NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
B«£SWAB9 SU WeSSBOASm
DE HMD Uil DEN PLOEG.
No. 82. 'Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
j
DONDERDAG 13 OCTOBER.
I
I
K
J
BINNENLAND.
VOOR
en waar het verder heet:
Mensch zoek het leven en grijp naar den ploeg,
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
daar zien we ook alweer in de woorden van
een groot man, die bij veel gevoel toch ook
het werkzame leven op den voorgrond stelde,
dat we niet moedeloos mogen worden, maar
met hoold en hart beide tegen het noodlot
moeten strijden, opdat we niet ten ondergaan.
J
•i
I
Werken en denken eh leeren is leven,
Wie hier niet werkt is zijn plekjen op aard’
Wie hier niet denkt is het leven niet waard.
enz.
Wonseradeel, 8 Oct. In de heden ge
houden raadsvergadering waren alle leden
present, uitgezonderd het oudste lid, de heer
A. Kool, van Gaast, die heden zijn 81en
verjaardag herdenkt en nog met jeugdige
opgewektheid aan de werkzaamheden van
den Raad deelneemt.
Ingekomen was een verzoekschrift van
ingezetenen van Makkum tot wederinvoering
der vakken van het uitgebreid lager onder
wijs aan de openbare school aldaar, ’t welk
om advies in handen van Burg, en Weth.
gesteld werd; zoomede een schrijven van
Burg, en Weth. van Leeuwarden, ten
geleide van een afdruk der door denRaad dier
gemeente aan de Regeering en Ged. Staten
ingediende adressen, strekkende dat door
het rijk en de provincie hoogere bijdragen
tot de kosten van verpleging van behoeftige
krankzinnigen worden toegestaan, waar
aan adhaesie zai worden betuigd.
Besloten werd
Aan W. C. Meilink te Zutphen kwijt
schelding te verleenen van een bedrag van
f 726 der tot een beloop van f 826 door
Burg, en Weth. aan hem opgelegde boete,
wegens te late uitvoering der aangenomen
levering van schoolbehoeften.
Goed te keuren de rekening van het
1
fe|
i
Tijdens de godsdienstoefening werd
Zondagavond in de Herv. kerk de werkman
P. R. door eene beroerte getroffen.
Gaasterlaiid, 10 Oct. De lijstervangst
levert in onze gemeente tot heden zeer ge
ringe voordeelen op. Wel waren er genoeg
aanwezig, doch ’t weer is te mooi, zoodat
ze zich bij voorkeur op de landerijen op
houden. Niet domOok wordt het vangen
zeer bemoeielijkt door de muizen, die onge
vraagd de bessen, die dit jaar zeer duur
zijn, afvreten. Hiertegen schijnt niets te doen
te zijn; alle beproefde middelen bleven vruch
teloos. De jagers hebben goede zaken ge
maakt; menig haasje is reeds geveld. De
wildprijzen zijn als volgt
Hazen f 1,00 a f 1,50, wilde konijnen
f 0,40 a f 0,45, fazanten f 1,50, houtsnippen
f 1,70, watersnippen f 0,45, patrijzen 10,50
a t 0,60, pluvieren f 0,30, talingen f 0,25,
smienten f 0,35, lijsters t 0,10 f 0,11; alles
per stuk. De poeliers hebben voor de eerste
bezendingen geen beste zaken gemaakt; een
deel kon te Brussel niets en ook een groot
deel slechts half' geld opbrengen. Het be
trekkelijk te warme weer was de oorzaak.
Hem. Oldeph. en Noordw., 10 Oct.
De op handen zijnde openstelling van de
Belgische grenzen heeft eene eigenaardige
crisis in den veehandel tengevolge. De land
bouwers, die wat te verkoopen hebben, zit
ten hoog in den boom en de veehandelaars
geleerd door de teleurstellende ervaringen
van vroeger nemen een afwachtende
houding aan. Er is dientengevolge op het
oogenolik weinig handel, juist het tegendeel
van wat men na de ministerieele boodschap
oppervlakkig verwacht zou hebben. Hoe het
komen zal Deskundigen beweren, dat de
feitelijke toestand weinig veranderen zal.
De stemming op de markten wordt wellicht
wat vaster, maar overigens zal de herfst-
handel het gewone verloop van de laatste
jaren behouden. Dequarantaine-maatregeien,
lastig en kostbaar, binden den veehandelaar
de handen en de naderende staltjjd dwingt
den boer te verkoopen. Voor beiden wordt
het profijt dus zeer bescheiden.
Gaaste rland, 10 Oct. In onze ge
meente klagen vele landbouwers erg over
veel „verkeerd" zaad, dat met de rogge is
vermengd. Dit zaad is afkomstig van de
wikke, een vlinderbloemige plant, waarvan
in ons land niet minder dan 12 soorten
voorkomen. Op vele akkers kwam deze
plant den afgeloopen zomer zoo menigvuldig
voor, dat aan zuiveren er van niet viel te
denken, zoodat ze met de rogge is gedorscht
en nu daarmee vermengd is. Menig boer
kan nu van zijn eigen niet zaaien en moet
alzoo de zaairogge koopen. Eigenaardig
mag het genoemd worden, dat ze niet in
haverakkers is ontdekt.
Leeuwarden, 9 Oct. Naar wjj uit
goede bron vernemen, heeft de firma Schaap
Co. te Roordahuizum, gesteund door in
vloedrijke personen in deze provincie, on
danks de groote risico het moedig besluit
genomen, met een 40-tal eerste klas kalve
koeien en 20 beste kalveren naar Italië te
reizen. Men denkt te Genua aan te komen
en het vee te Milaan van de hand te doen.
Binnenkort zou een dergelijke verzending
naar Rusland gaan, waar het terrein een
paar jaar geleden al verkend is geworden.
10 Oct. Verleden week is bij den
goudsmid Nolet op de Nieuwstad alhier
ingebroken en voor een aanzienlijk bedrag
aan gouden en zilveren voorwerpen, als
mede f 40 uit de lade ontvreemd, tezamen
makende een bedrag van ongeveer f 1000.
De dader van dezen diefstal werd j.l. Zater
dag gearresteerd, terwijl hij zich in de stad
bezig hield met biljarten. Te Sneek, waar
hij een ketting aan den man wist te bren
gen, was hij echter ’t eerst in den kijker
geloopen. Hij heet L. A., is ongeveer 20
jaar oud en heeft vroeger bü den heer Nolet
gediend, maar deze betrekking een achttal
weken geleden, vry willig verlaten, om voor
boekhouder te studeeren, naar men zegt.
Sedert had hij geen werk. Goed bekend
met de toegangen tot de woning van den
bestolene, was A. de steeg achter de naast-
bijgelegen huizen ingegaan en door een
luikje binnengekomen, ’t Is niet zjjn eerste
tocht geweest.
Oenkerk, 9 Oct. Onze predikant had,
terwjjl hjj op huisbezoek was en bij een
zjjner gemeenteleden iets zou gebruiken, het
ongeluk, ’n deel van z’n gebit mee door te
slokken. Daar een gewoon geneeskundige
hem niet kon helpen, moest hij baat zoeken
te Groningen waar een operatie is geschied.
Wegens den ernstigen toestand van den
patient was beden de familie bijeengeroepen*
üeyk, Ad,i)K Uk
in de hitte des daags onder strijd en moeite.
Maar welk een heerlijke belooning als een
maal een rijke oogst ons wacht.
Dit alles is wel is waar in figuurlijken
zin uitgedrukt, maar ieder zal begrepen heb
ben, wat die wenk beduidt, waar zijn ge
dachten gaan over den werkkring die hem
in dit leven is aangewezen, en daarom is
het zoo goed om eens terug te blikken in
het verleden en er een voorbeeld te vinden
in de geschiedenis van ons vaderland.
Ja, wij Nederlanders hebben in onze ge
schiedenis zoo menig voorbeeld hoeveel er
te worstelen en te strijden is geweest in al
de bange jaren van strijd tegen groote en
machtige vijanden, maar roemrijk zijn we
dit alles te boven gekomen, wel klein van
aan zien, maar dapper en fier, tot in den
dood aan onze driekleur getrouw.
En dan was er sinds vele eeuwen nog
een andere vijand, die ons dierbaar plekje
grond steeds belaagde, maar wetenschap en
arbeid hebben altijd op voet van oorlog ge
staan met dien erfvijand, het water wordt
hier bedoeld, dat met dood en verwoesting
meermalen ons Nederlanders dreigde en bij
menigen storm het niet alleen bij dreigen
liet. Doch eindelijk hielden de groote over-
stroomingen op, want dijken werden opge
worpen en groote wateren drooggemalen,
zoodat welvaart en bloei konden toenemen,
waarvan we nog het zinnebeeld hebben in
het wapen van Zeelandde leeuw worste
lend met de golven, maar boven gebleven
en met de schoone spreuk tot onderschrift
Luctor et Emergo. Ik worstel maar blijf
boven.
Goddank, dat er nog velen gevonden
worden, die dergelijke oud-vaderlandsche
spreuken nog gaarne tot de hunne maken
en ook in eigen kring den strijd nog aan
durven tegen moedeloosheid en lauwheid,
begrijpende het gewicht van den arbeid, het
nut van ’s levens strijd en die bovenal in hun
daden, niet alleen in woorden, het onzen de
Genestet nazeggen
beheer van den BolswarderHarlingerweg
over 1897.
c. Afwjjzend te beschikken op een ver
zoek van ingezetenen van Schraard tot het
bestraten van den grintweg door de kom
van dat dorp.
Voorts maakte nog een punt van behan
deling uit een voorstel van Burg, en Weth.,
om bjj de Regeering aan te dringen op
wijziging van de artt. 56 en 92 der kies
wet. Naar het gevoelen van Burg, en Weth.
is de voor de stemming opengestelde tijd
ruimte (8 tot 5 uur) overdreven lang, wordt
van de leden der stembureaux speciaal
van het jongste lid meer gevergd dan
noodzakehjk is en worden de gemeenten op
onnoodige kosten gejaagd, doordien van elk
bureau een stemopnemer met de processen
verbaal enz. naar het districtsbureau moet
reizen. Burg, en Weth. zouden den steen
tijd willen zien inkorten en gesteld van 9
tot 3 uur en de resultaten van de verschil
lende bureaux in de gemeenten (deze ge
meente telt er 5) aan het gemeentelijk hoofd
bureau willen bijeenvoegen en door één der
stemopnemers naar het districtsbureau doen
overbrengen.
Dit voorstel vond geen onverdeelden bij
val. De wet beweerde men is nog
maar zeer kort in werking en om nu al
wijziging te verzoeken vond men niet goed,
vooral niet omdat die wijziging zou strek
ken in het belang van de stemopnemers,
niet van de stemgerechtigden. Aan enkele
bureaux was trouwens de ervaring opge
daan, dat het zeer juist gezien was de stem
ming reeds om 8 uur te doen aanvangen.
Een lid was zelfs bevreesd, dat men met
de aanneming van het voorste! den lachlust
van de leden der Tweede Kamer zoude
opwekken. Van andere zijde daarentegen
was men van gevoelen, dat eene aan te
wenden poging bij vele andere gemeenten
steun zoude vinden, want er wordt alge
meen over den te langen duur der stem
ming geklaagd.
Over het beginsel, of inkorting van den
stemtijd zou worden gevraagd, staakten de
stemmen. In verband daarmede werd de
geheele zaak tot de volgende vergadering
verdaagd.
Dat het tegenwoordig druk is in onzen
bouwhoek getuigt vooral het groote school
verzuim. Het geheele jaar is het niet zoo
erg geweest als thans. Aarzoeken en aard-
appelszoeken hebben de kinders al geruimen
tijd aan de schoolwerkzaamheden onttrok
ken. Nu komt het bietenrapen den land
arbeid nog vermeerderen. Dat het de meeste
ouders wel past, dat hunne kinders een
beetje mee verdienen, is zeker, maar voor
den geregelden gang van het onderwijs is
het groote schoolverzuim, dat zich nu in
bijna alle klassen vertoont, allertreurigst.
Sneek, 11 Oct. ’98. „Na regen volgt
zonneschijn," dat ondervonden koopers en
verkoopers heden op onze markt.
Was een week geleden alles traag, in
melkvee en varkens kon de handel thans
vlug worden genoemd.
Naar vette kalveren en vet wolvee was
in Engeland meer vraag, zoodat de handel
hierin ook weinig te wenschen overliet.
’t Valt niet te verwonderen, dat opkoo-
pers uit 't buitenland reeds waren komen
opdagen, om over de Belgische grenzen hun
slag te slaan.
Vet rundvee maakte wel wat een uitzon
dering de handel daarin kon traag worden
genoemd.
Over algemeen waren de prjjzen van
’t gemeste vee vrij gelijk, uitgezonderd het
le kwaliteit rundvleesch, dat genoteerd
stond op 23 a 24 cent.
Vette kalveren, le soort, golden 29 a 30
ct„ varkens 18 19 ct., Londensche scha
pen, no. 1, 24 a 25 ct., alles per */a K.G.
We eindigen ons marktverslagje met de
opmerking, dat onze veemarkt, vooral voor
den tijd die aankomt, weer veel te klein is
niet alleen, maar ook alles behalve goed
ingericht is, om de verkoopers er te lokken.
’t Is met ons drinkwater hier treurig
gesteld. De bakken van de stad zjjn op een
enkele na, die echter niet kan bogen op een
puiken inhoud, ledig. Particulieren bezitten
bjjna niets meer; die er nog wat hebben,
zijn er wjjs mee, vooral nu men per emmer
gaarne er een cent of drie voor wil geven,
’t Gevolg van dit alles is, dat tal van lui
hier verkeerd vocht in hun Ijjf krijgen,
waarvan de nadeelige gevolgen natuurlijk
in den zak onzer geneesheeren terecht
komen.
Nam onze gemeenteraad thans de ver
schillende aanbiedingen van ’t maken eener
waterleiding in behandeling, wie weet of
watergebrek hier dan niet spoedig tot het
verleden zou behooren.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Ende desespereert niet. Dit was de zin
spreuk, lezer, van een beroemd man uit
onze vaderlandsche geschiedenis, van den
stichter van Batavia, Jan Pieterzoon Koen,
den grondlegger van onze macht in Indie,
den man, die zich in een vreemd land door
velerlei bezwaren heensloeg, die het hoofd
wist te bieden aan zijn talrijke vijanden en
met ijzeren vuist de door hem overwonnenen
in bedwang hield.
De man, waarvan de geschiedboeken met
lof gewagen, streng in zijn optreden, en met
een onverzwakt vertrouwen bezield in zijn
eenmaal gekozen deviesEnde desespereert
niet. Wanhoopt, versaagt niet, zooals wij
in onzen tegenwoordigen tijd zouden zeggen,
wanneer we de bovengenoemde Oud-Holland-
sche spreuk in voor ons verstaanbaarder taal
moesten overbrengen.
Wanhoopt niet, wordt niet moedeloos,
ook niet wanneer op uwen levensweg zich
distelen bevinden, waar ge bloemen meendet
te plukken, en waar ge enkel de doornen
gevoelt zonder dat het u gegeven is de rozen
te verzamelen. Daar is het vaak moeilijk
om het beste te blijven hopen, ook tegen
beter weten in, als de zorgen ons overstelpen
en vele zwarigheden ons het voortgaan zoo
bemoeilijken. Dan is al onze wilskracht
noodig om het Ende desespereert niet, op
onze lippen te nemen, om de hand aan den
ploeg te slaan met levenslust en levensmoed,
en flink het arbeidsveld te overzien, dat
daar braak ligt aan onzen voet, dat wacht
op onzen vasten wil, op onze werkzame
hand, ons rijkdommen belovend in de toe
komst, honderdvoudig misschien. Maar ons
ploegijzer moet dien harden bodem eerst
doorklieven, wil bij vruchten voortbrengen
te zijner tijd, vruchten, die zelfs aan latere
geslachten ten goede komen.
Ziet, de man, wiens naam wij hierboven
noemden, had op zijn tochten naar het verre
Indië met velerlei bezwaren te kampen,
waarvan wij ons nu ternauwernood meer
een denkbeeld kunnen vormen, thans, nu de
weg er heen voor ons is afgebakend en de
afstanden als ’t ware kleiner geworden zijn,
naarmate we meer over stoom en electriciteit
en andere hulpmiddelen der wetenschap
leerden beschikken. Hij ontscheepte zich in
gewesten, die nog met het zwaard veroverd
moesten worden, op den Portugees in de
eerste plaats, die o zoo noode de door hem
ontdekte bezittingen weer prijs gaf. En waar
hij den inlander nog moest leeren, welke
rijkdommen zijn schoon vaderland kon op
leveren, wanneer alles met vaste hand aan
gevat en met noeste vlijt de schatten aan
zijnen bodem werden ontwoekerd.
Van deze doortastende maatregelen, deze
vaste hand, die de teugels van het bewind
niet liet glippen, profiteerde ons vaderland
vele jaren lang, toen met de specerijen uit
Insulinde onze koopvaardijschepen bevracht
werden en de Oost-Indische compagnie ton
nen gouds verdiende.
Is het geen schoon voorbeeld voor ons
lezer P waar we ieder in eigen kring geroepen
zijn de hand aan den ploeg te slaan, niet
te wanhopen aan onze werkkracht, aan onze
roeping, maar voorwaarts te treden, niet
versagende de maatschappij, ons gezin, onze
omgeving tot nut. Wordt er al niet veel
van ons geëischt en strekt onze werkkring
zich slechts in engeren kring uit, ook daar
valt onkruid uit te roeien, zijn misstanden te
verbeteren, belangen te behartigen en wèl
ons, zoo wij dit alles zonder aarzelen aan
vatten. Waarlijk dan komt er ook voor ons
een oogsttjid nu het ploegen, na het zwoegen
Bolswardsche Courant
kV
1