No. 58. Verschijnt
N
WONSEHADEEL
ASSURANTIE MAATSCHAPPIJ^®^”e,l^l^rt‘B"e,“rBanB-1898'
GLA8REINIGER8
ACHLÜM”.
DONDERDAG 21 JULI.
ONS AMBT.
BINNENLAND.
M. Oosterbaan Comp,
i
I
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
■i
maar trachten het volgens art. I onzer sta
tuten te verheffen, opdat het zoowel moreel
als finantiëel die plaats in de ambtelijke
wereld inneemt welke het werkelijk toekomt.
Friesche Ct. S.
trekking salaris f 800 (ook Duitsch vereischt)
boden zich slechts 2 sollicitanten aan. Voor
een vacature van onderwijzeres echter, salaris
f 600» 11 sollicitanten.
19 Juli, ’t Was heden kalm op onze
veemarkt.
Dat er geheel niets omging is overdreven,
want varkens werden meest alle met ver
lies verkochtmaar dat misschien driekwart
van rundvee en woldragers onverrichterzake
huiswaarts keerde dat is niet overdreven.
Londen trekt niet, en van Londen moeten
we ’t maar hebben, zoolang ons land niet
meer Amsterdams bezit.
De ie kwaliteit eenjarige schapen, die een
acht dagen geleden voor Engelands hoofd-
stad nog werden genoteerd op 29 a 30 ct.
per ‘/a K.G., konden nu geen 26 ct. halen.
Vette kalveren le kwaliteit golden 27 a 2»
ctwelke prijs ook betaald werd voor ’t
fijnste soort rundvleesch. ’t Spek was bijna
voor niemendal, alhoewel onze slagers nog
maar steeds 30 ct. per */a K.G. vragen.
Londensche biggen, die in massa naar Rot
terdam gingen, brachten ’t tot 16 a löVa
ct. en ’t allerpuikste varkentje kon ter nau-
wernood een */a cent meer bedingen, ’t
Melkvee zucht ook weer aan een vreeselyke
dalingskoorts, waaraan de verboden uitvoer
schuld mag dragen, maar zeker ook de
treurige toestand, waarin zich ’t grasgewas
van de meeste boeren bevindt.
We eindigen ons verslag met den wensch,
dat 26 Juli a.s. onze marktbezoekers wat
ruimer mogen ademen dan heden.
De wed. J. Mulder te Rouveen, die
zich j.l. Donderdag ernstig bezeerde, door
dat het paard op hol sloeg voor een paar
motorfietsen, is aan de bekomen verwon
dingen overleden.
In Scherpenzeel zou in de vorige week
de gewone jaarlyksche tiendverpachting van
het kroondomein plaats hebben. By den
aan vang der verpachting werd door een
der gegadigden medegedeeld, dat besloten
was niet te pachten als de onkosten, 10
procent, nog langer voor rekening van den
pachter kwamen. Na mededeeling dat hierop
niet kon worden ingegaan werd de ver
pachting op de oude voor waarden gehouden.
De gegadigden bleven evenwel bij hun
besluit. Op geen der perceelen werd een
bod gedaan, zoodat niets verpacht werd.
De Delftsche Studentenfeesten hebben
nog een niet voorzien ongeluk veroorzaakt.
Bij het vuurwerk, dat Zaterdagavond is
afgestoken, was een kistje met donderbus
sen overgebleven, dat door de overgroote
onvoorzichtigheid van dengene die er mede
belast was, onbeheerd op de Schietbaan is
blyven staan.
Zondagmiddag waren op het terrein eenige
knapen aan het spelen. Dezen bemerkten
het kistje, fluks werd er een donderbus aan
gestoken, met het noodlottige gevolg, dat
de 11-jarige Willem Muller de geheele la
ding in het aangezicht kreeg. Hevig ge
brand en gewond werd hij huiswaarts ge
bracht en onmiddellijk door een geneesheer
verbonden, waarna hy Maandagmorgen in
het gasthuis is opgenomen. Men vreest dat
hij het linkeroog zal moeten missen.
Zondagavond omstreeks 9 uur had in
de nabyheid van Heemskerk een 13-jarige
jongen, K. KI. genaamd, het ongeluk onder
de stoomtram AlkmaarHaarlem te gera
ken, waardoor hem één been geheel werd
afgereden, terwijl het andere zwaar ge
kneusd werd. Terstond werd hij naar ’t
gasthuis te Haarlem vervoerd, alwaar hij
echter spoedig overleed.
Doodgevallen. Te Rotterdam viel Za
terdagmiddag een matroos in het ruim van
een stoomschip. Deerlijk gekwetst werd de
ongelukkige naar het ziekenhuis vervoerd
waar hy kort daarop overleed.
Zondagmiddag is te Barneveld een
hevige brand uitgebroken in een groote
houtmijt toebehoorende aan S. aldaar. Daar
aan blusschen niet te denken viel, hebben
de vlammen, die verscheidene uren woedden,
al het hout verteerd.
Na een streng onderzoek is het der poli
tie reeds gelukt den brandstichter, zijnde een
13 jarigen jongen, op te sporen en tot be
kentenis te brengen.
Zondagmorgen ontving de directie der
Kon. Ned. Machinefabriek v/h E. H. Bege-
mann te Helmond, het treurige bericht, dat
twee monteurs, die voor eenige maanden
naar Campina (Rumenië) vertrokken waren
ter monteering van een groot reservoir, van
eene stelling ter hoogte van elf Meter ge
vallen waren en aan hunne bekomen ver
wondingen gestorven zijn. Een hunner wm
gehuwd,
Een zonderlinge betrekking is het ambt
van brievengaarder, schrijft de Plattelands
post. Te klein voor tafellaken en te groot
voor servet. Te klein voor tafellaken, omdat
verreweg de meeste brievengaarders geen
examen hebben afgelegd en daardoor het
cachet missen waarmee men tot werkelyk
postambtenaar worden gestempeld. Examens
in het algemeen keur ik niet af, ja ik erken
zelf, dat het noodzakelijk is, dat elk persoon
die bij den postdienst betrokken is, zij een
flink, degelijk mensch die algemeene kennis
niet ontbreekt. Alleen bejammer ik het dat
voor de niet bezittende klasse het zoo goed
als onmogelijk is gemaakt er aan deel te
nemen en het werkelyk postambtenaar zijn
een privilege is dat de gegoede stand voor
zich alleen begeert en behoudt. De tijd is
dan ook voorbij dat men een gewoon bestel
ler zich door noeste vlijt ziet opwerken tot
Directeur van een vereenigd kantoor, zooals
voorheen is geschied. Te groot is ons ambt
voor servet, omdat wij het publiek dezelfde
inlichtingen moeten verstrekken als waarvoor
men zich tot de postkantoren wendt, dezelfde
zaken door ons behandeld worden, zoovele
zaken van gewicht aan ons worden toever
trouwd, algemeene ontwikkeling voor ons
even onmisbaar is, de grootste geheimen bij
ons veilig moeten zijn, kapitalen even ver
trouwd moeten zijn als waren zij bijdeNe-
derlandsche bank gedeponeerd eu dat de be
zoldiging hier niet mee in overeenstemming
is, ja zelfs zoo armzalig klein, dat het gelijkt
of ons ambt nog niet eens een servet is, doch
slechts een vingerdoekje of vaatdoek.
Een zonderling ambt is onze betrekking,
omdat niettegenstaande het zijn 40-jarig
jubilé reeds heeft gevierd en wij ons in het
bezit van een duizendtal collega’s mogen
verheugen, dat ambt by de stedelijke bevol
king nog geheel onbekend is en zelfs zeer
vele werkelijke postambtenaren in de verste
verte niet weten wat brievengaarder zijn in
zich sluit.
Een voorbeeld slechts.
Het eene postblad vertelt aan de Neder-
landsche natie, dat een brievengaarder in
zijne woonplaats in den regel gezien en ge
ëerd is, de betrekking zelve zeer gewild is
en ons ambt een post van vertrouwen, ja
zelfs een eerepost is.
Een ander daarentegen verkondigt, dat
als men brievengaarder wordt zijne moreele
thermometer daalt tot nul en het voor iemand
die bij zijne hoofdbetrekking het ambt van
brievengaarder vervult, het zoo ten naaste
bij eene vernedering wordt en men beweert
zelfs, dat als wij zooveel wij kunnen onzen
plicht betrachten en naar ons beste weten
handelen, wy onverbiddelijk op de vingers
worden getikt. Ziet, dat zyn twee lezingen
van postambtenaars. Willen wij aan die zon
derlinge onbekendheid met ons ambt een
einde maken, dan is het onze plicht zelve
eens te vertellen hoe wij ons ambt beschou
wen, en aangezien een zestienjarige dienst
tijd lang genoeg is om een oordeel te kun
nen vellen, wil ik die taak op mij nemen.
Ons ambt dan kan door den titularis op
gevoerd worden tot de hoogte welke hij zelf
begeert, en naar zijne beurs hem dit toelaat.
Wil of kan de brievengaarder zich een villa
doen bouwen, zijn kantoorlokaal vorstelijk
meubileeren en inrichten, het staat hem ge
heel vrij. Wenscht hij zich in onberispelijk
zwart laken te kleeden en met hooge zijden
hoed, en gevolgd door een New-foundlander,
voorzien met rotting of karwats langs ’s
Heeren straten zich bewegen, niemand is er,
die zich daaraan stooren zal of hem zal uit
lachen.
Van de zijde van het hoofdbestuur worden
wij steeds fatsoenlijk en als ambtenaar toe
gesproken en behandeld en waar ditnoodig
mocht zijn voldoende beschermd en onze eer
hoog gehouden. Voor eenige jaren beschul
digde een deftige Amsterdammer mij bij
mijne inspectie van afzetterij, en toen ik
myne algeheele onschuld had bewezen, werd
die mijnheer genoodzaakt mij schriftelijk zijne
excuses aan te bieden en om verschooning
te verzoeken.
Dat wij rekenplichtig aan ons hoofdkan
toor zijn en wel uitsluitend aan den Direc
teur, hierin vindt zeker niemand eenige ver
nedering of iets compromitteerends, want
immer aan dienzelfden Directeur zijn op de
groote kantoren alle commiezen, klerken enz.
ondergeschikt. In welke positie in de maat
schappij waarin men zich beweegt, overal
vindt men baas boven baas en zoo vindt die
zelfde Directeur, die onze chef is, weer eenige
chefs boven zich, die hem en ons gelijktijdig
controleeren en die weer op den vinger getikt
wordt voor feilen die wij hebben begaan. Is
de Directeur van het hoofdkantoor een be-
.{^feaafd en ontwikkeld man zooals hij behoort
verzekeringsjaar 1 Aug. 1898-’99,
zoomede voor alle andere assuran-m.jv I Tjj 11
tie-zaken, wordt vanwege boven-j
gemelde Maatschappij, behalve den-^
laatsten Donderdag der maand,
ook zitting gehouden in „de Wijn-
te zijn,, dan weet hij ook zeer goed, dat aan
onze ontwikkeling als postambtenaar niet
de minste zorg is of wordt besteed en zal
hij van ons niet eischen wat bij van zijne
werkelijke ambtenaren mag en moet vorde
ren. De verhouding waarin wij staan tot ons
publiek en dat in onzen tijd geen boschjes-
mannen meer zijn kunnen wij gerust noemen
het glanspunt van ons ambtelijk bestaan. De
brievengaarder die zijne roeping begrijpt,
zich niet al te vervelend aanstelt, in zijn
ambt zich niet inlaat met Godsdienstige of
politieke kwestiën, en arm en rijk en groot
en klein voorkomend behandeld, en waar
het moet, toont dat ook hij gehouden is de
postwet stipt te helpen uitvoeren, kan zeker
zijn, dat hij een algemeen geacht en gezien
persoon is en de vraagbaak en vertrouweling
van allen. Mijne ervaring welke ik dienaan
gaande opdeed is legio, doch een paar staal
tjes zullen voldoende zijn.
’t Was de 1.1. nieuwjaarsmorgen. Mijn
eerste depêche kwam aan en bracht van
mijnen burgemeester (niet een op klompen
maar een mede-oprichter der Rijks Post-
Spaarb.) mij een allerhartelijkste felicitatie.
Die zelfde post bracht tevens voor mij aan
twee kistjes fijne sigaren, van het voordien
dag zoo typische merk Reichs-Post. Een half
uur daarna ontvang ik bezoek van eene
zuster van een klooster ten mijnent, die, hoe
wel ik protestant ben en zelfs niet eens van
het zuiverste water, mij namens de Eerw,
Overste en de tweehonderd bewoonsters
kwam gelukwenschen en bedanken voor de
wijze waarop ik hem het afgeloopen jaar had
behandeld. Als bewijs van erkentelijkheid
mij tevens aanbiedende een luxemandje met
de allerfijnste kunstbloemen en een kistje
manilla’s. Hierna verschijnt een warmoeze-
nier, wenscht me geluk en betuigt me zijnen
dank voor hetgeen ik wel eens voor hem
deed en bracht me eene mand fijne tafel pe
ren. Eenige dagen daarna komt een mijn
heer bij me, en zegtIk ga voor een maand
of twee naar het buitenland, zoudt u zoo
goed willen zijn mijn kassier en zaakgelas
tigde te wezen. Eenige betalingen moet ik
doen en dan verwijs ik hen naar U. Hier
hebt u drieduizend gulden, daar zult u wel
mee toekomen. In mijne gemeente was een
Wethouder overleden en eene verkiezing voor
raadslid moest geschieden. Eenige heeren
komen bij me en vragen mijn oordeel met
wien en hoe zij zullen optreden. Ik geef mijn
advies en men stelt de Vergadering uit tot
het uur dat mijn diensttijd voorbij is. Er
bestaat ten mijnent een Vereeniging welke
’s winters ijsvermakelijkheden organiseert.
De statuten dier Vereeniging luiden, dat
slechts twintig personen er lid van kunnen
zijn, zeer vele liefhebbers meldden zich dit
jaar aan en werden gedeballoteerd, en mij
maakt men buiten mijn voorkennis met al
gemeene stemmen lid.
Ziet, als men zulke ervaringen opdoet, dan
schiet men in een lach, als men aan de goê-
gemeente hoort verkondigen, dat wij als een
Javaan op de mat zitten, geen eigen oordeel
mogen hebben, en ons ambt iets meer dan
nul is.
Neen, uit den grond van mijn hart spreek
ik mijn overtuiging uit dat, al mocht eenige
meerdere bevoegdheid wenschelijk zijn, ons
ambt als ambt nog zoo kwaad niet is, en
zoo de tijd eenmaal daar zal zijn, dat een
algemeene betere bezoldiging voor de brie
vengaarders in het leven is geroepen, en
hunne positie op hechteren grondslag is ge
vestigd als thans, het ambt van brieven
gaarder, hetwelk nog in het oog van velen
een verachtelijk baantje is, zal worden een
ambt door velen begeerd.
Ik zei, dat eenige meerdere bevoegdheid
te bezitten, wenschelijk zoude zijn, doch dit
acht ik voorloopig niet het meest noodige.
Want zoo verschrikkelijk erg afhankelijk zyn
wij niet.
Plaatsen wij onze handteekening in een
spaarbankboekje, op re§u’s, staten en advie
zen, dan plegen wy een zelfstandige daad.
Geven wy een regu af voor betaalde ver
mogensbelasting dan is dat even voldoende
als ging men naar den Ontvanger, ’t volste
vertrouwen wordt ons door het Kijk geschon
ken. Voor de honderdduizenden guldens
welke wij beheeren, hebben wij slechts eene
borgstelling van f 250. Oordeelen wy met
Nieuwjaar of St. Nicolaas dat hulp noodig
is, het staat ons vrjj die te nemen of af te
danken. Zijn onze boden ziek of wat dan
ook, wij mogen en moeten een plaatsvervan
ger aanwijzen. Hebben wij een geweigerd
postpakket en wij oordeelen verkoop ge-
wenscht, het staat ons vrjj, en in alle zaken
waarbij wij eene verklaring afleggen, wordt
ons woord geloofd. Nogmaals, van die zjjde
bezien, is ons ambt niet zoo min en ver
achtelijk.
Houden wij het daarom in eere en trach
ten niet alleen te houden vrat wjj hebben^
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Witmarsum. Aan de groote kaats-
partij Zondag j.l. vanwege de vereeniging
„De Concurrent* alhier gehouden, werd door
9 parturen van 3 personen, door het lot
samengevoegd, deelgenomen. Het terrein
van den wedstrijd, een stuk land geheel
voor dit doel ingericht, was met tal van
vlaggen en wimpels versierd. Het fanfare
corps „Frisia* luisterde den wedstrijd met
zijn opwekkende tonen op, terwijl een groot
publiek, uit den omtrek zoowel als uit het
dorp was samengestroomd om van zijne
belangstelling te doen blijken.
Na menigen vinnigen kamp gelukte het
aan het partuur Struiksma van Wommels,
Hiemstra van Pingjum en Hidma van Wit-
marsum den prjjs van f 45 te veroveren.
De premie van f 15 wonnen Jan Reitsma
van Pingjum, De Boer van Wijnaldum en
F. v. d. Schaaf van Witmarsum.
Wonseradeel. In onze gemeente zijn
de landbouwers tegenwoordig druk aan ’t
besproeien van hunne aardappelvelden. De
gunstige resultaten, die het besproeien vorige
jaren heeft opgeleverd, zijn oorzaak, dat
het nu haast algemeen wordt gedaan. Het
loof der aardappelen geeft er blijk van, door
een eigenaardige koperachtige kleur. De
ervaring leert, dat het intijds besproeien
afdoende is voor de gevreesde aardappel
ziekte.
Lemmer, 18 Juli. De schipper J. Bakker
van Groningen heeft op zijn jongste reis ’t
geluk niet meegehad. Met zijn tjalkschip
„De twee Gebroeders*, met een lading grint
van Milligen op weg naar Groningen, voer
hij eerst op de Waal bij Nijmegen met den
mast tegen een brug, waardoor de mast
brak, achterover viel en ook nog de roef
van het schip verbrijzelde. Na eenige dagen
oponthoud met een nieuwen mast de reis
voortzettende en Vrijdagmiddag in het ge
zicht van onze haven gekomen, werd hij
plotseling door een windvlaag overvallen en
zeilde hy voor de tweede maal den mast
overboord. Het wrak werd door onze visschers
opgemerkt, die het op sleeptouw behouden
binnenbrachten.
Leeuwarden, 18 Juli. Heden middag
is hier aangehouden en ter beschikking der
Justitie gesteld zekere De V. wegens dief
stal van een jas alhier. Hij was pas uit de
gevangenis te Groningen ontslagen, waar
hij een jaar, ook wegens diefstal, had ge
zeten. De man heeft waarschijnlijk het feit
gepleegd, om weer onder dak te komen.
Surhuisterveensterheide, 18 Juli,
’s Avonds schoffelde hy nog laat in den tuin,
’s Nachts 2 uur ging hij even van ’t bed
en zei tegen zijne vrouw: „’k zal morgen
vroeg bij tyds nieuwe aardappelen halen.*
Toen de vrouw wakker werd, lag Bokke
de Boer als lyk naast haar.
Heerenveen, 19 Juli. Men deelt ons
’t volgende mede. Zondagmiddag gingen
twee fietsrijders den wedstrjjd aan, wie ’t
snelst de Schans om kon rjjden. De een
raakte onderweg den trapper kwijt, viel
en werd met sterk opgezwollen knie thuis
gebracht. Dokter verklaarde de verwonding
ernstig.
Hepk. Adv. BI.
Friesche Zuidwesthoek, 18 Juli.
„De kermis komt maar eens in ’t jaar.*
Voor de Zuidwesthoekers was het éénmaal
zoo. Achtereenvolgens is ze afgeschaft, eerst
voor de dorpen in Hemelumer Oldephaert
en Noordwolde, later voor Stavoren en nu
laatstelijk ook voor Hindeloopen. Eigenlijk
hadden we, als het taalkundig geoorloofd
ware, moeten zeggenze heeft zich afge-
scnaft, want niet dan, nadat ze bijna ge
heel verloopen was tot een kinderpretje,
kwamen de decreten van de gemeentebe
sturen, die er voor goed een einde aan
maakten. Voortaan zal ze nu alleen voort
leven in de herinnering van hen, die haar
gekend hebben. En deze herinnering zal,
dapr horr
ENZ. ENZ.
tegen de scherpste concurrentie.
zonder kousje af te nemen <st.
£1
Bols
pp
b'
i
4;„“r,sb.e C our ant
Rooi, graats enz. over het a s.