ül W TOAK
GEMENGD NIEUWS.
Kantongerecht te Bolsward.
Stoomdruk, Firma B. Cuperus Az. Bolsward,
Schatrijk vaderGij wilt mijtte dochter
gelukkig maken, niet waar Is dat u ernst
Jongmensch Dat is mijn oprechte, innige
wensch.
Vader. Nu, huw haar dan niet.
verspreidden. De verschrikte studenten ijlden
naar den prorector in het seminarie. Waar
langs de straten de bereden troep hen tegen
kwam, scholden de soldaten hen uit voor
„studentenjongens11 en andere uitdrukkingen
en sloegen hen met de sabels op het hoofd.
De dragonders patroulleerden intusschen
voort, eene afdeeling van hen hakte bij de
kerk op een schare nieuwsgierigen in en ver
wondde drie burgers, terwijl eenige studenten
die onder hen waren met verscheurde kleeren
er af kwamen. De zoo ruw aangegrepenen
begonnen zich te verdedigen, en alleen de
krachtige tusschenkomst van von Kleudgen
verhinderde grooter onheil. De studenten,
voor zooverre zij bij elkaar waren, zonden
nu afgevaardigden naar de wacht, de ver
zekering meegevende, dat zij van hunne zijde
geene vijandelijkheden in den zin hadden
en eene geruststellende verklaring vroegen.
Zij kregen echter kortweg tot antwoordDe
studenten hebben de wacht beleedigd.11
vorst hunnen ijver zou prijzen en verwon
derden zich niet weinig toen hij hen alles
behalve welkom ontving.
Ook de luitenant v. Schilling had namelijk
nog des nachts een afgevaardigde naar den
keurvorst gezonden met een bericht, waarin
hij van een beraamden aanval der studenten
op de militairen melding maakte. Bovendien
had hij het gehalte en gelogen procesverbaal
over den student Emanuel v. Fürth er bij
overgelegd.
Wie eerst komt eerst maalt, zegt het
spreekwoord, dat hier bewaarheid werd. Het
rapport van den officier, dat het eerst was
aangekomen, maakte op den keurvorst een
geweldigen indruk en hij koos de partij der
militairen. Toen de proiessoren hem daarop
mededeelden, dat de studenten Heidelberg
verlaten hadden en niet wilden terug komen,
werd Karei Erederik zoo woedend, dat hij
verklaarde alle studenten als oproermakers
en opstandelingen te zullen behandelen.
Zeer onderdanig merkten de professoren
op, dat dit de ondergang van Heidelberg zou
zijn en waagden het er bij te voegen, dat
Zijne Doorluchtigheid verkeerd ingelicht was
en dat het rapport van den luitenant v. Schil
ling in allen gevalle grove onwaarheden be
vatte.
De keurvorst gaf daarop het rapport aan
de professoren ter lezing en deze kwamen
nu in kennis met de ongelooflijke overdrij
vingen en voorstellingen, waaraan Schilling
zich schuldig gemaakt had.
Zij konden deze natuurlijk gemakkelijk
weerleggen en de keurvorst werd steeds
meer verstoord op de handelingen van den
luitenant, beloofde een streng onderzoek en
zond een bode naar Heidelberg met het
bevel, dat luitenant v. Schilling kamerarrest
had.
Een nauwkeurig onderzoek van het geval
en bestraffing der schuldige militairen zou
plaats hebben en om alle twisten met de
militairen te vermijden, zouden zij te eeniger
tyd uit Heidelberg weggezonden worden.
Verder beloofde de keurvorst den studenten
vergiffenis, als zij terstond terugkeerden. Den
student Emanuel v. Fiirth zou in geval van
noodzakelijkheid het bijzonder leedwezen van
den keurvorst over de hem ten deel geval
len smadelijk behandeling overgebracht wor
den.
De professoren kwamen met dit antwoord
terug. Tegelijk met hen vertrok de door den
keurvorst aangewezen onderzoekingsrechter,
jonker v. Dais, om zoo spoedig mogelijk rap
port te brengen.
De universiteitssyndicus v. Kleudgen, die
bij de studenten zeer gezien was, ging ter
stond naar Neuenheim om de studenten te
bewegen dadelijk terug te keeren, maar
kwam op zeer ongelegen tijd. De studenten
hadden den geheelen dag in de kroeg ge
zeten, waren zeer „onder den indruk11 en
zij, met wien hij moest onderhandelen, zetten
een grooten mond op, stelden de onzinnigste
eischen en dreigden, dat de studenten den
volgenden dag andere uuiversiteiten zouden
bezoekende meesten wilden naar Gottin
gen gaan.
Deze mededeelingen waren zeer ontmoe
digend, en toen v. Kleudgen ze aan den
senaat overbracht, was deze in nog grootere
verlegenheid als ’s morgens. De reis naar
den keurvorst, ja, alles wat zij gedaan had
den, was te vergeefs, als de studenten on
genegen bleven terug te komen, zij het zelfs
dat maar een deel der studenten want
dat waren dan gewis de rijksten en aan-
zienlijksten zich werkelijk naar Gottin
gen begaf.
De senaat hief nu de zitting op en besloot
Op dat vreeselijk oogenblik verscheen ge
lukkig professor Schnappinger, begeleid door
zes universiteitsdienaren, en met hem de bur
gemeester met acht politieagenten.
Graaf v. Bassewitz had zich van de wacht
terstond naar den professor begeven, om bij
dezen protest in te dienen tegen de behan
deling, die men hem aangedaan had en om
de vrijlating van zijnen vriend te bewerken.
De professor was woedend over dat voorval
maar hij kende luitenant v. Schilling als een
gewelddadig mensch en nam daarom niet al
leen gewapende universiteitsbedienden mede,
maar tevens had hij zich om hulp gewend
tot den burgemeester, de hoogste macht van
deze stad. Deze was anders geen vriend van
de hoogeschool, en nog minder van den pro
rector. Maar toch was de burgemeester buiten
zich zelven over dat voorval, riep al zijne
politiedienaren en verscheen met hen bij de
wacht.
Door al deze omstandigheden was de be-
vrijding van Emanuel vertraagd, maar geluk
kig kwam de hulp nog opdagen, voordat hij
op de pijnbank gelegd en onteerd was.
Zonder tegenspraak gaf luitenant v. Schil
ling zijnen gevangene niet los. Hij schuim
bekte van woede, dat zijn tegenstander nog
ter elfder ure aan zjjne wraak werd ont
trokken en verklaarde, dat de gevangene
den militairen stand beleedigd had en daar
om voor de militairerechtbank moest terecht
staan.
De prorector en de burgemeester kwamen
natuurlijk krachtig tegen den officier op en
beriepen zich op de voorrechten der hooge
school en op de strenge bevelen van den
keurvorst. Misschien had v. Schilling in zijne
woede niet toegegeven, had hem niet de vrees
bekropen, dat zijne tegenstanders geweld zou
den gebruiken, wat voor hem en het militair
gezageenesmaadvolle nederlaag zougeworden
zijn. Op de markt bevonden zich maar zes
dragonders en een trompetter, de tegenstan
ders waren samen veertien gewapende lieden.
Onder tegenspraak, vloeken en schimpen
gaf Schilling eindelijk den gevangene over,
maar zwoer, dat hij hem wel klein zou
krijgen.
De prorector ging met Emanuel en graaf
v. Bassewitz naar den universiteits-syndicus
von Kleudgen, wat voor Emanuel hoogst
aangenaam was, daar hij de gelegenheid had
Elisabeth te zien.
De heer v. Kleudgen maakte een groot
protocol klaar, maar terwijl men daarmede
bezig was, klonken de tonen der trompetten
op straat. Luitenant v. Schilling liet als eerste
en oudste officier het dragonder commando
alarmeeren.
Bij zijn later verhoor verontschuldigde,
gelijk uit de acten blijkt, Schilling zich door
te zeggen, dat hem bericht was dat de stu
denten zich wapenden en samenrotten om de
hoofdwacht en de kazerne te bestormen. Er
was geen woord van deze bewering waar,
maar Schilling wilde met geweld den gevan
gene weer binnen rakelen. Zyne geheele
houding en het bevel, dat hij zijnen man
schappen uitdeelde, toonen dat aan.
Dr. Heyck, die de acten daarover na ging,
zegt er van
„Om negen uur hoorden de verwonderde
burgers en studenten in de straten het trom
pettensignaal blazen, spoedig daarop klonk
het paardengetrappel van een afdeeling van
honderd man dragonders, die met getrokken
gabels naar alle richtingen van de stad zich
De prorector was er beslist tegen, dat Ema
nuel v. Fürth zich op straat begaf, daar zijne
veiligheid, misschien zijn leven gevaar liep.
Ook de universiteits-syndicus wasdiemeening
toegedaan en bood hem verblijf in zijne wo
ning aan.
Terwijl de beide oude heeren de deur
uitgingen om hunnen plicht te doen, de stu
denten te kalmeeeren en verder ongeluk
verhinderen, kon Emanuel bij de dames blij
ven en mee haar den avond doorbrengen.
Eerst laat in den nacht kwam de syndicus
weer tehuis en zeide dat alles nog betrek
kelijk gelukkig was afgeloopen, maar dat
onder de studenten een oproerige geest
hee rechte.
Emanuel moest nog met den syndicus een
flesch wijn drinken en sliep met hem in één
kamer.
Den morgen van den 13 Juli haalde graaf
Bassewitz zijn vriend afop de plaats voor
de hoogeschool was eene heele samenscholing
van studenten. Met algemeene stemmen werd
tot ontsteltenis der professoren besloten: „de
studenten verlaten Heidelberg wegens den
hen aangedanen smaad en onrechtvaardig
heid.11
De daad volgde terstond op het besluit.
In een geregelden troep marcheerden alle
studenten, die gewapend waren, langs de
hoofdwacht over de Neckarbrug en aan gene
zijde van de Heiligenberg te Neuenheim
gingen zij wonen.
De hoogeschool te Heidelberg bestond niet
meer, want zij had geene studenten meer.
De senaat belegde spoedig eene verga lering.
Schrik en ontsteltenis heerschten er. Wat
zou de keurvorst van dat voorval zeggen
Nog onlangs had hij zich over het snel op
bloeien der hoogeschool verheugd en nu dit
schandaalMochten ook de studenten waar
schijnlijk willen terugkeeren als men eenige
concessie deed, toch deed het geval de hooge
school in een zeer slechten roep komen en
zou de toevloed van nieuwe studenten op
houden.
Reeds des morgens vroeg hadden de pro
rector en de syndicus een bode te paard naar
den keurvorst gezonden om hem alles mede
te deelen wat er den vorigen avond was
voorgevallen. Nu besloot de senaat, dat de
beide heeren zelven terstond naar den keur
vorst, die zich te Schwetzingen ophield zouden
gaan, om deze de zaak tot in de kleinigheden
mede te deelen en te verzoeken om maat
regelen te nemen. Er werd spoedig een rijtuig
besteld, de heeren kleedden zich en vertrok
ken zoo spoedig mogelijk.
De prorector Schnappinger en de syndicus
von Kleudgen waren overtuigd, dat de keur-
Als dat zoo eenvoudig ging, zouden
er wellicht niet veel recruten in dienst blij ven.
Een pas in dienst getreden recruut te Amers
foort, uit Schoonoord afkomstig, liep bij
zijne overplaatsing van Amersfoort naar
Assen weg, naar Schoonoord, waar hij voorgaf
voor den dienst te zijn afgekeurd. Op last
van den Burgemeester dier gemeente, die
per draad met zijn verdwijning in kennis
was gesteld, is de weggeloopene als deserteur
naar Assen getransporteerd.
Verrold. Aan vele Amsterdammers
is het huis bij Halfweg, dat „verrold11 werd,
bekend. Nu is echter in Amerika niet
ver van Buffalo een heel spoorwegstation
met fondament en al op rollen 100 M. ver
plaatst en te Massachussetts is een geheele
fabrieksplaats met 30 M. hoogen schoorsteen,
50,000 K.G. wegend, waterbassin en vijf
bijbehoorende woonhuizen, bijna een kilo
meter verder gerold, natuurlijk doormiddel
van een aantal kunstig samengestelde ma
chines.
De Parijsche tentoonstelling in 1900.
Thans reeds, nu ons nog twee jaren schei
den van het groote feit, den vreedzaroen
strijd der volkeren op het gebied van den
arbeid, van de wereldtentoonstelling te
Parijs thans reeds wordt er een zee van
klachten vernomen over gebrek aan plaats
ruimte.
Twee-en-vijftig landen hebben zich aan
gemeld om in dezen wedstrijd van industrie
en nijverheid mee te dingen, en al deze
landen te zamen eischen voor hun uit te
stallen producten een plaatsruimte van 100
H.A., terwijl er slechts een terrein van 40
H.A. beschikbaar is.
Frankrijk heeft voor zich alleen gerecla
meerd de helft van de beschikbare ruimte,
terwijl zij aan de overige landen gezamen
lijk de andere helft overlaat.
Na Frankrijk komen de grootste inzen
dingen uit Engeland, Duitschland en België.
De Fransche, de Duitsche en de En
gelsche vrouw. Een Duitscher vergelijkt de
Fransche, Duitsche en Engelsche vrouwen
aldus
De Frangaise trouwt uit berekening, de
Engelsche omdat het zoo behoort en de
Duitsche uit liefde. De Frangaise bemint
zoolang de wittebroodsweken duren, de En
gelsche levenslang en de Duitsche eeuwig.
De Frangaise brengt haar dochters op het
bal, de Engelsche in de kerk, de Duitsche
in de keuken. De Frangaise heeft geest,
de Engelsche verstand, de Duitsche gemoed.
De Frangaise dost zich smaakvol uit, de
Engelsche zonder smaak, de Duitsche kleedt
zich. De Frangaise zwetst, de Engelsche
spreekt, de Duitsche babbelt. De Frangaise
geeft u een roos, de Engelsche een dahlia,
de Duitsche een vergeet-mij-niet. De Fran
gaise heeft een tong, de Engelsche een hoofd,
de Duitsche een hart.
Deze Duitscher is blijkbaar een bijzonder
groote vereerder van zijn vrouwelijke land-
genooten.
Eere zij den souffleurDe Oosten-
rijksche schrijver en opera-librettist Walze]
(beter bekend onder zijn schrijversnaam F.
Zeil) schrijft de volgende karakteristiek van
een souffleur
„Aan den schouwburg behoort de souffleur
onder de onontbeerlijken der alleronont-
beeriijksten. Op het teeken, dat hij geeft,
letten de onzichtbare machten achter de
coulissen; hij weet precies, wanneer het
tijd is dat ’t „blaadje zich keert11. Op zjjn
bevel verandert het paradijs in een woestijn,
de kerk in een speelhol, de hut in een salon
De souffleur is de eigenlijke ziel, de geest
der diepte, de reddende engel bij elk tooneel
hij is een profeet, want hij zegt alles vooraf
hij weet, nog eer zij binnenkomen, wat de
menschen zullen zeggen hij kent het wacht
woord van den jongen minnaar en hij weet
ook wat de schoone vrouw daarop zal ant
woorden. Hij fluistert kuischen jonkvrouwen
afschuwelijke woorden in, die zij niet on
gehoord mogen laten, en zeer eerzamen
dames zegt hij pikante dingen, zonder dat
zij rood worden.
En allen moeten naar hem luisteren, wie
hem niet volgt, is verloren, wie zich op
hem verlaat, kan zich er op verlaten dat
hij niet verlaten is. Hij moedigt helden aan,
ondersteunt zelf de rijkste vaders, geeft den
goeden moeders de innigste woorden in, be
hoedt de naieve meisjes voor een zekeren
val en vindt voor de minnaars het rechte
woord op de rechte plaats. Zijn meenng
omtrent de menschen is in den regel geen
goedehij verkeert bijna alleen met men
schen, die weinig geleerd en veel vergeten
hebben. Van het publiek verlangt hij niets,
dan dat men dat heeft hij met mooie
vrouwen gemeen van hem zegge: de
beste souffleur is degene, van wien men ’t
minste hoort
Goede raad. Jongmensch. (een rechte
doordraaier)Geëerde heer, u weet zeker de
reden van mijn bezoek
den volgenden voormiddag weder te verga
deren.
Toen de universiteitssy ndicus v. Kleudgen
na eene moeilijke dagtaak des avonds thuis
kwam, overhandigde zijn vrouw hem een
brief, die nieuwe onaangenaamheid gaf.
Deze kwam van luitenant v. Schilling en
venaadde het liefdegeheim van Emanuel en
Elisabeth. In honende woorden schilderde
Schilling de samenkomst der geliefden en
condoleerde hem dat de nicht van den syn
dicus een schoolknaap tot vrijer had.
Den volgenden morgen vroeg liet hij Eli
sabeth roepen en het jonge meisje, op ver-
wijtingen voorbereid, kwam in zijne kamer.
Zij was intusschen aangenaam verrast, toen
baar oom tot haar zeideGa aan mijn
schrijftafel zitten en schrijf een brief aan
Emanuel v. Fürth. Deel hem mede dat ik
uwe verhouding ken en dat ik, altijd wan
neer zijne ouders het toestemmen, heden nog
in uwe verloving toestem, als het gelukt de
studenten tot terugkeer te bewegen. Hij is
het meest beleedigd en gekweld; als hij
terugkeert maakt dat een grooten indruk.
Als hij je hef heeft, zal hij volgens uwen
brief handelen wat wij wenschen.
De universiteitssyndicus, een sluwe diplo
maat, verliet daarop de kamer en Elisabeth
begon haastig te schrijven. Reeds om zeven
uur ’s morgens was een bijzondere bode met
een brief aan Emanuel v. Fürth naar Neuen
heim onder weg en tegen elf uur voormid-
dags verscheen eene deputatie van twaalf
studenten. Aan hun hoofd stonden v. Basse
witz en Emanuel, om met den senaat te on
derhandelen. Het was aan het redenaarsta
lent van Emanuel, krachtig ondersteund door
zijn vriend, gelukt, in eene groote morgen-
vergadering de studenten tot terugkeer te
bewegen. Den meesten indruk maakte, dat
juist Emanuel voor den terugkeer sprak.
De onderhandelingen met den senaat duur
den niet lang. De deputatie werd er mee
bekend, wat de keurvorst gezegd hadook
de senaat stond alle gewenschte beloften, toe,
en zoo verklaarden de afgevaardigden, dat
zij zouden terugkomen als zij met muziek
werden afgehaald.
Dit werd toegestaan.
Om één uur des middags volgde de in
tocht der studenten. Op de marktplaats ont
ving de senaat hen, deelde hun de beloften
van den keurvorst mede en een driewerf
hoera klonk op den keurvorst. Des avonds
had een klein feest in het huis van den uni
versiteitssyndicus plaats, waarbij de verloving
van Emanuel met Elisabeth plaats had.
Den keurvorst werd terstond door een
bode het herstel van den vrede gemeld,
waarover deze zijn vreugde te kennen gaf,
bracht een woord van dank aan de profes
soren, alsook aan den student Emanuel v.
Fürth voor zijne bemiddeling en inderdaad
bewees de keurvorst zich zoo dankbaar, dat
Emanuel reeds drie jaar later als regeerings-
ambtenaar zijne bruid kon trouwen.
De hofrechter v. Drais onderzocht ijverig
de Heidelberger aangelegenheid en bevond
dat luitenant v. Schilling alle schuld er van
droeg. Deze kreeg vestingarrest en werd
van Heidelberg naar een ander garnizoen
verplaatst.
Zoo eindigde de uittocht van de Heidel
berger studenten, die ons een buitengewoon
belangrjjk beeld geeft van den toenmaligen
toestand.
Friesche Courant.
geldboeten, elk van een gulden of een dag subs.
alsb.
ff
v
n
ff
ff
ff
ff
ff
alsb.
Witmarsum
Joure
15.
16.
J.d. H.,
J. K.,
alsboven.
ff
wegens hetzelfde tot
den of een dag subs, hechtenis.
26. T. V. te Workum wegens het in de ge
meente Workum in de bebouwde kom rijden
met een wagen, voorzien van een krommen dis
sel, terwijl de bestuurder niet daarbij loopt, tot
eene geldboete van een gulden of een dag subs,
hechtenis.
27. 1. F. H., 2. J. R., 3. H. N. te Bolsward
wegens het te zamen en in vereeniging in de
gemeente Bolsward in het openbaar met geld
spelen, wat den tweeden en derden beklaagde
betreft, gepleegd door kinderen, nadat zij den
leeftijd van tien en voordat zij dien van zestien
jaren hebben bereikt, met oordeel des onder-
scheids, ieder tot eene geldboete van vijftig cents
of een dag subs, hechtenis voor ieder hunner.
28. P. R. V. te Kolderwolde wegens het ver
voeren van visch in gesloten vischtijd en meer
dan 14 dagen na de sluiting-er van, tot eene
geldboete van drie gulden of twee dagen subs,
hechtenis, met verbeurdverklaring van de niet
in beslag genomen visch, met last tot uitlevering
daarvan of betaling der waarde ad f0.50 met
bepaling, dat bij nietbetaling der waarde de
verbeurdverklaring zal worden vervangen door
hechtenis van een dag.
29. F. v. d. P. onder Workum wegens over
tredingen der jachtwet, tot twee geldboeten, elk
van acht gulden of vijf dagen subs, hechtenis
voor elke boete met verbeurdverklaring van het
in beslag genomen geweer.
30. K. W. te Bolsward wegens openbare dron
kenschap, gepleegd bij tweede herhaling, tot
eene hechtenisstraf van vijf dagen.
31. D. F. te Workum wegens het in de pro
vincie Friesland in een vaarwater, in onderhoud
en beheer bij die provincie, als gezagvoerder
van eene stoomboot, in strijd met de aan de
verleende vergunning verbonden voorwaarden,
met die stoomboot gebruik maken van eene
vaart, voorkomende op den door Gedeputeerde
Staten opgemaakten staat van vaarten, waarvan
het bevaren zonder hunne vergunning verboden
is, tot eene geldboete van vijftien gulden of zeven
dagen subs, hechtenis.
ZITTING VAN 31 MAART 1898.
22.
23.
24.
eene
subs, hechtenis.
25. T. t. Z. te Makkum wegens overtreding
der arbeidswet tot eene geldboete van een gul-
S L O T.
Veroordeeld:
1. F. S. te Workum wegens het in de be
bouwde kom der gemeente Workum zitten op
een voertuig, door bonden getrokken, tot eene
geldboete van een gulden of'een dag subs, hech
tenis.
2. F. Z. te Bolsward wegens straatschenderij,
gepleegd met oordeel des onderscheids door een
kind, nadat het den leeftijd van tien en voor
dat het dien van zestien jaren heeft bereikt,
tot eene geldboete van twee gulden of een dag
subs, hechtenis.
3. A. D., gedomicilieerd te Oosterlittens, we
gens het in de provincie Friesland in een vaar
water, in onderhoud en beheer bij die provincie,
bij nacht als gezagvoerder een vaartuig aan de
trek wegzijde laten liggen, tot eene geldboete
van vijftig cents of een dag subs, hechtenis.
J. de V., gedomicilieerd te Drachten alsb.
S. V., Bolsward
W. K., Leeuwarden,,
C. Z., gedomicilieerd te Langweer, wegens
lo. het in de provincie Friesland in een vaar
water, in onderhoud en beheer bij die provincie,
-1.. „1-.1---J,
trekwegzijde laten liggen, 2o. het in de wateren,
i'
met een schip, dat niet zoozeer wordt gebruikt
voor d: rt,
tot woning dient, tot twee geldboeten,
gulden voor het 2de feit of een dag subs, hech-
4.
5.
6.
7.
lo. het in de provincie Friesland in een vaar
water, in onderhoud en beheer bij die provincie,
bij nacht als gezagvoerder een vaartuig aan de
trekwegzijde laten liggen, 2o. het in de wateren,
gelegen binnen de gemeente Bolsward, liggen
voor de eigenlijke vaart, alswel enkel en alleen
eene van
vijftig cents voor het 1ste feit en eene van een
tenis voor elke boete.
8. F. d. W„ gedomicilieerd te Bolsward, we
gens het in de wateren, gelegen binnen de ge
meente Bolsward, liggen met een schip, dat niet
zoozeer wordt gebruikt voor de eigenlijke vaart,
alswel enkel en alleen tot woning dient, tot eene
geldboete van een gulden of een dag subs, hech
tenis.
9. G. K., gedomicilieerd te Dedgum
10. L. v. H., Witmarsum
11. S. A. d. J., gedomicilieerd te Drachten,
wegens hetzelfde tot eene geldboete van vijftig
cents of een dag subs, hechtenis.
12. A. W., gedomicilieerd te Bolsward, wegens
hetzelfde, viermaal gepleegd, tot vier geldboeten,
elk van een gulden of een dag subs, hechtenis
voor elke boete.
13. M. v. H„ gedomicilieerd te Bolsward, we
gens hetzelfde, tweemaal gepleegd, tot twee geld
boeten, elk van een gulden of een dag subs,
hechtenis voor elke boete.
J. d. H., gedomicilieerd te Bolsward alsb.
ff
ff
J. d. J. te Sneek wegens openbare dron-
een dag subs, hechtenis.
M. B. te Workum
S V
KJ. V
S. F. te Bolsward
geldboete van vijf gulden of drie dagen
14. H. T., gedomicilieerd te Achlum
L. H.,
B. E.,
17. J. P„ gedomicilieerd te Beetsterzwaag,
wegens hetzelfde, driemaal gepleegd, tot drie
hechtenis voor elke boete.
18.
19.
20.
21. x
kenschap tot eene geldboete van "een gulden of