NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
Evangelina Cisneros.
Kg
BI
No. 101. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zeven en dertigste Jaargang. 1898.
te**
Uit de Raadszaal.
ZONDAG 18 DECEMBER.
BINNENLAND.
F
[tO'
VOOR
(Avdp.).
Ged. Staten, hou-
van hoofdelijken omslag.
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Vergadering
op Vrijdag 16 December 1898.
Episode uit den Cubaanschen opstand.
V- -<dfl
if J
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Makkuin, 15 Dec. Hedenavond had
alhier een treurig voorval plaats. Een vrouw
van middelbaren leeftijd, zou terwijl het in
de kamer donker werd, hare luiken sluiten
voor het venster. Pas is ze door de voor
deur in de gang gekomen of daar zijgt ze
ineen. Spoedig werd geneeskundige hulp
ingeroepen, doch de geneesheer kon niet
anders dan de dood constateeren.
Door een paar visschers werd heden
op de Waard alhier in zee een groot stuk
wrak gevonden van een schip. Door den
krachtigen wind en het hooge water in de
laatste dagen werd bet echter op het strand
geworpen. Daar het hout geheel van koper
voorzien is, moet het wel een stuk van een
groot schip zijn.
Surhuisterveensterlieide, 14 Dec.
„Trouwen is houwen/ zegt het spreekwoord,
’t Is echter niet altjjd een waar woord, wat
het spreekwoord zegt. Zoo was kort gele
den zekere O. V. alhier gehuwd en bij
zjne schoonmoeder gaan in wonen. Hij dacht
nu op kosten van schoonmoeder en vrouw
te leven en zelf weinig te doen. Toen er
nu niet te ruim opgedischt werd is hij, na
een 14 dagen het huwelijksgenot aldus te
hebben gesmaakt, er met zijn bundeltje
huisraad of zoo iets had hij niet gekocht
vandoor gegaan.
Kippeuburg, 14 Dec. Op de gisteren
alhier gehouden houtverkooping zijn voor
Mr. O. W. Star Numan te ’s Gravenhage
verkocht, 37 perc. eikenboomen, te zatnen
voor f 4315. Koop vlug. Verder voor de
familie Star Numan e.a. 40 perc. hakhout
te zamen voor f 2546. Koopers traag.
Balk, 14 Dec. Bij de heden gehouden
publieke verhuring (voor 5 jaar) bij opbod
van het logement boven de waag alhier, is
huurder geworden de heer J. Rijpkema,
logementhouder alhier, voor f 613 per jaar
Tot heden werd f 300 per jaar betaald
Hepk. Adv.Bl.
Aanvaring. Op de Maas bij het Kra-
lingsche Veer zijn, tengevolge van den feilen
wind, twee schepen met elkaar in aanvaring
gekomen, waardoor het eene, een met steenen
geladen tjalkschip, zonk. De opvarenden
konden zich bjjtjjds redden.
Sedert 9 Nov. j.l. werd te Zeddatn
gem. Berg vermist de dochter van den ver
ver S. aldaar. Dien dag was zjj het laatst
gezien in gezelschap van een ander meisje
op den weg tusschen ’s Heerenberg en Em
merik. Gisteren nu werd haar lijk uit den
Rijn in de nabijheid van laatstgenoemds
plaat» opgevischt.
Voogd van het Alg. Stadsarmenhuis
”1 en I, S.
-
de heeren H. Veen Pz., aftr. lid
Faber.
b. Lid der Damescommissie voor de hand
werken: de Dames C. E. Hettema—Tombeyl,
aftr. lid en T. Stockmann—IJpma.
c. Lid der Plaatsel. Schoolcommissie
de heeren P. de Jong, aftr. lid, J. Gorter
en J. Wesseling.
d. Bestuurslid der Stadsspaarkas de hee
ren A. Faber, aftr. lid en C. Bölger.
Ter visie om in de volgende vergadering
de benoeming te doen.
2. Voorstel van Burg, en Weth. omtrent
het innen van de marktgelden wegens staan
plaatsen enz. over 1899.
Burg, en Weth. hebben reeds in de memo
rie van toelichting bj de begrootingte kennen
gegeven, dat het in hunne bedoeling lag,
ook over 1899 de inning der marktgeiden
voor disschen enz. bij gaardering te doen
geschieden. Zij doen hiertoe thans het voor
stel, en tevens om met de inning te belasten
den agent le klas J. Gros tegen een be
zoldiging van f 25 per jaar.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
3. Benoeming van een tijdelijken Wet
houder.
Tot hun leedwezen waren B. en W. ge
noodzaakt dit derde punt op de agenda te
plaatsen, daar de ongesteldheid van den
Wethouder Oosterbaan nog geruimen tijd
kan duren, zoodat het voor den goeden gang
van zaken noodig is dit voorstel te doen.
De heer C. W. Eisma werd benoemd
met 6 stemmen, de heer P. Lunter bekwam
2, de heeren Schievink en Banning elk 1
stem.
De heer Eisma heeft geen bezwaar tegen
deze lijdelijke benoeming.
De openbare zitting werd daarop geschorst,
ter behandeling der reel, tegen den hoofdel.
omslag.
Tegenwoordig waren 10 leden. Afwezig
de heeren Oosterbaan, v. d. Weij en Lunter,
de laatste met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering werden
gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken
a. Een adres van den heer F. R. Feen-
stra, verzoekende voor vier te bouwen werk
manswoningen aan den Grooten Djjlakker,
vergunning tot het leggen van een riool
en het hebben van pad naar het bolwerk.
horizontaal over de breedte der straat en
het bovenste van den muur, totdat zj met
haar uiteinde het venster der cel raakte,
waarin Evangelina zich bevond. Deze had,
door dagen achtereen over aangezichtspjn
te klagen, van den geneesheer der gevan
genis een goede dosis morphine weten te
verkrijgen en ongemerkt des avonds te vo
ren in de koffie van hare vrouweljke me
degevangenen uitgestort, zoodat deze in
diepen slaap verzonken lagen.
Terwijl nu een van de twee helpers in
de straat op wacht bleef staan, klauterden
Decker en zjn metgezel over de ladder,
die een soort van brug vormde, totdat zjj
het venster van Evangelina’s cel hadden
bereikt. Nu kwam het er op aan om een
der jjzeren staven, waarmee het venster
was afgesloten, door te vjjlen. Het kostte
geweldige inspanning en geruimen tjd,
maar het gelukte. Het slanke meisje wrong
zich door de opening en zonder ongeval
op dien uiterst gevaarvollen tocht bereikte
het drietal, over de ladder voortschrijdend,
de woning van Decker.
Van daar snelde men, door de duisternis
begunstigd, naar een huis in een ander
gedeelte der stad, hetwelk Decker even
eens tot zijne beschikking had. Drie da
gen vertoefde Evangelina in dat huis en
nu moest beproefd worden haar ongemerkt
een stoomschip dat naar New-York ging
te doen bereiken. Daartoe verkleedde zjj
zich als een jong zeeman, wandelde be
daard met een sigaar in den mond naar
de haven, liet zich in een boot naar het
stoomschip Seneca brengen, betaalde haar
passage en mengde zich onder de andere
passagiers. Een angstig oogenblik door
leefde zjj nog toen Spaansche beambten
die de passen der passagiers nazagen
want zonder pas mocht niemand het eiland
verlaten ook den haren vroegen. Ook
daarvoor had Decker lang te voren gezorgd
door een pas aan te vragen voor een jong
zeeman, genaamd Juaii Solz en haar dien
mede te geven. Kalm reikte Evangelina
het papier ter inzage over. Gelukkig ke
ken de beambten haar niet al te nauwlet
tend aan. Alle passen werden in orde be
vonden, de beambten begaven zich van
boord, het stoomschip zette zich in bewe
ging... Evangelina was vrjj...
Toen het schip te New-York kwam
de mare van het voorgevallene was door
haar redder, die te Havana was achterge
bleven, derwaarts overgeseind werd
Evangelina door een groote menigte, waar
onder de aanzienlijksten der stad, afge
haald, gelukgewenscht en in eeiie voor
haar passende woning gebracht. Een week
later kwam ook Decker te New-York en
deze bracht het meisje naar Washington,
waar zjj met zoo mogeljjk nog grooter
geestdrift verwelkomd werd en de eer ge
noot door den president Mac Kinley ten
gehoore ontvangen, harteljjk begroet te
worden.
Ter visie.
b. Een resolutie van C
dende goedkeuring van het suppl. kohier
van hoofdeljjken omslag.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. Een missive van den heer G. Dyk
stra Sz., verzoekende ontslag als raadslid.
Aangenomen voor notificatie, en geren-
voyeerd aan B. en W. ter uitvoering.
De Voorzitter doet daarop nog de mede-
deeling, dat door B. en W. tot commandeur
der turfdragers is benoemd de heer L. Bonnet.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Aanbevelingen voor vacatures in ver
schillende colleges tengevolge periodieke af
treding.
In deze periodieke vacatures worden aan
bevolen
In Augustus 1897 ontstond in de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika een
groote opschudding, naar aanleiding van
berichten in het New-York Journal, over
de gevangenschap en schandelijke behan
deling van een meisje op Cuba. Aanzien
lijke vrouwen trokken zich de zaak aan
en richtten tot de koningin-regentes van
Spanje, Maria Christina, het verzoek om
de bewuste gevangene, Evangelina Cisne
ros, die enkel was veroordeeld door de
kuiperjjen van een gunsteling van generaal
Weyler, den toemaligen gouverneur van
Cuba, te begenadigen. Ook werd de voor
spraak van Paus Leo XIII ingeroepen en
zoo algemeen werd de beweging ten gunste
van het ongelukkige meisje, dat de koning
in-regentes van Spanje wel verplicht was
haar aandacht aan de zaak te schenken,
temeer, daar de Amerikaansche gezant te
Madrid er zich in ging mengen en ook in
Engeland zich vele stemmen begonnen te
verheffen.
Het spreekt van zelf, dat generaal Wey
ler van deze beweging niet onkundig bleef
en in een ingezonden stuk in het New-
York Journal trachtte hjj de rechtvaardig
heid van het vonnis, door den krijgsraad over
het meisje geveld, te bewijzen. Het weinig
steek houdende in zjjn betoog werd hem
echter door nieuwe artikelen in gemelde
courant ten duidelijkste aangetoond en werd
hem tevens onder het oog gebracht, hoe
een vrjjspraak van Evangelina noodzakeljjk
tengevolge moest hebben eene veroordee-
ling van zjjn gunsteling, neef van den toe
maligen minister van oorlog in Spanje, die
zjjn wraak aan het meisje had gekoeld,
omdat zjj op zekere voorstellen zjjnerzjjds
geweigerd had in te gaan.
Generaal Weyler ontving bevel van de
koningin-regentes het veroordeelde meisje
voorloopig uit de gevangenis naar eene in
richting van de Barmhartige Zusters te
Havana over te brengen en, mocht zjj al
schuldig zjjn, haar eene zachtere behande
ling te doen ondergaan, doch generaal
Weyler stoorde zich niet aan dit bevel en
Evangelina bleef in de gevangenis. Zjj
leefde geheel afgezonderd van de buiten
wereld, ja, het gerucht liep, dat generaal
Weyler valsehe getuigenissen trachtte te
verzamelen, op grond waarvan het meisje
zou worden veroordeeld tot 20 jaren ge
vangenisstraf te Ceuta in Noord-Afrika.
Zoo bleef dus elke poging, verzachting
te brengen in het lot der ongelukkige,
vruchteloos en daarom besloot de eigenaar
van het New-York Journal haar door list
de vrjjheid te bezorgen. In een zjjner cor
respondenten, Karl Decker, had hij het ge
luk een man te vinden, die de zaak met
geestdrift aanvatte en tot een gunstig einde
bracht, doch alvorens te verhalen op wel
ke wjjze Karl Decker het aanlegde om
Evangelina te verlossen, moeten we een
korte schets geven van hare levensgeschie
denis, om goed te doen uitkomen, aan
welke grievende onrechtvaardigheid de
machthebbers in Cuba zich tegenover haar
schuldig maakten.
Evangelina Cisneros werd te Puerto
Principe, de hoofdstad der provincie Cami-
guey op Cuba, geboren. Zjj had drie oudere
zusters en verloor reeds vroegtijdig hare
moeder.
Na den dood zjjner vrouw had haar va
der, die op eene suikerplantage in betrek
king was, zjjne woonplaats verlaten en zich
met zijne dochters naar Sagua La Grande,
eene havenstad op de noordkust van het
eiland, begeven, waar hjj een soortgelijke
betrekking als te Puerto Principe vond.
Op zekeren dag in Mei kwam hjj tehuis
zooals gewoonljk, doch stil en terugge
trokken. Evangelina begreep dadeljjk, dat
hjj het een of ander geheim met zich om
droeg.
Na afloop van den maaltijd riep hij zjne
■dochter bj zich en zeide, haar strak in
■de oogen ziende
„Kind, nog eens, geljk ik het vóór 25
jaren deed, wil voor Cuba’s vrijheid in het
strjjdperk treden
In de woning van Cisneros kwamen nu
de saamgezworenen allen Cubanen, be
halve één, een Mexicaan geregeld bj-
een, om over de uitvoering hunner plan
nen te beraadslagen.
Om in het oog der wereld aan deze bj-
eenkomsten een onschuldig karakter te
geven, zongen en dansten Evangelina en
hare zusters op de tonen eener gitaar, zoo
dikwjjls de eedgenooten vergaderden.
Op 22 Juni zou de opstand uitbreken.
doch daags te voren werd Cisneros door
twee Spaansche soldaten overvallen. Zjj
maakten zich meester van de papieren die
hij bij zich droeg en sleepten den ongeluk
kige, die zelfs zjne familie niet van het
voorgevallene mocht in kennis stellen, naar
de gevangenis: de Mexicaan had den Span
jaarden het plan verraden.
Eerst den volgenden dag vernamen de
meisjes wat geschied was.
Met veel moeite mocht Evangelina er
in slagen tot haar vader te worden toegela
ten en hoorde van hem, dat hj tot den
kogel was veroordeeld.
Op dit treurige bericht spoedde Evan
gelina zich naar den gouverneur van Cuba,
generaal Weyler. Lang bleven hare po
gingen, toegang tot hem te verkrjjgen,
vruchteloos. Eindelijk gelukte het haar.
Zj bad en smeekte den generaal om ver
zachting van het vonnis, dat ten slotte
werd veranderd in ballingschap naar het
naburige eiland Pines.
Evangélina en hare zuster Carmen moch
ten haar vader vergezellen en met hem de
ballingschap deelen.
Op het eiland Pines schenen betere da
gen voor de ballingen te zullen aanbreken.
Helaas, het tegendeel had plaats.
Tot gouverneur van het eiland werd
aangesteld kolonel Jose Berriz, van wien
het gerucht ging, dat hj zich door zijn
oom, den minister van oorlog in Spanje,
tot die betrekking had laten benoemen,
teneinde niet verplicht te zijn aan den
oorlog op Cuba deel te nemen.
Deze liet het oog vallen op de schoone
Evangelina en waagde het haar met schan-
deljke voorstellen lastig te vallen. Met
verontwaardiging wees zj hem telkens
terug.
Woedend over de ondervonden bejege
ning, liet hij haar vader in de gevangenis
werpen en dreef de vermetelheid eindelijk
zóo ver, dat hj op zekeren dag hare ver
trekken binnendrong en geweld aan haar
trachtte te plegen. Op haar hulpgeroep
schoten eenige Cubaansche ballingen toe
en werd de gouverneur zóo ongenadig toe
getakeld, dat hj bij mocht zijn, er het le
ven af te brengen.
Voor Evangelina had het voorgevallene
treurige gevolgen. De gouverneur liet haar
gevangen nemen en naar Havana voeren.
Daar werd zj in een donkeren kerker
geworpen, vond tot gezelschap het uitschot
der maatschappij en had allerlei beleedi-
gingen te verduren. En in dien kerker
zat zj maanden en maanden lang, totdat
eindJijk, zooals wj hierboven verhaalden,
pogingen werden beraamd om haar te ver
lossen.
Karl Decker, wien de eigenaar van het
New-York Journal had opgedragen Evan
gelina te redden, kweet zich uitnemend
van zijne taak.
Hj nam een tweetal mannen in dienst,
op wie hj wist te kunnen vertrouwen, om
hem later behulpzaam te zjn en begon on-
middell jk een studie te maken van de ge
vangenis, waarin Evangeline was opgesloten.
Het bleek hem, dat het gebouw door
een hoogen muur van de straat was ge
scheiden en dat het met jzeren staven
voorziene venster der cel, waarin het meis
je met een paar vrouweljke gevangenen
zich bevond, uitzag op dien muur en wel
ter hoogte van ongeveer het bovengedeelte
daarvan. Het toeval wilde dat aan de
overzijde der straat, die 3^2 M. breed was,
een kleine woning ledig stond en te koop
werd geboden.
Nu was het plan spoedtg gemaakt. Het
huisje werd gekocht en door Decker met
zjn twee gezellen betrokken. Na eenige
weken gedurende welken tjd de drie
mannen, om geen achterdocht te wekken,
zich gedroegen als leegloopers, die niets
wisten te doen om den tjd te dooden dan
met open ramen kaart te spelen liet
Decker een metselaar komen om een be-
langr jke reparatie aan zjn huis te verrich
ten. Natuurljk werd een ladder medege
bracht, die, als de metselaar ’s avonds ver
trok, tegen het huis bleef staan om haar
den volgenden morgen weder te gebruiken.
Die ladder zou het middel worden om
Evangelina te bevrjden.
Het meisje was reeds een poos te voren
door een briefje, hetwelk een der gevan
genbewaarders, daartoe door Decker omge
kocht, haar in handen had gespeeld, van
het voorgenomen plan in kennis gesteld
en, met opgave van het tjdstip waarop
het plan zou worden uitgevoerd, aange
spoord ook harerzijds die maatregelen te
nemen, welke tot het welslagen der onder
neming konden bjdragen.
Dat tjdstip kwam. In den afgesproken
nacht schoof Decker met behulp z jner ge
zellen de. ladder uit het dak z jner woning
«1
0
Bolswardsche Courant,
J
boi.swa.ro en wonseraoeel.