NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOr.SWA.BB EN WONSERAOEEt 1® No. 76. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898. Voor het Kantongerecht. DONDERDAG 22 SEPTEMBER. BINNENLAND. Kroningsfeest. Firma B. Cuperus Az. beste bier voor da}w, mag vervoerd worden, en de politie had beklaagde ten overvloede nog te voren gewezen op die bepaling. Dien morgen Eug, van uils, voorn» r^“lr^tts.deeiKhl,,ia‘ VOOR ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Zitting van Vrijdag 16 Sept. 1898. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ter herinnering' AAN HET ----- "Wij zijn in de gelegenheid gesteld uit sluitend voor de Lezers van de BOLS- WARDSCHE COURANT een FEESTPLAAT in kleurendruk verkrijgbaar te stellen, voorstellende de inhuldiging van H. M. de Koningin in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Met groote ingenomenheid is deze plaat ontvangen en de pers was eenparig in haar lof over de uitvoering. De prijs is f 0,50. Voor belangstellenden is de plaat geëta leerd voor ons winkelraam. wat kalmer te zjjn, tv'xk.vu. |)urengerucj1t Werden bekeurd. Eisch voor ieder f 2 of 2 dagen. 7. .1. P. T. te Warns is melkrijder. Hij dering hielden ze natuurljjk op, want zij wisten heel goed, dat het niet mocht. Den anderen broeder heeft hij niet zien kaatsen, anders zou hij ook hem bekeurd hebben, want daar wordt op die straat meermalen gekaatst of met ballen gespeeld, en ’t is deze beklaagden heel goed bekend, dat zjj dan verderop naar ’t plantsoen moeten gaan. Eisch tegen ieder f 1 of 1 dag. Slot in het volgend No. 8. G. J. T. te Warns verkeerde dien zelfden morgen geheel in ’t zelfde geval, het eenige verschil was, dat hij één kan minder op den wagen had, maar dat was toch 5 te veel, en ook tegen hem wordt f 5 boete of 3 dagen hechtenis geëischt. 9. J. A. te Bolsward liep den 8 Juli in het grasperk bij „Amicitia“, en vertrapte zoodoende moedwillig het lange gras. De grasperken zijn voor de wandelaars verbo den, ’t welk door borden is aangegeven. Eisch f 0,50 of 1 dag hechtenis. 10. S. J. de B. te Kimswerd was den 7 Juli dermate boven zijn bier, dat hij niet eens wist waar hij zich bevond en toch was hij in zijn eigen dorp. De politieagent, die hem aantrof, wees hem den weg en omdat bekl. zeer slecht ter been was op dat mo ment, heeft de agent hem den arm geboden en zoo thuis gebracht. Eisch f 1 of 1 dag. 11. J. J. de J. te Bolsward was den 17 Juli ook zoodanig aangeschoten, dat hij niet alleen kon loopen, maar door een ander naar huis moest worden gebracht. Daar dit reeds de 3e herhaling is van een dergelijke be keuring, wordt 7 dagen hechtenis tegen hem geëischt. 12; K. D. te Makkum werd den 18 Juli ook in „kenneljjken staat“ aangetroffen. Eisch f 5 of 3 dagen. 13. H. T. te Harlingen voer den 20 Juli met zijn schip door de ophaalbrug te Tjerk- werd, zonder vooraf het zeil te strijken. Eisch f 2 of 2 dagen. 14. P. F. A. te Hindeloopen liep den 23 Juli langs den spoorweg, zonder daartoe gerechtigd te zijn. Hij gaf den veldwach ter, die hem ontmoette te kennen, dat hij het gedaan had om den weg wat te bekor ten, maar ’t wordt nu voor hem een duur pad, daar de eisch luidt f 2 of 2 dagen hechtenis. 15. J. de J. te Wommels was in den nacht van 10 op 11 Aug. zoo luidruchtig, dat de politie hem bekeurde wegens buren gerucht. Dezelfde persoon werd den 21 Aug. in den laten avond weder door de politie aangehouden, en nu, omdat hij te veel Schie dammer nat had geproefd. Gul van aard en vrooljjk van zin, had hij de flesch ge reed en presenteerde de politie eens met hem te proeven, doch deze bedankte voor die eer, waarop beklaagde, wien proces-verbaal werd aangezegd, zich troostte met de woorden „nu, dan zal ik het zelf wel lekker opdrinken. Daar deze beklaagde al meermalen te veel smaak in de jenever heeft betoond en ook nog 23 Juli was bekeurd wegens dronken schap, wordt nu 2 X 3 dagen hechtenis tegen hem geëscht voor zijn drinkzucht en boven dien f 2 boete of 2 dagen voor zijn drukte- maken. 16. K. Z. te Workum had den 24 Juli ook den prins gesproken en f 1 of 1 dag is de eisch. 17. Den 25 Juli kwam bij den veld wachter te Wommels eene klacht in van den pachter van het grasgewas der bermen, dat een ander zijn paard op die bermen liet grazen. De agent stelde daaromtrent een onderzoek in en zag des Woensdags, dat D. M. van Wommels met paard en wagen op dien weg stilhield, om zijne koeien te gaan melken. Hij spande het paard uit en liet het, zoolang hij met zijne koeien bezig was, grazen aan den weg. De agent kwam nu bij hem, en vroeg hoe dat zoo waszjjn paard toch liep onbeheerd op den openbaren weg en bovendien nam het van eens anders gras. Beklaagde zag dit zoo erg niet in, om dat beetje gras was dat zóo erg niet, vond hjj, en het paard wilde liever zoolang losloopen dan aan den wagen vastgebonden staan. Met dit „liever* van het paard neemt de wet geen genoegen, en de eisch tegen beklaagde luidt f 10 of 2 dagen. 18 en 19. Door den Burgemeester dezer ge meente zjjn het Hengstepad en het gedempte gedeelte in het plantsoen bij de voormalige Blauwpoort aangewezen als terrein waar men in de stad mag kaatsen. Op andere plaatsen is dit spel verboden, wijl het soms hinderljjk voor de passage of gevaarlijk voor de ruiten kan worden. Den 29 Juli waren W. N. en F. P. alhier op de Djjkstraat bezig met kaatsen toen een agent om den hoek kwam, en hen bekeurde. Eerstgenoemde ontkent, dat hij gekaatst heeft, alleen wierp hjj den anderen beklaagde den bal even toe, wjjl die weggevlogen was, de andere zegt, dat hij en zjjn broer wel met een bal speel den, maar kaatsen was 't eigenlijk nietzij hadden geen krite uitgezet, ’t Verwondert hem, dat zijn broer, die evengoed als hjj meedeed, geen proces heeft en hij wel, waarop de agent, verklaart, dat hij deze twee be klaagden heeft zien kaatsen. Op zjjne na- Er zijn sedert de laatste zitting van het kantongerecht reeds 6 weken verloopen, geen wonder, dat er thans een flinke oogst van processen aan de orde kwam. 35 Straf zaken moesten heden de revue passeeren. 1. B. M. te Hindeloopen, dit was reeds in de vorige zitting aan de orde geweest, was den 4 Juni absent gebleven toen een oefening met de brandspuit werd gehouden. De bode had hem te voren behoorlijk aan gezegd, dat het wezen zou, en toch toen appèl werd gehouden, werd hij als spuit gast gemist. De oefening kon er natuurlijk wel om doorgaan, en de jongens hebben er evengoed hun nat pakje om gekregen, maar hij had geen verlof gevraagd en geen plaats vervanger gestuurd, zoodat hij bekeurd moest worden. In de vorige zitting was zulks door een der brandmeesters reeds getuigd, doch ’t behoort door twee getuigen bevestigd te worden, zoodat heden nog J. Smit werd gehoord. Deze getuigt ook, dat beklaagde op dien dag niet bij de oefening is ver schenen, zoodat nu f 2 boete of 2 dagen hechtenis tegen hem wordt geëischt. 2. Het volgend zaakje was een historie met honden, en wel van honden die achter de schapen jaagden. Wanneer een hond ver keerde dingen doet, is zijn meester daarvoor in zekeren zin aansprakelijk, althans deze moet zorgen, dat zijn dieren geen schade toebrengen aan eens anders eigendom. Nu gebeurde het den 27 Mei dat H. Nadema te Arum, ’s morgens omstreeks 4 uur wak ker werd door het geblaat van schapen, gemengd met hondengeblaf. Hij sprong dan ook van zijne sponde en zag, dat de schapen van 0. de Haas erg onrustig en vermoeid waren en bijeen hokten, terwijl twee.honden in de nabijheid omsprongen. Hij ging, na in der haast een beetje toilet gemaakt te hebben er op los, en hij zag nu, dat die honden nat en vuil waren, en bovendien waren zij gedeeltelijk met bloed bedekt. Het bleek hem vervolgens, dat er 7 lam- rtcr’vJ’1 de sloot zaten, waarvan eenigen NA, Blauwpoort, W. ikttCm, Kieme uylaK- %er, Th. B. v. d. WERF, en H. VERINGA. Sneer: G. R. TA DEM A, J. F. MEIJER en H. SLAGER. Oosterend: W. J. FEITSMA. ’s Gravenhage, 20 Sept. 1898. H. M. de Koningin, volgens programma ter vergadering verschenen zijnde, opende de vergadering der Staten-Generaal met de volgende rede Mijne Heeren 1 Weinige dagen zijn voorbij gegaan sedert het plechtige oogenblik, waarop ik, na de regeering aanvaard te hebben, in uw midden den eed aflegde en uwe huldiging ontving. Talloos waren de bewijzen van vaderlandsliefde en gehechtheid aan mijn stamhuis. De herinnering daaraan zal bij mij onuitwischbaar zijn. Thans roept u de aanvang van het zittingjaar tot hervatting uwer gewone werkzaamheden. Mogen zij onder Gods zegen strekken tot welzijn van het Koninkrijk. De toestand van land en volk is in menig opzicht bevredigend. De betrekkingen met de buitenlandsche mo gendheden blijven zeer vriendschappelijk. Met bijzondere ingenomenheid ontving ik het voorstel van Zijne Majesteit den Keizer van Rusland tot het houden van eene conferentie, waarin door vertegenwoordigers van alle mo gendheden zal worden gehandeld over beperking der krijgstoerustingen. In Atjeh zijn uitkomsten verkregen, die het vertrouwen op duurzame verbetering van den staat van zaken in die landstreek wettigen. Ik breng hulde aan het beleid, de volharding en heldhaftigheid door het Nederlandsch-Indische leger en de vloot daarbij aan den dag gelegd. Belangrijk en veelomvattend is wederom de arbeid die u wacht. Allerwege treden vraagstukken van groote maatschappelijke beteekenis op den voorgrond, tot welker oplossing de wetgever geroepen wordt bij te dragen. Voorstellen tot verzekering van werklieden tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen en in het belang van het onderwijs en de bescher ming der jeugd hebben u reeds bereikt. In dit zittingjaar zal op den ingeslagen weg worden voortgegaan. Ik hoop u ontwerpen te kunnen aanbieden tot verbetering der woningtoestanden, tot het tegengaan van overmatigen arbeid van volwas sen mannen in fabrieken en werkplaatsen en tot herziening der drankwet. Voorstellen zullen u gedaan worden betref fende secundaire spoorwegen en tot vrijmaking van het verkeer op de rijks-, land- en water wegen; voorts, wat de Koloniën betreft, tot ver sterking der geldmiddelen en tot verbetering der bestuursinrichting in Nederlandsch-Indië, alsook tot wijziging der regeeringsreglementen van Suri name en Curasao. De herziening van het tarief van invoerrech ten nadert hare voltooiing. Nog andere gewich tige ontwerpen zijn in staat van voorbereiding. Ik vertrouw, dat uwe beraadslagingen vrucht baar zullen zijn en dat door uwen ijver en uwe toewijding veel tot stand zal komen ten nutte van het vaderland en zijne overzeesche gewesten. Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Ge neraal te zijn geopend.11 Pingjum, 17 Sept. Bij de heden ge houden verkooping van de zathe en landen groot 1461/2 X 363/4 are, in gebruik bij J. Hibma, is te zamen f 50,991,30 gemaakt. Gekocht zijn perceelen 127 (123 X 363/4 are) door H. Bruining te Wijnaldum, voor f 42,253.—28 (2,8 X 363)4 are) door H. J. de Boer te Pingjum, voor f 1121,— 29 (4 X 363/4 are) door B. Wallinga te Ping jum, voor f 1412,40 30-33 (13,6 X 363/a are) door J. L. Hilarides en J. D. 8ies- werda te Pingjum, voor f 5461,10, en 34 (2,1 X 363/4 are) door K. 8. de Vries te Witmarsum, voor f 562,80. Bij de provisioneele veiling, op 3 Sep tember, werden perceelen 127 in één kavel beschreven door J. L. Hilarides met f 207 per 363/4 are, met daarenboven f 4000 voor de gebouwen, welk bod toen door denzeifde met f 70 per 363/4 are werd verhoogd. Heden hadden de volgende verhoogingen plaats: Bruining f 1, Hilarides f 20, Bruining f 1, P. N. Pjjpma f 1, Hilarides f 10 en Bruining f 1 per 363/< are. Daarmede is de kavel gebracht op f 311 per 363/4 are, plus de evengenoemde f 4000. Haskerland, 19 Sept. Nu het besluit van den Raad dezer gemeente tot instelling van nog twee veemarkten te Joure, door heeren Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, zal behalve de gewone najaarsveemarkt op Donderdag 22 dezer, op Donderdag 27 October van dit jaar te Joure nog een vee* markt worden gehoudenv HepA>.Arfi>.W-. Ml n|IQIl|inifD passeerde den 9 Juli ‘s morgens 7 uur de Hg 11 111 W fa brug met 26 gevulde melkkannen op zijn W 11 Wi 1111 V V W wagen. Bij de politie-verordening der ge meente Hem. Oldeph. en Nw. is 20 melk- t kannen het maximum, dat tegelijk over die deze gezet, en zijne heelkundige behandeling had tot succes gehad, dat het dier is genezen. Dan werd nog als getuige gehoord L. Dijk stra. Ook deze heeft niet gezien, dat de honden achter de schapen gejaagd hebben, maar toen bij ’s morgens opkwam, merkte hij aan zijn eigen schapen, dat daar ’s nachts of in den vroegen morgen honden achter gezeten hadden. Omdat hij vermoedde, dat het de hond van beklaagde was geweest, is hij denzelfden morgen naar dezen gegaan ter nader onderzoek. Die hond zat toen in het hok, was nat en vuil, doch de eigenaar beweerde, dat hij het dier met carbol ge- wasschen had, omdat het last van onge dierte had. Beklaagde beweerde verder, dat zijn hond niet los was geweest, en hij had dien morgen nog zelfs wel op bed gelegen. Deze getuige en hij zal voorzeker hierin niet alleen staan vond die laatste mededeeling wel wat vreemd, nadat hem te voren was gezegd dat het dier last had van ongedierte. Bovendien is 4 weken te voren nog een lam door dien hond doodgebeten, wat gezien moet zijn door B. Molenaar. Om te weten of dit inderdaad zoo is, wordt de verdere behandeling dezer zaak geschorst tot Dinsdag 27 Sept., nadat de veldwachter, die omtrent dit schapenjagen een onderzoek had ingesteld, nog verklaart, dat beklaagde ook hem had medegedeeld, dat zijn hond heeft vastgelegen, en hij dus er niet van wilde weten, om schadevergoe ding te geven. Deze zaak was bij verstek behandeld, omdat beklaagde afwezig was. Tijdens de behandeling kwam hij evenwel binnen, doch omdat reeds verstek was verleend, mocht hij niet spreken, en kon hij zijne zaak niet verdedigen. Ook bij de verdere behandeling kan hij niet optreden, alleen wanneer hij later eventueel in hooger beroep treedt, heeft hij recht van spreken. 3. G. F. te Welsrjjp was den 9 Juni met aalfuiken aan het visschen in de Leeu warder vaart. Hij had wel een acte, doch geen vergunning voor dat vischwater. Eisch f 3 of 2 dagen. 4. B. Z. te Bolsward werd den 29 Juni ’s avonds laat aangetroffen op de Appelmarkt in abnormalen toestand. Eisch f 1 of 1 dag. 5. P. v. d. V. te Koudum voer den 5 Juni met zijn schip bij Burgwerd. De schip per trok, doch ook zijn zoontje van 7 jaren liep in de lijn, en dit werd door de mare- chausseés opgemerkt, die den schipper be keurden. Beklaagde verdedigt zijne zaak met veel omhaal van woorden, waarvan de inhoud deze is, dat hij een jongen van 12 jaar gewoonlijk aan ’t roer heeft, wanneer zij in den wind hebben. Hij gaat dan zelf in de lijn, en daar zijne vrouw wat doof is, en hij veel kleine kinderen heeft, neemt hij gewoonlijk een stuk of drie mee op den wal, en gelijk ook dien morgen het geval was, heeft hij dezen aan een touwtje, doch niet om ’t schip te trekken, integendeel, ’t is spelen, en zij kunnen vaak zoo hard niet eens loopen als hij, vooral wanneer ’t schip leeg is, zoodat hij eigenlijk dat bundeltje jongens ook nog meetrekt. Wanneer wij de lengte van den vader (een man van wel 6 voet) vergelijken bij het kereltje van 7 jaar dat hij hier aan de hand heeft, en dan weten dat de andere loopers nog jonger en dus waarschijnlijk ook nog kleiner zijn, dan durven wij wel te veronderstellen, dat één pas van vader opweegt tegen minstens 2 zoo niet 3 of meer stapjes van zijn kroost. De marechausees hebben gezien, dat de Ijjn van den oudsten jongen aan de schip- Ijjn was gebonden, en hij dus meetrok. Eisch f 1 of 1 dag. 6. J. H. en H. Y. te Wommels en E. H. te Kubaard waren in den nacht van 2 op 3 Juli te Wommels in de buurt erg luid ruchtig. Of zij dien Zaterdagavond misschien ergens een blauwtje hadden geloopen, of wellicht verdriet hadden dat zjj geen goede kans hadden kunnen vinden, dit alles be hoort tot de veronderstellingen, maar zjj waren zoo druk samen aan het disputeeren, dat de politie hen reeds gewaarschuwd had J en toch hun geschreeuw meest verster hield niet op, zoodat zjj alle drie wegens «4 (i Bolswardsche Courant VollenhovE I, ƒ.1 i I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1