NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWARD EN WONSERADEEL
I
I
1 I
I
No. 40. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
Voor f 1.
1
1
1
to
I
BINNENLAND.
Li
1
Ingezonden.
Reciteerwedstrijden.
Jw/
A
VOOR
e
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
^xkxxxxxxXhXXXxxxkx^
DONDERDAG 19 MEI. J
De bakkers in Schagen hebben in
onderlinge overeenkomst de prijzen van het
tarwebrood met 20 pCt. verhoogd.
Te Valtermond heeft men den inboe
del eener weduwe, die den 1 Mei 1.1. hare
woning had moeten verlaten, tydens hare
afwezigheid uit het huis gedragen en in een
nabijgelegen dennenbosch nedergezet, zoodat
zy genoodzaakt was den volgenden nacht
met hare twee kinderen onder den blooten
hemel door te brengen. Thans is haar van
overheidswege eene andere verblijfplaats
aangewezen.
In de Meppeler Crt. van Zaterdag 14
Mei komen niet minder dan zes adverten
ties van verschillende personen voor, waarin
boerenknechts voor Duitschland gevraagd
worden. De loonen schijnen daar vry hoog
te zijn. In een dier annonces toch worden
8 melkknechts gevraagd, loon f 220 tot
f 260een ander biedt zelfs voor boeren
knechts, melkknechts en paardenknechts
f' 240 tot f 325. De plaatsen, waar men
Hollandsche knechts vraagt, zijn Essen,
Dumpten bij Mülheim a/d Ruhr, Walbeek
(Rheinland), Holsterhausen bei Werden
(Rheinland.)
3
I
a
I
te maken, om de m. i. gegronde klacht
in het licht te stellen, welke in den laatsten
tijd bij velen in de rederij kers wereld is ge
rezen tegen de gewoonte ,om Reciteerwed-
strijden meestal in zulk een ongunstigen tijd
van het jaar i. c. de maanden November
t/m Maart te houden. „In die maanden
„toch,” zoo luidt de klacht verder, „wordt
„het reizen vaak bemoeilijkt, zoo niet on-
„mogelyk gemaakt door de slechte weersge
steldheid maar wat nog erger is, de decla
mator beloopt daarin, meer dan in andere
„maanden, veel kans dat hij door ongesteld
heid verhinderd wordt aan den kamp deel
„te nemen. Immers, het voornaamste wapen
„van den deelnemer is: zijne stem; een
„lichte verkoudheid is dikwerf voldoende om
„hem dat wapen tijdelijk te ontnemen, öf
„het ongeschikt voor den strijd te maken/
De motieven van de hierbedoelde gewoonte
liggen overigens voor de hand
lo. Een reciteerwedstrijd wordt in den
regel gehouden bij de herdenking van den
datum van oprichting eener tooneelvereeni-
ging of rederykerskamer en het is begrijpe
lijk, dat zulk eene oprichting meestal in den
winter heeft plaats gehad.
2o. Men acht zich algemeen gebonden
aan een „speelseizoen* en vreest, dat het
b.v. in October of April te warm zal zijn
voor volle zalenenz.
Voor de sub lo. genoemde beweegreden
is zeer zeker veel te zeggenmaar toch,
zou het nu de hierboven opgesomde be
zwaren ia aanmerking genomen zoo on
gemotiveerd zijn om de viering van een
jubilé, dat b.v. op 15 Februari valt, uit te
stellen tot 15 April? Of, gesteld dat zoo’n
gedenkdag in November, December of Janu
ari zal voorkomen, de festiviteit te houden
in de maand October te voren Er zijn
immers zelfs voorbeelden van, dat de viering
van nationale volksfeesten met het oog op
slechte weersgesteldheid werd verschoven
Wat nu het sub 2o. bedoelde motie! be
treft, mag men veilig aannemen, dat dit
meer op conventie, op sleur berust; die vrees
voor de warmte behoeft wel niet zoo zwaar
te wegen. In April en October zijn de
avonden lang genoeg en in die maanden
zal de atmosfeer in volle zalen wel niet zóó
veel drukkender zijn dan gedurende de win
termaanden. In het hartje van den winter
wordt in bal- en feestzalen toch evengoed
ten gevolge van de daar heerschende warmte,
limonade, bier, ijs, enz. in groote quantiteiten
verbruikt.
Resumeerende, wil het ook mij voorkomen,
dat de beweegredenen om reciteer wedstrijden
in het zoogenaamde speelseizoen te hou
den, niet zoo zwaar mogen wegen als de
bezwaren welke daartegen rijzen en ik ein
dig dan ook met den wensch uit veler naam,
dat, waar Heeren Bestuurders van wedstrij
den uitschrijvende Vereenigingen, Kamers,
enz. den pas begonnen zomertijd vast niet
ongebruikt zullen laten, om voorbereidende
maatregelen te treffen, het daarheen mogen
leiden, dat die concoursen in eenigszins ge-
schikten tijd mogen plaats vinden; dat zal
zeer zeker aan deelneming en gehalte ten
goede komen
Onder beleefde dankbetuiging voor de mij
verleende plaatsruimte, verblijf ik, Mijnheer
de Redacteur, met de meeste hoogachting,
Uw Dw. Dienaar,
DILETTANT.
Den Haag, Mei 1898.
Zaterdagmorgen zagen twee sjouwers
een lederen koffertje in de Kalkhaven te
Dordrecht drijven, hetwelk bij onderzoek
bleek te bevatten het lijkje van een pas
geboren kind van het vrouwelijk geslacht.
Met deze vondst werd de politie dadelijk
in kennis gesteld.
Door eenige bietenverbouwers in
Zeeuwsch-Vlaanderen, oostelijk deel, is, na
grondig onderzoek, besloten zelf eene beet-
wortelfabriek te stichten op coöperatieven
grondslag.
Deze fabriek zal gebouwd worden te
Sluiskil (gem. Terneuzen), aan het kanaal
Gent-Terneuzen.
Naar men verneemt, heeft de Minister
van Binnenlandsche Zaken tot alle burge
meesters in het land een schrijven gericht,
waarbij opgave wordt verzocht van alle
feestelijkheden, welke in ieder der steden
of dorpen van gemeentewege zullen plaats
hebben ter gelegenheid van de inhuldiging
van Hare Majesteit de Koningin.
Zondag werd in de bosschen te Bosch-
oord, van de „Maatschappij van Weldadig
heid,® een groote drijfjacht op wilde zwijnen
gehouden. Een veertigtal jagers, uit ver
schillende plaatsen van ons land, nam er
aan deel. Men had wel het genoegen een
wild varken op te sporen, maar niet het
geluk het doodelijk te treffen.
Het was een groot exemplaar. Verschei
den schoten werden er op gelost, waarvan
sommige ook wel raak waren, doch ze
schenen op de dikke huid af te stuiten en
de achtervolgde ging in zijn gewonen draf
verder.
Afpersing. Te Leiden ontving een
gefortuneerd ingezetene Vrijdag een brief
met de uitnoodiging zich des avonds te half
elf te bevinden op een nader aangeduide
plaats en alsdan aan een zich daar bevin
dend persoon f 150 aan goudgeld ter hand
te stellen, onder bedreiging, dat anders voor
geadresseerde „de gevolgen niet te bere
kenen zouden zyn.® De politie werd met
een en ander in kennis gesteld, waarop ter
bestemder plaatse een persoon gearresteerd
werd, die met een revolver, dolk, boks
beugel en groot zakmes gewapend was.
Zondagnacht wist men zich met een
valschen sleutel toegang te verschaffen tot
het pakhuis 34 van den heer Van Geffen,
graanfactor, aan het Haringvliet te Rot
terdam. Daar maakte men een gat in den
muur en verschafte zich alzoo toegang tot
het kantoor van den heer Visser, grossier
in koloniale waren. Op dit kantoor werd
alles overhoop geworpen, doch wist men
niet meer dan een bedrag van f 10,—
machtig te worden.
In het gemeente-ziekenhuis te ’s Gra-
venhage is in den nacht van Zaterdag op
Zondag een 27-jarige vrouw opgenomen, die
vermoedelijk lijdende was aan bloedvergif
tiging. Zy had zich eenige oogen blikken
te voren met een naald in den arm geprikt.
Men meldt uit Delft aan de N. R. Crt.:
Zooais in November werd gemeld, hebben
de heeren P. Noteboom en J. B. Schuiten,
aannemers, die zich toeleggen op het maken
van brongas-installatiën, op hun eigen ter
rein een proef genomen. Na boringen op
verschillende wijze, kwam op een diepte
van 16 Al. een straal naar boven van gas,
water, zand en veen, tot op een hoogte van
16 M. Drie uren hield die fontein aan, nam
toen in kracht af, kwam eenigen tijd tot
rust, om daarna tot geringere afmetingen
opnieuw, in werking te treden, en bleef
verder afwisselend aanhouden. Het gas
bleek wel ontvlambaar te zijn, doch brandde
met eene weinig lichtgevende vlam. Na
inwerping van 2 kub. meter water in de
buis, wierp deze slechts een klein gedeelte
water weder uit. Een gasbron was dus
ontsloten, doch de vraag niet opgelost op
welke wijze daarvan een practised gebruik
te maken.
Door een eenvoudige inrichting mocht
het gelukken een gelijkmatig opborrelende
gasontwikkeling te verkrijgen, een gashou
der van ongeveer P/2 kub. meter inhoud
werd boven de buis opgesteld, de bestaande
leiding in het perceel van den gasmeter
afgekoppeld en aan den gashouder aange
sloten, en de nieuwe installatie was voor
het gebruik gereed.
De bron werkt tot nu toe regelmatig;
het gas is constant tot op een hoeveelheid
van ongeveer 2 kub. meter per 24 uurde
Auerbranders geven een helder lichtbij
een behoorlijke regeling van de drukking
gloeien de kousjes over hunne volle lengte.
Het gas wordt voor verlichting der woning
en het koken der spijzen gebruikt. De
scheikundige samenstelling van het gas
komt met het Noordhollandsche brongas
overeen.
Tot heden blijft de bron geregeld leveren,
doch de tijd zal moeten leeren of hier aan
een blijvende, dan wel aan een tijdelijke
gasbron moet worden gedacht.
De heer D. Fockema schrijft in de
Kampioen onder het opschrift: „Douane
Duitschland,® dat aan de Pruisische ont
vangers van invoerrechten aan de grens
eene verordening is toegezonden, waarin
bevolen wordt, dat wielrijders, wanneer zij
uit het buitenland komen, voor hun rijwiel
invoerrechten moeten betalen. Den Zoll-
Einnehmern wordt echter gelast met de
Provinzial-Steuer-Behörde in overleg te
treden omtrent bovengenoemde verordening.
Ieder wielrijder is van nu af aan verplicht
en gehouden bij ’t passeeren der grens bij
het Zoll-amt aan te gaan en te vragen of
hy als reiziger beschouwd wordt, daar men
als reiziger geene invoerrechten van het
rijwiel behoeft te betalen.
De invoerrechten bedragen 24 mark per
100 K.G. Voor een rijwiel van 15 a 16
K.G. dus ongeveer 4 mark of f 2,40.
Bondsleden, die de Duitsche grens willen
passeeren, zijn dus verplicht aan het Zoll-
amt te vragen of ze mogen passeeren, boven
dien op iedere aanvrage der douanen af te
stappen op boete van 5 mark.
De bepalingen zijn verder zeer streng
6 uur afstand pi. m. 32 K.M. van de grenzen,
staat men nog onder controle. Kan men
op navraag der douanen in dat rayon niet
bewijzen, dat men aan de douane-formali-
teit voldaan heeft, dan betaalt men vijfmaal
de invoerrechten benevens een nog vast te
stellen boete, en wordt het rijwiel verbeurd
verklaard.
De Hollander, die in ’t N, v. d. D.
brieven uit Suriname schrijft, merkt in zijn
jongsten brief op
In een enkel opzicht bestaat er een groot
verschil tusschen de leefwijze in Suriname
en die in andere koloniën, in Indie bijv.
Het leven is er namelijk veel eenvoudiger.
Wat in Indie als een noodzakelijke levens
behoefte wordt beschouwd, is in Suriname
luxe. Als voorbeeld noem ik, dat in Para
maribo niet alleen bijna niemand rijtuig
houdt, maar dat men veelal zelfs tegen het
gebruik van een huurrytuigje opziet. Wie
zou er in Indie over denken, op het warmst
van den dag door de zon te gaan loopen 1
Een dos-a-dos is altijd bij de hand en voor
weinig geld rijdt men een heel eind. In
Suriname daarentegen maakt bijna ieder
van het meest natuurlijke vervoermiddel
gebruik. Nu is het waar, dat de afstanden
niet zoo groot zijn als in de groote steden
van Indië, maar ook een wandeling van een
kwartier in het tropische zonnetje kan
dikwyls zwaar genoeg vallen.
En dan de bediening 1 Denkt men in Indië
het al heel zuinig te doen met 4 of 5 be
dienden, in Suriname komen de toestanden
meer met de Hollandsche overeen en houdt
men 1 of 2 meiden, terwijl slechts zeer
enkelen zich nog de weelde van een huis
knecht veroorloven. En zoo is het in alle
opzichten. Het leven in Suriname moge in
het algemeen vrij zyn van bepaalde knel
lende zorgen, het is er ook verre van, dat
het, zooais in Indië, luxuriëus mag genoemd
worden. Voor menigen Indischen mopperaar
zou het dan ook wel goed zijn, wanneer hij
eens een kijkje in de zusterkolonie kon gaan
nemen. Ik geloof, dat hij van de reis zou
terugkeeren, tevreden als wijlen Daniël Grub
na den nacht op het kerkhof.
Ook wanneer men den toestand van
Suriname met dien der naburige Engelsche
kolonie Demerara vergelijkt, springt het
zelfde verschil in het oog. Een enkele blik
in de winkelstraten is daartoe voldoende.
In Demerara groote magazijnen, waar alle
mogelijke luxe-zaken worden uitgestald;
keurige equipages verdringen des morgens
hier elkander. In Paramaribo daarentegen
is in de zeer eenvoudige winkels slechts het
hoogst noodige te verkrijgen en een événe
ment, wanneer een huurkoetsje voor een
dezer winkels stil houdt.
De reden, waarom het leven in Suriname
zooveel eenvoudiger is, ligt voor de hand
het inkomen is er veel kleiner. Daarbjj
komt, dat de eerste levensbehoeften, zooais
woning, voeding en kleeding er duurder zijn
dan in de meeste plaatsen van Indië. Er
blijft dus vrij wat minder voor luxe-uitgaven
over. Ook moet men de kinderen reeds op
jeugdigen leeftijd voor hunne opvoeding
naar Europa zenden. Eindelijk is, tenminste
voor de ambtenaren, een groot bezwaar, dat
er bjjna geen opklimming in tractement is.
Wat oorspronkelijk een zeer ruime bezol
diging was, is dit na verloop van jaren
niet meer.
De gezant van Italië bij ons Hof,
graaf Zannini, is naar bad Nauheim vei»
trokken.
Het is een onwaardeerbare weelde ’s zomers
voor een week of twee, kan het zijn voor
langer, den „duffen stadswal®, waarvan de
Génestet sprak, te ontvluchten en buiten
nieuwen levenslust en nieuwe levenskracht
op te doen voor den strijd, die weer wacht.
Maar de „Sommerfrische® schijnt wel een bij
uitstek kapitalistisch genoegen, klasse-voor-
recht der door Fortuin begunstigden. Want,
zoo er reizen zijn voor alle beurzen, er zijn
er geen voor leege beurzen en hij wiens
budget een proefstuk, een aanhoudend proef
stuk is der kunst de twee einden aan een
te knoopen, kan er niet aan denken zich
buiten te gaan verpoozen. Toch is dat voor
velen noodig, noodig als brood. Want voor
de afgetobden onder de werkers beteekent
frissche lucht en rust: herwonnen gezond
heid en kracht. Gezondheid en kracht, die
onmisbaar zijn om voor het gezin den kost
te winnen. En geen „Sommerfrische® beduidt
voor henvoortdurende en toenemende
zwakte, aanhoudend verval van krachten,
achteruitgang, armoede, ellende.
Vandaar dat de philanthropie hoe on
waar dat de liefde blind is!—, met scherpen
blik dien nood doorgrondend, ook een middel
daarvoor binnen den kring harer breedver-
takte bemoeiingen getrokken heeft. Het is
de Reisbelasting, zooais de nu negen jaar
oude vereeniging zich noemt, die enkel
en bij uitsluiting dit heel speciale veld van
weldadigheid bearbeidtdie telken j are zeker
aantal personen (zooveel als de kas maar
even gedoogt) naar buiten zendt, naar Hil
versum, Zeist, Zandvoort, Scheveningen,
"Wijk aan Zee, Driebergen, Laag-Soeren,
Apeldoorn, Baarn, Heilo, Nunspeet, Schier
monnikoog, alle namen, welker bekende
klank bij ons het denkbeeld wekt aan ver
sterkende zeelucht of aan koele boschlucht,
aan het heerlijk „buiten zijn®.
Daarheen heeft men over 1897 gedirigeerd
niet minder dan 194 personen, voor wie dat
noodig was om te bekomen van de gevolgen,
die allerlei kwalen en ziekte hadden achter
gelaten. Onder de 32, die op Heideheuvel
te Hilversum geplaatst waren, waren er 4
die aan bloedarmoede leden, evenveel zenuw
lijders, 3 hadden algemeene lichaamszwakte,
2 hadden zich bepaald overwerkt.
De anderen hadden geleden aan malaria,
influenza, asthma, bloedvergiftiging,St. Vitus
dans, chronische bronchitus, borstlijden, buik
aandoening, hartsaandoening, maagzweer,
pleuritis, spierzwakte, beenwonden, steen
puisten, cholerine.
Die naar zee gezonden waren, hadden de
gevolgen te verduren van zenuwziekten,
hysterische aandoening, hartvervetting, buik-
vliesontsteking, maagcatarrh, klierachtigheid
en wat niet al meer.
Wie, die deze lijstjes van menschelijke ge-
brekkelijkheden leest, verheugt er zich niet
van harte in dat er althans aan 194 van die
lijders de weelde van een buitenverblijf kon
verstrekt worden.
Onder de vrouwelijke patiënten werden
aangetroffen dienstboden, te zwak om haar
werk te verrichtenmoeders, afgetobd door
de zorg voor een groot gezin (waaronder
veel weduwen); naaisters, die voor zich en
haar familie een sober stuk brood moeten
trachten te verdienenonderwijzeressen, die
zich overwerkt haddenpersonen, die aan
acute ziekten geleden hadden, maar door
gemis aan voedsel en frissche lucht niet weer
op krachten konden komenouden van
dagen, die met moeite den kost moesten ver
dienen en wien het, ook door haar ellendige
omgeving, aan alle levenskracht ontbrak...
Stelt u dat eens voor, dat legioen van
lijders en lijderessen, gevallenen in den strijd
om het bestaan, te zwak om zich uit eigen
kracht op te heffenen oordeelt of het niet
een heerlijk werk is, dat door Reisbelasting
aan hen wordt voltrokken.
2 Ook dit jaar wil men met dit werk voort
gaan. Het batig saldo van het vorig jaar is
luttel en veel is er noodig. Een gulden vraagt
het Comité van elk, die de zaak steunen wil.
Eén gulden, waarvoor ge zeggen kuntook
ik heb deel aan de levensvreugde en de
levenskracht, die velen afgetobden dezen
zomer weer zal geschonken worden. Eén
gulden, waarvoor ook in uw naam welge
daan zal worden. Maar men mag ook meer
of minder geven.
In de verschillende stations zijn tot dit
doel busjes geplaatst.
Mijnheer de Redacteur!
Het zij mij veroorloofd van de welwillend
fjoegestane plaatsruimte in uw blad gebruik
'Mm
Bolswardsche Courant,
K