NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOtSWARD EN WONSERADEEI.
No. 23. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
ZIJN GELD-
BINNENLAND.
^xxxxxxxxx^xxxxxxxx^
ZONDAG 20 MAART.
VOOB
meer
hem. Och, lees hem
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
oogenblik onthutst.
men toch kwijt raken”, ging
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vei-
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
en noemde haar
Sneek, 17 Maart. Gisteren herdacht
onze Nutsafdeeling haar 100-jarig bestaan.
De feestrede werd bij die gelegenheid uit
gesproken door den heer A. Breunissen
Troost, die in zijn schoon taal-eigen de
geschiedenis der Maatschappij in ’t alge
meen en die onzer afdeeling in ’t bijzonder
schetste.
Met muziek en tal van schoone voor
drachten werd verder de avond gepasseerd,
die ongetwijfeld bij de talrijke aanwezigen
in aangename herinnering zal blijven.
18 Maart. Heden morgen zag een
werkman van den vellenlooier Vrolijk in
de Trekvaart een paar kinderklompjes drij
ven. Toen de man ze met een haak aan
haalde, ontwaarde hij tot zijn schrik, dat
ze staken aan ’t lijkje van een vierjarig
meisje, ’t welk al spoedig ’t kind bleek te
zijn van den boerenarbeider N. De kleine
moet in een onbewaakt oogenblik van ’t
stalt te water zijn geraakt en werd door
den sterken stroom terstond een eind mee
gevoerd.
18 Maart, Voor de jongelui onzer
rijksnormaalschool, die April voordeonder-
wgzersacte opgaan, is ’t zeker een prettig
idéé, dat hun eigen leeraars, de h.h. Berg
mans, Stüvel en v. d. Berg in de examen
commissie zitten. Ons moet echter de vraag
van ’t hart: is dat billijk?
We weten, ’t kan moeilijk anders, zoolang
de tijd nog niet is gekomen, waarop de
Regeering permanente commissies benoemt
voor ’t afnemen van bedoelde examens.
Hemelum, 17 Maart. Naar aanleiding
van de rede door den Provincialen zuivel-
consulent te Bakhuizen gehouden, stelde
het Bestuur der coöperatieve zuivelfabriek
alhier, den aandeelhouders voor, voortaan
de melk naar vetgehalte te betalen. Het
voorstel werd echter verworpen, zoodat de
tot dusver gevolgde wijze van betaling
naar hoeveelheid n.l. bestendigd bljjft.
Balk, 17 Maart. In onze gemeente is
voor de a.s. Kroningsfeesten p. m. f 1700
gecollecteerd. Uit de gemeentekas zal aan
ieder schoolgaand kind voor f 0,50 aan ver
snaperingen enz. worden verstrekt, ’t Getal
scholieren bedraagt ongeveer 800. Vroeger
was voor schoolfeesten f200 beschikbaar
gesteld.
Gaasterland, 16 Maart. Uit zeer ver
trouwbare bron kunnen we melden, dat er
van het aanleggen eener badplaats bjj Mirns
volstrekt, geen sprake is. „Wie de kusten
daar kont” aal bovendien overtuigd zijn, dat
raakt hjj het kwijt,” zeide
„Verlost
van geluk stond zijn vrouw
het kleine
huishouden, geen verwijt komt over haar
lippen. Slechts opwekking: „Het zal
wel komen”. Maar het komt niet.
Op een morgen vindt zij hem, terwijl hij
een revolver opheft.
Ontzet neemt zjj hem uit zijn hand.
„Dat niet o God, slechts dat niet!”
De schrik heeft haar verlamd. Zjj zinkt
in een leunstoel.
Hjj valt aan haar voeten, bergt zijn groot,
blond, trotsch hoofd in haar schoot en
snikt. Zij legt haar mooie, oog steeds witte,
zachte hand op zjjn voorhoofd, zij doet den
storm, die in hem woedt, bedaren. Lief-
koozend streelt zij het blonde haar zij
heft hem op. Zij gaat naast hem zitten en
begint te spreken.
„Je moet mjj vergeven, lieveling, ik
meende het zoo goed met je ik en hij
je vriend”.
„Ja hjj die mjjn geld heeft opge
offerd aan zjjn fantastische ideeënzegt
hjj bitter.
Zjj schudde haar hoofd en glimlachte.
„Je bent rijker dan ooit!”
Hij staart haar ongeloovig aan.
jHjj en ik wjj hebban een ©unijplofj
genoemde plaats juist de meest ongeschikte
zou zijn, vooral vanwege het vele vuil en
de daardoor zeer onaangename geuren. Ten
einde een goede plaats te krijgen zou men,
volgens hen, die voldoende met onze Zui
derzeekusten bekend zijn, veel Oostelijker
moeten gaan.
Leeuwarden, 16 Maart. Voor de
Rechtbank aihier heeft de veehouder Corus.
H. te Oostermeer terechtgestaan, omdat hj
melk leverende aan de zuivelfabriek te
Garijp, deze vermengde met water. Den
1 Febr. heeft de rijksveldwachter Middel-
veld van twee bussen melk een monster ge
nomen en den volgenden een van de door
hem bijgewoonde stalproef. Die munsters
zijn door de apothekers Sonnega en De Vogel
te Leeuwarden als deskundigen onderzoent.
Hun bleek, dat van het eene monster op
100 deelen melk 30 deelen water was toe
gevoegd en aan het andere op 100 deelen
melk 50 deelen water. Zij verklaarden voor
de Rechtbank, dat de melk daardoor was
verminderd in waarde, maar niet in bruik
baarheid.
Bekl. bekende de feiten maar beweerde,
dat hij den vorigen avond by vergissing een
emmer water in plaats van melk in de bus-
sen had gedaan.
De subs. Off. van Justitie beschouwde het
als een zeer ernstig feit, begreep niet, hoe
men het in een provincie als Friesland, waar
de zuivelbereiding een groot deel van de
volkswelvaart uitmaakt, zoo licht kon tellen,
en vorderde tegen hem 3 maanden gevan
genisstraf.
De verdediger mr. B. van Loon, pleitte
voor een lichtere straf en stelde in het
licht, dat de Directeur van de fabriek, die
reeds in Oct. 1897 de vervalsching ver
moedde, beter had moeten coutroleeren,
welke melk aan de fabriek geleverd werd
en bij ontdekking van vervalsching de ver
dere levering van melk opzeggen.
Friesche Zuidwesthoek, 17 Maart.
De handel in lammeren belooft die jaar
zeer geanimeerd te worden. Reeds in de
tweede helft van Februari liepen onder
scheidene kooplieden de schapenhouders af,
om de diertjes in voorkoop tot hooge prij
zen op te koopen. Het wol vee heeft een
zeer voordeeligen winter gehad en verkeert
dientengevolge in gunstige conditie. In de
laatste jaren legden vele veehouders in
dezen hoek zich met grooten ijver op de
schapenfokkerij toe. H&pk. Adv.bl.
Makkum, 18 Maart. Gisteren avond
werd in de huishoudelijke vergadering van
ons Nuts-Departement met algemeene stem
men besloten tot den aankoop van het
onlangs geveilde hoerenhuis, alhier. Dit
gebouw zal als Nutsgebouw (beneden) inge
richt worden voor het houden van zittingen
der Spaarbankcommissie en tevens tot
Bibliotheeklokaal, terwijl men de boven
woning wenscht te verhuren. Dit is reeds
het tweede gebouw, dat door ons Nuts-
Departement is aangekocht. In dezelfde
vergadering werd tot lid van de Spaarbank
commissie gekozen de heer M. Kingma Jr.,
tot lid van de begrafenisbus de heer J.
van Dijk Fz.
Tjerkwerd. Ook bij de diaconie dezer
gemeente is, evenals bij die der zusterge-
meente in den omtrek, eene gift ontvangen
van iemand, die onbekend wenscht te blijven.
Wij zeggen hem daarom openlijk dank voor
de milde gift en hopen, dat de armen daar
door eens een extra buitenkansje mogen
hebben.
In de laatste vergadering van de hier
bestaande vereeniging „Nut en Genoegen”
werd verslag uitgebracht door den Voor
zitter van de schoolspaarbank alhier.
Hieruit bleek, dat er gedurende 1897 was
gestort f222,87, uitgenomen f 299,77, aan
rente betaald f 38,18, en ontvangen f 38,35,
zoodat op 1 Jan. 1898 in kas was f 859,10.
Bij acclamatie werd tot bestuurslid her
benoemd de heer R. R. Posthumus.
Scheepsramp. Te Lowestoft is Woens
dagavond binnen gesleept het ijzeren bark
schip British Princess, kapt. Scott, van Leith
bestemd naar Liverpool. De kapitein rap
porteerde dat hij Woensdagochtend in aan
varing is geweest met een onbekend gebleven
stoomschip, dat bijna onmiddellijk na de
aanvaring doorgebroken en gezonken is.
Van de bemanning werd niemand gered.
Het eenige wat men weet is, dat het ge
zonken schip een gelen schoorsteen had met
een zwarten band, doch ook dit is nog niet
eens zeker. Uit den koers waarin het stoom
schip stuurde zou men opmaken dat het
naar een Nederlandsche haven koerste.
Gearresteerd. Door de politie is de
directeur van het postkantoor teIJzendijke
gearresteerd wegens verduisteringmen
spreekt van een tekort van H 6 duizend
gulden, Hmst. Crt^
tegen je gesmeed. Je geld droeg hoogen
interest. Slechts jij jij moest het niet
weten. Jij moest je krachten beproeven
moest je losrukken uit een leven waaraan
je moest ten offer vallen. Ik wilde je weer
hebben voor mij voor de wereld. Weg
uit die sfeer van wijnreuk. Je geld heeft
velen gelukkig gemaakt. Je vriend is een
rijk man, zijn kolengroeven zijn de rijkste
uit de geheele streek, honderden arbeiden
voor jou en hem en hebben een voldoend,
zjj het ook moeielijk, zeer moeieljjk ver
diend stuk brood.”
Hij omarmt haar en drukt haar tegen
zijn borst. Hij voelt het, dat zij hem van
den afgrond heeft weggetrokken nu ziet
hij de gapende diepte, waarin hij zich zonder
nadenken wilde stortenden drank, in welks
invloed hij vergetelheid zocht, had zij hem
ontrukt - omdat het hem niet gelukte
zoo groot te worden als hjj wilde omdat
hij meende een gering talent te hebben.
„Je hebt je gekweld en hebt gearbeid
en ontberingen geleden”, zegt hij zacht
verwijtend.
„Met jou voor jou. Nu zult gij het
weten te waardeeren, je geld, nu rust de
zegen van den arbeid er op nu is het
niet meer je verderf. En nu nu zullen
wjj een reis maken naar het kolengebied
en jjj maakt studies en schetsen, en toont
de wereld hoe moeielijk de arbeid der
armen is.”
Hij volgde haar raad
zjjn goeden genius.
Na een jaar wekten op de groote inter
nationale tentoonstelling zjjn schetsen en
studies uit het kolengebied de bewondering
van alle kunstkenners.
Aangrjjpeud waar en eenvoudig schilderde
hjj, wat hjj gezien had, de menschen in
hun onderaardschen arbeid.
Te midden daarvan hing zjjn eerst, groot,
opzien-wekkend schilderij„Zwarte Dia
manten.”
Stralend
voor hem.
„Nu heb je het toch bereikt!”
„Geloof mij, het grootste ongeluk van
mjjn man is zjjn geld.”
Een vertwjjfeld gebaar vergezelde haar
woorden.
De andere haalde zjjn schouders eens op,
schudde nadenkend zjjn blonden krulleboi
en staarde met zjjn groote, glanzende oogen
verlangend voor zich uit.
„Ja, ja, wat hjj te veel heeft
dan hoognoodig” gaf hjj toe.
„Met zjjn talent heeft hij geen geld noodig.
In ’t geheel niet. Dan zou hij zich met
ernst aan zjjn kunst gaan wijdennu
coquetteert hij er mede en verknoeit zijn
beste jaren als het te laat is, dan komt
het verstand en het gevoel van onbevredigd
heid ik voel het mijn God dat
ongelukkige geld
Nu glimlachte de andere, een vriend van
haar man.
„Geef het dan weg!”
Zjj was een
„Geld kan
hjj voort.
„Hjj raakt het ook wel kwijt maar
te laat dan is het te laat”, zuchtte zij.
„Doe mijn groeten aan uw man en denk
er eens over na, of rijk-zijn toch niet een
geluk is
„Het is zijn ongeluk* riep zjj hem
nog na, toen hjj ongeloovig glimlachend
de kamer verliet.
Nadenkend liep zjj in de elegante studeer
kamer van haar man op en neer. Daarnaast,
door een gordjjn gescheiden, was zijn atelier.
Nu ging zij daarbinnen. Alles kostbaar,
volgepropt met herinneringen aan hun hu
welijksreis, die twee jaar duurde en een
reis om de wereld was.
Dat kon hun zoo gemakkelijk een ander
niet nadoen.
Zjj ging op een zeer lagen, echt Turkschen
divan zitten en droomde van hun lange,
schoone huwelijksreis.
Kleurenrijke, heerljjke beelden gingen
haar geestesoog voorbij. Naast haar lagen
schetsboeken bont door elkaar op een Ja-
panseh tafeltje.
Gedachteloos bladerde zjj er in. Kleine
schetsen, studiën, miniatuur-landschapjes,
met eenige Ijjnen aangegeven, scherp van
omtrek, ongemeen duidelijk. Dat was zijn
kunstenaarsbuit van de reis om de wereld.
Wat zou hjj daaruit al niet makenDe
wereld zou zich verbazen over zjjn inter
nationale kunst. Zjjn penseel zou de aarde
beheerschen. Niets zou hem vreemd zjjn.
Hoe mooi was zijn jjver toen, hoe vurig
schitterde zjjn oog, hoe geloovig zag zij
naar hem op.
Niets van dat alles werd bewaarheid.
Reusachtige doeken liet hjj op ramen span
nen. Zijn hand dwaalde met de teekenstift
er op rond, en langzamer volgde het penseel.
Mismoedig ging hjj uit, als het donker werd.
Zij wist, waar, hjj dan was. Onder vrien
den zat hjj. Hjj had er ontelbaar veel, want
hjj was rjjk. Zij eerden hem, zijn geestig
heid, zjjn verstand, zjjn talent, zjj prezen
hem op alle wijzen.
Hjj had ook ware vrienden. Hjj, die zoo
even weg ging, was er een van. Dat wist
zjj. Zjjn woord drong diep in haar ziel
door„Geef het geld dan weg
Hoe gemakkeljjk liet zich dat zeggen
Zjj had geen geld, het behoorde hem, haar
man, alleen toe.
Het was nacht geworden.
Zenuwachtig liep zjj op en neer door de
groote, prachtig gemeubileerde woning.
Hjj kwam niet, nog steeds niet.
Te midden van zjjn vrienden zat hjj aan
een zeer gemoedelijke oud-Duitsche stam
tafel. Zjjn groot blond hoofd zakte reeds
diep tusschen zjjn breede schouders, zjjn
glinsterende oogen werden kleiner en klei
ner hjj had niet meer de macht over zjjn
stem, want de geest van den wijn verdoofde
zijn verstand. Zjj gingen langzamerhand
allen weg. Slechts hjj bleef, bleef aldoor.
Geheel alleen dronk hjj nog het eene glas
na het andere. Eindeljjk betaalde hjj de
rekening. Eenige goudstukken wierp hjj
op tafel. Menigeen had op zijn kosten ge
dronken maar niemand hield het zoo lang
uit als hjj.
Met onzekere schreden rieht hjj zich naar
den uitgang.
„Weer eens de laatste”, geeuwden de
slaapdronken kellners achter hem, rinkelden
met de goudstukken en lachten vergenoegd.
Zjjn vrouw ontving hem. Hjj lachte haar
verlegen toe en zette zjjn monocle in het
linkeroog. Spreken kon hjj niet meer.
Hjj sliep tot ’s middags.
Zjjn vrouw stond aan zjjn bed met een
grooten kop gerstennat.
Hjj zag haar van ter zijde aan, dronk
r»
den kop leeg, kuste zeer ridderljjk en feeder
de zorgende hand, die hem den kop afnam
en drukte haar zacht tegen zjjn brandende
oogen en zjjn heet voorhoofd.
„Dat doet goed, lieveling, wees nu niet
boos op mjj.”
Haar koude, witte, mooie hand rustte
eenige minuten op zijn groot, blond hoofd
en streek er een paar maal als hypnotisee-
rend over heen.
Hij sliep al weer. Zacht trok zjj zich terug.
Tegen vier uur was hjj weer lekker en
maakte groot toilet. Toen verscheen hij in
de eetkamer en genoot van zjjn rauwen,
fijngesneden biefstuk, die zeer lekker met
ansjovis was klaar gemaakt.
Hij vermeed het, den blik zijner vrouw
te ontmoeten, hjj wist, dat hjj een verwijt
op haar gelaat zou lezen. Vroeger waren
er wel eens huiselijke twisten geweest, maar
nu niet meer. Zjj wist dat hij zijn woord
niet kon houden, derhalve worstelde zjj
er niet meer met hem om, in hevigen woor
denstrijd of door weenen en snikken.
„Brieven vroeg hij, en zjj haalde uit
zjjn kamer een brief.
„Een brief. Zoo, van
eens voor.”
Zij las, en haar borst verhief zich, haar
oogen glinsterden van genoegen.
„Dat dat is het ware”, besloot zjj en
zag hem opgewekt aan.
„Zoo ooDenk je? Ik geloof dat
men bij zoo iets zijn geld kwjjt raakt.”
„Gij kunt niets beters doen.”
„Ontginning van een langen tijd verlaten
bergwerk op een eensklaps geërfd landgoed.
Hjj, hij de man van het werk, ik de geld
schieter bevalt mjj niet bjjzonder. Hij
was altijd bjjzonder sterk in’t fantaseeren”.
„O, hij weet wat hjj wil. Vertrouw hem
je geld maar toe, en het is goed op rente
gezet. Zal ik hem maar terstond toe
stemmend telegrateeren, ja hè toe
zeg ja”.
„Daar je altijd slimmer in geldzaken bent
geweest, mag je het doen.”
Zij kuste hem feeder voor dat woord en
ging oogenblikkelijk naar het telegraaf
kantoor.
„Nu nu
zij triomfeerend bij zich zelve,
van dat ongelukkige geld.”
Twee jaren zjjn voorbijgegaan. Bjj beiden
ziet het er heel anders uit. Hij is mager
geworden. Zoodra de dag aanbreekt, gaat
hij naar zijn atelier, dat eenvoudig gestof
feerd is, en schildert.
Zjj bezorgt slechts kalm het huishouden.
Nu trekt hij haar voor zjjn schilderjj.
„Hoe vind je het?"
„Mooi maar ik weet niet het
schijnt mjj, of de figuren wat naar voren
vallen in te weinig verband er mede.
„Zoo, vind je? Er zal wel niets van
komen”.
„Toch toch het zjjn maar kleinig
heden, het geheel is mooi nu zullen
zjj het zeker voor de tentoonstelling aan
nemen.”
Hjj schildert het af, ook nog een ander.
Beide sehilderjjen worden zooals gewoon-
Ijjk geweigerd.
„Mijn geld ben ik kwjjt”, zegt hij, „maar
een groot schilder, zooals jjj dacht, ben ik
toch niet geworden.”
Hij begon weer aan zjjn kleine kunst,
met schetsen en miniaturen. Slechts karig
verdiende hjj zjjn brood. Hjj teekent cari-
caturen voor een spotblaadje, opdat zij niet
van honger zullen sterven.
Onverdroten zorgt zij voor
lippen. Slechts opwekking
BolswarcLsche Courant
u
c.'
Tir/t I n 1\/T m L 4- 1-z 4.