NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
JOESWAR» EN WONSERAOEEE
Uitreiting Ifitasofit.
No. 54. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
DONDERDAG 7 JULI.
BINNENLAND.
Ingezonden.
De Herauten.
N
VOOB
STADSNIEUWS.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Door Autoriteiten later aan het dejeuné
in ,de Wijnberg* vereenigd, werd een hul
debetuiging aan H. M. de Koningin gezon
den, waarop het volgende antwoord bij den
Burgemeester van Bolsward is ingekomen
„Koningin-Regentes draagt mij op Uen
„alle tegenwoordig en bij uitreiking Wil
lemsorde aan Tolstra, dank te betuigen
„en verzoekt den blinden Ridder harer
„Majesteits groeten over te brengen."
De Adjudant van dienst,
(w. GBQVESTINSÜ'
trouwden van het gemeentehuis terug in
het dorp komen, worden ze door jonge meis
jes opgewacht en geheel bestrooid met stuk
jes papier, „loverkes* geheeten. Nog is
karakteristiek, dat allen, zelfs de aardigste
boerendochters, althans in den herfst en
winter, klompen dragen. In de huizen heb
ben ze geen schoeisel aan, zelfs niet de kin
deren in de school. Bij den „boen“-post
staat altijd een emmer met water met een
luiwagen en dweilen, om de voeten schoon
te maken en zelfs treft men menigmaal des
Zondags voor de kerk dezelfde ingrediënten
aan.
Te Nieuw-Buinen hebben sommige
landbouwers, die in het vorig jaar hebben
ingeteekend voor het nemen van aandeelen
voor eene op te richten coöperatieve aard
appelmeelfabriek in de gemeente Wildervank,
geweigerd die aandeelen te nemen en te
betalen, omdat nu te Nieuw-Buinen eene
zoodanige fabriek zal tot stand komen. De
nalatigen zullen nu bij deurwaarders-exploit
tot betaling worden aangedrongen.
Verleden jaar is in Hoogezand de ver
ordening ingevoerd, welke den wielrijders de
verplichting oplegt, bij elk tolhek een cent
te offeren. Een onderwijzer, die per fiets
zich naar en van de school begeeft, verzocht
reeds tweemaal te vergeefs aan den Raad,
hem van deze verplichting te ontheffen. Hij
nam daarom voor gewoonte aan, voor den
tolboom den weg te verlaten, om, langs een
anderen weg, den straatweg in quaestie weer
te bereiken. Deswege had de tolpachter
proces-verbaal tegen hem doen opmaken.
De rechtbank te Winschoten heeft tegen
den „omrijder* f 5 boete of l dag hechtenis
geëischt.
Beleefd verzoek ik U, Mijnheer de Re
dacteur, voor het onderstaande een plaatsje
in de kolommen van Uw blad.
Op de onlangs gehouden vergadering van
de vereeniging ter bevordering van Handel
en Nijverheid, heb ik aan de Commissie
voor den optocht ter gelegenheid van de a.s.
Kroningsfeesten beloofd, dat ik mijn best
zou doen voor het vinden van eenige per
sonen, genegen om vrijwillig als Heraut bij
den optocht op te treden. Ik had daarbij
tweëerlei doel.
In de eerste plaats wilde ik trachten, de
Commissie eenigszins bij te staan in haar
ernstig streven om van den optocht een
schoon geheel te maken. Temeer gevoelde
ik hiertoe behoefte, wijl aan de Commissie
(althans tot nog toe) de steun is onthouden
van verschillende inwoners onzer gemeente,
van wie zij ongetwijfeld veel steun verwach
ten mocht.
Maar in de tweede plaats meende ik daar
door aan diegenen gelegenheid te kunnen
geven tot deelneming aan een der schoonste
nummers van den optocht, die, zooals in
andere plaatsen, er een eer in stellen, om
als Heraut aan den luisterrijken stoet vooraf
te gaan.
Het doel van den optocht is hoofdzakelijk,
een symbolische voorstelling te geven van
handel en industrie te dezer stede. De Com
missie heeft in haar uitgebreid en weldoor
dacht plan van eene grootscbe opvatting
harer taak blijk gegeven. De optocht zal
indruk maken hij wordt het belangrijkste
punt van het feestprogram.
De plaats die door de Herauten wordt
ingenomen is daarom eene eereplaats en
het zou jammer zijn als die plaats niet op
waardige wijze werd vervuld. Wie als Heraut
de komst van een pralende rij van zege
wagens met fraaie attributen van kunst en
industrie wil voorbereiden en verkondigen,
kan er zeker van zijn, dat hij eene dankbare
rol vervult
Ik mocht nog niet slagen ook maar één
persoon te vinden, die voor Heraut in aan
merking wil komen, hoewel ik menigeen
er over gesproken heb. Natuurljjk kan ik
onmogelijk iedereen, bekend of onbekend,
bezoeken om over de Herauten te spreken.
Het is daarom dat ik door middel van ae
Bolswardsche pers mijn verzoek aan de
geschikte personen graag wat verder wil
laten hooren, dan anders in mijn macht is.
Indien er onder de ingezetenen dezer Ge
meente zijn, die gaarne de eereplaats van
Heraut willen vervullen of die daarover eens
nader willen spreken, dan verzoek ik hen
beleefd, mij dit dezer dagen te laten weten,
opdat ik oumiddeliijk de zaak met hen kan
bespreken.
Ik heb, ondanks mjjne eerste teleurstel
lingen, goeden moed, en veel verwachting en
orde, eene deputatie uit de Ver.
belangrijke Krijgsverrichtingen, een aantal sluimerd, en dat onze dappere soldaten, de
- - -
met alle inspanning verdedigen.
Ge hebt een schitterend voorbeeld van
moed gegeven
geloof in
Ik breng U nogmaals hulde, blijf nog
lang in ons midden en verhaal de jeugd
van Uwe daden, waardoor de kiemen van
moed en dapperheid gelegd zullen worden,
Eveneens breng ik de hulde van den
Gemeenteraad en de ingezetenen, weest over
tuigd van aller eerbied.
Verder dank ik de genoodigden voor
hunne opkomst. Vertelt allen, dat ge hebt
gezien op welke wijze H. M. de Koningin
dapperheid beloont.
Ik noodig U uit Mijne Heeren een drie
werf hoera aan te heffen voor den dappe
ren Ridder, het lieve Vaderland en H. M.
de Koningin.
Een donderend hoera volgde.
De openbare plechtigheid was hiermede
afgeloopen, waarna het Muziekkorps de
feestvreugde nog langen tijd door eene uit
voering op het Marktplein verhoogde.
Tal van vlaggen gaven het bewijs, dat de
ingezetenen met de hooge onderscheiding,
Tolstra tebeurt gevallen, waren ingenomen.
het zou mij ten zeerste tegenvallen als ik
de Commissie moest berichten, dat mijn
pogen ijdel is geweest. Waarom zou in
Bolswara niet gelukken, wat b.v. in Fra-
neker en Dokkum wel kan
Zijn er landbouwers in den omtrek van
Bolsward, die ten gerieve van de Herauten
een geschikt rijpaard voor den optocht en
voor eenige voorafgaande oefeningen dispo
nibel willen stellen? Daarmede zou een
goed werk worden verricht en gaarne houd
ik mij voor eenige mededeeling hieromtrent
aanbevolen. Wij moeten allen een handje
helpen en elke hulp zal door de Commissie
voor den Optocht in dank worden aanvaard.
Zooveel ik kan, zal ik trachten om het
eerste nummer van den optocht goed voor
den dag te laten komen. Wil niemand
daartoe medewerken, dan mag ik mij na
tuurlijk van mijne belofte ontslagen reke
nen en zal de Commissie overeenkomstig
haar eerste plannen een paar personen,
paarden en costumes moeten huren, waaraan
echter zoo weinig kan worden besteed, dat
het nummer gevaar lijdt, van belachelijk
te worden.
Zou het zoover moeten komen
Met dank voor de opname, hoogachtend,
H. E1SMA.
Uit den greidehoek van Friesland
schrijft men aan De Telegraaf:
De „greidehoek* van Friesland wordt ge
karakteriseerd door uitgestrekte weilanden,
schaarschte aan boomen en rijkdom aan
dorpen, meestal klein, doch dicht opeenge
drongen. Op verscheidene plaatsen kan
men met het ongewapende oog gemakke
lijk een 25-tal torens opmerken en vanaf
den beroemden toren van Tzum, denhoog-
sten van Friesland en van alle kanten be
zien, scheef als die van Pisa, kan men Jicht
een zeventigtal tellen. Welk dorp men
passeert, steeds hetzelfde panorama, boerde
rijen in het land verspreid, en gras, overal
gras. De hoofdfactor van bestaan is dan
ook niet ver te zoekenkoeien en wel
hoofdzakelijk melkkoeien.
De uitvoer naar Duitschland is van ’t
grootste belang en met groot verlangen
wordt de opening der grenzen tegemoet ge
zien. Want juist daarheen gaan die koeien,
welke de greidboer wel missen kan. De
grootte der boerderijen varieert; er zijn er
tot 100 „pondemaat* (3ö3/4 are), terwijl de
gemiddelde grootte op ongev. 70 kan wor
den gesteld, ’t Zijn bijna zonder uitzonde
ring huurplaatsen. Zoolang het vee op stal
staat, bepalen alle werkzaamheden zich op
de boerderij tot het verzorgen hiervan en
melken. Dit laatste doet de boer zelf mee,
geschiedt stipt op tijd en vereischt groote
zorg.
De melk wordt bijna uitsluitend verwerkt
op fabrieken. Die te Oosterlittens verwerkt
dikwijls ver over de 30,000 L. per dag.
Met „Uulsjestein*, bij alle schaatsenrijders
uit geheel Friesland bekend en met de be
roemde schaatsenfabriek van de firma Min-
kema, heelt deze fabriek aan Oosterlittens
een eenigszins vermaarden naam verschaft.
Zoolang het vee binnenshuis is, is het in
den greidehoek tamelijk eentonig, doch dit
verandert wanneer het buiten komt. Dit
is regel den 12 Mei (oude Mei) den dag
van verhuizen in Friesland.
Dit jaar zou het, wat de hoeveelheid gras
betreft, met 1 Mei wel gekund hebben. De
weilanden waren prachtig. Het kan soms
aan een enkelen dag liggen en kan men
dan ook wel vaak van een boer hooren
dien of dien dag hebben we ’t gras gekre
gen. Met Juni komt de tijd, die niet ten
onrechte „ongetied* genoemd wordt en on
geveer zes weken aanhoudt. Dit is de tijd
van hoofing, waarmee dit jaar reeds een
week voor Pinksteren een begin is gemaakt.
De maaiers kwamen vroeger hoofdzake-
kelijk uit Duitschland, zoogenaamde „Han-
nekemaaiers.* Tegenwoordig nog wel, zoo-
dat zelfs predikanten uit hunne „Heimath*
overkomen om te preêken, doch veel meer
wordt hef nu gedaan door Friezen zelf en
door Groningers. Te Sneek worden ze op
de markt aangeworven, doch vele boeren
hebben hunne vaste maaiers. Machines
worden nooit gebruikt; vroeger wel gepro-
beeijd, was bet land echter te oneffen. Hoe
spoediger het hooi klaar is, hoe beter, en
ieder die maar handen heeft (vrouwen uit
gezonderd) moet meewerken, ’t Gaat dik
wijls van ’s morgens 3 uur tot aan donkeren.
Niet alleen het personeel van den boer
helpt mee, maar zelfs de knechts van am
bachtslui worden in de „ongetied* gehuurd.
In ’t begin van Juni was het weer tame
lijk, doch daar de zon er niet te veel in
gebrand heeft, begint het nu reeds bij ver
scheidene boeren in de schuur te broeien.
De tweede helft van Juni was het weer
allerbedroevendst en verschillende stukken
gaan zoo goed als verrotten. De tweede
drukke tijd, die nu weldra aanbreekt, is die
van het „«Jongen* of wel bemesten. Zoo
spoedig mogelijk na het maaien wordt er
mee begonnen.
Enkele eigenaardige gebruiken bestaan
in den Greidehoek. Bij trouwgelegenheden
ziet men des Zondags, als de afkondigingen
plaats hebben, velen in de dorpen vlaggen.
Is iemand uit eene boerderij in ondertrouw,
dan komt op ieder eind van de schuur, aan
de zoogenaamde „Geleborden* een vlag,
doch tevens op den molen, die daarbij een
eigenaardigen stand krijgt, juist tegengesteld
aan dien welken hij inneemt bjj sterfgeval
len. (ledeie boerderij heeft namelijk haar
molen om haar grondgebied, de „kriete* te
bemalen.
In de kom van ’t dorp, „de buren,* wor
den bij de trouwfeesten door de jeugd vuren
aangelegd of flambouwen gedragen, waar
voor het benoodigde geld bij alle huizen
langs wordt verzameld. Later gaan ze dan
naar de feestvierenden en bestaat de beloo-
ning in een hap Friesche boerenjongens uit
den brandewjjnakop. Wanneer da jongge-
menderhand eene overwinning tegemoet te
ijlen, maar zwaar om voor den overmach
tigen vijand te moeten wijken en het is
in dergelijke gevallen eene groote eer tot
de laatsten te behooren die standhouden.
Na Uwe eerste verwonding hebt ge üw
kameraden nog tot dapperheid aangespoord
om de eer van het vaandel hoog te houden.
Uwe onderscheiding is dus ten volle ver
diend en het is voor mij eene eervolle taak,
U het Ridderkruis der Militaire Willems
orde uit te reiken.
Ik verzoek den gewezen Sergeant Feen-
stra het Kruis Tolstra op de borst te hechten.
Terwyl dit plaats had, speelde het Muziek
korps het Volkslied.
Hierna ontving Tolstra een brief van de
Kanselarij van Nederlandsche Ridderorden,
inhoudende de statuten en de voorschriften
van die orde.
Vervolgens werd Tolstra als Ridder be-
ëedigd als volgt:
„Ik beloof en zweer als getrouw en
„waardig Ridder mijn leven veil te hebben
„voor Koningin en Vaderland en zal
„zooveel in mijn vermogen is, trachten,
„mij waardig te maken de onderscheiding
„door de Koningin mij toegestaan, zoo
„waarlijk helpe mij God almachtig.*
Na deze indrukwekkende installatie werd
Tolstra door den Majoor geluk gewenscht,
alsook zijn Vader, die het voorrecht heeft
zulk een zoon te bezitten, in wien de kie
men van dapperheid waren gelegd. Hjj
vertrouwde, dat zijn tweede Moeder den
Ridder liefderijk zou behandelen en alles
zal doen hem het leven te veraangenamen
en de zon te doen lichten in zijn gemoed.
Hjj heeft een zwaar offer gebracht, ’t welk
echter niet tevergeefs is geweestbj al het
leed, ’t welk hem trof, is het een heerlijk
gevoel van berusting voor hem, dat ieder
met eerbied tegen hem opziet, wat Tolstra
in neerslachtige oogenblikken zijn groot
gemis zal vergoeden. In het ridderkruis
zal Tolstra kracht vinden om in sombere
buien nog uit te roepenLeve de Koningin.
Hierna kreeg de Voorzitter der Ver. van
belangrijke krijgsverrichtingen het woord,
die Tolstra namens die Ver. een welge
meende hulde bracht. Hij zeide trotsch te
zijn op zijn wapenbroeder en bood hem
het eerelidmaatschap van die Verbaan,op
den verjaardag van H. M. de Koningin
werd Tolstra genoodigd in het midden van
die Ver. tegenwoordig te zijn.
De heer C. J. v. d. Veen, Burgemeester
van Bolsward, sprak hierna ongeveer het
volgende
TolstraAl siert ons geen uniform en al
voeren wij geen strijd met het zwaard maar
des vredes, daartoe behoort ook moed, beleid
en trouw!
Het is eene groote eer voor Bolsward’s
inwoners U in ons midden te hebben en
U de hand te drukken, ik ben er trotsch
op, dat de oude heldenmoed niet is inge-
belangen der Koningin, Vaderland en Vlag
schitterend voorbeeld van
en getoond wat een vast
eigen kracht vermag.
A
Maandagmorgen 11 uur had op het Stad
huis de plechtige uitreiking plaats van het
Ridderkruis der Militaire Willemsorde aan
den gewezen fuselier van het Oost-Indisch
leger, P. Tolstra, alhier.
De Raadszaal was meer dan bezet met
autoriteiten en belangstellenden, toen Tol
stra, die door den EdelAchtb. Heer Bur
gemeester van Bolsward, per rijtuig met
zijne Ouders van zijne woning was afge
haald, werd binnengeleid.
Bij aankomst van het rijtuig roerden de
tamboers de trommen, waarna het Muziek
korps het Wilhelmus aanhief.
De Majoor der Infanterie uit Leeuwarden
W. J. Harms, sprak hierop Tolstra onge
veer als volgt toe
TolstraGe bevindt U thans in de
Raadszaal van het prachtige Stadhuis, in
tegenwoordigheid van U w Vader en Moeder,
het Gemeentebestuur, den Voorzitter van
de Vereen, van belangrijke Krijgsverrich
tingen, den oud-Burgemeester van Bolsward,
den heer P. Peereboom, lid van Gedep.
Staten, van de Officieren der d.d. Schut
terij, eenige Officieren van het Garnizoen
te Leeuwarden, den gewezen Sergeant
Feenstra, Ridder van de Militaire Willems-
deputatie uit de Ver. van
Ridders van het Metalen Kruis, vertegen
woordigers van den Bond van Oudstrijders,
benevens vele belangstellenden, die getuige
willen zijn van dit gewichtig oogenblik.
Door ZExc. den Minister van Oorlog is
my opgedragen U het Ridderkruis der 4e
Klasse van de Militaire Willemsorde uit
te reiken, als belooning voor een daad,
waarbjj moed, beleid en trouw noodig was.
Vol liefde voor H. M. de Koningin en
Vaderland hebt ge als fuselier der Koloniale
Reserve, de eer der vlag hoog gehouden,
als een oprechte Fries, die onder alle om
standigheden zijn plicht weet te doen.
Ge hadt Uw leven veil voor Koningin
en Vaderland.
Indien al Neerlands grootheid vermin
dert, toch bruischt nog het echte Neder
landsche bloed in de aderen van het dap
pere leger, het beschikt nog over kernach
tige soldaten, wier leus, het is te over
winnen of te bezwijken.
Als hoogste eer wordt er naar gestreefd
in het bezit te komen van een eereteeken,
waarop de drager trotsch kan zijn. Maar
waar allen zoo hun plicht weten te doen,
wat is er dan niet noodig om eene onder
scheiding te verwerven, die U thans te
beurt valt.
Namens ZExc. den Minister van Oorlog
wordt U een hooge onderscheiding toege
kend voor de moedige wijze, waarop ge
als fuselier van het 12e Bataljon Infanterie
van het O. I. leger, op verkenning uit
zijnde, den 2 Januari 1897 voor een over
machtigen vijand kwaamt te staan. Niet
tegenstaande een verkregen hoofdwonde
spoordet gij Uwe makkers aan om den
vijand te weerstaan, totdat een tweede
schot U voor altijd blind maakte.
Dit is in korte woorden de beschrijving
van Uw heldendaad.
Het valt ligt voor den krijger om stor-
Bolswardsche Courant