NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
8OL8WABB S» WONSEB AOEEX
No. 90. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
DONDERDAG 10 NOVEMBER.
BINNENLAND.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Zoo zong Bilderdijk en waarlijk, zoo leert
ons de Natuur, zoo leert ons het leven.
Gelukkig dan de mensch, die geen bron van
geluk tevergeefs voor zich laat vlieten, die
woekert met den tijd en de gaven hém
geschonken, die zegen rondom zich ver
spreidt en zich blijvender bloemen weet te
vergaderen dan Lente en Zomer der Natuur
hem scheuken kunnen. Hij kan, wanneer
zijn herfst- en wintertijd zijn genaderd, met
vreugde terug zien op den voorbijgesnelden
tijd en den dichter nazeggen„tombez mes
feuilles et laissez-moi voir les cieux
Hepk. Adv. BI.
Rijksopvoedingsgestichten. Zondag jl.
is te Rotterdam een openbare vergadering
gehouden, waarin de heer G. In der Maur,
die gedurende 4 jaar en 2 maanden in een
der gestichten gedetineerd was, verhaalde
van de behandeling, die de jongens er soms
te verduren hadden. Veel nieuws deelde hy
niet mede. In een brochure door hem uit
gegeven en in vorige meetings had hij reeds
een donker tafereel opgehangen van het
lijden dezer ongelukkigen, hoe zy door eerst
in de gevangenis in aanraking te komen
met misdadigers en dronkaards, reeds voor
zij in het gesticht komen het weinigje mo
raliteit dat zij nog bezitten, verliezen, hoe
zij in het gesticht slechts leeren haten en
later gewoonlyk slechts als koloniaal deugen.
De straffen, die in de rijksopvoedings
gestichten toegepast worden, zijn middel»
eeuwschvasten, half vasten, cachot, op een
ijzeren brits gebonden den nacht doorbren
gen, slechts met een hemd bedekt bij een
koude, dat het water in de kamer be
vroren is, onvoldoend voedsel en drinken,
zoodat de bladeren van de boomen gegeten
worden, ja, het geval heelt zich voorgedaan,
dat bij een jongen, aan ingewandziekte
overleden, bij de lijkschouwing een laag
zand en eindjes sigaar in de maag gevon
den werden. Ook het onderwijs laat te wen-
schen over, hoewel de heer In der Maur
zich over het algemeen gunstig over de
onderwijzers uitliet. Zedeloosheid heerschte
er in de ergste mate en de jongens, er heen
gezonden om nuttige leden der Maatschappij
te worden, waren gewoonlyk als zij uit de
gestichten ontslagen werden, reddeloos ver
loren.
Over het geheel werd er een zeer donker
beeld te aanschouwen gegeven over de toe
standen in de gestichten.
Een gepensioneerd hoofdonderwijzer van
een der gestichten, die daar gedurende 50
jaar onderwijzer was, was in de zaal en
hem verzocht de heer In der Maur, bijal
dien hij loog, zulks te willen verklaren. De
eenige verklaring van dezen heer was, dat
de onderwijzers het goed met de jongens
voorhebben en de oppassers daarentegen veel
te hardhandig waren. Drie personen ver
zochten het woord. Een stelde een motie
voor, waarin de vergadering haar afkeuring
over zulke toestanden te kennen gaf, de
tweede verzocht de aanwezige pers geen
halve waarheden te willen vermelden, de
derde week geheel van het onderwerp af.
De eerste motie werd met algemeene
stemmen aangenomen. De Telegraaf.
Het is der politie te Baarn gelukt,
de daders van de inbraak in de ledigstaande
villa van den heer De Bont te ontdekken.
Het zijn een paar opgeschoten jongens,
die het geheele huis onderst boven hebben
gehaald en allerlei baldadigheden bedreven.
Enkele voorwerpen werden nog by hen ge
vonden.
Aan de halte Buldersteeg nabij Go-
rinchem, liep de timmerman Z., uit Mole
naarsgraaf, over de rails, terwjjl de snel
trein in aantocht was. Hij werd nog door
zijn zoon gewaarschuwd, maar te laat. De
onvoorzichtige kwam in aanraking met de
locomotief, eu was onmiddellijk dood, Hy.
laat een groot gesin na«
Een handjegauw op Texel ontvreemdde
een zak met meel van een onbeheerde kar.
Ongelukkig was er een gaatje in den zak,
zoodat men als bij Klein Duimpje met de
keisteentjes, kon zien, waar langs het meel
weggedragen was. ’t Was voor de politie
voorwaar een gemakkelyk spoor.
Te Leeuwarden zal Donderdag a.s.,
vanwege het Landelijk Comité Hogerhuis,
in de concertzaal van den heer Visser, een
groote meeting gehouden worden, waarin
verslag zal worden uitgebracht van de op
dien dag te houden zitting van het Gerechts
hof inzake het hooger beroep van de vier
arbeiders te Beetgum, die door de Recht
bank wegens beleediging van Allard Dyk
stra „dat is de moordenaar van Britsum*
enz. lener zijn veroordeeld tot 1 maand
gevangenisstraf.
Als sprekers zullen optreden de heeren
mr. P. J. Troelstra, verdediger der beklaag
den L. M. Hermans, voorzitter van het
Comité, en G. W. Melchers, predikant te
Zuid-Scharwoude.
Een drietal broodbakkers te Klundert
werden door den kantonrechter te Zeven
bergen tot geldboeten veroordeeld wegens
bet bakken van grof tarwebrood van minder
dan 1 of 2 kilogram en het verzuimen op
dat brood het cyfer te drukken, hetwelk
het gewicht aangeeft, een en ander in strijd
met de politie-verordening te Klundert.
Tegen die veroordeelingen ontwikkelde
mr. J. J. Bergsma voor den Hoogen Raad
eenige cUssatiemiddelen, daarbij in hoofd
zaak betoogende, dat de gemeente-wetgever
onbevoegd is tot het maken van genoemde,
den handel beperkende bepalingen.
Het Openb. Min. zal over 14 dagen con
clusie nemen.
De Hooge Raad heeft de zaak van
den man, die door den kantonrechter te
Rotterdam no. 2 veroordeeld werd wegens
het laten loopen van zyn kippen over een
met gras bezaaid perceel weiland van zyn
buurman, verwezen naar de rechtbank al
daar om te doen onderzoeken of het weiland
inderdaad met gras bezaaid was, daar wei
land niet altijd bezaaide grond is, zooals
de kantonrechter aannam.
Ons vee. In België blijven de gevoe
lens omtrent het al of niet wenschelyke van
het geheel openen der grenzen voor het
Ach, dat op iederen zomer een najaar
volgen moet!...
Zooeven nog was de Natuur met groen
en bloemen getooidons oog verlustigde
zich in het aanschouwen der golvende koren
velden heuvelen, dalen en wouden schit
terden in den helderen glans der zomerzon.
Levendige werkzaamheid heerschte op het
veldoveral volle handen, blijde harten,
rijke zegen. Vroolijk klonk het lied der
nijvere maaiers, heerlijk het gezang der
vogelen. Het loeiende vee dartelde in de
groene weide en liefelijk murmelde de beek
’t was of alles samenstemde in een groot
en machtig Scheppingslied.
Thans echter zijn de bladeren der ver
schillende boomen en struiken gestorven.
En de bloemen Meedoogenloos schudde
de ruwe najaarswind ze heen en weerhij
sloeg ze, blind als hij is voor haar schoon
heid, tegen- en door elkander; ze neigden
ter aarde, ze verwelkten om... te sterven.
De velden zijn kaal en eenzaam. De blin
kende sikkel heelt het rijpe koren afgemaaid
de garven zijn opgeborgen in de schuren
het glimpend kouter heeft den vruchtbaren
grond omgewoeld allerwegen ziet men
niets dan grijs-grauwe aardkluiten.
Eenzaam is het op het veld, want de
landman heeft zijne akkers verlaten om op
den dorschvloer zijn zwaren arbeid te ver
richten.
Over de eens met lachend groen bedekte
heuvelen ligt nu een droevig vaal en het
grasrijke dal, dat weergalmde van het gezang
van den leeuwrik, is dor en stom. De
weiden zijn verlaten. Dichte nevels trekken
langzaam en zwaar over de aarde; ze ver
bergen het aangezicht der zon en maken als
het ware de stilte, die overal heerscht, nog
doodscher. De adem van den herfst ruischt
door het woud en doet de bladeren vallen,
die, als fluisterden ze een afscheidsgroet van
den zomer, ritselend voor den voet van den
wandelaar heen dwarrelen. Zeker, het is
zoet om in de lieve lente het ontwaken der
Natuur gade te slaan, het is zoet om in den
zomer, als alles lacht en alles zingt, door
beemd en bosch te dwalen en den geur van
duizenden bloemen te ademen, maar geen
lentevreugd, geen weelde van den zomer,
kan halen bij den zachten weemoed van den
herfst. Die stervende bloemen, die vallende
bladeren, ze maken een diepen indruk op
den denkenden mensch, zij spreken tot zijn
hart.
Verlaat dan een oogenblik het stadsge
woel, waarin men haast geen tijd heeft om
aan de wisseling der jaargetijden te denken.
Ga mee naar buiten, naar het eenzame
wouden evenals gij, staande aan de ster
venssponde van één uwer geliefden, diens
laatste woorden gretig zoudt op vangen om
ze voortdurend in uwe herinnering te be
waren, zoo zult gij ook met heiligen ernst
de vermaningen en de troostwoorden van
den stervenden zomer vernemen.
Al het schoone zoo spreekt hy ver
gaat.
Eens stonden myn bloemen, mjjn loover,
in volle pracht, maar thans ligt alles ver
welkt en verdord in het stof ter neder. Ook
van uwe lente en van uwen zomer zullen
spoedig weinig sporen meer over zynuw
herfsttijd komt en een lange, kille winter
wacht umemento moriGeniet dus van
den zonnigen morgen en middag uws levens,
zoolang gij kunt. Dat leven is zoo schoon,
wanneer het aldoor een heilig streven naar
Deugd, een ernstig zoeken naar Waarheid
en een ijverig betrachten van Plicht is. Dat
leven Israël» oude dichter zeide het reeds
Nederlandsche vee nog steeds verdeeld.
De Noordelijke bevolking, vooral de be
woners van Oost- en West-Vlaanderen, zijn
meest vóór het openen, getuige de Gazet
van Eekloo, die zich de vorige week de
tolk maakte de Noordeljjke bevolking en
de grens gansch open eischte. Ook in de
vergadering, welke te Gent gehouden werd,
tot onderzoek van den toestand van den
landbouw, waren velen van oordeel, dat
men het Nederlandsche vee vrij moest laten
binnenkomen, daar de Belgische voort-
brengst onvoldoende was om in de nood
wendigheden te voorzien, terwijl anderen de
Belgische grens gesloten wilden doen blij
ven, zoolang de In ederlandsche grenzen voor
het Belgische vee gesloten zijn.
Ook de Boerenbond van Adeghem nam
in zijn algemeene vergadering met 97 tegen
1 stem het voorstel aan om de volledige
sluiting der grenzen voor alle vee aan te
vragen en het Belgische vee ter onderschei
ding van het vreemde te merken, zooals men
de soldatenpaardeo doet, daar het ringen-
stelsel niet meer bevalt, wijl de ringen uit
vallen of gestolen worden.
Deze week beginnen de zittingen van de
commissie van den provincialen raad van
Oost-Vlaanderen om het oordeel der land
bouwers te vernemen en daarna den mini
ster van Landbouw voor te lichten.
Was er de vorige week in de Utrecht-
schestraat een reuzenpompoen te zien,
wegende 100 pond, thans is er een tentoon
gesteld bij den heer H. G. Bömcke, Vijzel
straat 111 Amsterdam, wegende 160 pond.
Deze reuzenpompoen, geteeld in de kwee-
kerij van Gebr. Sluis, te Enkhuizen, was
in ’t begin van Aug. tengevolge van
den koelen en zonloozen voorzomer nog
niet grooter dan een Edammer kaasje, ter
wijl nu de grootste omtrek 2,18 M. bedraagt.
de Telegraaf.
Wonseradeel. Nu ook het laatste deel
der bieten geheel of bijna geheel gerooid
is, kan men de rekening van den geheelen
oogst opmaken. Die rekening valt niet toe.
De hoop, dat de laatste bieten door meer
gewicht het geheel eenigszins goed zouden
maken, is niet verwezenlijkt. Om en bij de
f 100 per p. is er van ’t jaar gemaakt.
De bieten hebben te weinig warmte ge
had, om zich naar eisch te kunnen ontwik
kelen. Reeds bij ’t begin bleven ze „zitten*
en ’t heele jaar door is er geen recht „schot*
in geweest. Later leek het nog heel wat
maar ’t was ook hier „schijn bedriegt*.
Veel blad, weinig wortel. Die bladen worden
intusschen nu nog als beesten voer gebruikt
en zeer gewaardeerd. De koeien geven er
flink van en eten ze met graagte.
Witmarsum, 7 Nov. Door de Afdee-
ling „Witmarsum* van de Fr. Maatsch. van
Landbouw waren twee prijzen uitgeloofd,
ter gelegenheid van onze najaarsveemarkten
en wel één voor hen, die de meeste koeien
aan voerde en één voor dengene, die de
meeste kocht.
De eene prijs werd heden, bij de tweede
en laatste najaarsmarkt, behaald door den
hr. D. IJntema alhier; de andere door den
hr. P. E. Couperus van Bolsward.
Sneek, 8 Nov. Geld verliezen op markt
dag is hier tegenwoordig aan de orde.
Een week of drie vier geleden verloor
een landbouwer een portefeuille met een
geldswaarde van f 45.
Een arme vrouw vond dezen schat en
kreeg tot belooning f 15.
Veleden Dinsdag, weer ’t zelfde geval.
Iemand uit Hemelumer Oldephaert, een
veekoopman, raakte een brieventasch kwijt
met f 260, waarvan nog geen cent terecht
is. Heden morgen verkocht een brieven
bode uit Hindeloopen een koebeestje hier
vcor een partijtje ryksdaalders plus f65 aan
bankpapier.
't Laatste borg hy in zijn binnenzak in
een notitieboekje en ..kort daarna was ’t
boekje met deszelfs inhoud verdwenen.
Van ’t gebeurde heeft de man aangifte
gedaan by de politie.
We vreezen echter of deze schat met
dien van den vorigen Dinsdag niet in handen
van zakkenrollers is terecht gekomen.
’t Gaat met onze veemarkt als met
het weervandaag regen, morgen zonne
schijn. En al kunnen we nu niet zeggen,
dat heden op de markt alles zonneschijn
was, vergeleken met de vorige week, ademde
alles toch vrywat ruimer.
Engeland trok meer puik wolvee en no
teerde de vette kalvers een cent of drie
hooger, 33 a 34 ct.een Belg bracht leven
in ’t melkvee, waarvan een waggonnetje
puik soort naar onze zuidelijke buren ging.
In den varkensstal werd alles verkocht tegen
16, 17 en 18 cent. Het rundvee* waarin de
is als een bloem des velds, die, wanneer
zij op het toppunt van haar bloei is, ook aan
het begin staat van het verwelken. Van
hoe weinig stervelingen toch, die eens op
aarde leefden, is nu nog eenig aandenken
onder de levenden aanwezig, wanneer dit
aantal vergeleken wordt met de ontelbare
menigte van hen, van wie geen woord, geen
teeken, geen stofje meer overig is even
zoo min als van de millioenen bloemen, die
in den loop der eeuwen gebloeid hebben,
een spoor meer te vinden is. Ja, gelijk de
bloemen vergaan.
handel niet vlug kon worden genoemd,
bracht het tot 24 en 25 ct. Ie kwaliteit.
Leeuwarden, 7 Nov. Heden heeft een
fabrieksarbeider op de strookartonfabriek
alhier getracht een zekeren B., ook aldaar
werkzaam, door een revolverschot om ’t
leven te brengen. Gelukkig was het schot
mis. De dader moet onder den invloed van
sterken drank zijn geweest.
8 Nov. Wat ’n menschen gisteravond
te zeven uur op de Pijp tegenover de Kleine
Kerkstraat en langs den waterkantEr was
iemand in de gracht gesprongen of gevallen
en naar den overkant gezwommen of ge
dreven, waar de drenkeling in den killen
schoot der wateren verzonken was. Men
zag iets drijven. Wel honderd belangstel
lende hoofden bogen zich naar beneden.
„Een man!* meenden sommigen. „Nee,een
vrouw!* riepen anderen, „kijk maar, ge
kunt de rokken nog zien drijven.* Ja, zoo
leek het wel.
Twee mannen naderden in een met modder
zwaar beladen praam. Met moeite kwamen
ze waar ze wezen moesten, en daar vonden
ze... een ouden stroozak.
De zaak werd als een grap opgenomen.
Heden morgen echter bleek, dat het toch
droeve ernst was geweest.
De aschlui haalden, niet ver van bedoelde
plek, het lijk op van de oude juffrouw E.
Ze is gisteravond, waarsohynlijk bij t ver
richten van boodschappen, te water geloopen
en verdronken.
(i
Bolswardsche Courant
Zoo, zien wij geslachten,
Zoo schoonheid en krachten
Ontluiken en bloeien, maar luttel bestaan,
Zoo lach en verblijden,
In jammer en lijden
Voor ’t schemerend Westen des levens ver-
(gaan.
Zoo ’t zingen en springen,
Voor ’t handën ver wringen
Verwisseld in min dan een vluchtigen wenk.
’t Zijn allen slechts bloemen,
Waarop wij hier roemen
’t Is alles een dauwdrop,
een morgenge
schenk.