I De Dochter van den Smokkelaar. GEMENGD NIEUWS. nog eens duizend Theodoor. Slot volgt. diq naar den dokter rijdt/ zei zij, kaliaee- Stoomdruk Firma B. Guperus Az,, Bola^ar^ IH hand.' schreven in uw engagementstijd en dien ik toevallig gevonden heb? »Oh Antisemitisme. Anti- semiet (tot een Israëliet). Ja, vrind, je moogt praten wat je wilt, maar een feit is het dat er geen baantje openkomt of jullie zit er achter. Israëliet. Zoo Antisemiet. Ja zeker, en ik zal het je bewijzen. Nauwelijks is de opperrabijn van Londen gestorven, en wie is z’n opvolger Een Jood Israëliet. Je hebt gelijk. MARKTBERICHT van BOTER. gen op haar stoel. „Ik wist wel, dat het gebeuren zou. Ik heb het hier gevoeld, al lang al lang,“ terwijl eene magere hand naar haar hart voelde. „Ja, hij zal smachten naar vrijheid en naar de bergen, als hij is opgesloten in de gevangenis. O, ik heb hem gesmeekt geen smokkelaar te worden, geen whisky te maken in ’t geheim. Zij moeten er alle maal om lijden, vroeg of laat". Hare oogen, vol tranen, zwierven in t rond en vielen op het avondeten, dat klaar stond. „Wat zal hij een honger hebben/ Er waren geen luidruchtige betuigingen, maar eene droefheid, even roerend als diep. Zij waren bergbewoners, van nature gedul dig, door alle levensomstandigheden er toe gevormd om te dulden en sterk te zijn. De wet straft niet alleen den smokkelaar, maar zij weegt zwaar op zijne vrouw en kinderen. Silury droogde hare oogen af en raakte haar moeder’s schouders aan, terwijl zij op vasten toon zei: „Ik moet vanavond nog naar Buckhorn Springs gaan, moeder? „Wat vroeg de versufte vrouw. „Ik moet vader zien; ik moet hem helpen om aan de douanen te ontkomen? „Jij Silury? Hoe zal je dat doen?* „Dat weet ik niet, terwijl hare lipped weer begonnen te beven; „maar ik moet het doen, ik moet 1“ Vrouw Cole staarde haar aan. Zij had alle vertrouwen op Silury’s moed en be kwaamheid, maar terwijl zij de hand van het meisje vatte, overviel haar een nieuwe angst. „Breng je zelf toch niet in gevaar, schatje. Ik en de kinderen, we zouden het niet over leven, als je vader en jij allebei weg waren? „Wees maar niet bang, moeder; ik kom weer bij u en breng vader ook mee? „Maar hoe zal je naar Buckhorn Springs komen „Ik zal er heen rjjden op Kit? Zij lag al geknield voor ’t vuur en stak eene flambouw aan, om mee naar buiten te nemen. Toen keek zij hare moeder aan met moedigen, teederen blik, De baard als hulpmiddel in het ont dekken van wijnvervalschingen. Een wijn handelaar had zich voor de rechtbank te Altona te verantwoorden wegens een tegen hem ingebrachte klacht, op kunstmatige wjjze Portwijn vervaardigd te hebben. Aan leiding tot deze aanklacht had het volgende grappige voorval gegeven. Een restaurateur te Heide (in Dithmarschen) had van den handelaar „echten Portwijn" gekocht voor mark 1.50 per flesch. Toen nu een bejaarde klant, wiens haar en baard sneeuwwit waren, eenige teugen van den wijn gedronken had, ging er plot seling onder de aanwezige bezoekers een luid gelach op, want de witte baard van I. Silury Cole wierp nog eenige pijnappels op het vuur en stapte naar de deur, om uit te kijken in den nacht, scherp luisterend naar het eerste geluid van haar vaders voetstap pen op den harden bergweg. Twee dagen lang hadden de douanen de bergen door kruist en het hart van vrouwen en kinde ren was zwaar van angst en schrik. De pijnappels ontvlamden en brandden helder op, hun licht werpende op het meisje, van het hoofd tot de voeten, op haar glan zig haar, zwart als de nacht, op het profiel van haar gezicht, dat, voor een meisje van veertien jaar, eene ongewone mate van ka rakter uitdrukte, op haar zeer primitief ge maakte japon van blauw geruit katoen. De dansende vlammen, die de zwarte diep ten van den haard aanvullen, verlichtten ook de lage kamer, grillende schaduwen werpend achter het weefgebouw en spinne wiel, flikkerend om de vlaskopjes van de drie kinderen, die op het lage rolbed lagen te slapen, lichtend over de mand met koren, gereed om gepeld te worden voor den molenaar, en zelfs over de tafel en de een voudige toebereidselen voor het avondeten. Vrouw Cole zat in den hoek aan het eene eind van den platten steenen haard te rooken en stilletjes te peinzen. Zij was een kleine, er ziekelijk uitziende vrouw, met ingezon ken oogen en scherpe, fijne trekken. Zij zat, voorover geleund, met de kin in de hand, in het vuur te staren. Een stuk hout was afgebrand en viel zacht op de kolen er onder. Zij schrikte en keek naar Silury. „Komt hij, Silury?" „Nog niet moeder? Zij stopt hare pijp weer en legde er een gloeiende kool op, terwijl zij langzaam het hoofd schudde. „En dat zal hij ook wel niet voor de douanen weg zijn? „Maar weet ge dan niet, moeder, dat vader nooit langer dan twee dagen achtereen weg blijft? Denk maar eene, toen hij fluitend kwam aanloopen, met zijn geweer op den schouder, terwül de douanen daar al aan kwamen bij den molen, zei Silury, nog rend, maar een rimpel door den vreesdij k- sten angst daar getrokken, vertoonde zich tusschen hare donkere wenkbrauwen. Het geluid kwam beneden uit de vallei, niet boven van de bergen. Ieder oogenblik kwam het nader, blijde of droeve tjjding brengend aan een eenzamen bewoner der hoogte, want niemand trok ooit op die manier over de bergen, alleen voor genoegen. Hoe snel, hoe regelmatig vielen de met ijzer geschoeide voeten op den bodem, nu helder en duidelijk als zjj langs den bergwand gingen, dan bjjna verdoofd, als zij zich verloren in den hollen weg. De groote, leverkleurige hond, die op den drempel lag, stond op, snoof de lucht op en liet een droevig gehuil hooren. „Misschien zijn het de douanen," mompelde vrouw Cole, onrustig. „Of is er iemand gestorven en koühen zij zijn familie halen," zei Silury, op verschrik ten toon. Zij hoorde de hijgende ademhaling van het paard dat met langzamer pas den hollen weg achter het huis doorkwam, en zag de omtrekken van den ruiter toen hij om de heining van den tuin heenkwam. Terwijl hij door de smalle streep licht heenreed, die uit de open deur over de lage schutting viel, herkende ze een buurman uit de vallei. Hij hield nauwelijks stil, terwijl hij opgewonden riep „Silury, de douanen hebben je vader inge rekend, hem gepakt in Jimson’s Brake, met Pelig White en een van de Davis. Van avond komen ze voorbij Buckhorn Springs? En toen ging hij zjjns weegs, om het droef bericht te brengen naar nog verderaf lig gende woningen, en een groote stilte scheen neer te dalen op de helling der bergen. Silury en haar moeder keken elkaar sprakeloos aan, en toen streek vrouw Cole zich met bevende hand en vol verwarring over het gelaat. „Wat heeft hij toch gezegd, Silury? Het schijnt wel of mijn hoofd vanavond niet heel helder is." „Hij zei" zij ademde diep en snikte: „O, moeder, de douanen hebben vader ge vangen. Wat zullen wij doen, wat zullen wij doen Arme vaderHij zal het bester ven, als ze hem in de gevangenis zetten in eene uitbarsting van wanhopige smart. Vrouw Cole zat nog meer voorover gebo- den gast was duidelijk rood gekleurd; af- wisschen met een doek hielp niet; deroode, iets naar het groen trekkende kleur was niet weg te krijgen. De leverancier van den wijn werd daarop beschuldigd van een vergrijp tegen de wet op de voedingsmiddelen. Het bleek dat de wijn afkomstig was van een kuip, waarin men op rozijzen heet water bad gegoten met een geringe hoeveelheid echten Portwijn, welk mengsel met aniline gekleurd was ge worden. De rechtbank veroordeelde den knoeier tot een boete van 100 mark. (Mdbl. t. d. Verv.) Een tooverproces. De heer Maskelyne, een bekend Londensch goochelaar, heeft een interessant proces verloren. Men heeft voor 30 jaar een kist uitgevonden, waaruit iemand ongemerkt verdwijnen kan, en heeft daarmee zijn grootst succes behaald sedert hij goochelaar van professie is. Nog heden voert hij bij zijn voorstellingen in de „Egyp tian Hall" het kunststuk met de kist uit. De kist wordt dan met touwen dichtgebon den en met een zak omhuld, nadat een man in de kist is gekropen. Wordt deze weer geopend, dan is de man er uit ver dwenen. Maskelyne biedt bij elke voor stelling ieder, die het geheim der kist ont hult, 500 pond sterling aan. De heeren Sonns en Stollery, die een voorstelling van Maskelyne hadden bijge woond, lokten de 500 pond aan en zij pro beerden ook een kist te maken, waaruit een man kon verdwijnen. Eindelijk gelukte het hun en toen begaven ze zich naar Maske lyne, deelden hem hun uitvinding mee en eischten de 500 pond. Maskelyne echter be weerde dat het geheim van hun kist nog volstrekt niet het geheim was van zijn kist, en als men de 500 pond wilde ver dienen, moest men dit ontdekken. Hiermee waren de uitvinders niet tevreden en klaag den hem dus aan. Bij de gerechtelijke be handeling bestond het publiek voor een groot deel uit goochelaars; drie geheimzin nige kisten stonden in de zaal en de rech ter had, om zich te oriënteeren, zich toover- boeken aangeschaft. De bekl. Maskelyne verklaarde, dat hij niet van zins was 500 pond te schenken aan iemand, die het kunststuk zelf nadeed, want een kist, die daarvoor noodig was, kon men voor 25 shillings in een winkel voor goochelingredienten koopen, maar hij wilde slechts aantoonen dat het geheim van zij n uitvinding onoplosbaar was. De aanklagers beweerden echter, dat ze met hun kist het zelfde konden verrichten als Maskelyne met de zijne. Getuigen verklaarden het geheim van de kist niet te doorgronden. Een mecha nicus vertelde dat hij de kist 14 dagen lang tevergeefs had onderzochtachter het ge heim kon hij niet komen. De jury besliste echter dat de aanklagers recht hadden op de 500 pond. Hoe lady Helen Martin tooneelspeel- ster werd. Een overmoedige meisjesstreek heeft de beroemde Engelsehe tooneelspeel- ster lady Helen Martin, geb. Faucitt, die onlangs gestorven is, tot het tooneel ge bracht en haar zoodoende een schoone toe komst bereid. Zij zelf vertelde daarover eens in een interessant opstel het volgende „Op een warmen zomernamiddag wan delde ik met mijn zuster, die later een flinke tooneelspeelster werd (mrs. Brand), aan de oevers van de Theems. We waren beiden nog zeer jong en een paar overmoedige meisjes. Toen we zoo in den brandenden zonneschijn voortliepen, kwamen we ook langs het theater in Richmond. De deuren stonden openkort te voren was er repe titie geweest en in de koele ruimte zochten wij beschutting tegen de hitte. We liepen eerst een poosje rond en klommen eindelijk lachend, terwijl zij dacht aan zijne stout moedigheid. „Vader is niet gauw bang? „Dat is waar, en ik weet ook nog welk een honger hij toen had," murmelde hare moeder, terwijl een flauwe glimlach een oogenblik haar vroegtijdig gerimpeld gelaat verhelderde. Silury keek over haar schouder naar den pot met aardappelen, dampend op den haard, en de koekepan met pas gesneden repen spek, klaar om op het vuur te zetten. Hare toebereidselen waren alle gemaakt. Als hij kwam zou het maar een paar minuten duren, voor zij hem een dampend warm avondmaal kon voortzetten, waarvan hij zooveel hield. „Zijn de kinderen goed toegedekt vroeg haar moeder, met een blik naar het bed. Deze Octobernachten worden koud? Silury stapte naar den anderen kant der kamer en stopte den deken om de kleine slapers heen. Geen wonder, dat haar gezicht was als dat eener volwassene, dat al hare bewegingen al zoo iets vrouwelijks hadden de zorgen voor het gezin kwamen bijna alle op haar neer. Zij was de trots van haar vaders hart, hare moeder steunde op haar, en de jongere kinderen rekenden er altijd op, dat zij hunne behoeften vervullen zou. Vrouw Cole nam eenige minuten lang bare vorige houding weer aantoen hief zij eensklaps het hoofd op de angst deed hare doffe oogen schitteren. „Silury, het lijkt mij toe, dat ik iets hoor", fluisterde zij snel. Het meisje snelde weer naar de deur en keek naar buiten, met eenigszins gebogen hoofd, eene hand aan het oor, in luisterende houding. Een wind kwam aanrollen langs de zwarte, dicht aangesloten rotspunten, zoo hoog zich verheffend boven de kleine hut, zoo scherp afstekend tegen den sterrenlich ten hemel, en snelde in dwarlende vaart naar de vallei. De koe knabbelde aan de droge korenhulzen in eenen hoek van den stal, en Kit de muilezel sloeg onrustig met zijn hoef tegen de staldeur. Maar geen dezer geluiden had vrouw Cole verontrust, dien angst in haar gewekt. Heel in de verte hoorde Silury geregelde hoefslagen op den drogen, harden weg, als van een paard, dat pas beslagen was en tot den uitersten spoed werd aangespoord. „Ik denk, dat het niets is dan iemand, op het tooneel. De decoraties waren nog in orde aan den eenen kant verhief zich een balcon. Alles was stiler was geen mensch te zien. Mijn zuster riep plotseling uit: „Maar dat is als gemaakt voor Julia’s ren dezvous. Klim jij op ’t balcon en speel het dochtertje van den ouden Capulet, dan zal ik jouw Romeo zijn We lachten en schertsten over dezen in val, maar brachten hem ook ten uitvoer, waarbij ik mijn zuster souffleerde. Toen zetten we onze wandeling weder voort. Naar ik later vernam, hadden wij toch een toe hoorder gehadden directeur van het the ater in eigen persoon. Hij had de stemmen der overmoedige indringsters gehoord, was toen naar zijn particuliere loge gegaan en had van daar uit de zonderlinge „Juliade" gehoord. Ik moet hem bevallen zijn, want hij wendde zich tot mijn bloedverwanten en vertelde hun, dat iK voor het tooneel geboren was, prees mijn stem, mijn figuur, kortom, hij wist door te zetten, dat ik de buteerde. Ik had succes en kwam, toen ik nauwelijks mijn zeventiende jaar overschre den had, aan het Coventgarden-theater om weldra met Charles Kemble samen „Romeo en Julia" te spelen. Een bepaling op hef fietsen. In de Berl. Lok. Anzgr. komt de volgende mede- deeliug voor, die zeker zelfs de hartstoch telijkste wielrijders zonderling zullen vinden: Eenige wielerclubs te Berlijn hebben de bepaling gemaakt, dat de leden hun rijwiel niet reeds in huis maar eerst op straat mogen bestijgen. Het is namelijk reeds dik wijls voorgekomen, dat fietsers, die in een snel tempo de deur uitstormden, personen, die juist voorbijkwamen, omver redeu en kwetsten. Door bovengemeld besluit trach ten de clubs de gewoonte dier „wilden" tegen te gaan. Gelukkig hebben we dergelijke overdreven uitingen van „fiets-manie" bij ons nog niet vaak kunnen opmerken en zullen bepalingen daartegen ook nog wel niet noodig blijken. Een tandentrekkerij met hindernissen. De bekende Engelsehe tandarts Sir Edwin Saunders verhaalde onlangs op een tand- artsen-congres de volgende anecdote uit zijn beroepsleven. Onder de talrijke vorste lijke personen, die Saunders reeds behan delde, bevond zich ook Ismael Pacha de overleden vice-koning van Egypte. Deze werd bij een verblijf in Engeland door kies pijn gekweld. Men haalde Saunders er bij en deze vond dat de Pacha een prachtig gebit had, alleen was er een slechte kies bij. Ismaël verlangde dat deze getrokken zou worden. Toen Saunders bij den sultan kwam, beval hij diens dienaren warm en koud water gereed te houden. De Pacha werd door zijn, geheele gevolg omgeven, waaronder zich ook een Fransche en Turk- sche dokter bevonden. De vorstelijke patient had echter een zoo enormen omvang dat het den tandarts onmogelijk scheen, tege lijk met de eene hand ’t hoofd van den patient vast te houden en met de andere de operatie uit te voeren. Hij vroeg daarom den Franschen dokter het hoofd van den Pacha vast te houdendoch deze weigerde dit grifweg. Toen zou dan de Turksche het doen, maar ook deze wilde niet, en vroeg eerst den vizier om raad. De Egyp tische heeren beraadslaagden eenige oogen- blikken, daarop verklaarden ze Saunders, dat geen der aanwezigen hoog genoeg in gezag was om Zijne Hoogheid aan te raken. Saunders moest het dus, zoo goed en zoo kwaad als het ging, alleen met den Pacha klaarspelen en gelukkig gedroeg deze zich zeer kalm bij de operatie. Alleen weigerde hij een der glazen met water te gebruiken om zijn mond te spoelen, daar misschien een ongeioovige het had aangeraakttwee zwarte dienaren werden geroepen, die den Pacha een langen pijp in den mond staken, waardoor zij hem uit een gouden schaal water in den mond goten. Saunders was toch blij toen het zaakje was afgeloopen. Te Johannesburg heeft zich een kaf fer gevestigd als fotograaf! Te Neuville, bij Charleroi, is de wedu we Flament overleden, die haar geheele vermogen, dat meer dan een miilioen francs bedraagt, heeft vermaakt aan het stedelijk armbestuur van Charleroi, onder voorwaarde dat eiken dag een halve franc moet worden uitgekeerd aan haar keukenmeid, die daar voor den hond der overledene moet onder houden. Om gemakkelijk zijn huur te betalen. Iemand plaatste de volgende advertentie in de courantHem, die mij 10 cent stuurt zal ik een middel mededeelen teneinde zich gemakkelijk geld te verschaffen om zijn huur te betalen. Een groot aantal dubbeltjes werd hem toegezonden. De slimmerd voldoet hiermede zijn huisbaas en stuurt aan alle dubbeltjes- inzenders deze circulaire „Doe zooals ik? Dezelfde gedachten. Ze zaten in de sociëteit en hadden het (’t was al laat op den avond geworden) over het op elkaar gaan gelijken van man en vrouw. „Ik durf te zeggen," zei een van de aan wezigen, dat man en vrouw wanneer ze jaren samen leven zelfs dezelfde gedachten heb ben? „Jawel," stemde een ander toe. „Mijn vrouw zal er nu juist over denken wat ze zeggen zal als ik zoo laat thuis kom en dat doe ik ook? Dat moest wel. Wat is die Hendriks een algemeen ontwikkeld man. Hij weet over allerlei wetenschapelijke onderwerpen mee te praten. Hij heeft vijf jongens die examen hebben gedaan. Tableau. Mama had een rose brief op de kamer van haar dochter gevonden en in haar tegenwoordigheid las zij het aan papa voor. „Mijn dierbare engel..." „Wat, riep de oude man uit. „Begint het zoo Moet mijn kind zulke briefjes ont vangen! Schandelijk Maar ga door? Ik kan je niet beschrijven hoe geluk kig ik ben... „Waarom probeert dat uilskuiken het dan Ga verder? den healen nacht heb ik aan jou ge dacht... „Sentimenteel is hij dan ook al? alleen nu en dan gehinderd door de gedachte aan de koppige oude, die zich tegen onze vereeniging verzet... „Wat koppige oude? Ben ik dat? Wat, durft dat jongemensch mij... Geef mij dien brief eens Laat eens zien. Met duizend en kussen je dierbare. 10 Mei 1870. Maar wat deksels! Dat is mijn eigen d? Dat is het ook pa," verklaarde de dochter, t Is een brief dien u aan ma hebt ge- u n4 Wanneer wij, zooals gewoonlijk bij ’t begin van ons overzicht, een blik slaan op het verloop der markten, waar de détailverkooper in zijne behoefte aan boter voorziet, dan moeten wij weder constateeren dat er opnieuw de afgeloo- pen week een histelooze stemming heeft ge- heerscht. En toch is de aanvoer minderende, hoewel niet zoo sterk als soms om dezen tijd van het jaar gebeurt. Bovendien is de qualiteit tegenwoordig zeer bevredigend, want het gun stige herfstweder werkt den aan voer van zuivere grasboter steeds in de hand. Bij ongunstiger weder kan de boer niet zooveel en niet zoo lang profiteeren van den grasvoorraad die, ten slotte gemaaid, het vee op stal wordt toegediend, en hoewel men het steeds zoo lang mogelijk laat voorkomen dat men zuivere grasboter aanbiedt, toch is ’t product dan afkomstig van gras ge voerd met hooi. Delft en Leiden konden hunne noteering gelijk houden evenwel moesten Zwolle en Kampen respectievelijk 2 en 1 gld. laten vallen. De oor zaak hiervan hebben wij de vorige week bij de toen ook reeds plaats hebbende daling aange geven, nl. de omstandigheid, dat beide plaatsen juist tegenwoordig de zamelplaatsen zijn van botersoorten uit de zandstreken van Overijsel en Drente, waar nu veel bij voeder wordt gege ven, wat een ongunstigen invloed op de boter uitoefent. Wat den buitenlandschen boterhandel aan gaat, deze is ook vrijwel onveranderd gebleven bij de vorige week. De Friesche boter maakt hierop een gunstige uitzondering, daar de prijzen op de Friesche markten een aanmerkelijke stij ging ondergingen. Sneek betaalde voor le soort f45.en Leeuwarden f47.niettegenstaande in het begin dei- week de stemming te Londen nog onveranderd was. Het vermoeden ligt echter voor de hand dat de stoomschepen, die de Aus tralische boter aanvoeren en waarvan 13000 kis ten (ieder a 56 pond) werden verwacht, door den mist opgehouden zijn. Daardoor moest in de te verwachten behoefte worden voorzien en hiervan profiteerde de Friesche boter. Als de Australische schepen echter arriveeren, dan is ’t weer gedaan. De aanvoer van boter uit Australië bedraagt tegenwoordig een vierde gedeelte van den tota len invoer, wel een bewijs, dat men er rekening mede dient te houden. Argentinische boter wordt niet meer gezonden. In Kopenhagen heeft men de noteering gelijk gehouden en de prijs van de fijnste Deensche boter, die deze week te Londen arriveert, zal vermoedelijk 110 tot 114 sh. bedragen. Wanneer de plotselinge behoefte in Londen echter eene verhooging, al is die ook tijdelijk, veroorzaakt, dan is het niet onmogelijk, dat ook te Kopen hagen deze week de noteering opnieuw verhoogd wordt. BINNENLAND. De voornaamste markten noteeren Delft f 48,— a f 64,— Leiden f 50,— f 60,— Zwolle f 42,— f 49,— Kampen f 44,— f 50,— Leeuwarden f f 47, Sneek f f 45,— Bolsward f f 45,— f 42,- f 44,- f .- f f BUITENLAND. Denemarken. Kopenhagen, 10 Nov. Noteering in Kronen1 kr. is 67 cent. lste soort 98 Kr. stemming Engeland, Noteering in Shillings1 Sh. is 60 cent. London, 7 Nov. 9698 sh.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 4