NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWABB EN WWSK8A0BBI.
I
I
I
No. 35. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
1
ZONDAG 1 MEI.
Een Vriendschapsdienst.
BINNENLAND.
Kantongerecht te Bolsward.
VOOR
ij
4
'L
Vr ij gesproken:
St. Johannesga, 27 April. We hebben
een treurig staaltje van bijgeloof te melden.
Eene vrouw was ziek en vond geen baat bij
medicijnen. Haar man oordeelde daarom dat
zij behekst zou zijn. Hij naar een duivel
banner. Natuurlijk deze bevestigde geheel
de meening van den eenvoudige. De eerste
vrouw, die na zijn thuiskomst aan de deur
komen zou, was de heks. De man naar huis
Daar kwam eene vrouw de kamer binnen.
Het was... zijne schoonmoeder, een 70-jarige
vrouw, die hare dochter eene versnapering
wilde brengen. Dadelijk pakte de man haar
aan en mishandelde haar op een schrome
lijke wijze. De vrouw verkeert thans in een
bedenkelijken toestand.
Leeuwarden, 27 April. Een zeer bijzon
dere gebeurtenis in de harddraverswereld.
Marianna, de eens beroemde harddraver, die
in ’t geheel meer dan f 10,000 aan prijzen
heeft gewonnen, heeft op meer dan20-jari-
gen leeftijd Maandagavond een merneveulen
ter wereld gebracht, ’t Dier, eigen aan den
heer A. Witteveen in de Schrans, weet van
geen oud worden en ziet er nog uit als een
paard van vier jaar.
Wonseradeel. Aan het j.l. Woensdag
gehouden examen te Witmarsum voor hoold
der schooi te Idsegahuizum, werd door 18
onderwijzers deelgenomen. De arrondisse-
ments-schoolopziener Mr. Hingst, werd bij
gestaan door de deskundigen Stuvel, hoofd
der school te Sneek en Luxwolda, hoofd
der school te Witmarsum,
Veroordeeld:
De beeldhouwer noemde haar naam en
dien haars vaders,
Bolswardsche Courant
t
j/|
10.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
alsboven.
alsboven.
alsboven.
ZITTING VAN 28 APRIL 1898.
7.
8.
bleek gelaat, waarop somtijds
in ’t bijzonder,
Workum eene muziekuitvoering geven in eene
aanhoorigheid van eene voor het publiek toe
gankelijke localiteit eener herberg, zonder schrif
telijke vergunning daartoe te hebben verkregen
van den Burgemeester, elk tot eene geldboete
van een gulden of een dag subs, hechtenis.
14. S. R. te Workum wegens het maken
van muziek in eene aanhoorigheid van eene
voor het publiek toegankelijke localiteit eener
tapperij in de gemeente Workum, zonder schrif
telijke vergunning van den Burgemeester tot
eene geldboete van een gulden of een dag subs,
hechtenis.
15. A. K. te Witmarsum wegens het in de
gemeente Wonseradeel veldarbeid doen verrich
ten door kinderen beneden de twaalf jaren oud,
die niet getrouw de school bezoeken, tot eene
geldboete van drie gulden of twee dagen subs,
hechtenis.
16. N. J. te Leeuwarden wegens visscherij-
overtredingen tot twee geldboeten, elk van tien
gulden of vier dagen subs, hechtenis voor elke
boete.
17. Tj. P, te Kimswerd wegens het in de
provincie Friesland tusschen 15 December en
1 Maart gebruik maken van een tot den gemeenen
dienst van allen bestemden kunstweg niet in
onderhoud bij de provincie of hel rijk met een
voertuig, waarvan de wielbanden 5 centimeter
breed zijn bij vervoer van eene vracht, zwaarder
dan 500 kilogram, tot eene geldboete van vijf
gulden of twee dagen subs, hechtenis.
18. 1. A. H., 2. S. B., 3. J. D. allen te Arum
wegens het tezamen en in vereeniging in de
gemeente Wonseradeel in het openbaar met geld
spelen, elk tot eene geldboete van vijftig cents
of een dag subs, hechtenis voor ieder hunner.
Tj. 8. te Pingjum van het in de gemeente
Wonseradeel, veldarbeid doe.n verrichten door
kinderen beneden de 12 jaren. die niet getrouw
de school bezoeken, tweemalen gepleegd.
Een bakker uit de buurt zond een prach
tige taart. Hepk. Adv.-Bl,
Kimswerd, 29 April. In de eerste
algemeene vergadering van onze kaatsver-
eeniging werd tot Voorzitter gekozen de
heer J. J. Dykstra, in de plaats van den
heer J. J. Westra, die wegens zijne benoe
ming tot Directeur der vlasbereiding (nieuwe
methode) had bedankt.
Verder werd besloten in den a.s. zomer
3 kaatspartijen te houden, n.l. 2 onder de
leden der vereeniging en 1 door parturen
van 2 personen. Welk partuur te Bolsward
mee zal strijden is nog niet bekend.
Makkum, 30 April. In de alhier j.k
Donderdagavond gehouden vergadering van
ons Nuts-Departement, welke door weinig
leden was bezocht, werden de volgende be
noemingen gedaan. Tot lid van de Begra-
fenisbus werd gekozen de heer R. Kingma,
tot lid van de Spaarbank-commissie de heer
M. H. Maas J.Wz., beiden moesten volgens
rooster aftreden. Verder werden benoemd
tot afgevaardigden naar de Algemeene Ver
gadering te Amsterdam, de h.h. P. Ger-
branda en E. Pb. Kingma, tot plaatsver
vanger T. H. Kingma. Wat de verschil
lende punten, welke in genoemde vergade
ring zullen worden behandeld, aanging, werd
den afgevaardigden een vrij mandaat ge
geven.
Een schrjjven van het departement Doe*
tinchem, waarin het steun verzocht voor
zjjn voorstel, werd voor kennisgeving aan
genomen.
Nu klonk een paardenhoefslag achter hen
en zij keken op.
Een elegant rijtuigje rolde hun voorbij.
Groetend boog de bestuurder van de voor
name equipage zijn hoofd en nam diep zijn
hoed af.
Kent gij hem. den ongelukkige Ik zie
hem dagelijks hij boezemt mij altijd
medelijden in.
Hij knikte. Ja, mij ook. Ik houd veel van
hem, hij is een goed mensch, antwoordde
de kunstenaar en een warme blik volgde
het rijtuig, op welks achterbankje een pal
frenier troonde.
Jong en rijk en zoo misvormd en zieke
lijk, dat is een grooter ongeluk dat het onze,
zeide zij zachtkens.
Vind je? Ik niet. Hij heeft zjjnrekening
reeds opgemaakt.
Hij geniet zijn leven, zonder iets meer
ervan te verwachten. Met hem sterft een
oud geslacht uit. Hij is de vermolmde tronk
van een trotschen boom, waarop geen nieuwe
tak meer kan worden geënt. Zijn enorm
vermogen vervalt aan een zijlinieik wed,
dat er reeds eenigen met begeerig hart naar
uitzien. Een paar jaar nog, dan heeft het
vraatzuchtige ondier, dat men erfelijke
tering noemt, ook hem verslonden
Hij die zoo straks in wilden toorn met
bitterheid de wereld had gesmaad, sprak
nu op zachten medelijdenden toon, van den
anderen, die zijn weg had gekruist.
Hij heeft zulke wonderbare oogen sprak
zij, en hü knikte haar toe.
Een donkere, brandende blik was over
hen beiden heen gestreken, een blik, dien
hij anders nooit bij den ongelukkige had
opgemerkt.
Hjj, van wien zij spraken, dreef zijn paard,
een edel, prachtig dier, tot meer spoed aan.
Zijn borst ging moeielijk ademend op en
neer.
Hij kende het slanke, mooie meisje al
langen tijd. Het fijne kopje met dat prach
tig profiel had zich al vaak naar hem toe
gekeerd, te vaak had hjj in die schoone
oogen gezien, waarin zoo’n helder licht
scheen.
Ook hjj
1. Tj. B. te Wommels wegens het in de pro
vincie Friesland in een vaarwater, bestemd tot
den gemeenen dienst van allen en niet in onder
houd en beheer, bij de provincie of het rijk
zeilen, anders dan met staande fok alleen of
met het groot zeil en de gij langs een gedeelte
van een weg, waardoor een teeken wordt bevolen
te strijken tot eene geldboete van een gulden
of een dag subs, hechtenis.
2. M. K. gedomicilieerd te Leeuwarden wegens
het in de gemeente Wonseradeel als gezagvoerder
van een vaartuig, bij het naderen van beweegbare
bruggen niet de zeilen strijken tot eene geldboete
van een gulden of een dag subs, hechtenis.
3. Sj. A. d. J. gedomicilieerd te Drachten
wegens het in de wateren onder de gemeente
Bolsward liggen met een schip, dat niet zoozeer
wordt gebruikt voor de eigenlijke vaart, alswel
enkel en alleen tot woning dient tot eene geld
boete van vijftig cent of een dag subs, hechtenis.
4. J. K. gedomicilieerd te Bolsward wegens
hetzelfde tot eene geldboete van een gulden of
een dag subs, hechtenis.
5. A. W. gedomicilieerd te Bolsward wegens
hetzelfde viermalen gepleegd tot vier geldboeten
elk van een gulden of een dag subs, hechtenis
voor elke boete.
6. B. v. H. te Witmarsum wegens openbare
dronkenschap tot eene geldboete van een gulden
of een dag subs, hechtenis.
D. K. te Arum,
D. T. te Bolsward,
9. G. F. te Bolsward,
A. d. J. te Rien wegens hetzelfde tot eene
geldboete van vijf gulden of twee dagen subs,
hechtenis.
11. E. d. J. onder Ferwoude wegens het in
de gemeente Workum, in de bebouwde kom,
rijden met een wagen, voorzien van een krommen
dissel, terwijl de bestuurder niet daarbij loopt
tot eene geldboete van een gulden of een dag
subs, hechtenis.
12. W. B. A. te Zwolle wegens het in de
gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde
binnen den afstand van 10 meter van den open
baren weg, waar geene onmiddellijk aangrenzende
gevels bestaan, anders verbouwen dan in de
rooilijn van de aan dezelfde zijde van den weg
bestaande voorwerpen, als de raad ten minste
de rooilijn niet anders heeft bepaald tot eene
geldboete van 0.50 of 1 dag subs, hechtenis.
13. 1. 8. v. d. W. 2. D.F. te Workum, wegens
het tezamen en in vereeniging in de gemeente
Zij’ ontmoetten elkaar vaak in het park.
Z(j zag er zeer bleek en wat tenger uit.
De huisdokter zeide dat zij zwak was, maar
zjj wist wel beter, haar lijden was harteleed,
waartegen slechts een enkel middel zou
helpen. Noch belladonna, noch digitalis
kon haar genezen, maar slechts hij hjj,
dien zjj met den geheelen hartstocht eener
eerste liefde beminde.
Op voorschrift van den dokter moest zjj
dageljjks een paar uur in de vrije lucht
wandelen. Daarvoor was het park, hetwelk
zich niet ver van haar ouderlijk huis, een
mooie villa, bevond, zeer geschikt.
Deze wandeling op bevel beviel haar in
’t begin in ’t geheel niet.
Toen zij hem evenwel op een mooien
winterdag nu werkelijk geheel toevallig
ontmoette en hjj zeer verbaasd was,
toen zjj hem klaagde dat zij dagelijks ’s
middags twee uur in het park moest wan
delen, en hjj haar van nu af bijna om den
anderen dag ontmoette, natuurlijk geheel
toevallig, toen liet zjj zich nog maar voor
de leus aanmanen tot de voorgeschreven
wandeling.
Ook nu zocht haar blik langs de paden,
die zich om den vjjver slingerden, naar de
hooge slanke gestalte met den fijnen,
geestigen kunstenaarskop. Daar kwam hjj
eindeljjk om den hoek en liep haar met
stralende oogen tegemoet.
Zjj reikten elkaar als goede vrienden de
hand en wandelden nu naast elkaar voort.
Nu was het plotseling rustig en vreedzaam
in de borst van het jonge teere meisje.
Weet je wel, juffertje, dat wjj vandaag
een verjaardag kunnen vieren? vroeg hjj.
Zij knikte stilzwijgend met het fijne kopje
en keek naar de sierljjke punten harer
elegante laarsjes.
Vandaag voor een jaar zeide je vader:
Volbreng eerst eens wat, verdien eerst eens
geld met je kunst. Zorg er voor dat gjj
een monument te bouwen krijgt, al is het
nog zoo klein, in een provinciestadje, dan
kunnen wjj eens verder spreken. Mijn
dochter is een rijk meisje en een hon
hon hongerljjder voltooide ik geef
ik haar niet. Maak dat gjj een naam krijgt,
die tegen mjjn millioen opweegt.
O, lievelingklonk het tot hem op in
weeken, teeren toon, die als een lief koozing
in zjjn oor drong.
O, hjj had geljjk, je voorzichtige vader,
dat hij mjj niet als schoonzoon wenschte.
Ja, toen toen begrepen wjj het niet
toen had ik de vleugels der hoop zoo ver
gespannen, dat zjj den hemel aanraakten
maar Ikarus viel. Wat heb ik al niet
gedaan in dat jaar, om den eisch den
billjjken eisch van je vader te vervullen. Als
een schacheraar heb ik mijn kunstwerk,
mijn talent veil geboden. Men trok de
schouders op; voor plastiek heeft men niets
over; slechts monumenten, beelden voor
kerken, ja wel, maar die zjjn al lang be
loofd aan oude, beproefde kunstenaars; gij
komt nog lang niet aan de beurt zeide men,
maak u eerst een naam,
Hoe moet ik dat? riep ik den machtigen
toe. Geef mjj een monument, een enkel
beeld, geef mjj gelegenheid, mijn talenten
te toonen. Neem in plaats van al die be
roemde lieden eens jonge, vurige krachten,
die toonen willen, wat zjj kunnen.
Hjj ademde diep en moeielijk.
Wat zeide men toen?
Men trok de schouders op: Wij worden
overstroomd met dergeljjke bezoeken. Kijk
eens aan, bjj de nieuwe, groote kerk heb
ben zich meer dan honderd beeldhouwers
aangemeld, en twaalf kon men slechts ge
bruiken.
Ik lachte luid. Boos zag de gestrenge
man mjj aan. Die waren natuurljjk heeren
met groote namen, van wie elk meer dan
één opdracht kreeg, opdat de andere, de
jongeren, dien zjj de kunst hebben geleerd,
niets zouden te doen krjjgen.
Een helle blos vloog over het fijne kun
stenaarsgelaat.
Als een bedelaar heb ik gesmeekt
steunde hij, om arbeid gebedeld.
Met een door tranen omfloersten blik zag
zjj hem aan.
Zjj zocht zjjn hand en drukte die innig.
En nu heb je ’t opgegeven
Moet ik niet? En daarom moeten wjj
scheiden en voor eeuwig afscheid nemen.
Ik verdraag het niet langer, je aan te zien
en die stomme bede in je oogen te lezen
Wanneer wanneer nog altijd niet?
Diep boog zjj haar kopje, zij wilde hem
verbergen, dat zware droppels in haar oogen
opweldeu, waaruit hjj een verwjjt zou kunnen
opmaken,
Een wolk trok over het bleeke, smalle
gelaat.
Zij was niet arm, zooals hjj gedacht had
de dochter van een officier zonder vermo
gen. Zij was de erfgename van een rijken
man.
Als jjverzuchtig op de blikken van den
anderen, hulde de beeldhouwer het klei-
model in vochtige lappen.
Gij moet toch werkzaam zijnwelk een
menigte arbeid is in dit atelier opgehoopt.
Dat zijn zeker antwoorden voor prijsvragen
Ja. Mislukte proeven, om een naam te
krjjgen, om beroemd te worden. Van alle
zjjden roept men mij toeMaak eerst een
naam en kom dan weer! Ik bemin een
meisje tot ons ongeluk heeft zjj een rjjken
vader die vorderde het ’t eerst van mjj.
Toen ging ik uit om een opdracht te krjj
gen, want geld moest mij mjjn kunst op
leveren, meende de verstandige vader van
mijn meisje. Wat ik toen te hooren kreeg,
is genoeg om het geduldigste schaap tot
een wolf te maken.
Gij hebt niets gekregen?
Maak u eerst een naam. Goede tentoon-
stellingswerken, die zijn nog niet voldoen
de steeds moet men meer maken, groote
werken, waar voor de menigte biddend op
de knieën zinkt. Maar dat kost geld, geld
en nog eens geld
Dat meisje dat gij bemint is het
de dame van gister? Op bevenden toon
kwam dit er uit.
De beeldhouwer zweeg. Zjjn zwijgen was
sprekend genoeg. Er werd een zware strijd
gevoerd in het hart van den armen rijke.
Hjj beet zich de bleeke lippen aan bloed.
Een wonderbare stilte heerschte in het ate
lier. Een engel vloog binnen en boog zich
tot den rijke en spoorde hem aanWees
goed, behulpzaam en edel I
Zij dachten beiden aan het meisje, welks
evenbeeld daar onder natte lappen stond.
Maak voor mij de bronnymph geheel
alleen voor mjj. Hij wees met zjjn bleeke
hand naar Thau. Ik zal er mjjn park mede
versieren.
Als een visioen zag hjj een donker den-
nenbosch, de poorten van een grafgewelf
zich langzaam openendeen zacht klinken
van vallende droppels drong in zijn oor.
Daar stond zij en boog haar kruik naar
omlaag als een kruik vol tranen Een
wondervol beeld, het evenbeeld van de eeni-
ge vrouw, die hjj ooit bemind had.
Amst. Crt.
was slank en teer gebouwd, maar
zijn rug was gekromd, en misvormd was
hjj, met een 11
roode vlekken brandden,
als hjj haar had gezien.
Hjj wist niet wie zjj was, maar hjj be
minde het schoone slanke wezen. Hjj be
minde haar met weemoed en bitterheid.
Toen hjj haar nu naast den hem beken
den beeldhouwer zag, toen ademde hij vroo-
lijk op. Eindeljjk zou hjj dus kunnen ver
nemen, wie zjj was.
Den volgenden morgen, reeds zeer vroeg,
klopte hjj aan het atelier van zijn kennis.
Het was de eerste maal, dat hij dit atelier
betrad.
Dat is goed, dat gjj mjj eens deze eer
bewjjst, aldus begroette hem de kunstenaar.
Ik had al lang eens willen komen om
uwe kunstschatten te zien. Ik dacht er gis
ter, toen ik u in het park zag, weer aan,
en nu ben ik hier.
Zjjn blik doorvloog het hooge, helver
lichte vertrek, dat vol schetsen en modellen
was. Daar in den hoek onder een laken
stond het model voor de prjjsvraag, dat
hem toen zoo bevallen had, en waardoor
hjj in kennis met den kunstenaar was ge
komen. Een kleiner beeld in brons versier
de zjjn schrjjftafel.
Dat is mijn nieuwste werk.
Zjj stonden beiden voor het model eener
wonderschoonejonge vrouwengestaltelangs
de jonge slanke ledematen hing een dun
gewaad in sierlijke plooien. Een heerlijk
gezicht met naar beneden geslagen oogle
den boeide den blik van den toeschouwer
en deed hem een oogenblik sidderen.
Een bronnymph. Ik heb ze Thau gedoopt.
In den arm hield zjj een kruik slap, als
droomend stond zjj daar, alsof zjj half-sla-
pend de kruik met het verkwikkende nat
vasthoudend, naar verre weiden en velden
staarde.
Zqn brandende blik verslond de liefeljjke
gestalteeen siddering doorliep het zieke
lichaam.
De dame die gister in het park
aan uwe zjjde ging heeft zjj als model
gestaan
De kunstenaar schudde het hoofd.
O neen het kwam onbeschrjjfeljjk
feeder uit zjjn mond.
Nu zag de andere den lief de vollen blik,
waarmede het kunstenaarsoog aan het werk
hing.
De geljjkenis is zeer groot. Wie wie
is dat mooie meisje? klonk het eindeljjk
dralend over de bleeke lippen van den
armen rjjke.