen onderzochtbeider personeel
vindt des middags zijn schaftplaats in dezelfde
lokalen, overigens staan de fabrieken, zooals
wij reeds zeiden, óp zich zelf.
Ln de zeepfabrieken werken honderd men-
schen, mannen en vrouwen, het gezamenlijk
personeel van drukkerij en machines er bui
ten gerekend; de mannen beginnen hun werk
’s morgens om 6 uur, de vrouwen om 7 uur
en de werktijd eindigt, behoudens de schaft
uren, voor aften te 6 uur ’s avonds.
Met belangstelling hebben wij deze aardige
industrie in hare verschillende momenten ge
volgd. Zij gaat niet tot diepe moeielijk na te
speuren combinaties en zij is toch niet zoo
oppervlakkig dat zij zonder bezwaar dadelijk
na te gaan is.
Door de energieke wijze waarop zij is aan
gevat en haar product gelanceerd, heeft zij
zeker een toekomst. Hermit- Sultane- en
Stuiverszeep zijn op krachtige wijze in het
verkeer geworpen, zij zullen er verder hun
weg wel vinden. R. JV.
Bij aankomst van het stoom
schip Hunze Ia te Delfzijl rapporteerde de
kapitein dat hij in den nacht van 4 op 5
Maart, stoomende van Bremen, had opge
pikt een roeiboot, die bijna driekwart vol
water was en waarin zich een jongeling,
nog levend, doch bijna verkleumd bevond.
Aan boord gehaald en goed verzorgd, kwam
de jongeling, die 19 jaar oud is en een
Zwitser bleek te zjjn, tot bewustzijn. Hij
had overal naar werk gezocht en dat niet
kunnende vinden (hjj was kleermaker van
zijn ambacht) had hij zich met twee ka
meraden in een boot begeven, die hem ten
slotte hulpeloos lieten drijven.
Daar echter zjjn verklaringen niet over
eenkwamen met de papieren, die hjj bij zioh
had, heeft de kapitein hem meegenomen
naar Groningen om hem verder aan de
bevoegde autoriteiten over te geven.
Workum. Door H.H. Gedeputeerde
Staten van Friesland is op het ingezonden
bezwaarschrift inzake de raadsverkiezing
van den beer 8. Haytema, o.a. het volgende
beslist
1°. „dat de opgaven zelve aan de wette
lijke eischen voldeden:
2°. dat weliswaar de inlevering der opgave
van S. Haytema als candidaat voor de ver
kiezing van een lid van den raad van
Workum op 18 Januari 1898 is geschied
in strijd met art. 52 der kieswet, doch uit
geen enkele wetsbepaling is af te leiden dat
de Burgemeester niet bevoegd was de opgave
van S. Haytema als candidaat aan te nemen
dat dus terecht, krachtens art. 54 der
kieswet de naam van dezen candidaat op
de candidatenlijst is geplaatst en krachtens
art. 133 dier wet eene stemming over de
beide daarop geplaatste candidaten moest
geschieden.
Gezien de kieswet
Is besloten
Met handhaving van het bestreden besluit
van den gemeenteraad van Workum de
daartegen ingebrachte bezwaren ongegrond
te verklaren.*
Derhalve is door Ged. Staten besloten tot
toelating van den beer Haytema.
Te Loosdrecht heeft de veehouder H.
Rempe zijn gouden bruiloft gevierd en bij
die gelegenheid aan zijn vee een feestmaal
tijd bereid, die een aardig kijkje geeft op
het weer gedurende den afgeloopen winter.
De koeien werden nl. mild onthaald op
versch gras, in flinke zwad gemaaid van
land, waarop in Augustus van het vorige
jaar aardappelen werden gerooid.
Door een 150-tal landbouwers uit Zuid-
Limburg is een adres gericht aan den Mi
nister van Financiën, waarin wordt gewezen
op de nadeelen, die voor het landbouwbe
drijf zouden ontstaan, wanneer de voorge
stelde wetswijziging op de branderijen wordt
aangenomen. Door die aanneming zouden,
volgens adressanten, de branderijen in Zuid*
Limburg te niet gaan en daardoor de land
bouwers verstoken worden van eenige mil-
lioenen kilo’s graauvoeder (spoelsel) tot vet-
making van hun vee. Adressanten verzoe
ken uit dien hoofde den Minister de voor
gestelde wetswijziging in te trekken en eene
te willen indienen, die, met bescherming
der belangen van ’s Rijks schatkist, de
bestaande branderijen niet ten gronde zal
richten.
warmd en opgepompt naar een hooge boven
verdieping.
Op hetzelfde terrein staan platte bakken,
waarin de opening van een stoompijp uit
mondt. Gevulde vaten olie, kokos- en palm
olie, talk en vet worden op deze opening
gezet, de stoomkraan wordt geopend en in
felle stoomwarmte smelt de inhoud der vaten,
vloeit weg in den bak en wordt eveneens
naar boven opgepompt.
En nu een reeks trappen op, vettige hooge
trappen, naar de bovenzaal, waarheen de
bijtende soda en de vetten gepompt worden.
Daar staan eenige reusachtige kuipen, die
elk een hoeveelheid van 30.000 K.G. kunnen
bevatten. In deze kuipen worden de vetten
gepompt en ook de soda, die onder een be
paalde temperatuur is gebracht.
Dit mengsel wordt gekookt, zeven dagen
lang en eiken dag wordt het vuilgeworden
water uit de kuipen gelaten en schoon water
bijgepompt, zoodat ten slotte het mengsel
volkomen rein en zuiver is. Dan laat men
het drie dagen rustig staan. Het is nu een
zacht, helder, aangenaam riekend mengsel
van zeep geworden. Na deze drie dagen opent
men de kranen van afvoerbuizen en het
mengsel loopt naar een verdieping, juist
onder deze, waar een aantal kuipen staan,
die elk 1200 K.G. kunnen bevatten. In deze
kuipen werkt een soort karn, een schroef
met bladen, die door stoomdruk bewogen,
het verwarmde mengsel met groote kracht
roert en in stage beweging houdt. Er wordt
daar een weinig parfum reuk zeggen onze
Rotterdamsche schoonen bijgevoegd, die
later een der genoegens zal wezen van de
gebruiksters der Stuiverszeep.
Door de roering is nu het mengsel volko
men geworden, vloeibare zeep.
Dan, door lange, schuin liggende houten
goten wordt het afgevoerd naar een lange,
van ijzer en steen opgetrokken, binnengale-
rij, waar hooge langwerpige ijzeren bakken
staan, vormen, waarin de vloeibare zeep ge
goten wordt om er tien dagen rustig ter
bekoeling te blijven. De wanden van deze
ijzeren bakken kunnen losgeslagen worden
zoodat, na tien dagen, zonder moeite het
reusachtige stuk zeep kan losgemaakt wor
den uit zijn ijzeren omhulsel. Het is dan
vlak en recht aan alle zijden, behalve aan
de bovenzijde, die recht afgesneden wordt.
Deze stukken worden nu gebracht naar de
groote werkzaal.
Intusschen heeft zich uit het voorbereidend
werk van smelten en doorroeren een andere
industrie ontwikkeld. Het vuile water, dat
wij geregeld uit de bakken zagen wegvloeien,
gedurende de tiendaagsche koking, gaat niet
verloren, ’t Is namelijk sterk glycerine-hou-
dend en ’t zou zeker allesbehalve practisch
wezen als de glycerine er niet aan onttrok
ken Werd. Goede practische industrie laat
niets verloren gaan. Het glycerine-houdend
water wordt dus opgevangen, alweer in bak
ken, daar door stoom verwarmd, met zout
zuur vermengd en gefilterd, drie malen, tot
het volkomen helder is. Het schuim, dat
zich aan de oppervlakte ontwikkelt, wordt
afgeschept, en levert grondstof voor ordinaire
zeepsoorten.
Het heldere water wordt vervolgens ver
dampt en de ruwe glycerine blijft op den
bodem achter. Een kort, vrij ingewikkeld
proces, maakt van deze ruwe stof, de zuivere
bekende vloeistof van veel handelswaarde.
De directie is voornemens behalve haar
stukken Stuiverszeep, pok zeeppoeder in den
handel te brengen. Reeds is de bewerking
aangevangen en zoodra een groote kwanti
teit voorradig is, wordt de verkoop begonnen.
Zeeppoeder wordt eenvoudig verkregen door
de groote stukken, hard gemaakt door een
vermenging met soda, te malen tot poeder.
In de groote werkzaal vloeit door veel
vensters en stukken glaswand het daglicht
vrij binnen, tot het de zaal geheel vult, pret
tig, aangenaam van licht. Daar is een voort
durende beweging. Machines en apparaten
jagen aanhoudend voort, meisjes in blauwe
uniform japonnen, de letters V. Z. op de
schouders, zitten aan tafels, in drukke werk
zaamheid mannen aan machines en persen
arbeiden geregeld door. Het overdonderend
spectakel van een gewone fabriekszaal
heerscht hier niet, de machines maken slechts
zachte, schuivende geluiden, met maar zeld
zame schokken van persen er in.
De stukken zeep moeten hier gesneden en
geperst worden en dit is wel het aardigste
deel van dit interessant bedrijf. Eerst in de
lengte in reepen, en dan in de breedte in
stukken worden zij doorgesneden.
Voor de zachte, min of meer weeke sub
stantie, zijn geen metalen zagen of messen
noodig. Tegen harde, in verticale richting
strakgespannen staaldraden worden destuk
ken geschoven en in de krachtige voortbe-
beweging, snijden die draden ze door.
Zóó ontstaan kleinere stukken van 30 bij
t»
A
Bolswardsche Courant
«J