NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BMSWABB EN WONSERA0EEE
Hulpbehoevend.
No. 28. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
4
DONDERDAG 7 APRIL.
BINNENLAND.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
dat gisteren nog spelende langs den weg liep
was neden morgen reeds overleden. Zijne
sukkelende moeder was den vorigen nacht
gestorven en men zegt, dat haar dood het
zenuwgestel van haar zoontje zoodanig heeft
geschokt, dat het kind het niet heeft over
leefd.
Haskerland, 4 April. Gedurende de
maand Maart dezes jaars vertrokken uit
deze gemeente niet minder dan 44 personen
Daarbij' komt, dat de maatschappij op verre
na niet altijd erkentelijk genoeg en bereid
is, om een verworven positie en de diensten,
die er door worden geleverd, zoo te betalen,
dat men zeggen kan in staat te zijn om voor
zich zelf te zorgen en uit de dochteren des
lands een vrouw te zoeken of de reeds ge
vondene naar het altaar te leiden.
Om hun zoon of zonen zulk een positie te
doen verwerven, hebben ouders weleens hun
spaarpot geledigd en rentegevende schuld
brieven te gelde gemaakt, want de ouderlijke
zorg vermag veel en sterft niet, en de moe
derlijke liefde verflauwt niet en vermag veel.
"Wanneer echter een volwassen jongmensch,
bij voorraad ietwat trotsch op den te ver
werven stand of positie zich eens wat win
derig of aanmatigend aanstelde en hij tenge
volge daarvan op zijne hulpbehoevendheid
werd gewezen, dan zou hij dit misschien
niet in dank aannemen, maar wellicht in
zijne ontstemming beweren, dat het der
ouderen plicht is om voor de toekomst van
hun kroost te zorgen, en wel in overeen
stemming met hun stand of fatsoen.
„Te zorgenlieten wij hem zeggen, maar
door dat eene woord zou hij het bewijs
leveren, dat hij zich zelf als hulpbehoevend
beschouwde.
Hulpbehoevend te zijn veroorzaakt een
onaangenaam gevoelde erkentenis er van
wordt vermeden en zoo lang mogelijk uit
gesteld door anderen er op gewezen te
worden doet zeer of prikkelt tot toorn,
waarom het dan ook als een onbeleefdheid,
als iets onwelvoegelijks wordt beschouwd.
Aangeboden hulp wordt dan ook doorgaans
afgewezen, het spreekwoord is ongetwijfeld
uit de ondervinding ontstaan, dat „aangebo
den diensten zelden aangenaam zijn.11 Zel
den, zoo is ’t goed, want niet alle menschen
zijn even kregel, voelen zich niet allen even
spoedig vernederd.
Wij noemden daar zooeven de sterke
mededinging als oorzaak, dat sommige men
schen, die het bewijs kunnen overleggen,
dat zij voor het bekleeden van de eene of
andere betrekking de vereischte kundigheden
bezitten, nog lang, al te lang in zekeren
graad van hulpbehoevendheid verkeeren, iets
wat ouders en opvoeders maar al te goed
weten. En die hulpbehoevendheid wordt
verdubbeld of vergroot door de behoefte aan
iets, wat een kruiwagen wordt genoemd.
Zonder dezen komt men maar zelden, waar
men graag wezen wil.
Die soort van afhankelijkheid is verre van
bemoedigend en wel in staat om jeugdige
illusies te niet te doen, vooral als gezien en
ondervonden wordt, dat een minder bekwame
gekruid wordt of is op een plaats, die men
zoo vurig begeerd had, en waaraan men,
niet zelden, zoo groote behoefte gevoelde.
Geen wonder, dat iemand die te kregel is
om gestadig met den hoed in de hand te
loopen en om overbeleefd zich te gedragen
jegens menschen, die hij in een staat van
onafhankelijkheid weinig aphting zou waar
dig keuren er den brui van geeft, om zich
gestadig te vernederen of door woorden en
gebaren vernederd te worden en bij zich zelf
zegt: Is de wereld dan niet groot genoeg
om ook mij onder de zelfstandigen op te
nemen? Liever naar Oost of West, naar
Azië of Afrika verhuisd en daar een onder
geschikte betrekking bekleed, hetzij ter zee,
hetzij te land, en zoodoende door mijne ta
lenten of krachten op te klimmen en daar
door in plaats van door een afgebedelde gunst
eindelijk, eindelijk onder de niet-hulpbehoe
venden geteld te kunnen worden door
zich zelf.
Zeker, er zijn van die kregelen onder de
met zorg opge voeden en onderwezenen, voor
wie wij gaarne den hoed afnemen. Er zijn
er zoo, maar er moesten er veel meer zijn,
want het ontbreekt nog niet aan plaatsen
in de wijde, wijde wereld waar aan dezul
ken behoefte is. Misschien ook zou binnen
lands voor velen nog wel een plaats te vin
den zijn, indien de denkbeelden, omtrent eer
en fatsoen eenigszins anders waren en de
ontwikkeling van den geheelen mensch anders
ware geleid.
Maar dat is zij niet en wordt zij niet. In
stampen en nog eens en bij herhaling in
stampen van kennis en geleerdheid om
meer dan een halven leeftijd hulpbehoevend
te zijn.
"Wij zouden, zoo voortgaande, allicht den
schijn aannemen, dat wij de grootste, de
schoonste en misschien ook de beste helft
van het menschelijk geslacht niet meetelden.
Toch is dit zoo niet. Maar met opzicht tot
de kwestie van hulpbehoevendheid doemt
een belangrijke vraag op. Het is deze: be
hoort het vrouwelijk geslacht uit kracht van
zijne positie en als de niet-broodwinster tot
de hulpbehoevenden?
De schrijver van het eerste boek van
Mozes doet het voorkomen* dat de vrouw uit
den man genomen iszij is vleesch en been
van den man en geschapen om den man tot
een hulpe fe zijn. Uit de denkbeelden, die
men vroeger omtrent de verhouding van de
vrouw jegens den man had, kan men aflei
den dat dat „hulpe“ dienares beteekent in
volle kracht van het woord.
Maar of men haar dienares gelieft te noe
men of hulpe, het blijft alleszins waar, dat
in de beschaafde maatschappij, de man te
genover de vrouw in een staat van hulpbe
hoevendheid verkeert. En in die behoefte
voorzien, dat is haar leven, haar trots en
haar kracht.
De tijden zijn veranderd en daarmee zijn
de denkbeelden gewijzigd; onder de eerste,
de werkende afdeeling, moge hier en daar
iemand worden aangetroffen die zijne vrouw
vrouw letterlijk als zijn dienares beschouwt,
over het geheel heeft dit opgehouden. Door
de rede bijgestaan heeft de man de hooge
waarde der vrouw als „hulpe“ leeren waar-
deeren en heeft hij een goed deel vau het
gezag in hare handen gesteld of is ’t er on
gemerkt in overgegaan. Dwaas zou het zijn
haar, omdat zij niet de kostwinster is, als
hulpbehoevend te beschouwen.
Maar niet overal en vooral niet in de
kringen en standen die wij de meer hooge
noemen, ofschoon daar uitsluitend, is dat zoo.
De weelde en de heerschende denkbeelden
van- of de persoonlijke opvatting omtrent
fatsoen, is oorzaak dat een niet gering getal
van het vrouwelijk geslacht tot de hulpbe
hoevenden behooren. Men telt er onder van
die aangekleede poppen die eigenlijk in niets
zichzelf kunnen helpen, veel minder persoon
lijk den man tot een hulpe zijn. Zij zelf of
de leiding waaronder zij verkeeren zijn oor
zaak, althans voor een goed deel, dat zij niet
tot een huwelijk komen. Wij zullen met
trachten haar te genezenalleen zouden wij
iemand die niet genoeg bemiddeld is om
zijne dochters in dien staat, ook na zijn dood
te kunnen doen voortleven, raden, hare op
voeding zoodanig in te richten, dat zij niet
tot de door ons bedoelde hulpbehoevenden
behooren, maar geschikt zijn en bekwaam
om hulpe te zijn. Fnkh. Ct.
Wanneer een eend hare eieren heeft uit
gebroed, lokt zij hare jongen terstond met
zich in het water. Daar zwemmen zij al
dadelijk rond, en door voedsel te zoeken
waar het te vinden is, zorgen zij, weinige
uren nadat zij het eerste daglicht aanschouw
den voor zich zelf. De moederlijke zorg
kunnen zij dus en moeten zij dan ook ont
beren; alleen als gevaar dreigt of angst hen
bekruipt en wanneer de nacht invalt, ver
zamelen zij zich om de moedereend, die dan
hare vleugelen beschermend over hen uit
spreidt.
Welk een verschil bij den mensch, die
niet alleen in allen deele hulpbehoevend ter
wereld komt, maar die de ouderlijke, en de
moederlijke zorgen vooral, nog jaren en
jaren achtereen blijft behoeven.
En onder de zoogdieren zijn er, die hunne
jongen zoogen en verzorgen, zoolang zij dit
volstrekt noodig hebben, maar die ze weldra
duidelijk of zelfs gevoelig te verstaan geven,
dat zij voortaan voor zich zelf zullen hebben
te zorgen.
En zij zorgen dan voor zich zelfzij zoeken
hun voedsel, daar de ouders het zochten,
leven zooals zij van de ouders geleerd hebben
te leven en trachten een sterkeren vijand te
ontwijken. Maar bescherming tegen welk
gevaar ook, behoeven zij bij hunne ouders
niet te zoekenzij kennen elkander niet
meer en ieder leeft voor zich zelf en zorgt
voor zich zelf.
Zoo is het niet met alle, maar met som
mige diersoortenwel gaat er vaak een
exemplaar door gebrek aan ervaring te
gronde, maar de overblijvenden zijn er des
te krachtiger en geslepener door.
Uitgezonderd onze „huisdieren11, die onder
’t gebied van de „hooge bescherming11 van
den mensch staan en die, daardoor wellicht,
vatbaar schijnen voor gebreken, die over
eenkomst hebben met die, waaraan de men
schen soms lijden uitgezonderd deze treft
men onder ’t gedierte uiterst zelden een
hulpbehoevend exemplaar aan, dat men met
recht hulpbehoevend zou kunnen noemen, of
het moest door ’s jagers lust of anderer
menschen wreedheid in dien staat zijn ge
bracht. Maar wilde zijn noodlot ook al, dat
het in dien staat komen zou, dan zal het
zich zelf helpen of omkomen.
W elk een verschil alweer met het opzicht
tot den menschHoe vele jaren moeten er
vaak verloopen, eer iemand in staat is om
voor zich zelf te zorgen. Gelukkig dat de
ouderlijke liefde en zorg in den regel van
blijvenden aard zijn. Of zou, wanneer die
zorg van langdurigen aard is en belangrijke
offers eischt, de liefde weleens door plichts
gevoel en de eischen van het fatsoen worden
vervangen Zoo zal ’t wel eens zijn, want
niet alle hulpbehoevendheid is van een aard,
dat zij uit liefde tot helpen wekt, door liefde
in het verstrekken van hulp doet volharden.
Dat zou dan ook weleens kunnen zijn,
wat wij onverstandige of misplaatste liefde
noemen. Want, er mogen uitzonderingen op
zijn, als regel geldt, dat de mensch, die zelf
den toestand waarin hij verkeert schiep,
dien toestand moet aanvaarden en zich zelf
trachten te helpen.
Het spreekt vanzelf dat, als wij over
hulpbehoevendheid spreken, wij niet het oog
hebben op hen, die wegens ouderdom, ziekte,
lichaamsgebreken, verwonding enz., of die
door „het woeden der elementen11 tijdelijk
in nood verkeeren. Indien de liefde daar geen
hulp biedt of kan bieden, voorzie de plicht
daarin, met milde hand en met de meeste
voortvarendheid.
Wanneer wij de menschen in twee groote
afdeelingen splitsen, dan zien wij dat detjjd
van hulpbehoevendheid voor de eene afdee
ling veel langer duurt dan voor de andere.
De eerste en grootste bestaat uit menschen,
die moeten leven van de aanwending van
hunne lichaamskrachten, van hun lichaams-
arbeid dus. Zij die tot deze afdeeling behoo
ren, zijn in den regel het eerst in staat om
voor zich zelf te zorgen of de aan hen be-
steede zorgen met hun arbeid of hunne
verdiensten te betalen.
De tweede, kleinere afdeeling bestaat uit
dezulken, die door oefening van den geest,
door het streven naar kennis en wetenschap,
zich eene positie of werkkring in de maat
schappij wenschen te verschaffen, waarvan
de belooning er aan verbonden, toereikende
is om de overtuiging te koesteren, dat men
voor zich zelf zorgt. De mededinging is
echter weleens zoo groot, dat dit doel niet
altijd spoedig wordt bereikt, zoodat zij nog
niet kunnen zeggen als zelfstandige menschen
in de maatschappij voor zich zelf te zorgen,
als mannen van gelijken leeftijd uit de eerste
afdeeling reeds kinderen hebben.
Slieek, 5 April. Ruim 800 kievitseieren
kwamen nier heden aan de markt. Naar
men ons meedeelt, werden ze allen opgekocht
voor buitenlandsche hotels, tegen een ge
middelden prijs van 30 ct.
5 Aprd. Onze veemarkt ademde heden
eenigszins vrijer, uitgezonderd de woldragers,
die vergeefs naar koopers blaatten, ’t Melk
vee, dat prijshoudend was, vond gereeden
aftrek, evenals vette en nuchteren kalveren.
De laatsten vliegen nog steeds naar Enge
land, waar men er tot heden nog goede
prijzen voor kan bedingen. In de varkens
was weer de klad. Noode vond men voor
fijnste kwaliteit, levend, tegen 20 ct. koo
pers. De duurste zwijntjes bleven liggen
voor de Amsterdamscne markt, de goed
koopste vonden hun weg naar exportslage-
rjjen.
Vet rundvee was duurder dan acht dagen
geleden en ’t is te verwachten, dat we de
volgende week eerste kwaliteit van 28 op
30 cts. per 1/2 K.G. kunnen noteeren.
WOrkuni. Onder presidium van den heer
burgemeester is Zaterdagavond j.l. eene
vergadering gehouden in het lokaal van de
Cbr. jongeiingsvereeniging, bijgewoond door
ruim een honderd-tal belangstellenden.
Doel der vergadering was de wijze te be
spreken waarop bij de a.s.Koninginne-feesten
hier ter plaats feest te vieren.
Men was het eens dat er goed en flink
wat zoude worden gedaan. Bij de vaste
commissie zijn er sub-commissiën benoemd
die te samen zullen overleggen.
Zaterdag a.s. wordte en en ander definitief
vastgesteld.
Balk, 4 April. Van 1—5 Maart j.l. be
taalde de zuivelfabriek van Sloten 8.12
cent, van 6—12 Mrt. 7.62 cent, van 13—19
Mrt. 7.62 cent en van 20—26 Mrt. 7,62 cent
per 2 L. melk, (iedureude dezelfde datums
betaalde „Hanch11 8.28, 7.72, 7.62 en 7.52
cent per 2 L. De laatste houdt rekening
met het vetgehaltede eerste niet. Friso.
Wijckel, 4 April. Een vjjfjarig knaapje
naar Duitschland, om daar op de eene of
andere wijze arbeid te verrichten, en wel
31 naar Essen, 7 naar Langedreh, 3 naar
Eisenach en de overigen onderscheidenlijk
naar Katernberg, Elberfeld enEpe.
Sloten, 4 April. Ten behoeve van de
boterfabriek alhier zal deze week uit Am
sterdam aangevoerd worden een lading ijs.
De zachte winter maakte het ijsvisschen hier
ónmogelijk.
Sclioterland, 3 April. Naar we ver
nemen is door bet Comité voor het Meifeest
de gemeentetuin te Heerenveen aange
vraagd om daarin de kinderen spelen te
laten uitvoeren. Het Comité heeft van den
Burgemeester een onbeslist antwoord ont
vangen. Het plan bestaat, zich tot uen
Gemeenteraad te wenden. Hepk. Adv.bl.
Volgens de Leeuwarder Courant is
gisteren de gemeente-ontvanger van Leeu-
warderadeel 1. D. G., wegens ontdekte valsch-
heid in de boeken, gearresteerd en naar het
huis van bewaring aldaar overgebracht.
Het tekort in de kas bedraagt, naar men
aan dat blad mededeelt, ongeveer f 7066.
De volgende advertentie komt voor in
no. 2165 van het Nieuwsblad gewijd aan de
belangen van de Hoeksche Waard en IJsel-
monde
„Wegens huwelijk van zijn eenige doch
ter verlangt de heer J.... G...., rustend
Landbouwer te Barendrecht, Middeloijk,
kennis te maken met een fatsoenlijke, wel
gestelde jonge Dochter of Weduwe, boven
de veertig jaar oud, om na wederzijdsch
goedvinden een wettig huwelijk aan te gaan.
Geheimhouding op woord van eer verzekerd.
Leeftijd van steller dezes negen en vijf
tig jaar, helder, gezond, fatsoenlijk uiterlyk,
vrij van sterken drank, een groot minnaar
van een kop koffie.
Vermogen tienduizend gulden, te weinig
om fatsoenlijk van te leven, bestaande in
een nieuwe Landbouwwomng, zes nieuwe
Arbeiderswoningen met veertig bunders Land
van verschillende Landeigenaren, verhuurd
aan zjjn zoon GG voor tien jaar,
voor drie honderd vijf en zeventig gulden
per jaar. Gehuurd een fatsoenlijke rente-
nierswoning bij het dorp, winterhuis, zomer
huis en kamertje. Ik heb drie kamers vol
meubelen, vier bedden met toebehooren,
kostelijk goed, goud, zilver en juweelen,
waarde ruim duizend gulden.
Berichten worden ingewacht voor vijftien
April.
Jonge dochters en weduwen, je hebt hier
te doen met een heel fatsoenlek man, die
groot staat op zijn eer, met een goed hart
voor een fatsoenlijke vrouw.
Zonder vermogen onnoodig te schrijven.
Op Tessel zijn nagenoeg alle grond
soorten, die in Nederland voorkomen, ver
tegenwoordigd. De voornaamste tak van
veeteelt is het aanfokken van schapen
daaraan wordt dan ook veel zorg besteed.
De lammerenteelt is thans aangebroken en
binnen enkele weken heeft de groote uit
voer naar elders plaats, hoofdzakeljjk naar
Leiden. Ook wordt er door den Gelderschen
boer meer en meer gebruik gemaakt, om
voor hun bedrjjf het gekruist Tesselsch wol-
vee aan te koopen. Als gevolg hiervan
worden jaarlijks reeds zesweeksche lam
mertjes te Eist door handelaren ter markt
aangeveerddoch de eerste soort behoudt
de Tesselsche boer voor zijn bedrijf. In 1897
werden ruim 20,606 lammeren van zes weken
oud, in de maand Mei, uitgevoerd, tegen
prijzen van f 8 tot f 14 per stuk. Thans worden
er reeds hoogere prijzen bedongen.
Men schrjjft uit Oost-Zeeuwsch-Vlaan-
deren
Nauweljjks zijn de kikvorschen uit den
winterslaap ontwaakt of de Vlaamscue kik-
kervangers komen reeds opdagen. Dagelijks
ziet men ze gewapend met hun schepnet
onze slooten langs trekken om de schuwe
kikkertjes te verschalken. Van de gevan
gen beestjes zijn slechts de „billetjes11 hun
dienstig, die behoorlijk schoon gemaakt en
goed verpakt, meestal naar Parijs gezon
den worden, waar zoo’n kikkerboutje een
uitgezóchte lekkernij schijnt te zjjn. In
België is het vangen en dooden van kik
vorschen door de wet verbodenvandaar,
dat de Belgische kikkervangers naar ons
land komen, om hun bedrjjf uit te oefenen.
Te Loosdrecht is de oudste kiezer 91
jaar oudde jongste herdacht slechts 15
maal den datum zijner geboorte, aangezien
hjj... den 29 Februari werd geboren.
Een heer uit Middelburg heeft bij de
politie aangifte gedaan, dat hem in den
doorgang van het Hollandsche Spoorstation
te ’s Gravenhage een portefeuille, onder
meer inhoudende 18 bankbiljetten, ieder
groot f 100,—» is ontrold,
Bolswardsche Courant
I