ül W TOAK GEMENGD NIEUWS. Kantongerecht te Bolsward. Stoomdruk, Firma B. Cuperus Az. Bolsward, Schatrijk vaderGij wilt mijtte dochter gelukkig maken, niet waar Is dat u ernst Jongmensch Dat is mijn oprechte, innige wensch. Vader. Nu, huw haar dan niet. verspreidden. De verschrikte studenten ijlden naar den prorector in het seminarie. Waar langs de straten de bereden troep hen tegen kwam, scholden de soldaten hen uit voor „studentenjongens11 en andere uitdrukkingen en sloegen hen met de sabels op het hoofd. De dragonders patroulleerden intusschen voort, eene afdeeling van hen hakte bij de kerk op een schare nieuwsgierigen in en ver wondde drie burgers, terwijl eenige studenten die onder hen waren met verscheurde kleeren er af kwamen. De zoo ruw aangegrepenen begonnen zich te verdedigen, en alleen de krachtige tusschenkomst van von Kleudgen verhinderde grooter onheil. De studenten, voor zooverre zij bij elkaar waren, zonden nu afgevaardigden naar de wacht, de ver zekering meegevende, dat zij van hunne zijde geene vijandelijkheden in den zin hadden en eene geruststellende verklaring vroegen. Zij kregen echter kortweg tot antwoordDe studenten hebben de wacht beleedigd.11 vorst hunnen ijver zou prijzen en verwon derden zich niet weinig toen hij hen alles behalve welkom ontving. Ook de luitenant v. Schilling had namelijk nog des nachts een afgevaardigde naar den keurvorst gezonden met een bericht, waarin hij van een beraamden aanval der studenten op de militairen melding maakte. Bovendien had hij het gehalte en gelogen procesverbaal over den student Emanuel v. Fürth er bij overgelegd. Wie eerst komt eerst maalt, zegt het spreekwoord, dat hier bewaarheid werd. Het rapport van den officier, dat het eerst was aangekomen, maakte op den keurvorst een geweldigen indruk en hij koos de partij der militairen. Toen de proiessoren hem daarop mededeelden, dat de studenten Heidelberg verlaten hadden en niet wilden terug komen, werd Karei Erederik zoo woedend, dat hij verklaarde alle studenten als oproermakers en opstandelingen te zullen behandelen. Zeer onderdanig merkten de professoren op, dat dit de ondergang van Heidelberg zou zijn en waagden het er bij te voegen, dat Zijne Doorluchtigheid verkeerd ingelicht was en dat het rapport van den luitenant v. Schil ling in allen gevalle grove onwaarheden be vatte. De keurvorst gaf daarop het rapport aan de professoren ter lezing en deze kwamen nu in kennis met de ongelooflijke overdrij vingen en voorstellingen, waaraan Schilling zich schuldig gemaakt had. Zij konden deze natuurlijk gemakkelijk weerleggen en de keurvorst werd steeds meer verstoord op de handelingen van den luitenant, beloofde een streng onderzoek en zond een bode naar Heidelberg met het bevel, dat luitenant v. Schilling kamerarrest had. Een nauwkeurig onderzoek van het geval en bestraffing der schuldige militairen zou plaats hebben en om alle twisten met de militairen te vermijden, zouden zij te eeniger tyd uit Heidelberg weggezonden worden. Verder beloofde de keurvorst den studenten vergiffenis, als zij terstond terugkeerden. Den student Emanuel v. Fiirth zou in geval van noodzakelijkheid het bijzonder leedwezen van den keurvorst over de hem ten deel geval len smadelijk behandeling overgebracht wor den. De professoren kwamen met dit antwoord terug. Tegelijk met hen vertrok de door den keurvorst aangewezen onderzoekingsrechter, jonker v. Dais, om zoo spoedig mogelijk rap port te brengen. De universiteitssyndicus v. Kleudgen, die bij de studenten zeer gezien was, ging ter stond naar Neuenheim om de studenten te bewegen dadelijk terug te keeren, maar kwam op zeer ongelegen tijd. De studenten hadden den geheelen dag in de kroeg ge zeten, waren zeer „onder den indruk11 en zij, met wien hij moest onderhandelen, zetten een grooten mond op, stelden de onzinnigste eischen en dreigden, dat de studenten den volgenden dag andere uuiversiteiten zouden bezoekende meesten wilden naar Gottin gen gaan. Deze mededeelingen waren zeer ontmoe digend, en toen v. Kleudgen ze aan den senaat overbracht, was deze in nog grootere verlegenheid als ’s morgens. De reis naar den keurvorst, ja, alles wat zij gedaan had den, was te vergeefs, als de studenten on genegen bleven terug te komen, zij het zelfs dat maar een deel der studenten want dat waren dan gewis de rijksten en aan- zienlijksten zich werkelijk naar Gottin gen begaf. De senaat hief nu de zitting op en besloot Op dat vreeselijk oogenblik verscheen ge lukkig professor Schnappinger, begeleid door zes universiteitsdienaren, en met hem de bur gemeester met acht politieagenten. Graaf v. Bassewitz had zich van de wacht terstond naar den professor begeven, om bij dezen protest in te dienen tegen de behan deling, die men hem aangedaan had en om de vrijlating van zijnen vriend te bewerken. De professor was woedend over dat voorval maar hij kende luitenant v. Schilling als een gewelddadig mensch en nam daarom niet al leen gewapende universiteitsbedienden mede, maar tevens had hij zich om hulp gewend tot den burgemeester, de hoogste macht van deze stad. Deze was anders geen vriend van de hoogeschool, en nog minder van den pro rector. Maar toch was de burgemeester buiten zich zelven over dat voorval, riep al zijne politiedienaren en verscheen met hen bij de wacht. Door al deze omstandigheden was de be- vrijding van Emanuel vertraagd, maar geluk kig kwam de hulp nog opdagen, voordat hij op de pijnbank gelegd en onteerd was. Zonder tegenspraak gaf luitenant v. Schil ling zijnen gevangene niet los. Hij schuim bekte van woede, dat zijn tegenstander nog ter elfder ure aan zjjne wraak werd ont trokken en verklaarde, dat de gevangene den militairen stand beleedigd had en daar om voor de militairerechtbank moest terecht staan. De prorector en de burgemeester kwamen natuurlijk krachtig tegen den officier op en beriepen zich op de voorrechten der hooge school en op de strenge bevelen van den keurvorst. Misschien had v. Schilling in zijne woede niet toegegeven, had hem niet de vrees bekropen, dat zijne tegenstanders geweld zou den gebruiken, wat voor hem en het militair gezageenesmaadvolle nederlaag zougeworden zijn. Op de markt bevonden zich maar zes dragonders en een trompetter, de tegenstan ders waren samen veertien gewapende lieden. Onder tegenspraak, vloeken en schimpen gaf Schilling eindelijk den gevangene over, maar zwoer, dat hij hem wel klein zou krijgen. De prorector ging met Emanuel en graaf v. Bassewitz naar den universiteits-syndicus von Kleudgen, wat voor Emanuel hoogst aangenaam was, daar hij de gelegenheid had Elisabeth te zien. De heer v. Kleudgen maakte een groot protocol klaar, maar terwijl men daarmede bezig was, klonken de tonen der trompetten op straat. Luitenant v. Schilling liet als eerste en oudste officier het dragonder commando alarmeeren. Bij zijn later verhoor verontschuldigde, gelijk uit de acten blijkt, Schilling zich door te zeggen, dat hem bericht was dat de stu denten zich wapenden en samenrotten om de hoofdwacht en de kazerne te bestormen. Er was geen woord van deze bewering waar, maar Schilling wilde met geweld den gevan gene weer binnen rakelen. Zyne geheele houding en het bevel, dat hij zijnen man schappen uitdeelde, toonen dat aan. Dr. Heyck, die de acten daarover na ging, zegt er van „Om negen uur hoorden de verwonderde burgers en studenten in de straten het trom pettensignaal blazen, spoedig daarop klonk het paardengetrappel van een afdeeling van honderd man dragonders, die met getrokken gabels naar alle richtingen van de stad zich De prorector was er beslist tegen, dat Ema nuel v. Fürth zich op straat begaf, daar zijne veiligheid, misschien zijn leven gevaar liep. Ook de universiteits-syndicus wasdiemeening toegedaan en bood hem verblijf in zijne wo ning aan. Terwijl de beide oude heeren de deur uitgingen om hunnen plicht te doen, de stu denten te kalmeeeren en verder ongeluk verhinderen, kon Emanuel bij de dames blij ven en mee haar den avond doorbrengen. Eerst laat in den nacht kwam de syndicus weer tehuis en zeide dat alles nog betrek kelijk gelukkig was afgeloopen, maar dat onder de studenten een oproerige geest hee rechte. Emanuel moest nog met den syndicus een flesch wijn drinken en sliep met hem in één kamer. Den morgen van den 13 Juli haalde graaf Bassewitz zijn vriend afop de plaats voor de hoogeschool was eene heele samenscholing van studenten. Met algemeene stemmen werd tot ontsteltenis der professoren besloten: „de studenten verlaten Heidelberg wegens den hen aangedanen smaad en onrechtvaardig heid.11 De daad volgde terstond op het besluit. In een geregelden troep marcheerden alle studenten, die gewapend waren, langs de hoofdwacht over de Neckarbrug en aan gene zijde van de Heiligenberg te Neuenheim gingen zij wonen. De hoogeschool te Heidelberg bestond niet meer, want zij had geene studenten meer. De senaat belegde spoedig eene verga lering. Schrik en ontsteltenis heerschten er. Wat zou de keurvorst van dat voorval zeggen Nog onlangs had hij zich over het snel op bloeien der hoogeschool verheugd en nu dit schandaalMochten ook de studenten waar schijnlijk willen terugkeeren als men eenige concessie deed, toch deed het geval de hooge school in een zeer slechten roep komen en zou de toevloed van nieuwe studenten op houden. Reeds des morgens vroeg hadden de pro rector en de syndicus een bode te paard naar den keurvorst gezonden om hem alles mede te deelen wat er den vorigen avond was voorgevallen. Nu besloot de senaat, dat de beide heeren zelven terstond naar den keur vorst, die zich te Schwetzingen ophield zouden gaan, om deze de zaak tot in de kleinigheden mede te deelen en te verzoeken om maat regelen te nemen. Er werd spoedig een rijtuig besteld, de heeren kleedden zich en vertrok ken zoo spoedig mogelijk. De prorector Schnappinger en de syndicus von Kleudgen waren overtuigd, dat de keur- Als dat zoo eenvoudig ging, zouden er wellicht niet veel recruten in dienst blij ven. Een pas in dienst getreden recruut te Amers foort, uit Schoonoord afkomstig, liep bij zijne overplaatsing van Amersfoort naar Assen weg, naar Schoonoord, waar hij voorgaf voor den dienst te zijn afgekeurd. Op last van den Burgemeester dier gemeente, die per draad met zijn verdwijning in kennis was gesteld, is de weggeloopene als deserteur naar Assen getransporteerd. Verrold. Aan vele Amsterdammers is het huis bij Halfweg, dat „verrold11 werd, bekend. Nu is echter in Amerika niet ver van Buffalo een heel spoorwegstation met fondament en al op rollen 100 M. ver plaatst en te Massachussetts is een geheele fabrieksplaats met 30 M. hoogen schoorsteen, 50,000 K.G. wegend, waterbassin en vijf bijbehoorende woonhuizen, bijna een kilo meter verder gerold, natuurlijk doormiddel van een aantal kunstig samengestelde ma chines. De Parijsche tentoonstelling in 1900. Thans reeds, nu ons nog twee jaren schei den van het groote feit, den vreedzaroen strijd der volkeren op het gebied van den arbeid, van de wereldtentoonstelling te Parijs thans reeds wordt er een zee van klachten vernomen over gebrek aan plaats ruimte. Twee-en-vijftig landen hebben zich aan gemeld om in dezen wedstrijd van industrie en nijverheid mee te dingen, en al deze landen te zamen eischen voor hun uit te stallen producten een plaatsruimte van 100 H.A., terwijl er slechts een terrein van 40 H.A. beschikbaar is. Frankrijk heeft voor zich alleen gerecla meerd de helft van de beschikbare ruimte, terwijl zij aan de overige landen gezamen lijk de andere helft overlaat. Na Frankrijk komen de grootste inzen dingen uit Engeland, Duitschland en België. De Fransche, de Duitsche en de En gelsche vrouw. Een Duitscher vergelijkt de Fransche, Duitsche en Engelsche vrouwen aldus De Frangaise trouwt uit berekening, de Engelsche omdat het zoo behoort en de Duitsche uit liefde. De Frangaise bemint zoolang de wittebroodsweken duren, de En gelsche levenslang en de Duitsche eeuwig. De Frangaise brengt haar dochters op het bal, de Engelsche in de kerk, de Duitsche in de keuken. De Frangaise heeft geest, de Engelsche verstand, de Duitsche gemoed. De Frangaise dost zich smaakvol uit, de Engelsche zonder smaak, de Duitsche kleedt zich. De Frangaise zwetst, de Engelsche spreekt, de Duitsche babbelt. De Frangaise geeft u een roos, de Engelsche een dahlia, de Duitsche een vergeet-mij-niet. De Fran gaise heeft een tong, de Engelsche een hoofd, de Duitsche een hart. Deze Duitscher is blijkbaar een bijzonder groote vereerder van zijn vrouwelijke land- genooten. Eere zij den souffleurDe Oosten- rijksche schrijver en opera-librettist Walze] (beter bekend onder zijn schrijversnaam F. Zeil) schrijft de volgende karakteristiek van een souffleur „Aan den schouwburg behoort de souffleur onder de onontbeerlijken der alleronont- beeriijksten. Op het teeken, dat hij geeft, letten de onzichtbare machten achter de coulissen; hij weet precies, wanneer het tijd is dat ’t „blaadje zich keert11. Op zjjn bevel verandert het paradijs in een woestijn, de kerk in een speelhol, de hut in een salon De souffleur is de eigenlijke ziel, de geest der diepte, de reddende engel bij elk tooneel hij is een profeet, want hij zegt alles vooraf hij weet, nog eer zij binnenkomen, wat de menschen zullen zeggen hij kent het wacht woord van den jongen minnaar en hij weet ook wat de schoone vrouw daarop zal ant woorden. Hij fluistert kuischen jonkvrouwen afschuwelijke woorden in, die zij niet on gehoord mogen laten, en zeer eerzamen dames zegt hij pikante dingen, zonder dat zij rood worden. En allen moeten naar hem luisteren, wie hem niet volgt, is verloren, wie zich op hem verlaat, kan zich er op verlaten dat hij niet verlaten is. Hij moedigt helden aan, ondersteunt zelf de rijkste vaders, geeft den goeden moeders de innigste woorden in, be hoedt de naieve meisjes voor een zekeren val en vindt voor de minnaars het rechte woord op de rechte plaats. Zijn meenng omtrent de menschen is in den regel geen goedehij verkeert bijna alleen met men schen, die weinig geleerd en veel vergeten hebben. Van het publiek verlangt hij niets, dan dat men dat heeft hij met mooie vrouwen gemeen van hem zegge: de beste souffleur is degene, van wien men ’t minste hoort Goede raad. Jongmensch. (een rechte doordraaier)Geëerde heer, u weet zeker de reden van mijn bezoek den volgenden voormiddag weder te verga deren. Toen de universiteitssy ndicus v. Kleudgen na eene moeilijke dagtaak des avonds thuis kwam, overhandigde zijn vrouw hem een brief, die nieuwe onaangenaamheid gaf. Deze kwam van luitenant v. Schilling en venaadde het liefdegeheim van Emanuel en Elisabeth. In honende woorden schilderde Schilling de samenkomst der geliefden en condoleerde hem dat de nicht van den syn dicus een schoolknaap tot vrijer had. Den volgenden morgen vroeg liet hij Eli sabeth roepen en het jonge meisje, op ver- wijtingen voorbereid, kwam in zijne kamer. Zij was intusschen aangenaam verrast, toen baar oom tot haar zeideGa aan mijn schrijftafel zitten en schrijf een brief aan Emanuel v. Fürth. Deel hem mede dat ik uwe verhouding ken en dat ik, altijd wan neer zijne ouders het toestemmen, heden nog in uwe verloving toestem, als het gelukt de studenten tot terugkeer te bewegen. Hij is het meest beleedigd en gekweld; als hij terugkeert maakt dat een grooten indruk. Als hij je hef heeft, zal hij volgens uwen brief handelen wat wij wenschen. De universiteitssyndicus, een sluwe diplo maat, verliet daarop de kamer en Elisabeth begon haastig te schrijven. Reeds om zeven uur ’s morgens was een bijzondere bode met een brief aan Emanuel v. Fürth naar Neuen heim onder weg en tegen elf uur voormid- dags verscheen eene deputatie van twaalf studenten. Aan hun hoofd stonden v. Basse witz en Emanuel, om met den senaat te on derhandelen. Het was aan het redenaarsta lent van Emanuel, krachtig ondersteund door zijn vriend, gelukt, in eene groote morgen- vergadering de studenten tot terugkeer te bewegen. Den meesten indruk maakte, dat juist Emanuel voor den terugkeer sprak. De onderhandelingen met den senaat duur den niet lang. De deputatie werd er mee bekend, wat de keurvorst gezegd hadook de senaat stond alle gewenschte beloften, toe, en zoo verklaarden de afgevaardigden, dat zij zouden terugkomen als zij met muziek werden afgehaald. Dit werd toegestaan. Om één uur des middags volgde de in tocht der studenten. Op de marktplaats ont ving de senaat hen, deelde hun de beloften van den keurvorst mede en een driewerf hoera klonk op den keurvorst. Des avonds had een klein feest in het huis van den uni versiteitssyndicus plaats, waarbij de verloving van Emanuel met Elisabeth plaats had. Den keurvorst werd terstond door een bode het herstel van den vrede gemeld, waarover deze zijn vreugde te kennen gaf, bracht een woord van dank aan de profes soren, alsook aan den student Emanuel v. Fürth voor zijne bemiddeling en inderdaad bewees de keurvorst zich zoo dankbaar, dat Emanuel reeds drie jaar later als regeerings- ambtenaar zijne bruid kon trouwen. De hofrechter v. Drais onderzocht ijverig de Heidelberger aangelegenheid en bevond dat luitenant v. Schilling alle schuld er van droeg. Deze kreeg vestingarrest en werd van Heidelberg naar een ander garnizoen verplaatst. Zoo eindigde de uittocht van de Heidel berger studenten, die ons een buitengewoon belangrjjk beeld geeft van den toenmaligen toestand. Friesche Courant. geldboeten, elk van een gulden of een dag subs. alsb. ff v n ff ff ff ff ff alsb. Witmarsum Joure 15. 16. J.d. H., J. K., alsboven. ff wegens hetzelfde tot den of een dag subs, hechtenis. 26. T. V. te Workum wegens het in de ge meente Workum in de bebouwde kom rijden met een wagen, voorzien van een krommen dis sel, terwijl de bestuurder niet daarbij loopt, tot eene geldboete van een gulden of een dag subs, hechtenis. 27. 1. F. H., 2. J. R., 3. H. N. te Bolsward wegens het te zamen en in vereeniging in de gemeente Bolsward in het openbaar met geld spelen, wat den tweeden en derden beklaagde betreft, gepleegd door kinderen, nadat zij den leeftijd van tien en voordat zij dien van zestien jaren hebben bereikt, met oordeel des onder- scheids, ieder tot eene geldboete van vijftig cents of een dag subs, hechtenis voor ieder hunner. 28. P. R. V. te Kolderwolde wegens het ver voeren van visch in gesloten vischtijd en meer dan 14 dagen na de sluiting-er van, tot eene geldboete van drie gulden of twee dagen subs, hechtenis, met verbeurdverklaring van de niet in beslag genomen visch, met last tot uitlevering daarvan of betaling der waarde ad f0.50 met bepaling, dat bij nietbetaling der waarde de verbeurdverklaring zal worden vervangen door hechtenis van een dag. 29. F. v. d. P. onder Workum wegens over tredingen der jachtwet, tot twee geldboeten, elk van acht gulden of vijf dagen subs, hechtenis voor elke boete met verbeurdverklaring van het in beslag genomen geweer. 30. K. W. te Bolsward wegens openbare dron kenschap, gepleegd bij tweede herhaling, tot eene hechtenisstraf van vijf dagen. 31. D. F. te Workum wegens het in de pro vincie Friesland in een vaarwater, in onderhoud en beheer bij die provincie, als gezagvoerder van eene stoomboot, in strijd met de aan de verleende vergunning verbonden voorwaarden, met die stoomboot gebruik maken van eene vaart, voorkomende op den door Gedeputeerde Staten opgemaakten staat van vaarten, waarvan het bevaren zonder hunne vergunning verboden is, tot eene geldboete van vijftien gulden of zeven dagen subs, hechtenis. ZITTING VAN 31 MAART 1898. 22. 23. 24. eene subs, hechtenis. 25. T. t. Z. te Makkum wegens overtreding der arbeidswet tot eene geldboete van een gul- S L O T. Veroordeeld: 1. F. S. te Workum wegens het in de be bouwde kom der gemeente Workum zitten op een voertuig, door bonden getrokken, tot eene geldboete van een gulden of'een dag subs, hech tenis. 2. F. Z. te Bolsward wegens straatschenderij, gepleegd met oordeel des onderscheids door een kind, nadat het den leeftijd van tien en voor dat het dien van zestien jaren heeft bereikt, tot eene geldboete van twee gulden of een dag subs, hechtenis. 3. A. D., gedomicilieerd te Oosterlittens, we gens het in de provincie Friesland in een vaar water, in onderhoud en beheer bij die provincie, bij nacht als gezagvoerder een vaartuig aan de trek wegzijde laten liggen, tot eene geldboete van vijftig cents of een dag subs, hechtenis. J. de V., gedomicilieerd te Drachten alsb. S. V., Bolsward W. K., Leeuwarden,, C. Z., gedomicilieerd te Langweer, wegens lo. het in de provincie Friesland in een vaar water, in onderhoud en beheer bij die provincie, -1.. „1-.1---J, trekwegzijde laten liggen, 2o. het in de wateren, i' met een schip, dat niet zoozeer wordt gebruikt voor d: rt, tot woning dient, tot twee geldboeten, gulden voor het 2de feit of een dag subs, hech- 4. 5. 6. 7. lo. het in de provincie Friesland in een vaar water, in onderhoud en beheer bij die provincie, bij nacht als gezagvoerder een vaartuig aan de trekwegzijde laten liggen, 2o. het in de wateren, gelegen binnen de gemeente Bolsward, liggen voor de eigenlijke vaart, alswel enkel en alleen eene van vijftig cents voor het 1ste feit en eene van een tenis voor elke boete. 8. F. d. W„ gedomicilieerd te Bolsward, we gens het in de wateren, gelegen binnen de ge meente Bolsward, liggen met een schip, dat niet zoozeer wordt gebruikt voor de eigenlijke vaart, alswel enkel en alleen tot woning dient, tot eene geldboete van een gulden of een dag subs, hech tenis. 9. G. K., gedomicilieerd te Dedgum 10. L. v. H., Witmarsum 11. S. A. d. J., gedomicilieerd te Drachten, wegens hetzelfde tot eene geldboete van vijftig cents of een dag subs, hechtenis. 12. A. W., gedomicilieerd te Bolsward, wegens hetzelfde, viermaal gepleegd, tot vier geldboeten, elk van een gulden of een dag subs, hechtenis voor elke boete. 13. M. v. H„ gedomicilieerd te Bolsward, we gens hetzelfde, tweemaal gepleegd, tot twee geld boeten, elk van een gulden of een dag subs, hechtenis voor elke boete. J. d. H., gedomicilieerd te Bolsward alsb. ff ff J. d. J. te Sneek wegens openbare dron- een dag subs, hechtenis. M. B. te Workum S V KJ. V S. F. te Bolsward geldboete van vijf gulden of drie dagen 14. H. T., gedomicilieerd te Achlum L. H., B. E., 17. J. P„ gedomicilieerd te Beetsterzwaag, wegens hetzelfde, driemaal gepleegd, tot drie hechtenis voor elke boete. 18. 19. 20. 21. x kenschap tot eene geldboete van "een gulden of

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 4