I
De Dochter van den
Smokkelaar.
GEMENGD NIEUWS.
nog eens duizend
Theodoor.
Slot volgt.
diq naar den dokter rijdt/ zei zij, kaliaee-
Stoomdruk Firma B. Guperus Az,, Bola^ar^
IH
hand.'
schreven in uw engagementstijd en dien
ik toevallig gevonden heb?
»Oh
Antisemitisme.
Anti- semiet (tot een Israëliet). Ja, vrind,
je moogt praten wat je wilt, maar een feit
is het dat er geen baantje openkomt of
jullie zit er achter.
Israëliet. Zoo
Antisemiet. Ja zeker, en ik zal het je
bewijzen. Nauwelijks is de opperrabijn van
Londen gestorven, en wie is z’n opvolger
Een Jood
Israëliet. Je hebt gelijk.
MARKTBERICHT van BOTER.
gen op haar stoel.
„Ik wist wel, dat het gebeuren zou. Ik
heb het hier gevoeld, al lang al lang,“
terwijl eene magere hand naar haar hart
voelde. „Ja, hij zal smachten naar vrijheid
en naar de bergen, als hij is opgesloten in
de gevangenis. O, ik heb hem gesmeekt
geen smokkelaar te worden, geen whisky
te maken in ’t geheim. Zij moeten er alle
maal om lijden, vroeg of laat".
Hare oogen, vol tranen, zwierven in t rond
en vielen op het avondeten, dat klaar stond.
„Wat zal hij een honger hebben/
Er waren geen luidruchtige betuigingen,
maar eene droefheid, even roerend als diep.
Zij waren bergbewoners, van nature gedul
dig, door alle levensomstandigheden er toe
gevormd om te dulden en sterk te zijn. De
wet straft niet alleen den smokkelaar, maar
zij weegt zwaar op zijne vrouw en kinderen.
Silury droogde hare oogen af en raakte haar
moeder’s schouders aan, terwijl zij op vasten
toon zei:
„Ik moet vanavond nog naar Buckhorn
Springs gaan, moeder?
„Wat vroeg de versufte vrouw.
„Ik moet vader zien; ik moet hem helpen
om aan de douanen te ontkomen?
„Jij Silury? Hoe zal je dat doen?*
„Dat weet ik niet, terwijl hare lipped weer
begonnen te beven; „maar ik moet het doen,
ik moet 1“
Vrouw Cole staarde haar aan. Zij had
alle vertrouwen op Silury’s moed en be
kwaamheid, maar terwijl zij de hand van
het meisje vatte, overviel haar een nieuwe
angst.
„Breng je zelf toch niet in gevaar, schatje.
Ik en de kinderen, we zouden het niet over
leven, als je vader en jij allebei weg waren?
„Wees maar niet bang, moeder; ik kom
weer bij u en breng vader ook mee?
„Maar hoe zal je naar Buckhorn Springs
komen
„Ik zal er heen rjjden op Kit?
Zij lag al geknield voor ’t vuur en stak
eene flambouw aan, om mee naar buiten te
nemen. Toen keek zij hare moeder aan met
moedigen, teederen blik,
De baard als hulpmiddel in het ont
dekken van wijnvervalschingen. Een wijn
handelaar had zich voor de rechtbank te
Altona te verantwoorden wegens een tegen
hem ingebrachte klacht, op kunstmatige
wjjze Portwijn vervaardigd te hebben. Aan
leiding tot deze aanklacht had het volgende
grappige voorval gegeven. Een restaurateur
te Heide (in Dithmarschen) had van den
handelaar „echten Portwijn" gekocht voor
mark 1.50 per flesch.
Toen nu een bejaarde klant, wiens haar
en baard sneeuwwit waren, eenige teugen
van den wijn gedronken had, ging er plot
seling onder de aanwezige bezoekers een
luid gelach op, want de witte baard van
I.
Silury Cole wierp nog eenige pijnappels
op het vuur en stapte naar de deur, om uit
te kijken in den nacht, scherp luisterend naar
het eerste geluid van haar vaders voetstap
pen op den harden bergweg. Twee dagen
lang hadden de douanen de bergen door
kruist en het hart van vrouwen en kinde
ren was zwaar van angst en schrik.
De pijnappels ontvlamden en brandden
helder op, hun licht werpende op het meisje,
van het hoofd tot de voeten, op haar glan
zig haar, zwart als de nacht, op het profiel
van haar gezicht, dat, voor een meisje van
veertien jaar, eene ongewone mate van ka
rakter uitdrukte, op haar zeer primitief ge
maakte japon van blauw geruit katoen.
De dansende vlammen, die de zwarte diep
ten van den haard aanvullen, verlichtten
ook de lage kamer, grillende schaduwen
werpend achter het weefgebouw en spinne
wiel, flikkerend om de vlaskopjes van de
drie kinderen, die op het lage rolbed
lagen te slapen, lichtend over de mand met
koren, gereed om gepeld te worden voor den
molenaar, en zelfs over de tafel en de een
voudige toebereidselen voor het avondeten.
Vrouw Cole zat in den hoek aan het eene
eind van den platten steenen haard te rooken
en stilletjes te peinzen. Zij was een kleine,
er ziekelijk uitziende vrouw, met ingezon
ken oogen en scherpe, fijne trekken. Zij zat,
voorover geleund, met de kin in de hand,
in het vuur te staren. Een stuk hout was
afgebrand en viel zacht op de kolen er onder.
Zij schrikte en keek naar Silury.
„Komt hij, Silury?"
„Nog niet moeder?
Zij stopt hare pijp weer en legde er een
gloeiende kool op, terwijl zij langzaam het
hoofd schudde.
„En dat zal hij ook wel niet voor de
douanen weg zijn?
„Maar weet ge dan niet, moeder, dat vader
nooit langer dan twee dagen achtereen weg
blijft? Denk maar eene, toen hij fluitend
kwam aanloopen, met zijn geweer op den
schouder, terwül de douanen daar al aan
kwamen bij den molen, zei Silury, nog
rend, maar een rimpel door den vreesdij k-
sten angst daar getrokken, vertoonde zich
tusschen hare donkere wenkbrauwen. Het
geluid kwam beneden uit de vallei, niet
boven van de bergen. Ieder oogenblik kwam
het nader, blijde of droeve tjjding brengend
aan een eenzamen bewoner der hoogte, want
niemand trok ooit op die manier over de
bergen, alleen voor genoegen. Hoe snel, hoe
regelmatig vielen de met ijzer geschoeide
voeten op den bodem, nu helder en duidelijk
als zjj langs den bergwand gingen, dan
bjjna verdoofd, als zij zich verloren in den
hollen weg.
De groote, leverkleurige hond, die op den
drempel lag, stond op, snoof de lucht op en
liet een droevig gehuil hooren. „Misschien
zijn het de douanen," mompelde vrouw Cole,
onrustig.
„Of is er iemand gestorven en koühen zij
zijn familie halen," zei Silury, op verschrik
ten toon.
Zij hoorde de hijgende ademhaling van
het paard dat met langzamer pas den hollen
weg achter het huis doorkwam, en zag de
omtrekken van den ruiter toen hij om de
heining van den tuin heenkwam. Terwijl hij
door de smalle streep licht heenreed, die uit
de open deur over de lage schutting viel,
herkende ze een buurman uit de vallei. Hij
hield nauwelijks stil, terwijl hij opgewonden
riep
„Silury, de douanen hebben je vader inge
rekend, hem gepakt in Jimson’s Brake,
met Pelig White en een van de Davis. Van
avond komen ze voorbij Buckhorn Springs?
En toen ging hij zjjns weegs, om het droef
bericht te brengen naar nog verderaf lig
gende woningen, en een groote stilte scheen
neer te dalen op de helling der bergen. Silury
en haar moeder keken elkaar sprakeloos
aan, en toen streek vrouw Cole zich met
bevende hand en vol verwarring over het
gelaat.
„Wat heeft hij toch gezegd, Silury? Het
schijnt wel of mijn hoofd vanavond niet heel
helder is."
„Hij zei" zij ademde diep en snikte:
„O, moeder, de douanen hebben vader ge
vangen. Wat zullen wij doen, wat zullen
wij doen Arme vaderHij zal het bester
ven, als ze hem in de gevangenis zetten
in eene uitbarsting van wanhopige smart.
Vrouw Cole zat nog meer voorover gebo-
den gast was duidelijk rood gekleurd; af-
wisschen met een doek hielp niet; deroode,
iets naar het groen trekkende kleur was
niet weg te krijgen.
De leverancier van den wijn werd daarop
beschuldigd van een vergrijp tegen de wet
op de voedingsmiddelen. Het bleek dat de
wijn afkomstig was van een kuip, waarin
men op rozijzen heet water bad gegoten met
een geringe hoeveelheid echten Portwijn,
welk mengsel met aniline gekleurd was ge
worden.
De rechtbank veroordeelde den knoeier
tot een boete van 100 mark.
(Mdbl. t. d. Verv.)
Een tooverproces. De heer Maskelyne,
een bekend Londensch goochelaar, heeft
een interessant proces verloren. Men heeft
voor 30 jaar een kist uitgevonden, waaruit
iemand ongemerkt verdwijnen kan, en heeft
daarmee zijn grootst succes behaald sedert
hij goochelaar van professie is. Nog heden
voert hij bij zijn voorstellingen in de „Egyp
tian Hall" het kunststuk met de kist uit.
De kist wordt dan met touwen dichtgebon
den en met een zak omhuld, nadat een
man in de kist is gekropen. Wordt deze
weer geopend, dan is de man er uit ver
dwenen. Maskelyne biedt bij elke voor
stelling ieder, die het geheim der kist ont
hult, 500 pond sterling aan.
De heeren Sonns en Stollery, die een
voorstelling van Maskelyne hadden bijge
woond, lokten de 500 pond aan en zij pro
beerden ook een kist te maken, waaruit een
man kon verdwijnen. Eindelijk gelukte het
hun en toen begaven ze zich naar Maske
lyne, deelden hem hun uitvinding mee en
eischten de 500 pond. Maskelyne echter be
weerde dat het geheim van hun kist nog
volstrekt niet het geheim was van zijn
kist, en als men de 500 pond wilde ver
dienen, moest men dit ontdekken. Hiermee
waren de uitvinders niet tevreden en klaag
den hem dus aan. Bij de gerechtelijke be
handeling bestond het publiek voor een
groot deel uit goochelaars; drie geheimzin
nige kisten stonden in de zaal en de rech
ter had, om zich te oriënteeren, zich toover-
boeken aangeschaft.
De bekl. Maskelyne verklaarde, dat hij
niet van zins was 500 pond te schenken
aan iemand, die het kunststuk zelf nadeed,
want een kist, die daarvoor noodig was,
kon men voor 25 shillings in een winkel
voor goochelingredienten koopen, maar hij
wilde slechts aantoonen dat het geheim van
zij n uitvinding onoplosbaar was. De aanklagers
beweerden echter, dat ze met hun kist het
zelfde konden verrichten als Maskelyne met
de zijne. Getuigen verklaarden het geheim
van de kist niet te doorgronden. Een mecha
nicus vertelde dat hij de kist 14 dagen lang
tevergeefs had onderzochtachter het ge
heim kon hij niet komen. De jury besliste
echter dat de aanklagers recht hadden op
de 500 pond.
Hoe lady Helen Martin tooneelspeel-
ster werd. Een overmoedige meisjesstreek
heeft de beroemde Engelsehe tooneelspeel-
ster lady Helen Martin, geb. Faucitt, die
onlangs gestorven is, tot het tooneel ge
bracht en haar zoodoende een schoone toe
komst bereid. Zij zelf vertelde daarover
eens in een interessant opstel het volgende
„Op een warmen zomernamiddag wan
delde ik met mijn zuster, die later een flinke
tooneelspeelster werd (mrs. Brand), aan de
oevers van de Theems. We waren beiden
nog zeer jong en een paar overmoedige
meisjes. Toen we zoo in den brandenden
zonneschijn voortliepen, kwamen we ook
langs het theater in Richmond. De deuren
stonden openkort te voren was er repe
titie geweest en in de koele ruimte zochten
wij beschutting tegen de hitte. We liepen
eerst een poosje rond en klommen eindelijk
lachend, terwijl zij dacht aan zijne stout
moedigheid. „Vader is niet gauw bang?
„Dat is waar, en ik weet ook nog welk
een honger hij toen had," murmelde hare
moeder, terwijl een flauwe glimlach een
oogenblik haar vroegtijdig gerimpeld gelaat
verhelderde.
Silury keek over haar schouder naar den
pot met aardappelen, dampend op den haard,
en de koekepan met pas gesneden repen
spek, klaar om op het vuur te zetten. Hare
toebereidselen waren alle gemaakt. Als hij
kwam zou het maar een paar minuten duren,
voor zij hem een dampend warm avondmaal
kon voortzetten, waarvan hij zooveel hield.
„Zijn de kinderen goed toegedekt vroeg
haar moeder, met een blik naar het bed.
Deze Octobernachten worden koud?
Silury stapte naar den anderen kant der
kamer en stopte den deken om de kleine
slapers heen. Geen wonder, dat haar gezicht
was als dat eener volwassene, dat al hare
bewegingen al zoo iets vrouwelijks hadden
de zorgen voor het gezin kwamen bijna alle
op haar neer. Zij was de trots van haar
vaders hart, hare moeder steunde op haar,
en de jongere kinderen rekenden er altijd
op, dat zij hunne behoeften vervullen zou.
Vrouw Cole nam eenige minuten lang
bare vorige houding weer aantoen hief
zij eensklaps het hoofd op de angst deed
hare doffe oogen schitteren.
„Silury, het lijkt mij toe, dat ik iets hoor",
fluisterde zij snel.
Het meisje snelde weer naar de deur en
keek naar buiten, met eenigszins gebogen
hoofd, eene hand aan het oor, in luisterende
houding. Een wind kwam aanrollen langs
de zwarte, dicht aangesloten rotspunten, zoo
hoog zich verheffend boven de kleine hut,
zoo scherp afstekend tegen den sterrenlich
ten hemel, en snelde in dwarlende vaart
naar de vallei. De koe knabbelde aan de
droge korenhulzen in eenen hoek van den
stal, en Kit de muilezel sloeg onrustig met
zijn hoef tegen de staldeur. Maar geen dezer
geluiden had vrouw Cole verontrust, dien
angst in haar gewekt. Heel in de verte
hoorde Silury geregelde hoefslagen op den
drogen, harden weg, als van een paard, dat
pas beslagen was en tot den uitersten spoed
werd aangespoord.
„Ik denk, dat het niets is dan iemand,
op het tooneel. De decoraties waren nog in
orde aan den eenen kant verhief zich een
balcon. Alles was stiler was geen mensch
te zien. Mijn zuster riep plotseling uit:
„Maar dat is als gemaakt voor Julia’s ren
dezvous. Klim jij op ’t balcon en speel het
dochtertje van den ouden Capulet, dan zal
ik jouw Romeo zijn
We lachten en schertsten over dezen in
val, maar brachten hem ook ten uitvoer,
waarbij ik mijn zuster souffleerde. Toen
zetten we onze wandeling weder voort. Naar
ik later vernam, hadden wij toch een toe
hoorder gehadden directeur van het the
ater in eigen persoon. Hij had de stemmen
der overmoedige indringsters gehoord, was
toen naar zijn particuliere loge gegaan en
had van daar uit de zonderlinge „Juliade"
gehoord. Ik moet hem bevallen zijn, want
hij wendde zich tot mijn bloedverwanten
en vertelde hun, dat iK voor het tooneel
geboren was, prees mijn stem, mijn figuur,
kortom, hij wist door te zetten, dat ik de
buteerde. Ik had succes en kwam, toen ik
nauwelijks mijn zeventiende jaar overschre
den had, aan het Coventgarden-theater om
weldra met Charles Kemble samen „Romeo
en Julia" te spelen.
Een bepaling op hef fietsen. In de
Berl. Lok. Anzgr. komt de volgende mede-
deeliug voor, die zeker zelfs de hartstoch
telijkste wielrijders zonderling zullen vinden:
Eenige wielerclubs te Berlijn hebben de
bepaling gemaakt, dat de leden hun rijwiel
niet reeds in huis maar eerst op straat
mogen bestijgen. Het is namelijk reeds dik
wijls voorgekomen, dat fietsers, die in een
snel tempo de deur uitstormden, personen,
die juist voorbijkwamen, omver redeu en
kwetsten. Door bovengemeld besluit trach
ten de clubs de gewoonte dier „wilden"
tegen te gaan.
Gelukkig hebben we dergelijke overdreven
uitingen van „fiets-manie" bij ons nog niet
vaak kunnen opmerken en zullen bepalingen
daartegen ook nog wel niet noodig blijken.
Een tandentrekkerij met hindernissen.
De bekende Engelsehe tandarts Sir Edwin
Saunders verhaalde onlangs op een tand-
artsen-congres de volgende anecdote uit
zijn beroepsleven. Onder de talrijke vorste
lijke personen, die Saunders reeds behan
delde, bevond zich ook Ismael Pacha de
overleden vice-koning van Egypte. Deze
werd bij een verblijf in Engeland door kies
pijn gekweld. Men haalde Saunders er bij
en deze vond dat de Pacha een prachtig
gebit had, alleen was er een slechte kies
bij. Ismaël verlangde dat deze getrokken
zou worden. Toen Saunders bij den sultan
kwam, beval hij diens dienaren warm en
koud water gereed te houden. De Pacha
werd door zijn, geheele gevolg omgeven,
waaronder zich ook een Fransche en Turk-
sche dokter bevonden. De vorstelijke patient
had echter een zoo enormen omvang dat
het den tandarts onmogelijk scheen, tege
lijk met de eene hand ’t hoofd van den
patient vast te houden en met de andere
de operatie uit te voeren. Hij vroeg daarom
den Franschen dokter het hoofd van den
Pacha vast te houdendoch deze weigerde
dit grifweg. Toen zou dan de Turksche
het doen, maar ook deze wilde niet, en
vroeg eerst den vizier om raad. De Egyp
tische heeren beraadslaagden eenige oogen-
blikken, daarop verklaarden ze Saunders,
dat geen der aanwezigen hoog genoeg in
gezag was om Zijne Hoogheid aan te raken.
Saunders moest het dus, zoo goed en zoo
kwaad als het ging, alleen met den Pacha
klaarspelen en gelukkig gedroeg deze zich
zeer kalm bij de operatie. Alleen weigerde
hij een der glazen met water te gebruiken
om zijn mond te spoelen, daar misschien
een ongeioovige het had aangeraakttwee
zwarte dienaren werden geroepen, die den
Pacha een langen pijp in den mond staken,
waardoor zij hem uit een gouden schaal
water in den mond goten. Saunders was
toch blij toen het zaakje was afgeloopen.
Te Johannesburg heeft zich een kaf
fer gevestigd als fotograaf!
Te Neuville, bij Charleroi, is de wedu
we Flament overleden, die haar geheele
vermogen, dat meer dan een miilioen francs
bedraagt, heeft vermaakt aan het stedelijk
armbestuur van Charleroi, onder voorwaarde
dat eiken dag een halve franc moet worden
uitgekeerd aan haar keukenmeid, die daar
voor den hond der overledene moet onder
houden.
Om gemakkelijk zijn huur te betalen.
Iemand plaatste de volgende advertentie
in de courantHem, die mij 10 cent stuurt
zal ik een middel mededeelen teneinde zich
gemakkelijk geld te verschaffen om zijn
huur te betalen.
Een groot aantal dubbeltjes werd hem
toegezonden. De slimmerd voldoet hiermede
zijn huisbaas en stuurt aan alle dubbeltjes-
inzenders deze circulaire
„Doe zooals ik?
Dezelfde gedachten. Ze zaten in de
sociëteit en hadden het (’t was al laat op
den avond geworden) over het op elkaar
gaan gelijken van man en vrouw.
„Ik durf te zeggen," zei een van de aan
wezigen, dat man en vrouw wanneer ze jaren
samen leven zelfs dezelfde gedachten heb
ben?
„Jawel," stemde een ander toe. „Mijn
vrouw zal er nu juist over denken wat ze
zeggen zal als ik zoo laat thuis kom en
dat doe ik ook?
Dat moest wel. Wat is die Hendriks
een algemeen ontwikkeld man. Hij weet
over allerlei wetenschapelijke onderwerpen
mee te praten.
Hij heeft vijf jongens die examen hebben
gedaan.
Tableau. Mama had een rose brief op
de kamer van haar dochter gevonden en
in haar tegenwoordigheid las zij het aan
papa voor.
„Mijn dierbare engel..."
„Wat, riep de oude man uit. „Begint
het zoo Moet mijn kind zulke briefjes ont
vangen! Schandelijk Maar ga door?
Ik kan je niet beschrijven hoe geluk
kig ik ben...
„Waarom probeert dat uilskuiken het
dan Ga verder?
den healen nacht heb ik aan jou ge
dacht...
„Sentimenteel is hij dan ook al?
alleen nu en dan gehinderd door de
gedachte aan de koppige oude, die zich
tegen onze vereeniging verzet...
„Wat koppige oude? Ben ik dat? Wat,
durft dat jongemensch mij... Geef mij dien
brief eens Laat eens zien.
Met duizend en
kussen je dierbare.
10 Mei 1870.
Maar wat deksels! Dat is mijn eigen
d?
Dat is het ook pa," verklaarde de dochter,
t Is een brief dien u aan ma hebt ge-
u
n4
Wanneer wij, zooals gewoonlijk bij ’t begin
van ons overzicht, een blik slaan op het verloop
der markten, waar de détailverkooper in zijne
behoefte aan boter voorziet, dan moeten wij
weder constateeren dat er opnieuw de afgeloo-
pen week een histelooze stemming heeft ge-
heerscht. En toch is de aanvoer minderende,
hoewel niet zoo sterk als soms om dezen tijd
van het jaar gebeurt. Bovendien is de qualiteit
tegenwoordig zeer bevredigend, want het gun
stige herfstweder werkt den aan voer van zuivere
grasboter steeds in de hand. Bij ongunstiger
weder kan de boer niet zooveel en niet zoo lang
profiteeren van den grasvoorraad die, ten slotte
gemaaid, het vee op stal wordt toegediend, en
hoewel men het steeds zoo lang mogelijk laat
voorkomen dat men zuivere grasboter aanbiedt,
toch is ’t product dan afkomstig van gras ge
voerd met hooi.
Delft en Leiden konden hunne noteering gelijk
houden evenwel moesten Zwolle en Kampen
respectievelijk 2 en 1 gld. laten vallen. De oor
zaak hiervan hebben wij de vorige week bij de
toen ook reeds plaats hebbende daling aange
geven, nl. de omstandigheid, dat beide plaatsen
juist tegenwoordig de zamelplaatsen zijn van
botersoorten uit de zandstreken van Overijsel
en Drente, waar nu veel bij voeder wordt gege
ven, wat een ongunstigen invloed op de boter
uitoefent.
Wat den buitenlandschen boterhandel aan
gaat, deze is ook vrijwel onveranderd gebleven
bij de vorige week. De Friesche boter maakt
hierop een gunstige uitzondering, daar de prijzen
op de Friesche markten een aanmerkelijke stij
ging ondergingen. Sneek betaalde voor le soort
f45.en Leeuwarden f47.niettegenstaande
in het begin dei- week de stemming te Londen
nog onveranderd was. Het vermoeden ligt echter
voor de hand dat de stoomschepen, die de Aus
tralische boter aanvoeren en waarvan 13000 kis
ten (ieder a 56 pond) werden verwacht, door den
mist opgehouden zijn. Daardoor moest in de te
verwachten behoefte worden voorzien en hiervan
profiteerde de Friesche boter. Als de Australische
schepen echter arriveeren, dan is ’t weer gedaan.
De aanvoer van boter uit Australië bedraagt
tegenwoordig een vierde gedeelte van den tota
len invoer, wel een bewijs, dat men er rekening
mede dient te houden. Argentinische boter wordt
niet meer gezonden.
In Kopenhagen heeft men de noteering gelijk
gehouden en de prijs van de fijnste Deensche
boter, die deze week te Londen arriveert, zal
vermoedelijk 110 tot 114 sh. bedragen. Wanneer
de plotselinge behoefte in Londen echter eene
verhooging, al is die ook tijdelijk, veroorzaakt,
dan is het niet onmogelijk, dat ook te Kopen
hagen deze week de noteering opnieuw verhoogd
wordt.
BINNENLAND.
De voornaamste markten noteeren
Delft f 48,— a f 64,—
Leiden f 50,— f 60,—
Zwolle f 42,— f 49,—
Kampen f 44,— f 50,—
Leeuwarden f f 47,
Sneek f f 45,—
Bolsward f f 45,—
f 42,-
f 44,-
f .-
f
f
BUITENLAND.
Denemarken.
Kopenhagen, 10 Nov.
Noteering in Kronen1 kr. is 67 cent.
lste soort 98 Kr. stemming
Engeland,
Noteering in Shillings1 Sh. is 60 cent.
London, 7 Nov. 9698 sh.