NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD OLS WA.RD EN WONSERA.OEEI. 1 No. 41. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898. In de Duikerklok. Uit de Raadszaal. ZONDAG 22 MEI. •L VOOR tol 'Iffl ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Vergadering Woensdag 18 Mei 1898. i i ft. (Naar het Hongaarsch.) k Een enkele groote luchtbel steeg naar boven, op de plaats waar de duikerklok was neergelaten. Amst. Crt. Nog nauwelijks was Beppo des morgens vertrokken, of Renaud en Teresina begaven zich naar de haven. Zy noemde hem nu ook reeds vertrouwelyk Jean. Renaud kon dien dag niet thuis blijven een rotsblok onder water moest men laten springen en bij de uitvoering van dat werk moest Jean tegenwoordig zijn. Toen de springmyn gereed was, maakte Jean zich gereed om in de duikerklok te gaan, teneinde te controleeren of alles goed was uitgevoerd. „Ik ga mee naar beneden," sprak Tere sina. Jean wilde daar echter niets van weten en trachtte haar van haar voornemen af te brengen door te zeggen „Kind, dat is veel te gevaarlijk." „Juist daarom wil ik mee, als er gevaar is, wil ik dat met je deelen, altijd." Alle uitvluchten van Jean waren tever geefs. Teresina bleef onverzettelijk op haar stuk staan. En met ernstig gelaat zeide zy „Als je mij liefhebt, dan moet je mij toestaan met ie in de diepte af te dalen. Om jouentwil Jean, wil ik meegaan." Zy sprak dit op een toon, die geen tegen spraak duldde, zoodat Jean wel genood zaakt was haar verzoek toe te staan. Zij namen samen in de klok plaats. Twee matrozen stonden aan de luchtpomp en twee anderen hielden de touwen vast. Tere sina drukte zich tegen Jean aan. Zij was toch eenigszins angstig en haar handen beefden. De ingenieur bemerkte het. „Zou het toch niet beter zyn, dat ie boven bleef?" vroeg hij. „’t Is nu nog tijd." „Neen!" antwoordde Teresina. „Vieren!" klonk het bevel en de duiker klok zonk met Jean en Teresina, die elkaar omarmd hielden, langzaam in de diepte. Halverwege was de klok reeds onder water. Daar opeens kromp Teresina ineen. Droomde zij of was het werkelijkheid Toen zjj door het venster van de duikerklok keek in de richting van het strand, meende zij Beppo in een boot met groote snelheid op het schip te zien toeroeien. Er was geen tyd meer om het goed te zien, want in het volgend oogenblik was de klok onder het water verdwenen. Het was inderdaad Beppo. Met krachtige slagen roeiend, had hy weldra het schip bereikt. In de grootste opgewondenheid sprong hy op het dek. „Teresina!" riep hy, „waarisTeresina?" Met bloedbeloopen oogen keek hy rond. Doch bij zag noch Jean, noch zyn vrouw. Daar bemerkte hy de beide matrozen aan de luchtpomp en oogenblikkeiyk had hy de situatie begrepen. Dus tot in de diepte der golven volgde zy hem, zoozeer had zy hem lief 1 „Zy heeft my bedrogen, de trouwelooze, de slang!" riep hy uit. „O, als ik hen hier voor my had Daar viel zyn oog op een groote byl. Hy greep haar en zwaaide het scherpe voorwerp met den langen steel, lachend als een waanzinnige, boven zyn hoofd. Driemaal liet hy het suizend neervallen. Met twee slagen sneed hy de beide tou wen door en met den derden houw de lucht buis... tig op zijn bed zich om en om woelend, slapeloos door. Zekerheid wilde hij hebben, ja zekerheid Den volgenden dag zou de „Aglaja" ver trekken. Beppo liet zich ziek melden en vertrok niethij hield zich in een herberg schuil, om Teresina te doen gelooven, dat hij vertrokken was. Des namiddags begaf hij zich naar zijn woning, maar vond de deur gesloten. Aan Beppo’s borst ontsnapte een bange zucht. „Het is dus waar, het is dus waar!" Hij begaf zich op weg om Teresina te zoeken en richtte zijn schreden, hy wist zelf niet waarom, naar het strand. Met de hand zijn oogen voor het ver blindend zonlicht beschermend, tuurde hij over het water. En hetgeen hij zag, had op hem de uit werking alsof hij door een vampyr was gebeten. Op een duikerschip zag hij den ingenieur en naast hem stond Teresina. In ’t volgende oogenblik sprong Beppo in een roeiboot en roeide met alle macht naar het schip. Eerdmans wel inlichten omtrent de vraag of het gewoonte is daarvoor te laten betalen. Er staan daar op diezelfde streek nog 4 huizen, die ook het recht hebben gekregen zulk een straatje te leggen en nu wordt voorgesteld ook aan dezen adressant op de zelfde conditiën zulks toe te staan. De Voorzitter. Elke woning die niet aan de bevloerde straat reikt, krijgt tot heden vergunning een straatje te leggen en gelijk ook de heer Oosterbaan zeide, gaat het niet best, hierop uitzonderingen te maken om trent de betaling. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 7. Aanbieding en behandeling van een adres der Commissie voor de Kroningsfeesten om het Broerekerkhof in gebruik te hebben, met advies van Burg, en Weth. De Feestcommissie is voornemens het plein „Het Broerekerkhof" te versieren van 7 tot 11 Sept. Bij adres verzoekt zij de be schikking over dat terrein van begin tot medio September. Burg, en Weth. hebben, tegeljjk met dit adres hun advies ingediend. Zij zijn ingenomen met het plan der Feest commissie en willen het verzoek gaarne ondersteunen, evenwel zullen de spellen en kramen eerst moeten zijn opgeruimd, de toegangen naar de kerk en andere gebouwen niet gestremd en alles later weder opgeleverd moeten worden in den tegenwoordigen toestand. Zonder hoofdel. stemming goedgekeurd. 8. Behandeling van het adres van R. Adema, weduwe H. Meijer, om eene grati ficatie te ontvangen, met advies van Burg, en Weth. Burg, en Weth., gehoord het advies der Commissie van de gemeente-reiniging, advi- seeren, afwijzend op dit adres te beschikken. De overleden echtgenoot was slechts P/a jaar in dienst der gemeente. Tijdens zijne ziekte werd van gemeentewege een plaatsvervanger geschikt en met Nieuwjaar heeft de Wed. haar aandeel in de fooien nog ontvangen. Burg, en Weth. vinden geen termen, om nu nog een gratificatie toe te kennen, De heer Dijkstra. Ik zou wel willen voor stellen, dit punt heden van de agenda af te voeren en tot de volgende vergadering te laten rusten, dan kunnen wij ons nog eens hierop beraden. Het advies hooren wij nu voor ’t eerst en komen dus daartegenover wat onbeslagen op ’t ijs. De heeren Lunter en Eerdmans steunen dit voorstel, hetwelk daarop in stemming gebracht wordt met den uitslag, dat 6 stem men er voor en ook 6 er tegen zijn, zoodat door deze staking van stemmen het voorstel moet worden verdaagd. 9. Behandeling van het adres van den heer A. Banning om herbenoemd te worden tot stads-geneesheer, met advies van Burg, en Weth. Het D. B. adviseert, het Burgerlijk Arm bestuur gehoord, om den heer Banning wederom voor 3 jaren te benoemen tot stads geneesheer, op een salaris van f 500, en op de bestaande instructie. Wordt overgegaan tot het volgende punt der agenda. 10. Benoeming van een stads-geneesheer. De heer A. Banning werd met algemeene (11) stemmen herbenoemd. (De heer H. Banning onthield zich van stemming.) 11. Voorstel van Burg, en Weth. tot het bepalen der belooning van den gaarder van het marktgeld wegens staanplaatsen. Burg, en Weth. herinneren, dat den 24 Juni 1897 is besloten het staangeld voor disschen enz. bij gaardering te innen, en den 16 Dec. is bepaald, zulks ook over 1898 te doen plaats hebben. Met de invordering dezer gelden is belast J. Gros, agent van politie le klas, doch de bepaling der belooning is tot heden niet geschied. Burg, en Weth. stellen voor, deze te bepalen op f25 per jaar, zoodat ook over 1897 nog f 12,50 behoort te worden uit betaald. Zonder hoofdel. stemming goedgekeurd. Na de afhandeling der punten vroeg de heer Dijkstra wanneer eindeljjk eens het adres der Timmerliedenvereeniging „Excel sior" zal worden behandeld. Dit adres is reeds den 2den November ingezonden, die vereeniging vergadert gedurig om verhoo- ging van loon te verkrijgen, en wanneer nu de stad daarin voorging, zou het haar ge makkelijk vallen ook de burgerjj hiertoe te bewegen. De heer Oosterbaan. Ik wil den heer Dijkstra hierop antwoorden, dat onder een vorig presidium hjj ook die vraag reeds heeft gesteld en toen is hem geantwoord, dat het punt, waarop dat adres doelt, in studie is. Dit is het tot heden gebleven en de heer Djjkstra zal nog een klein beetje geduld moeten hebben, voor en aleer daaromtrent voorstellen ter tafel komen. Sluiting der Vergadering. et verwekte de algemeene verbazing, dat de kleine Teresina, die voor het mooiste meisje van de geheele stad doorging, Beppo’s vrouw werd. Want Beppo was een leelijke man. Maar hij aanbad haar en zij toonde door haar daden dat zij veel van hem hield. Telkens als de „Aglaja", waarop Beppo stuurman was, de haven verliet, omhelsde Teresina haar man zoo hartelijk feeder, alsof zij voor wie weet hoe lang afscheid van hem moest nemen. En toch duurde de wekelyksehe reis uit en thuis slechts vier dagen. Als haar man weg was, ver toonde Teresina zich slechts zelden buiten haar woning. Zij zat voortdurend aan het raam om uit te zien of zy de zeilen van de „Aglaja“nietaan denhorizont zag opdoemen. Toen zy reeds drie jaren getrouwd waren, kwam er op eenmaal leven en drukte in de kleine havenstad. Een heele schaar vreemde ingenieurs en werklieden waren in de stad gekomen om een groot werk uit te voeren ter verbetering van de haven. Teresina had een kamer vrij, een van de ingenieurs huurde die en nam in het huis van den stuurman der „Aglaja" zijn intrek. Hy was een knappe, blonde jonge man. Op den grooten koffer, dien twee kruiers binnendroegen, stond op een koperen plaat gegraveerdJean Renaud. Toen de jonge man zijn kleeren enz. uit pakte, om ze in de kasten te bergen, was Teresina hem daarbij behulpzaam. „Ik had geen betere woning kunnen vinden," sprak Renaud, „en dan zoo’n lief vrouwtje", voegde hy er lachend aan toe. Teresina kleurde, maar gaf geen ant woord. Zy sloeg haar oogen neer voor zyn blik en durfde hem slechts steelsgewijs aan te zien. In stilte moest zy zich echter bekennen, dat Jean Renaud een knappe man was. Toen de ingenieur haar echter de wangen streelde en haar omhelzen wilde, gaf ze hem een gevoeligen klap op de hand. „Dat is verboden, mynheer!" sprak zy toornig en liep de kamer uit. Lang nog keek Renaud naar de deur, waardoor zy verdwenen was. „Waarachtig, een aardig wyfjedacht hy. Den avond van den volgenden dag kwam Beppo thuis. Toen hy kennis gemaakt had met den nieuwen huurder, was hy vol lof over de beminnelijke wyze waarop Renaud met hem gesproken had. In den eersten tyd was Renaud zelden thuis. Des morgens vroeg ging hy reeds uit um eerst des avonds laat terug te kee- ren. Later was hy echter veel op zyn kamer, voornamelijk op die dagen als Beppo aan boord van het schip was. Dan zocht hy allerlei voorwendsels om met Teresina te kunnen spreken. Het aardige vrouwtje be merkte dat wel, maar liet zich deze hulde aan haar lieftalligheid gaarne welgevallen. Op een goeden dag kwam Renaud met een groot teekenbord thuis, bevestigde daarop met punaises een wit vel papier en begon zeer ijverig te teekenen. Hy zei tot Teresina, dat hy een gewichtig plan moest uitwerken en dat hy daaraan slechts thuis ongestoord kon werken. Soms ging Teresina bij de tafel zitten en keek met aandacht naar het werk van den ingenieur. Het jonge vrouwtje wist zelf niet hoe het kwam, maar de vier dagen, gedurende welke Beppo afwezig was, gingen voor haar altijd zoo spoedig voorbij. Eens betrapte zy zich zelf op de zondige gedachten van te wenschen, dat haar man inplaats van vier, vijf dagen uit mocht blijven. En toen de ingenieur haar hand in de zyne nam en haar daarbij diep in de oogen keek, trok zy die niet terug. „Heb je me lief?" vroeg hy, zich zoo diep tot haar overbuigend, dat zy zyn warmen adem op haar wang voelde. „Toe, zeg my maar met een enkel woord dat je my liefhebt." Teresina sprak dat woord echter niet uit. In plaats van te antwoorden, wierp zij zich aan zyn borst en verzette zich niet toen hy haar voorhoofd, haar wangen en haar lippen met vurige kussen overdekte De arme Beppo, hy vermoedde het niet, ofschoon de geheele stad het elkaar toe fluisterde, dat Teresina haar man bedroog. Op een goeden dag echter deelde een vriend het hem mede. Den nacht daarop bracht Beppo, onrus» De heer Feenstra is Voorzitter. Tegenwoordig alle 12 leden. De notulen der twee voorgaande verga deringen worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomeh stukken: a. Een schrijven van de Commissie der Kroningsfeesten, houdende dankbetuiging voor de haar toegestane subsidie. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een voorstel van den Schuttersraad, tot wijziging der begrooting over 1897. e. Een voorstel van B. en W. tot het wijzigen der gemeentebegrooting over 1897. Deze voorstellen worden gesteld in handen der Commissie, welke is belast geweest met het onderzoek der begroetingen. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Resolutie van Ged. Staten, houdende toezending van een afschrift Kon. besluit tot verhooging van het maximum van den hoofdelijken omslag. Bij Koninkl. besluit van den 25 April, No. 87 is goedgekeurd de verhooging van het maximum van hoofdel. omslag over deze gemeente, terwijl den raad wordt attent ge maakt, dat deze herziening niet als de bij de wet voorgeschreven herziening der verorde ningen op de gemeentebelastingen kan strek ken, en dus de verordening op de heffing en invordering der gemeentebelastingen even goed binnen den door de wet voorgeschreven termijn moet worden ter hand genomen. Aangenomen voor kennisgeving. 2. Vaststelling van het kohier van hoof delijken omslag. Het kohier wordt met algemeene stemmen vastgesteld, gelijk in de geheime zitting van 21 April j.l. is besproken. 3. Behandeling van het rapport inzake de rekening van het Algemeen Stads-Ar men huis over 1897. Zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 4. Behandeling van het verzoek van Voogden van het Weeshuis tot aankoop van een strookje grond met advies van Burgem. en Wethouders. Burg, en Weths. bemerken, dat krachtens art. 19 op het beheer van het Weeshuis de raad bij aan- of verkoop van vastigheden zijn goedkeuring moet uitsproken. Bij B. en W. bestaat hiervoor geen bezwaar, zoo dat zij adviseeren gunstig op het verzoek te beslissen. Zonder hoofdelijke stemming alzoo besloten. 5. Behandeling van het adres van P. Dikhoff tot het plaatsen van een reclame blok met advies van Burgem. en Weths. Burg, en Weths. adviseeren gunstig op het adres te beschikken, en tot wederop- zeggens toe te staan, dat bij de Harlinger- brug, bij de lantaarnpaal en den telegraaf- koker de klok wordt geplaatst op kosten van en in onderhoud bij adressant. De heer Dijkstra. Is dat een klok, waar men in de verte op kan zien hoe laat het is? De Voorzitter. In de verte juist niet zoo zeer, maar de voorbijgangers kunnen den tijd er op waarnemen. De heer Dijkstra. Zou het dan niet beter zijn, dat de klok aan dezen kant van de brug komt te staan De Voorzitter. Ons kwam het daar de geschiktste plaats voor en de klok staat daar niets of niemand in den weg. Zonder hoofdeljjke stemming goedgekeurd. 6. Behandeling van het adres van F. Oord om vergunning tot het leggen van een klinkertstraatje op gemeentegrond met ad vies van Burg, en Wethouders. Het Dagel. Bestuur adviseert tot inwilli ging van het verzoek en toe te staan, dat ter breedte van 1,20 M. een pad van le soort kliukert op den kant wordt gelegd op ge meentegrond. De heer Eerdmans. Als het een bestaande gewoonte is, voor zulk een doel den grond gratis af te staan, is het wel wat moeilijk met die gewoonte te breken. Evenwel vind ik het nog al veel waard, dat men den grond van de gemeente mag gebruiken en ik zou het overigens billjjk vinden, dat hiervan b.v. per M2 iets aan de gemeente werd betaald. De heer Eisma wil opmerken, dat het onderhoud van straten en wallen door de gemeente wordt betaald. Nu is de straat daar zoo ver van de stoep verwijderd, dat de gemeentegrond daartusschen soms een modderpoel gelijkt. Wanneer die menschen daar zelf een straat moeten leggen, zou ik het onbillijk vinden nog bovendien pacht of huur te laten betalen, De heer Oosterbaan. Ik wil den heer Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1