NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD 3OLSWARD EK WOKSERADEEL EEN VERRASSING. No. 49. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898. I Uit de Raadszaal. ^vxxxxxxx?Cxxxxxxxx^ g ZONDAG 19 JUNI. VOOR ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Vergadering Donderdag 16 Juni 1898. f 97,175,745 - 97,090,895 f 84,85 ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. zoo pas, dat De heer Oosterbaan is Voorzitter. Tegenwoordig 11 leden. Afwezig wegens ongesteldheid de heer Feenstra. De notulen der twee laatste vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen stukken a. Een missive van den Commissaris der Koningin, berichtende dat aan den burge meester dezer gemeente, op verzoek verlof is gegeven van 6 Juni tot 1 Juli. b. Een voorstel van Burg, en Weth., om de huur van het post- en telegraafkan toor wederom voor 5 jaren te verlengen. Gelijk door den Voorzitter bij het behan delen der begrooting reeds is meegedeeld, eindigt met 31 Oct. a.s. de huurtijd van het post- en telegraafkantoor met het Rijk. Uit de met den Minister gevoerde corres pondentie is gebleken, dat de Regeering bereid is het gebouw wederom in te huren, doch dat eenige verbeteringen moeten worden aangebracht. Verlangd wordt, dat de lantaarn bij den ingang in de straatverlichting wordt opgenomen en ’s nachts blijft doorbranden dat een deur wordt aangebracht in een der lokalen, enkele deuren van tochtband worden voorzien, binnen blinden voorde ramen worden aangebracht en de jalouziën aan de Z.Z. worden hersteld. De Minister is genegen dan de huursom te stellen op f650 perjaar. De architect heeft de onkosten van een en ander aan het gebouw begroot op f 83.50.% Burg, en Weth. stellen voor, daar de huursom dus f 50 hooger wordt bepaald, de verlangde verbeteringen aan te brengen. Dit voorstel wordt ter visie gelegd tot de volgende vergadering. PUNTEN van BEHANDELING 1. Benoeming van een lid der Commissie van beheer over den weg Bolsward—Har lingen. De heeren Lunter en Dijkstra worden tot stemopnemers benoemd. De heer Dijkstra heeft gezien, dat deze en de beide volgende benoemingen geschie den, omdat de heer Peereboom aftrad. Hij wenscht te weten of het noodzakelijk is, dat de Burgemeester daarvoor wordt benoemd. De Voorzitter antwoordt, dat dit geen noodzakelijkheid is. De heer C. J. van der Veen wordt be noemd met 8 stemmen. De heer C. W. Eisma had 2 stemmen, de heer v. d. Weij 1 stem. 2. Benoeming van eenen Commissaris over den Mac-adam-weg SneekBolsward. De heer C. J. van der Veen wordt be noemd met 7 stemmen. De heer Eisma verkreeg 2 stemmen en de heeren van der Wejj en Schievink elk ééne stem. 3. Benoeming van een Bestuurslid der Vereeniging voor Ambachtsteekenonderwijs. De heer C. J. van der Veen wordt be noemd met 6 stemmen. De heeren Eerdmans, Dykstra, Schievink, Lunter en Banning verkregen elk één stem. 4. Benoeming van een Bestuurslid van het Houckemaleen in de plaats van den heer J. Haitsma Mulier, overleden. De Voorzitter merkte vooraf op, dat de Burgemeester en de Wethouders provisoren zijn van het Houckemaleen en dus niet als bestuurslid kunnen worden benoemd. Bij de eerste stemming verkregen de heeren Banning en P. J, de Boer elk 3, de heeren Eisma en Hommes elk 2 stemmen en de heer Schievink 1 stem. Bij de 2de vrije stemming verkregen de heeren P. J. de Boer, Banning en Eisma elk 3, en de heer Hommes 2 stemmen. Bij de herstemming tusschen de drie eerst- genoemden werd de heer Eisma met 5 stem men benoemd. De heeren P. J. de Boer en Banning wenscht, ingeval posten der begrooting be langrijk moeten worden overschreden, dat door B. en W. dan vooraf de raad worde gehoord. Hij komt dan vroeger te Rome dan wan neer ik hem te Marburg op de post doe; ook spaar ik dan een aardig bedrag aan port. Zoo’n zware brief kost heel wat bij verzending naar het buitenland". Erich neemt bereidwillig den brief in ontvangst en leest: Signore Luige Zeidler, Rome poste restante." Terwijl hfi met moeite het dikke pakket in zijn jaszak bergt, drukt de briefschrijver hem nogmaals de bezorging er van op het hart. Na een reis van drie uur is Marburg bereikt. Erich’s dubbelganger bedankt hem nogmaals voor den toegezegden dienst en verdwijnt onder de menigte. Het komt Erich voor, dat hij erge haast maakt en een ontmoeting met bekenden wenscht te vermijden. Een tijd lang amuseert Erich zich nog met naar buiten te kijken en daarna valt hfi in een vasten slaap. Als hfi wakker wordt, is hfi dicht bij het doel van zfin reis. Nog eenige minuten en donderend loopt de trein het station Triest binnen. Als Erieh het contróle-hek doorgaat, maken drie heeren achter hem onderling een opmerking. Zonder dat Erich het bemerkt, volgt een der heeren hem op den voet. Op zfin weg naar de haven, waar de stoomboot naar Venetië af varen zou, gaat Erich een café binnen. Toevallig neemt de hem volgende heer aan hetzelfde tafeltje plaats. Terwijl de kellner het bestelde gaat halen, neemt Erich onwillekeurig een courant op. Op de eerste pagina valt zijn oog op een telegram uit Weenen en leest daarinGis teravond 12 uur is in het hoofdpostkantoor een groote diefstal ontdekt. Er zijn ont vreemd 17 brieven met een aangegeven waarde van 86,000 gulden. De vermoedelijke dader is de commies Zeidler, die na afloop van den nachtdienst niet in zijn woning is teruggekeerd, maar sedert spoorloos ver dwenen. Zeidler moet ’s morgens 8 uu r aan het Zuiderstation gezien zijn, in het bezit van een zwart handkoffertje. Zeidler! Zeidler!" mompelt Erieh in zich zelf. Waar heb ik dien naam meer ge hoord De kellner heeft intusschen het bestelde gebracht en nadat Erieh betaald heeft, be geeft hij zich naar de aanlegplaats der boot. Hij heeft een plaatsbiljet genomen en de hofmeester wijst hem juist zijn kajuit aan, als de kapitein met een heer naar hem toe komt en hem verzoekt zijn papieren te mogen zien. Zich onbewust van eenig mis drijf, verklaart Erieh geen pas te bezitten, maar in plaats daarvan zijn visitekaartje te zullen toonen. Tegelijkertijd neemt hij zijn portefeuille uit den zak en krijgt daarbij tevens het hem ter bezorging opgedragene pakket in handen. Pas hebben de kapitein en diens begeleider het adres gezien, of Erieh voelt een hand op zijn schouder en hoort de woorden „Zeidler, gij zfit gearresteerd!" Deze woorden worden van beteekenis doordat de inspecteur zijn ambtspenning toont. Daar al zijn beweren de overtuiging van den beambte niet aan het wankelen kan brengen, blijft Erieh ten slotte niets anders over dan maar gewillig mee te gaan. Een rijtuig brengt hem binnen tien mi nuten naar het hoofdbureau van politie. Hier werd na een uitvoerig verhoor en nadat Erieh gefouilleerd was, overgegaan tot de opening van den op hem bevonden brief. Als nu acht leege couverts, als ook ver schillende obligaties en pandbrieven tot een waarde van meerdere duizenden guldens te voorschijn komen, staat Erieh niet min der getroffen, dan de beambten verheugd zijn over hun vangst. „Juist, dat zijn de opgegeven nummers, er is geen twijfel meer aan", zegt de com missaris „Zeidler, vertel ons nu ook maar waar de overige stukken van waarde zijn! Waar heb je die gelaten?" Erieh staat verstomd en vertelt nogmaals verward en stotterend hoe hij aan het pak ket gekomen is. Van de zijde der beamb ten gaat een hoonend gelach op. Dat is alles wat zijn verdediging uitwerkt. De commissaris neemt nogmaals het voor vier uren ontvangen signalement ter hand „’t Klopt precies, totaalZeidler had bij zijn vlucht een kort geknipten, rossigen puntbaard." „Spreek de waarheid, Zeidler, en disch ons nu niet zulke romantische verhaaltjes over dien brief op." Erieh is totaal radeloos. Zonder verder tegen te spreken, laat hij zich in een cel opsluiten. Op het telegrafisch bericht naar Weenen, dat Zeidler gearresteerd is, komen reeds den volgenden avond twee beambten den gearresteerde te Triëst af halen. Erieh moet nog eens de route, die hij voor 36 uur aflegde, doorreizen. Eerst te Weenen wordt, nadat hij met eenigen van .Zeidler’s collega’s geconfron teerd is, het misverstand opgehelderd. Zoo- dra Erieh zijn gulden vrijheid teruggekre gen heeft, spoort hij langs den kortst mogelijken weg naar München. Als zijn echtgenoote hem na de lange scheiding feeder in de armen sluit, hem streelt over gelaat en baard, welke verras sing zfi alleraardigst vindt, dan biedt Erieh haar afwerend zijn lippen en zegt met een wanhopigen blik: „Ach, als je eens wist welke verrassing die baard mij al niet be zorgd heeft". De heer Dijkstra. Ik hoor er bij de gasfabriek een f 1600 over was, en deze som wordt nu versmolten in de gemeentekas. Zulks vind ik niet goed, daar de gasverbruikers dan betalen voor de niet- gasverbruikers. Volgens het boekje, dat wij van de gascommissie ontvingen, wordt dit winstcijfer ieder jaar hooger. Zou het niet raadzaam zijn den gasprijs te verlagen, of althans met die winst de leening van de fabriek spoediger af te lossen? De V oor zit ter. Ik moet den heer Dijkstra opmerken, dat de verhooging of verlaging van den gasprijs heden niet aan de orde is, en men zich daaromtrent tot de behandeling der begrooting behoort te onthouden. De heer Dijkstra. Om te weten waar het geld, dat bij de gasfabriek over is, heen moet, ben ik hiermede niet verder, want daarop heeft u mij geen antwoord gegeven. De heer Eerdmans. Naar aanleiding van het gesprokene van den heer Dijkstra, wil ik even in het midden brengen, dat het ook mijn aandacht heeft getrokken, dat de winst der gasfabriek in de gemeentekas versmolten wordt. Ik zou wel aan Burg, en Weth. in overweging willen geven, om eene som van bijv, f 1000 te bestemmen voor de aflossing der fabriek. De voorgestelde wjjziging wordt daarop aangenomen met 10 stemmen. De heer Dykstra stemde tegen. 9. Behandeling van het adres van R. Adema, weduwe H. Meijer, om een gratifi catie. De heer Dijkstra. Wij staan hier voor een feit, dat vroeger meer is voorgekomen. De weduwe van den heer van Reenen werd een pensioen verleend en hier wordt nu door Burg, en Weth. afwijzend geadviseerd op een aanvrage om een gratificatie, iets voos Vn de wachtkamer van een der stations Ja, te Weenen zit aan de ontbijttafel een ongeveer dertigjarigen man, voor zich uit starende en met het lepeltje in een leegen koffiekop roerend. De kellner brengt hem een briefkaart. Hij schrijft: „de proeftijd is doorstaan, vaste aanstelling gekregen. Ik verlang erg naar je, lieveling! Nog een groet uit Oostenrijk, en dan kom ik over Triëst en Venetië weer terug, dat kleine uitstapje gun je me zeker wel, jij onbaatzuchtige, die niet eens wilt hebben dat ik je een cadeautje van de reis meebreng. En toch breng ik je iets mee. Wacht maar, een heele verrassing. Je lief hebbende Erieh." Hfi keert de kaart om en schrijft het adres„mevrouw Erieh Muller, München, Ludwigstrasse 8." Hfi leest het geschrevene nog eens door en onderstreept het woord „verrassing", terwijl hij, vergenoegd in zich zelf lachend, welgevallig met de linkerhand over zijn sedert zfin acht weken lang verblfif te Weenen sterk aangegroeiden baard strijkt en dezen een mooien puntigen vorm poogt te doen aannemen. In gedachte stelt hfi zich al voor, wat zfin vrouwtje doen zal, als zij den lang gewenschten vollen baard voor ’t eerst ziet. Daar wordt de bel geluid voor den trein naar Triëst. Erieh grijpt snel naar zijn reis deken, parapluie en reistasch en zoekt een goed plaatsje. Er zijn slechts weinig reizigers. De trein wordt afgeluid en het schijnt dat Erieh de eoupé alleen voor zich zal hebben. Op het allerlaatste oogenblik wordt het portier nog opengerukt en een heer springt de eoupé binnen en valt buiten adem op de bank neer. De trein verlaat het station en voort gaat het langs fabrieken en werkplaatsen, die W een en in een grooten kring omgeven. De medereiziger, die zich direct in diep gepeins verloren heeft, neemt van Erieh geen notitie. Daarentegen wordt Erich’s aandacht telkens weer door den vreemde ling getrokken. „Wat heeft die man wel voor bijzon ders" denkt Erieh. „Wel natuurlijk, nu ben ik er! Hfi is mfin dubbelganger". En toch, bij nadere beschouwing Ifikt hfi weer niet op mij. Alleen zfin rood-blonde baard, die in eenzelfde ontwikkelingssta dium schfint te zfin, geeft hem die treffende gelfikenis met mfi. De zich aan beide zijden van den trein ontrollende landschappen leiden Erich’s ge dachten van zfin reisgenoot af, totdat de conducteur met de traditioneele vraag „waar gaan de heeren heen", het portier opent. „Naar Triëst", zegt Erieh zonder naden ken. „Naar... Hoe laat komt onze trein in Triëst, conducteur?" vraagt de andere na eenige aarzeling. „Van avond tien uur." Wel, pas zoo laat, dan ga ik maar tot „Marburg." De trein heeft reeds een grooten afstand ■afgelegd en begint nu onder een blazend stoomen de helling van den Semmering op te kruipen. De lucht wordt koud en snij dend, de nabfiheid der gletschers verradend. Erieh staat voor het open portiervenster en geniet van het prachtige uitzicht over de bergen. Plotseling hoort hfi achter zich spreken, terwijl het gesprokene blijkbaar tot hem gericht is. Zfin reisgenoot licht hem in over het voorbij glfidende natuurtafereel. Door zfin gezelligen aard is Erieh spoe dig in een geanimeerd gesprek met den mede-reiziger, die plotseling geheel tot rust schijnt gekomen. Het blfikt dat ook den ander zfin gelfikenis met Erieh is opgeval len, en menig schertsend woord wordt naar aanleiding daarvan gewisseld. Natuurlijk aarzelt Erieh niet zfin reisplannen bloot te leggen. De trein rijdt een groot station binnen. „Graz L vfif-en-twintig minuten oponthoud roept de conducteur. Erieh spoedt zich naar de restauratie. De ander blijft in de coupé en opent zfin koffertje. Als Erieh weer instapt, ziet hfi dat zfin reisgenoot juist het adres op een groot brief- pakket schrijft. Pas heeft Erieh zfin plaats weer ingeno- men, als zfin dubbelganger zich tot hem wendt. „Zou u mfi een genoegen willen doen Zou u dezen brief voor een handels- vriend in Rome morgen vroeg bfi uw aan komst te Venetië op de post willen doen? hadden elk 3 stemmen. De heer Eisma verklaart tegen deze be noeming geen bezwaar te hebben. 5. Behandeling van het adres van mej. E. Holwerda om herbenoemd te worden tot stadsvroedvrouw met advies van Burg, en Wethouders. Burg, en Weths., het Burgerl. Armbestuur gehoord, adviseeren Mej, E. Holwerda weder om te benoemen tot stadsvroedvrouw op de bestaande instructie voor den tijd van 3 jaren. 6. Benoeming van een stadsvroedvrouw. Mej. E. Holwerda werd daarop met alge- meene stemmen herbenoemd. 7. Aanbieding en behandeling van de staten tot oninbaarverklaring van hoofde- lijken omslag en hondenbelasting over 1897. Deze staten hebben ter inzage gelegen. De Voorzitter verzoekt urgentie voor de behandeling. Deze wordt verleend en de staten zonder discussie en zonder hoofdel. stemming goed gekeurd. 8. Behandeling van: a. eene wijziging der schutterij-begrooting over 1897 b. eene wijziging der gemeente-begrooting over 1897 c. de staten tot af- en overschrijving van posten der gemeente-begrooting over 1897, met rapport van de Commissie. a. De wijzigingen der schutterij-begroo- ting betreffen om de som voor schrijfbehoef ten, drukloon enz., ruim f30 te verhoogen en met een gelijke som de post voor prijzen bij het schijfschieten te verlagen. b. De wijziging der gemeente-begrooting behelst in hoofdzaak het aan brengen der juiste sommen van de posten pro memorie, als subsidie werkinrichting f 2700 (met in begrip van f 1000 bedrijfskapitaal), de in richting van het ziekenhuis, ’t welk f 1539,345 vorderde, de aanschaffing van muntgasmeters, en het aanbrengen van een staketsel om het terrein, het vorig jaar aangekocht ten be hoeve van de gasfabriek, samen f 2453,695. De opbrengst der gasfabriek ad f 1645,88. De kosten der stadswerkinrichting ad f 1534,06 en afkoop van eeuwige rente en vastigheden van de gemeente, ten bedrage van bijna t 700. De eindcijfers der begrooting worden dan de inkomsten f 97,175,74® uitgaven Vermoedelijk batig saldo De commissie van rapporteurs, welke deze wijzigingen en af-en overschrijvingen onder zocht, heeft geene op- of aanmerkingen en stelt voor ze goed te keuren, onder reserve, dat zij vrij blij ve om met de behandeling der volgende begrooting de aandacht te vestigen op enkele posten, alsmede dat zij Bolswardsche Courant ftj ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1