NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD OLSWARD EN WONSERADEEE Kijkjes op de Brol. No. 86. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898. Voor het Kantongerecht. DONDERDAG 27 OCTOBER. I VOOR Slot volgt. ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Zitting van Vrijdag 21 Oct. 1898. zoo hard, dat de politie ze wegens rustver storing bekeurde en ze scheidde, doch ’t ging met vrij wat tegenhaspelen gepaard. P. van Wier en Th. v. d. Schoot en misschien nog anderen kwamen in nachtgewaad er op los, om te weten wat er aan de hand was. Eisch voor elk f 3 of 2 dagen, te zeggen niet voor die daar in hun nachtkleeren eens een kijkje kwamen nemen, maar voor de beklaagden. 11. D. K. te Arum was dien zelfden tijd ook op straat in zijn dorp. Handelden de vorige beklaagden onder den invloed van sterken drank toen zij zooveel drukte maak ten, bij deze werd de roes compleet bevonden, en wegens dronkenschap wordt f 3 of 2 dagen tegen hem geëischt. 12. L. v. d. K. te Arum verkeerde ook in het zelfde geval als de voorgaande. We gens zijn „kennelijken staat11 werd hij aan- geteekend, doch omdat hij nog nieuweling in deze affaire is, wil de heer Ambtenaar hem voor ditmaal beboeten met f 1 of 1 dag hechtenis. bont, dat een bekeuring niet achterwege kon blijven. Eisch f 5 of 3 dagen. 5. J. IJ. van Leeuwarden was op den Zondag in de kermis alhier maar hij heeft dien dag van de kermis al zeer weinig ge noten, want ’s morgens omstreeks 10 uur was hij al beschonken. Eisch f 3 of 2 dagen. 6. P. N. te Bolsward was op 29 Augs. den avond van het vuurwerk ook over zijn bier. Het was dien avond wat regenachtig en zoo was deze bekl. nat van buiten, nat van bin nen. Op het Grootzand liep hij een proces op, waarvoor nu f 3 boete of 2 dagen tegen hem wordt geëischt. 7. J. Kr. te Bolsward werd den 7 Sept., ’s middags omstreeks halfeen wegens dron kenschap ingerekend. Leze bekl. is ter te rechtzitting aanwezig en wil niet ontkennen dat bij wat te veel had, maar daar bestond wel wat aanleiding toe, naar hij zelf vertelt. „De heeren moeten dan weten 7 Sept, was het Kroningsfeest. Nu hadden wij met elkaar een schip leegd en bij „de Kus" hadden we de centen gedeeld. Nu omdat het Kronings feest was, had ik ook al eens kocht, want het was feest. Maar ’t spijt mij erg, dat ik de eenige was, die dien dag in’t hokje moest, en ik heb er ook al wat straf om had want van de heele optocht heb ik niets zien." Nu ’t is inderdaad waar „in ’t hokje11 heeft men geen fraai uitzicht, en toen de optocht voor bet stadhuis was, kon hij misschien de muziek een weinig hooren, maar de optocht heelt hij in letterlijke beteekenis „verzeten/ De heer Ambtenaar waarschuwt beklaagde voor de gevolgen van zijne herbaalde dron kenschap, want omdat hij nu bij 4e herhaling terecht staat, was een rijkswerkinrichting voor hem eigenlijk aan de beurt. Bekl. scheen dit ook wel begrepen te hebben, en daaraan had hij weinig trek, want al weer maakt hij de opmerking dat het toen Kroningsfeest was. \V el nu, de heer Ambtenaar zal hem dan ditmaal de opzending besparen, en eischt 3 weken hechtenis. 8. M. v. d. M. te Bolsward is den 1 Sept, bekeurd, omdat hij zijn privaat niet wilde inrichten, gelijk de politieverordening dat voorschrijft. Den 27 Aug. was hij gewaar schuwd, om die inrichting te veranderen, maar hij bleek onwillig. De heer J. de Boer opzichter der gemeentereiniging verklaart dat bekl. geen ton wil gebruiken, gelijk zulks is voorgeschreven, maar het privaat boven de sloot heeft staan. Bekl. verdedigt zich, door eerstens te be weren dat hij niet in de bebouwde kom woont, en hij dus vrij is, hoe hij zijn privaat hebben wil. De politieverordening evenwel zegt dui delijk genoeg 'dat onder bebouwde kom ook worden verstaan de aan en bjjgebouwde ge deelten en buurten, zoodat dit argument niet meer kan gelden. Toen begon hij de geschie denis te baat te nemen. Vroeger heeft hij zoo’n ton gehad, maar in den winter wanneer het niet door en niet over het ijs kan, moes ten ze langs een heelen omweg zijn ton halen. Van der Schel was toen op mijn klandisie niet gesteld, zegt bekl. en toen heb ik een dichten bak laten maken. Daar komt ook de gier in van de koeien en eenmaal per jaar wordt dat geleegd en over ’t land gebracht. Nu heeft men mij weer een ton gebracht, maar de trechter was stuk en met de kermis had ik vergeten een nieuwe te koopen. Trouwens meen ik ook dat de stad dan „dat spul compleet moet leveren." Op dit laatste gezegde antwoordt de opzichter, dat slechts bij nieuwe privaten van gemeentewege behalve de ton, ook een trechter wordt geleverd. De heer Ambtenaar beschouwt het geheel als onwil en verzoekt de politie met 8 dagen na te gaan of het privaat in orde is, zoo niet, dan weer procesverbaal op te maken, en Z.Ed. Gestr. verzekert bekl. dan het maxi mum boete te zullen eischen. Nu zal hij deze bepalen op f 5 of 3 dagen. 9. Zondagavond 4 Sept, was het te Arum ’s avonds, of eigenlijk des nachts, want het liep al naar twaalven, vrjj wat druk op straat. Er was een gezellig (of juister misschien een zeurig) kiubje, dat na het sluitingsuur der herbergen nog geen trek aan naar huisgaan scheen te hebben. Eerst kwam aan de orde B. v. H. van W itmarsum, die zoo luid heeft geroepen en geschreeuwd, dat de nachtrust der bewoners daardoor kon worden gestoord, ja ook werkelijk gestoord is, want enkele personen kwamen weer achter de gordjjntjes van daan en gingen in nachtgewaad een kjjkje nemen. Eisch f 3 of 2 dagen. 10. S. R. en A. H. beiden wonende te Arum kregen het dien avond na lang praten zelfs aan den stok, en daar bij het kaatsplein liep het ten slotte op ruzie uit. Zij riepen Van de 33 strafzaken, die heden in be handeling kwamen, was al wederom een groot deel aan de natte gemeente gewijd, ja zelfs de grootste helft. 14 beklaagden toch waren er wegens dron kenschap, en nog bovendien een zestal rust verstoorders, die handelden onder den invloed van sterken drank. Als wij deze laatsten nu eens halt dronken rekenen, dan kunnen zij voor drie tellen, immers zes haiven is drie heelen, en dan komen wij tot een getal van 17 dus meer dan de helft van 33. Dan mogen wij nog mede in rekening brengen dat een hunner twee processen wegens dronkenschap opliep, zoodat wij met alle recht mogen spre ken van „de grootste helft." Met leedwezen constateeren wij haast bij elke zitting, dat zoovelen de drankwet overtreden, niet omdat wij die overtredingen op zich zelf zoo veel erger achten dan een vergrijp tegen de overige wetten, maar omdat er het bewijs in ligt, dat het drankmisbruik nog steeds zoo veel vuldig knaagt aan het welzijn van menig huisgezin. Die kwaal in onze maatschappij, die zooveel geluk, zooveel welvaart, vrede en gezondheid verstoort en verwoest, dat men het drankmisbruik een kanker van het volks geluk mag noemen, blijft nog steeds in on rustbarende afmetingen heerschen. Ofschoon zeer goed bewust dat een sermoen van onze zijde weinig of niets zal vermogen, toch kan nimmer te dikwerf op die oorzaak van zoo veel ellende gewezen worden. Om echter de lezers, die trouwens een vermaning in deze zaak, naar wij hopen, niet noodig hebben, hiermede niet lang bezig te houden zullen wij dit chapitre niet voortzetten, doch over gaan tot de orde van den dag, d. i. beginnen met No. 1. P. L. van Harlingen. Deze visscher was den 20 Aug. bij den zeedijk onder Corn- werd bezig met het visschen met aalfuiken. Een rijksveldwachter kwam deze visscherij eens inspecteeren. Bekl. die met nog een medehelper in een boot bezig was met het ophalen der fuiken kon een groote acte toonen dus dat was in orde. Ook had hij een schrif telijke vergunning van den pachter van dat vischwater, dus dat was ook in orde, maar de mazen van drie der fuiken bleken te klein en dat was dus niet in orde. Hoewel deze bekl. nog geen 16 jaren telt, was het den beambte genoegzaam gebleken dat hij han delde met oordeel des onderscheids. De aal fuiken werden in beslag genomen en het tamelijk lijvig stapeltje netten was heden in de rechtszaal aanwezig. Bekl. zelf was er niet, doch bij verstek behandeld, wordt f 2 boete of 1 dag hechtenis geëischt, met ver beurdverklaring en vernietiging der netten. 2. 8. M. te Rien was den 24 Aug. zoo vet, dat de politie hem hiervoor bekeurde, doch dit schijnt niet veel indruk op hem gemaakt te hebben, althans den volgenden dag had hij weder een ferme brommer in. Of dit nu een voortzetting van den vorigen dag was, of dat het geheel van nieuws aan benonnen was, werd ons niet opgehelderd, doch een nieuw proces kwam er bij, zoodat nu tegen dezen bekl. wordt geëischt 2 X f 5 boete of 2 dagen voor elke boete. 3. Den 22 Aug. is er paardenmarkt ge houden in onze stad, en des namiddags werd •een begin gemaakt met het opbouwen van den stoomdraaimolen, want de kermis was in aantocht. Verschillende personen, begeerig om een duitje te verdienen, want in de kermis komen de centen bijzonder goed te stade, solliciteerden om een handje te mogen helpen, doch de zoon van den eigenaar van het ca- roussel wees hen af o. a. met de woorden „Neen jongens, ik heb geen werk voor jelui." Dat antwoord werd wat euvel opgenomen, het woord jongens wilden zij niet hooren, en er ontstond vrij wat gemompel, daar op het Hengstepad. De vader kwam toen zjjn zoon beschermen en toen even later bij het lossen op de Stoombootkade nog steeds gemompeld, werd, ja zelfs dreigementen werden geuit, werd de vader ongeduldig. Hij greep zelfs een handspaak en zou er op los, maar dit zette nog meer kwaad bloed, en was de politie niet beschermend opgetreden, het zou bepaald tot handtastelijkheden zijn gekomen. Tegen K. J. H. van Roermond werd, als verstoorder der orde procesverbaal opgemaakt. De politie verklaarde, dat bekl. wel niet dronken was te noemen, maar toch onder den invloed van sterken drank handelde. Eisch f 5 of 3 dagen. 4. T. de H. van Sneek was den 26 Aug, wat al te vrooljjk gestemd in de kermis. Hy W op hot Hengstepad,en maakte het zoo I. ’t Begint reeds naar twaalven te loopen, de drukte op het Marktplein neemt meer en meer toe. De vrachtkarren, alle ruim van honden voorzien onder eene telden wij er niet minder dan zes van heinde en verre gekomen, staan in rij en gelid, de uitstallingen van houtwaren wachten reeds eenigen tijd op koopers, toen onze aandacht werd getrokken door een tafeltje, dat be paald betere tijden heeft gehad. Het was raadselachtig, wat kleur dit blad eenmaal heeft gehad, de pooten hebben moeite een vast steunpunt te vinden op de steenen. Naast dit tafeltje staat een kist, en terwijl wij een oogenblik deze beschouwen en den ken, wat zal daar wel voor moois in ver borgen zijn, zien wij den koopman naderen, dien wij reeds meermalen aantroffen en op wiens gezicht ons terstond is onthuld, wat de kist inhoudt. Een verrassing is het ons dus niet, toen wij eenige kistjes sigaren uit het interieur van die kist zagen op doemen, welke op de tafel geplaatst werden. De koopman gaat nu op de kist staan en met de armen over elkander geslagen, gaat hy eenige oogenblikken stilzwijgend het terrein verkennen. Een krans van jon gens die zijn overal vooraan bij en bij de sigaren dus ook staat om het tafeltje geschaard en gaapt den koopman aan, nieuwsgierig, wat deze te vertellen heeft. Toen het stilzwijgen een poosje had ge duurd en ook eenige grooteren even staan bleven, begint de koopman met een lang- gerekten zucht met toenemende toonhoogte ha, ha, ha, ha, om in dezelfde vier hoofd tonen van het accoord weer at te dalen met ho, ho, ho, hoooMet verheffing van stem vervolgt hij dan ongeveer in dezen trant „Menschen, menschen, zoek vandaag je centen klaarWie nu zijn geld bewaard heeft! Wonderen zal ik je laten zien, won deren, waarvan je zult staan te kijken. Ik kom hier eigenlijk om reclame te maken, niet voor mij zelf, maar voor mijn sigaren, want sigaren is mijn artikel. Ik heb een koopje gehad en wil u allen ook een koopje leveren. De zaak van mijnheer Leenmans (of Lehman, dit konden wij, ondanks het herhaaldelyk werd uitgesproken, niet ver staan), de zaak van mijnheer Leenmans is naar de blVoor een koopje gingen de sigaren weg en ik moet noodig geld maken, daarom lever ik je ook een koopje, zonder wederga." Terwijl hij onder dit gesprek een kistje sigaren heeft open gemaakt, duwt hy met zijn elleboog een jongen, die zyn neus wat heal dicht bij de sigaren heeft gesto ken, op zjj onder de woorden „Ga toch op zjj jongen, laat de andere lui eerst, wat er overblijft, is voor jou". Het kistje wordt hoog in het rond gezwaaid, om ieder van de goede kwaliteit te overtuigen, en dan wordt onder gestadig babbelen nog een kistje opengemaakt. „Ja, vrienden, ik kom hier ook uit naam van de vereenigde sigarenmakers uit Leeu warden. Om die aan het werk te houden, presenteer ik je deze sigaren. Zie hier, wat ik je lever. Vyf van deze sigaren, waar je bjj eiken winkelier, bij iedereu kastelein een dubbeltje met pleizier voor betaalt, krijg je bij mij ook voor 10 cent, maar... ja het mooiste komt nog. By die 5 goede sigaren krijg je nog 12*/» cent op den koop toe. Hoe kan dat, zal je zeggen. Kjjk hier. Hier zijn mjjne a sigaren, daar doe ik net 5 andere sigaren, van die fijne knakjes van 2^ cent afkomstig uit de zaak van mijn heer Leenman bij, sigaren die overal 3 cent ten minste gaaf 2‘/2 cent per stuk kosten. Zie dat is 5 en 4 maakt negen en nog eentje dat maakt 10 sigaren voor een dubbeltje. Wie wil er van gediend zijn. Als ’t u blieft mijnheer, wie nu enz. Onder gestadig doorpraten gaat de koop man voort telkens eerst 5 sigaren uit één kistje te nemen en in een zakje te steken, dan uit het andere kistje nog vier en ten slotte nog één te doen, en het aan de koo pers uit te reiken. Evenwel erg vlot ging het nog niet. De koopman kon sneller zakjes vullen als hem dubbeltjes tegen kwamen. Toen wij even later weer eens bij zijn katheder kwamen luisteren, was hij weer druk aan ’t spreken, doch het verkoopen wilde niet erg opschieten. Menschen, staat toch niet tegen je zelf. Ik lever je 5 goede sigaren, geef er 5 beste bij. Op de waarde van 10 cent krijg je 12*/i cent toe. Je zult zeggen hoe is’t mogelijk! Ja, allee kan men niet zeggen, doch dit zeg ik je, gestolen zijn ze niet. Ze zijn eerlijk gekocht, maar of ze ook eerlijk betaald zijn, zie je, dat weet ik niet. Affoin, dat doet er niet toe, ik geef je een koopje en met van mij te koopen houd je tevens die arme si garenmakers van Leeuwarden aan het werk. Wie moet er nog! Steek maar eensop oude heer, voegt hij een der omstanders toe, ja toe maar, vergeefsch, om te probeeren. Voor niks, om te weten of ze goed zijn, als ’t u blieft, nog een lucifer toe ook. Rook ze met smaak! Nu wat zeg je, rookt die sigaar niet best? Ja,ja, menschen, je koopt bij mij goede waar, en nog meer cadeau, dan je centen geeft. Toch wil de verkoop niet naar den wensch van den koopman gelukken. Hij beproeft het dus op een andere manier. Nog een paar kan ik bedienen. Zijn deze kistjes leeg, dan zal ik beginnen bij afslag, bij een kistje tegelijk. Weg zullen ze, weg moeten ze vandaag, maar ik wil de lui geen kat in den zak verkoopen, daarom verkoop ik eerst bij een dubbeltje, dan kan je ze keuren. Zijn deze kistjes leeg, dan beginnen wij den verkoop. Dan doen wjj zaken in ’t groot. Wie wil er nog bediend worden Niemand niet? en met eenige schermutse lingen zyn die aangebroken kistjes uitver kocht. Nu beginnen wij bij een kist van 100 tegelijk. Echte handwerksigaren, roept hij uit, terwijl hij een kistje omhoog houdt. Wie mijnt die voor 12 gulden? Niemand, voor 12 kwartjes dan? Ook niet? 12 dubbeltjes dan? 24 stuivers f 1,20, eenmaal, andermaal, ten derde maal. Nog geen koopers 1 Nu ik wil toch mijn sigaren kwijt, dan geen 21 stuivers, geen 23, geen 22, geen 21 maar twintig stuivers. 100 sigaren voor een gulden. Let op, wie eerst. Geld toegeven doe ik niet. Hier zyn twee Hollandsche rjjksdaalders als er een cent meer van af gaat. Een gulden, je mag ze eerst opsteken, als ze niet goed zijn ben je vrij van betalen. Een gulden eenmaal, andermaal, ten der demaal 1 Nog geen koopers. Hoor eens vrienden, dan schei ik er mee uit. Dan maar weer met den verkoop bjj een dubbeltje begonnen. Dus voor het laatst. Een gulden per kist. Als ik ze neerzet is ’t gedaan hoor. Zeg het alsjeblieft niet aan den kastelein, waar ik van morgen nog 28 kistjes heb verkocht voor hooger prijs. Het restant wil ik van de hand doen, een gulden per kist. NiemandUit. Met een heftigen ruk wordt nu het deksel van een paar kistjes afgehaald, en er worden weer 10 sigaren in een zakje gestoken, en onder het gewone verhaal van reclame, en 121/» cent toe, gaan ze weer weg. Ik zal ze dan maar weer laten probeeren. Geen koop man gaf ooit 10 zulke sigaren voor een dubbeltje. Geen winkelier kan ze je zoo geven, maar je behoeft bjj mij ook geen groote spiegelruiten te betalenbij mij is geen verloting, waar je naaimachines, een velocipède, een harmon ca of dergelijke zaken kunt winnen, neen, bij mjj krijg je waar voor je geld. Zijn der nog lui, die bediend willen zyn, niemand meer, en toen wij later nog eens even bij zyn stalletje langs kwa men, was hy bezig, om halve kistjes bij afslag te verkoopen voor 50 cent, maar ook dat wilde niet naar wensch en wij zagen nog altyd, dat de koopman van zijn kleinen voorraad over had. Wy hadden echter geen lust verder naar zijne herhalingen te luis teren en leenen liever het oor aan den koop man in ijzerwaren, die ook zijn mondje goed kan roeren. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1