NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWABö m WONSERABEEt InstmctievoordeBaanveflers. Winteravondkout. 1 No. 100. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898. K, i DONDERDAG 15 DECEMBER. BINNENLAND. i VOOB Prov. Geld. Crt. r' ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. 1 I ft I w De noodzakelijkheid van het presteeren van kassiersdiensten door den Staat is niet aan te nemen, omdat de tarieven der kas siers-instellingen, door onderlinge concurren tie, zeer laag zijn gesteld. Op grond van het bovenstaande wordt der Tweede Kamer verzocht „het daartoe te leiden" dat de Staat zich voortaan uit sluitend zal belasten met het incasseeren van wissels op die plaatsen waar geen kas siers gevestigd zijn, nmdat hierin door par ticulieren niet voldoende kan worden voor zien en voor het geval dit verzoek niet voor inwilliging vatbaar mocht zijn, hetin- vorderingsrecht zoodanig te doen wijzigen, dat de Staatsbemoeiing in dezen geen na deel voor de schatkist oplevert, het met de incasseeringen belaste personeel voldoende kan worden beloond en aan de kassiersin- stellingen geen doodende en onnoodige con currentie wordt aangedaan. Sneek, 13 Dec. ’t Was weer alles be halve levendig vandaag op onze markt. Van het melkvee, dat we anders niet meer zou den noemen, werden nog eenige puike diertjes verkocht aan een buitenlander (we gelooven een Vlaming). In vette kalveren was de omzet zoo treurig mogelijk; in wolvee kon de handel prijs houdend worden genoemd. De handel in varkens, die niet ’t minst was, liet toch veel te wenschen. Nuchteren kalveren, waarvan ruim 60 waren aangevoerd, vonden nog ge- reeden aftrek tegen 5 tot 9 gld. per stuk. Vet rundvee le kw. gold 25 26 ct., vette kalveren 29 a 30 ct.eenjarig wolvee werd voor Londen opgekocht tegen 22 23 ct. en export-varkens gingen tegen 15!/i en 16’/i ct. levend per KG. naar Rotterdam, Assen, eto. De dagen worden in dezen tjjd van het jaar steeds korterde nacht dekt reeds snel na den middag ons land met zijn valen sluier, dien bij even weinig uren voor dat de zon haar hoogste toppunt aan den hemel bereikt, weder met trage hand wegtrekt. De avonden worden vervelend lang en de ochtenden daarentegen tekort voor het verrichten van het noodzakelijke, ’t Kunstlicht moet ons helpen aan ’t geen de natuurlijke bron van slichtverschaffing ons onttrekt. Velen zien met een onaangenaam gevoel op tegen de lange winteravonden. Zeer zeker niet zij, die de middelen en de gelegenheid bezitten om aan de winteravond-vermakelijk- heden deel te nemen, welke hun in grootere steden ruimschoots worden aangeboden. Voor ben is de wintertijd een tijd van weelde en genot, maar tegenover deze laat mij hen voor ’t oogenblik eens gelukkigen noemen zijn er millioenen meer, voor wie de winter eene nare tjjd is. Dan wordt door vele armen honger en koude geleden, zonder eenig bijge- not van het levenniets is er om hen op te wekken uit de doffe neerslachtigheid, dan nu en dan een vonkje van bemoediging en hoop. En tusschen die rijken en die armen bevindt zich de groote schaar van hen, die wel geen gebrek hebben aan het noodzakelijke, maar ^och aan alle opwekking en afwisseling. ft. zijn in de oogen van hem, die haar heeft leeren waardeeren. Daarom, een meisje moet zich niet laten verontrusten door het bewust zijn, dat zij minder schoon van uiterlijk is dan hare zusters of vriendinnen, maar er naar streven dat gemis aan te vullen door goed, door wezenlijk vrouw te zijn. Velen werpen zich op kunst of wetenschap, in de hoop door deze redding of althans voldoening te vinden. Ach, wat baat het een meisje, dat zij in een van beiden een man evenaart of zelfs te boven streeft Wat baat het of zij de heele wereld heeft en de liefde mist Al de rest is wereldsch, is vergankelijk, maar de liefde is oneindig en eeuwig. En liefde, zie, die kan zij zich verwerven zelfs zonder talentin vele gevallen kan men van wezenlijk beminde, talentvolle dames zeggen, dat zjj zich liefde hebben verworven niettegenstaande hun talent en hunne studie. Want beiden zijn niet geschikt de vrouw op te voeden tot beminnelijkheid, en de schoonheid kan wel voor een tijd den man boeien, maar slechts het eeuwig vrouwelijke trekt ons, mannen, aan en kluistert ons voor altijd met on verbreek bare banden. 'Toen ik de pen op het papier zette was ik van plan naar aanleiding van de komende lange winteravonden over sprookjes te schrij ven. Maar ik heb al schrijvende mijn on derwerp in den steek gelaten. Ik hoop, dat dit geene teleurstelling voor den lezer zal zijn, trouwens, ik denk tjjd en gelegenheid te hebben over de sprookjes later iets in het midden te brengen. een hoofdprijs was gevallen, welk stuk ver moedelijk in bezit was van den landbouwer. Deze laat den vreemdeling het nummer zien en ja wel, hij was de gelukkige bezitter indien hij nu maar f 150 betaalde, dan was de zaak in orde en zou de prijs na enkele dagen worden thuis gebracht. Onze boer vertrouwde de zaak niet, waar op werd overeengekomen, dat hij op het „kantoor" te Amsterdam zou komen. Op den bepaalden dag werd hij van het station gehaald en op hun (zoogenaamd) kantoor werd hem de eisch herhaald, terwijl uit ver schillende stukken bleek, dat op dat nummer werkelijk de prijs was gevallen. De buitenman liet zich echter niet pak ken, verliet de „heeren" en informeerde bij een bekend adres naar zijn geluk, waar hem alras bleek, dat hij met een paar op lichters te doen heeft gehad. Het tijdschrift „Das Wetter" bevat de volgende opmerkingen omtrent het talent der bijen als weer voorspellers Komen de bijen niet uit de korven, dan komt er regen, zelfs dan wanneer het weer zeer mooi is. Begeven de bijen zich, zelfs bij het prach tigste weer, plotseling bij troepen naar de korven, dan is storm te wachten. Omgekeerd, wanneer de bijen ’s mor gens uitgaan, niettegenstaande het weer mistig is, dan zal de zon spoedig doorbre ken en ’t mooi weer worden. De bijen zouden zelfs de gave bezitten om van het begin van den herfst af te voor spellen of de winter al of niet streng zal zijn. Staat een strenge winter voor de deur dan sluiten de bijen den ingang met was dicht en laten slechts een zeer kleine, nauwelijks waar te nemen opening over. Zal de winter zacht wezen, dan laten zij den ingang wijd open. Dertien Frieschekassiersfirma’s hebben aan hunne collega’s in ons land een ontwerp- adres aan de Tweede Kamer ter ondertee- kening toegezonden, waarin gezegd wordt, dat de groote vermeerdering van het getal en het bedrag der door de posterijen geïnde wissels, een gevolg van het door de post administratie te laag gestelde invorderings- recht, op den duur nog belangrijk zal toe nemen en daardoor het kassiersbedrijf ern stig wordt bedreigd. Het adres zegt, dat het bestaande tarief te laag is, hetgeen ook de postadministratie zal moeten erkennen. Dit blijkt ook hieruit, dat aan vele kantoren geen voldoend per soneel daarvoor is aangesteld, en dat de postbeambten, die met het incasseeren zijn belast, deze werkzaamheden dikwijls in hunnen vrijen tijd moeten verrichten. Ook verlangt het wissel betalend publiek niet de tusschenkomst van den Staat als kassiers. Dit toont het adres. De handelaars maken gebruik van het lage posttarief, dit is te begrijpenmaar het is de vraag of ze recht hebben op der gelijke faciliteiten, die den Staat financieel nadeel toebrengen. De noodzakelijkheid Brand te 's-Gravenhage. Uit Den Haag wordt gemeld De verschrikkelijke brand van de brood- en meelfabriek heeft meer slachtoffers ge- ëischt dan bekend werd. Van de twee brandwachts, die zwaar gewond naar het Gemeente-Ziekenhuis zijn overgebracht, is een hunner, Sekeleris, kort na aankomst overleden. De toestand van zijn kameraad, Verkruijsen, is bedenkelijk. Bovendien hebben nog twee brandweer mannen hun plicht met den dood moeten bekoopen. Staande op het zinken dak van het lager gelegen ketelhuis, om dit door spuiten te bewaren voor het alles vernieti gende vuur, werden zij bedolven onder het puin van den instortenden hoogen zwaren muur van den achtergevel van de fabriek. Aan redden viel niet te denken. Maandagochtend kon men de plaats des onheils beter overzien, en niet tegenstaande het dreigend gevaar van muren, die elk oogenblik konden omvallen, toog men ijverig aan ’t werk, en vele rappe handen trachtten de beide brandwachts van onder de enorme steen- enzinkmassa’ste voorschijn te brengen. Twee over een muurtje neerhangende slan gen wezen de werklieden den weg aan naar de plek, waar de spuitgasten, slachtoffers van hunnen plicht, bedolven lagen. Omstreeks half negen werd de koetsier- brandwacht, Brouwer, ongehuwd, van onder het puin, met gebroken schedel en andere verwondingen, gehaald. Op dit oogenblik was men nog bezig naar den vermoedelijk tweeden doode te zoeken, den brandwacht 3a kl. Rem. Thans is ook het lijk van den nog ver misten brandwacht Rem te voorschijn ge bracht uit de puinhoopen der machinekamer van de Brood- en Meelfabriek. Het lichaam was geheel verpletterd. Het lijk is onmid dellijk naar de Algemeene Begraafplaats vervoerd. De brandwacht Verkruysen, het vierde slachtoffer van den brand in de broodfabriek is in het ziekenhuis aan zijne wonden over leden. Een woesteling. Te Enschede is een man gearresteerd, die op een fabrikant, van wien hij een huis bewoonde en daar door den deurwaarder uitgezet was, vijf revolver schoten gelost had, zonder hem echter te treffen. In een woning in de Oostfaavenstraat te Leiden is het lyk van vrouw J. gevon den. Uit de schouwing bleek, dat de vrouw gestorven is aan een beroerte tengevolge van drankmisbruik. Een 11-jarig zoontje der vrouw viel gisterenavond in de kamer, waar nog geen licht was ontstoken, bijna over het op den grond liggende Ijjk zijner moeder en waarschuwde daarna op straat menschen. (L. Ct.) Bij den landbouwer R., aan den IJweg te Haarlemmermeer, vervoegde zich dezer dagen een als heer gekleed persoon, die hem mededeelde, dat op een Oostenrijksch lot, gekocht door tusschenkomst van zeke ren commissionair in effecten, te Amsterdam, Evenwel deze klasse, de middenklasse, is de werkelijk gelukkige, tenminste ze kan het zijn. Zij loopen geen gevaar voor de krankheden, de teleurstellingen, de ellenden, door welke niet zelden de kunstmatige ge noegens van den winter betaald worden, en het hangt slechts van hen zelven af om in een huiselijken kring de reinste en gezegend- ste genoegens te smaken, die het leven den mensch schenken kan. Als het zonlicht heeft uitgeschenen, verzamelt zich het gezin in de huiskamer, waar ook nog wel plaats is voor hem en haar, die in staat is het geluk te waardeeren, wat eenvoudigheid, hartelijkheid en liefde kunnen aanbieden. De gast moet zich geen rechten aanmatigen in het huis gezin van den gastheer of der gastvrouw, zich niet als van betere klei gevormde willen doen gelden, maar, dankbaar voor zijne op name in den huiselijken kring, van zijn kant alles aanwenden om de goede verstandhou ding tusschen allen, den goeden toon en den aangenamen omgang te versterken of te bevorderen. Daartoe behoeft bij als hij een verstandig, welopgevoed mensch is zijne persoonlijkheid niet op te offerenhij heeft alleen zijne booze neigingen, slechte gewoonten en bekrompen begrippen den breidel aan te leggen. Gelukt hem dat niet, dan zal men zich zoo spoedig mogelijk van hem trachten te ontslaan. Gelukt het hem wel, dan zal hij niet alleen een gast zijn, wiens verschijning men met verlangen te gemoet ziet, maar ook en dat is geen gering voordeel in zedelijke waarde ont zettend veel gewonnen hebben. Zij, die eenig talent bezitten, hebben voor zulke avonden bijzondere voordeelen, want het staat aan hen ze zeer te veraangenamen. Door zang, muziek, declamatie, goochelen, zelfs door dans kunnen zij ontzaggelijk veel bijdragen tot het genoegen van alle anderen, mits, en dat geldt overal waar eenige men schen tot hun genoegen bij elkander zijn, zij wel in acht nemen niet alleen voor hun eigen genoegen daar te zijn, maar vooral van de anderen, zoo mogelijk van allen. Onhebbelijk is het in iemands gezelschap te zijn, die zijn virtuositeit zoo hoog stelt, dat, naar zijn gedrag te oordeelen, daar tegenover niets anders de aandacht verdient. Een per soon, die niet tevreden is als hij niet zingt, een instrument bespeelt, declameert enz., doet beter weg te blijven dan anderen te vervelen en daarbij nog hunne aandacht en complimenten te verwachten. Trouwens hij doet niets ter wille van dezen alles tot eigen genoegen en glorie. Als hij meer verstand en wereldkennis had, zou hij, zoo hij van zijn zelfzucht geen afstand kan doen, ’t best handelen in zijn eentje zich te verlustigen en zichzelf te prijzen en toe te juichen naar hartelust. Maar die dwazen, ze denken dat anderen nog dwazer zijn dan zij zelf. Het is misschien moeilijk, maar voor ieder die in een huiseljjken kring optreedt is vooral zelf beheerscbing een vereischte. In den regel geldt de hulde, die men aan den uitvoerder toezwaait, meer den persoon dan zijn kunst. Wij hebben mooie en rijke jonge dames, die afschuwelijk zongen en piano-speelden, hooren toejuichen als echte kunstenaressen, en een voudige, arme en niet zoo schitterende meisjes, die een wezenlijk mooi orgaan, studie en talent bezaten, zien behandelen op eene maar al te duidelijke wijze, dat ze slechts geduld werden. Daar is niets tegen te doen. Men kan dit kwaad aanwijzen, maar men zal het niet genezen. Men zal niet kunnen verhinderen, dat onder ’t gezang van een nachtegaal ganzen snateren, en het gebalk van een ezel of ’t geschreeuw van een pauw een koor van katten en honden tot ontstemmende geluiden opwekt. In den echten burgerlijk huishoudelijken kring, hopen we, zullen dergelijke in aan zienlijke huizen voorkomende blijken van onbeschaafdheid minder worden waargeno men. De omgang is er vertrouwelijker en hartelijkmen is er als eene familie bijeen. Jonge meisjes worden ook wel bet hof ge maakt, maar ’t is eene andere hofmakerij dan het flirten. De minder door de natuur met schoonheid bedeelde meisjes ondervin den dat gemis niet onophoudelijk, omdat ze gelegenheid hebben hunne goede geeste lijke eigenschappen en hoedanigheden te laten zien, of liever te laten raden, want ze pronken er niet mede, en die zich een weinig moeite heeft gedaan ze te leeren kennen, kon bijna altijd eene blijde overtuiging met zich nemen. Er zijn geen leelijke vrouwen, dan die ’t zichzelf maken. Eene vrouw die waardig is door gedrag, altijd vriendelijk in gebaar en woorden omdat zij een vriendeljjk ge moed heeft bescheiden zonder verlegen te zijn, gevat zonder dat ze tot scherpheid vervalt, die liever duldt dan verdrukt, en lijdt dan dat ze leed doet, ze kan niet leelijk ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Voor liefhebbers van het ijsvermaak plaat sen wij onderstaande door Burgemeester en Wethouders van Bolsward, den 30 November 1898 vastgestelde nieuwe INSTRUCTIE voor de baanve gers in de gemeente Bolsward. Art. 1. De baanvegers worden aangesteld door Burgemeester en Wethouders en dragen een onderscheidingsteeken. Art. 2. Zij moeten zorgen bij bruggen (indien er wegens te lage ligging dezer of bij onvoldoende sterkte van het ijs, niet door ot onderdoor kan worden gereden) bij over wegen of andere plaatsen, waar de rijder verplicht is het ijs te verlaten, hangbruggen of barten met leuningen doen aanbrengen, om den overgang te vergemakkelijken. Art. 3. Zij zullen zorgdragen en zulks ter beoordeeling van door den Burgemeester aan te wijzen personen dat op onveilige plaatsen voldoende bakens geplaatst worden, welke zullen bestaan in eene paal van 2 meter boven het ijs en waaraan een licht blauw geverfd bord van 50 a 40 centimeter is bevestigd, waarop met witte letters bet woord „Gevaar" duidelijk zichtbaar staat geschilderddeze bakens zijn te bekomen bij den Gemeente-Architect. Art. 4. Zij dragen zorg dat de reddings middelen steeds in goeden toestand zijn, zulks ter beoordeeling van den Burgemeester of door hem tot onderzoek gemachtigde per sonen. Art. 5. Op elke baan zal worden aan gesteld een baaninspecteur, die toezicht uit oefent op de baanvegers en den Burgemeester over den toestand van het ijs en de te nemen maatregelen rapporteert. Art. 6. Voor des morgens 8 uur moeten alle banen in de gemeente geveegd zyn, de baanvegers zullen daar tot een uur na zons ondergang verblijven en de banen geregeld schoon houden. Art. 7. De banen voor schaatsrjjden moeten minstens 1,70 breed zijn en indien mogelijk eene breedte van twee meter bereiken, voor paarden en sleden zal eene nieuwe baan worden aangelegd. Art. 8. Zij moeten de personen die van de ijsbanen gebruik maken voorkomend be handelen en zoo noodig behulpzaam zijn. Art. 9. Het is ten strengste verboden met bedreiging of op welke wjjze dan ook de schaatsrijders om geld lastig te vallen. Hij die zich daaraan schuldig maakt wordt onmiddellijk ontslagen. Art. 10. Bij ziekte of andere dringende verhindering om op hun post te zijn, moet daarvan tijdig aan den Burgemeester worden kennis gegeven. Art. 11. Zij moeten er ten strengste op letten dat niemand het ijs be vuile. Art. 12. Ieder baanveger ontvangt bij •zijne in diensttreding eene instructie die hij op aanvrage moet vertoonen en voor welker naleving hij, voor zooverre het zijn baanvak betreft, aansprakelijk is. Bolsvardsche Courant r—

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1