NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOtSWAR» EN WONSEB ABEEL
De wolvenvloek.
No. 5.
Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
BINNENLAND.
ZONDAG 15 JANUARI.
VOOR
g=S!
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Kimswerd, 13 Jan. 1899. De onder
linge Verzekering-Mij. van paardenhouders
in Wonseradeel, opgericht 12 Mei 1898,
mag zich in toenemende deelname verheu
gen. Waren er bij de oprichting ruim 180
paarden ter verzekering aangegeven, bij de
laatst gehouden opname en tauxatie bleek
dit getal tot 312 te zijn geklommen, ver
tegenwoordigende een kapitaal van 161430.
Het getal leden bedraagt 95. De omslag,
die, evenals de opname en tauxatie’s jaars
tweemaal (Mei en Nov.) plaats heeft, be
droeg het eerste halfjaar f 1,00, ’t tweede
f 0,60 van de f 100 verzekerd kapitaal, ter
wijl het eerste halfjaar van het 2de ge
nootschappelijk jaar f 0,90 moest worden ge
heven. Wonseradeel bezit 1000 a 1100
paarden.
Het Bestuur vleit zich, dat de deelname
nog steeds zal toenemen, wijl de admini
stratie zoo zuinig mogelijk geschiedt.
Heerenveen, 12 Jan. De man uit
Ooststellingwerf, zekere v. d. B., die j.l.
Dinsdag voor een week met achterlating
van vrouw en zes kinderen spoorloos ver
dween, onder beschuldiging dat hij te in-
tiemen omgang met een 14 jarig meisje
had gehad, heeft zich heden persoonlijk aan
het Paleis van justitie alhier aangemeld en
is in preventieve hechtenis gesteld.
Omtrent de ernstige snijpartij, j.l. Zondag
avond te Boijl, kan nader worden gemeld,
dat jalousie over een meisje de oorzaak was.
De vermoedelijke dader KI. M. is Maandag
avond gevankelijk naar hier opgebracht, en
in hechtenis gehouden. Van de twee ver
wonden, moet Jacob Verrain zorgwekkenden
toestand verkeeren langen tijd heeft bij be
wusteloos gelegen. Hem was een diepe steek
in de linkerzijde toegebracht. Heden is in
structie gehouden in deze zaak.
Hemelum, 12 Jan. Onder de burgerij
van ons dorp circuleert eene inteekenings-
lijst voor bijdragen ten behoeve kindervoe
ding. Bij voldoenden steun, bestaat bet plan
aan 40 arme leerlingen gedurende de win
termaanden dagelijks warm voedsel te ver-
Peter klom op een bankje en keek door
een reet boven in de deur. Hij kon dus
zien zonder gezien te worden en zoo dui
delijk hooren, dat hij de stemmen kon on
derscheiden.
Stilte, kameraden 1 brulde een stem,
die Peter herkende als die van den Fin
Bersek Thowold.
Luister, Peter Kostven 1 ging hij voort.
Ik vloek je omdat je een verrader, en een
gemeene kerel bent. Ik ben een Fin, en
heb macht over wolven. Ik vloek je, en de
wolven zullen jè aanvallen en je beenderen
afknagen. De wolvenvloek over je, Peter
Kostven
Katrina, die naast Peter op de bank
stond, was zoo verschrikt, dat zij een door
dringenden gil liet hooren, en als Peter
haar niet had gegrepen zou zij tegen den
grond zijn geslagen.
De goede Katrina, zei de Fin, die
haar gil had gehoord, behoeft niet te vree-
zen. Geen leed zal over haar komen, noch
over haar kinderen. Peter Kostven treft
mijn vloek, en aan hem zal hij voltrokken
worden.
Ja, vloek hem! Dat de wolven hem
verscheuren! klonk het in koor uit den
mond der gevangenen, die nu door de sol
daten werden gedwongen om voort te gaan.
Peter was, gelijk Russische boeren over
het algemeen, zeer onwetend en bjjgeloo-
vig, en toen hij van de bank was afgeklom
men, zag hij zoo bleek als een doode en
bibberde van vrees. Maar hij dronk zich
moed in met een glas vodka (brandewijn)
en lachte toen luid over „de zotte vloeken*
van de Fin.
Katrina zei niets, maar keek naar het
heiligenbeeld aan den muur, sloeg een
kruis en deed in stilte een gebed.
II.
Zes maanden later was het midden in
den winter. De op aanwijzing van Peter
gevangen genomen nihilisten waren naar
Siberië gezonden, van waar misschien nie
mand ooit weer iets van hen zou hooren
of zien.
Op zekeren dag ging Peter naar de nabij
gelegene marktstad en werd vergezeld door
Katrina, die ’t een en ander voor zich en
haar kind had te koopen. Na afloop der
markt keerden zjj terug naar Starvosk met
Peters slede, die door een paard getrokken
werd over de bevroren sneeuw, welke in
een dikke laag over den bodem lag.
Een tijdlang liep de weg door het open
veld en waren er nog verscheidene sleden
in ’t gezicht, maar deze sloegen den weg
in naar Stornhofi, en zoo bleef die van
Peter alleen over in het dichte bosch, waar
door het laatste gedeelte van den weg
voerde.
Katrina zat met haar kind in den arm
naast Peter. Nu en dan waagde zij iets
tot Peter te zeggen, doch deze was dien
dag slecht in zijn humeur. De prijzen waren
minder hoog geweest, dan hij had verwacht,
waarbij nog kwam, dat Katrina geld had
uitgegeven, hetgeen Peter nooit naar den
zin was.Zij zweeg dus verder,deslee gleed snel
voort in het bijna donkere bosch.
Peter had, als naar gewoonte, zijn ge
weer bij zich voor ’t geval dat er wolven
mochten komen, hoewel zich dezen winter
geen van die roofdieren in het bosch had
den vertoond, en men geloofde dat zjj naar
een andere streek verhuisd waren.
Toen de reizigers ongeveer anderhalve
mijl ver het bosch in waren, hoorden zjj
rechts van zich een gehuil, dat hen vol
schrik elkander deed aanzien. Katrina
dacht onmiddeljjk aan den vloek van den
Fin, doch ze zei er niets van, daar Peter
dien vergeten scheen te zijn onder deninvloed
van den brandewijn, waaraan hij zich in
de marktstad rijkelijk te goed had gedaan.
Het is een wolf, bromde hij, terwijl
hij zich boog om het geweer te grijpen.
God geve, dat het er maar één is
zuchtte Katrina.
Maar het bleek weldra, dat er meerdere
waren. Het gehuil rechts werd beantwoord
door een gehuil links.
Peter had dikwijls met wolven te doen
gehad, doch was er altijd goed afgekomen.
Hij zag, dat zijn geweer goed geladen was,
en zat er mee gereed, terwijl hjj luisterde
naar elk geluid, dat zich deed hooren.
Pijlsnel gleed de slee voort en met elke
seconde kwam zjj nader bjj den rand van
het bosch en bjj huis. Het paard, een oud
gediende, wist wat er aan de hand was,
legde de ooren in den nek en rende zonder
eenige aansporing zoo hard mogeljjk voort.
Spoedig deed zich een nieuw gehuil rechts,
gevolgd door een gehuil links, hooren, en
weldra weerklonk dit als een geheel af-
grüseljjk wolvenkoor. Maar er was nog aï-
tjjd geen wolf te zien,
Ctketer Kostven, een Russische boer, zat
in zjjn woning, die in een meer be
lt' schaafd land een ellendige hut zou
genoemd zjjn, doch te Starvosk ge
acht werd zeer fatsoenlijk te zjjn.
Er speelde een tevreden glimlach op zjjn
ongunstig gezicht, terwijl hjj met de vuile
vingers van zjjn rechterhand door zjjn bor-
steligen baard streek, en eindelijk gaf een
soort van geklok, dat hjj liet hooren, zjjn
vrouw Katrina, wier voorkomen de sporen
vertoonde van zwaren arbeid, aanleiding
om naar hem te kijken. Het was iets zoo
ongewoons, om Peter zonder grimmige uit
drukking op het gezicht te zien, dat zij
niet, als gewoonlijk zweeg, maar hem een
vraag deed, terwijl zjj toch gewoon was,
als zij zich zoo iets veroorloofde, een vloed
van scheldwoorden naar het hoofd te krij
gen met de vermaning, dat zjj zich met
zjjn zaken niet had te bemoeien. Maar dien
avond was Peter in een bijzonder goed hu
meur.
Waarover heb je toch zoo’n schik?
vroeg Katrina.
Schik herhaalde hjj. Ja, ik heb schik.
Ik verdien van avond honderd roebels.
Honderd roebelsriep zjj uit, vol ver
bazing over zulk een groote som. Hoe kan
je dat verdienen.
Luister zei hij, zjjn vuilen voorvinger
waarschuwend ophefiend ik zal het je zeg
gen. Er is van avond een vergadering in
de schuur
O, Peterviel zjj hierop in, hoe lang zal
je toch met vuur spelenvadertje is al
machtig. Je kunt er zeker van wezen, dat
je gesnapt wordt, en dan naar Siberië.
Peter lachte.
Je hebt gelijk, zei hjj, Katrinaje hebt
me dikwijls gewaarschuwd, en ik heb je
raad eindelijk gevolgd. Ik wil er niets meer
mee te doen hebben, maar en hjj boog
zich geheel naar haar toe en ging op flui
sterenden toon spreken, alsof hij bang was,
dat de muren werkelijk ooren hadden
de anderen zullen van avond gesnapt wor
den. De kapitein zal met zjjn manschappen
de schuur afzetten, en dan naar Siberië.
Maar ik niet. Neen ik zal honderd roebels
krjjgenHonderd roebels
En klokkend en lachend wreef hjj zich de
'kin en keek naar zjjn vrouw.
Peterriep zij vol afschuw uit, ben
je nu een verrader geworden?
Bah luidde zjjn antwoord. Jelui vrou
wen bent toch rare schepsels! Je hebt me
juist gezegd, dat ik met het genootschap
moest breken, en nu ik zeg, dat ik het ge
daan heb, maak je me er een verwjjt van.
Je bent een dom schepsel
Je bent een lager wezen, dan ik
dacht
Peter had te veel schik, om zich boos te
maken. De honderd roebels speelden hem
voortdurend door het hoofd, en hjj wilde
juist met een slim lachje antwoorden, toen
de deur opengeworpen werd en „de edele
kapitein Crawstowitz’ zooals Peter hem in
■zijn begroeting noemde, zonder omslag het
vertrek binnenkwam.
Je hebt de zaak goed behandeld, Peter
Kostven, zei hjjuw inlichtingen waren
juist, en ik heb de nihilistische verraders
gepakt. Hier is de belooning, die je toege
zegd is. Je moogt je zelf gelukkig achten,
dat je niet betrokken bent in het zaakje
van dezen avondik moet aannemen, dat
je een trouw onderdaan bent van onzen
opper machtigen keizer, zooals je te kennen
hebt gegeven.
Dat ben ik ook, God zegen vadertje!
Bij dezen heilige zweer ik, dat ik zjjn Ma
jesteit trouw ben, en trouw wil bljjven.
’t Is genoeg, zei de kapitein, die on
geduldig werd bjj deze overbodige verze
kering, waarop hjj den zak met het geld
op de tafel wierp en haastig wegging. Toe
komstige diensten van dezen aard zullen
op dergeljjke wjjze beloond worden, voegde
hjj er toe, in de deuropening staande. Maar
ik waarschuw je, in je eigen belang, om je
mond te houden. Geen woord er over.
Uw Edelheid kan verzekerd zjjn van
mijn stilzwjjgen, antwoordde Peter op slaaf-
«ehen toon. De mildheid van uw Edelheid
:is aan geen onwaardige besteed.
De kapitein zei niets meer en ging weg.
Eenige minuten daarna werd er een geluid
wan voetstappen gehoord op den weg voor
het huis. De gevangenen werden wegge
leid.
Toen zjj de deur voorbjj kwamen, barst
ten de gevangenen uit in een stortvloed
van verwenschingen tegen Peter, van wien
zij wisten, dat hjj een verrader was omdat
hjj niet in hun midden was geweest.
waar zij ophielden. De sporen van de slede
bleven echter zichtbaar.
Bjj Katrina thuis gekomen, vonden zjj
die daar, ledig naar het scheen. Het paard
was er nog voor, ongedeerd, maar doode-
Ijjk verschrikt.
Waar was Peter? Was hjj ontsnapt en
veilig in het huis gekomen Neen, de deur
was gesloten en er was geen licht te zien.
Hadden de wolven hem het bosch in ge
sleept? Maar dit was geheel in strijd met
hun gewoonten.
De Heere beware onsriep een der
boeren, toen hij met het licht van zjjn lan
taarn de slede onderzocht had.
De overigen drongen zich nu er om heen,
en zjj zagen op den bodem der slede de
schoon afgeknaagde beenderen van Peter
Kostven liggen.
Ieder kende de historie van den vloek
door den Fin over Peter uitgesproken. Ka
trina en de boeren zagen elkander met een
blik vol ontzetting aan. Hierop sloegen
allen een kruis en spraken een dankgebed
uit voor de wonderbare redding der moe
der en haar kind.
schaffen.
Warns, 12 Jan. Een ingezetene van
ons dorp ontving in het begin dezer week
de treurige tjjding, dat zyn schoonzoon,
werkzaam in eene fabriek te Diemerbrug
bjj Amsterdam, door de machine gegrepen
en verpletterd was. De jonge man laat eene
weduwe met twee kleine kinderen na.
Wijckel, 12 Jan. ’t Wordt er hier met
de lieve straatjeugd niet beter op. Voor
een paar dagen werd eene dame uit Balk
op allerlei manieren geplaagd de een trok
haar aan den hoed, een ander aan den
mantel, een derde wierp met steenen, tot
dat de dame eindelijk een goed heenkomen
moest zoeken. Verder wordt medegedeeld,
dat onmiddelljjk bij de woning van de po
litie iemand uit Sloten met een scherp voor
werp erg in 't gezicht is verwond. Dit moet
door grooteren zijn geschied. Naar we ver
nemen is de marechaussee, bjj wie aangifte
van dit feit is gedaan, den dader op ’c
spoor en is reeds proces-verbaal opgemaakt.
Gaasterland, 11 Jan. Door de maat
schappij „Gaasterland* zjjn niet minder dan
2400 sparren verkocht. Za gaan naar Steen-
wijk, waar er hoofdzakelijk zeepvaatjes van
zullen worden gemaakt. Maandag a.s. be
gint men met het afzagen.
Jieph. Adv.bk
Peter keek scherp naar alle kanten uit,
terwijl Katrina haar kind in de armen
wiegde.
Vreemd, mompelde hjj, dat zich geen
van die duivelsche beesten vertoont. Hun
gehuil wordt al sterker en sterker. Blijk
baar groeit hun getal aan. Maar wij zul
len nu spoedig het bosch uit zjjn.
Toen zjj bjj den dwarsweg kwamen, greep
Katrina Peter bij den arm en wees naar
twee kleine, schitterende lichten, die hem
uit het bosch op ongeveer dertig voet af-
stands volgden.
Peter vuurde in die richting en de wolf,
wiens schitterende oogen hem hadden ver
raden, stortte met een afgrijselijk gehuil dood
neer.
Dat is een noodkreet, mompelde Pe
ter. Zijn maat moet aan den anderen kant
zjjn, maar ik denk dat de heele massa ons
tegen zal komen.
Het wolvengehuil deed zich voortdurend
hooren, rjjzend en dalend, totdat de dwars
weg in ’t gezicht kwam. Toen hadden Pe
ter en zjjn vrouw een schouwspel voor oo
gen, dat hun bloed in de aderen deed ver
stijven.
Aan weerszijden van den weg stonden
geljjk spookachtige monsters in het flauwe
maanlicht, weerkaatst door de sneeuw, twee
groepen wolven op hen te wachten.
Ik moet wachten, totdat wjj vlak bij
hen zjjn, fluisterde hjj tusschen zjjn dicht
geknepen lippen, en dan schieten. Als er
een paar dooden vallen, zal de aandacht
der overigen van ons afgeleid zjjn.
Spoedig daarop vuurde Peter, die een
goed schutter was, in voorwaartsche rich
ting, eerst aan de ééne, toen aan de andere
zjjde van den weg. Beide schoten troffen,
maar tegen zjjn verwachting verwekte het
vallen der gedooden geen schrik onder de
wolven. De geheele bende bleef in wach
tende houding staan en was nu zoo nabjj de
slee, dat men van daar hun adem als een
dampwolk kon zien opstjjgen.
Het kleine paard bleef woest doorren
nen. Peter had het te druk met zjjn ge
weer, om zich met de zweep te bemoeien,
maar het beest had die aansporing ook niet
noodig.
Zij vlogen de wolven voorbjj, die op zjj
drongen, maar zich achter hen verzamelden
en hen narenden. Hun aantal scheen hoe
langer hoe grooter te worden.
Ten laatste deed een der wolven, stou
ter dan zjjn makkers, een sprong naar de
slee en had Peter er bjjna uitgesleept. Maar
deze gaf hem met de kolf van het geweer
een slag op den kop, waardoor het roof
dier neerstortte.
Doch hiermede waren de reizigers niet
gered.
Toen kwam bjj Peter het laaghartige
denkbeeld op, om zich zelven te redden
door zjjn vrouw en kind aan de wolven
prjjs te geven,
Met een woesten blik wendde hjj zich
naar zijn vrouw.
Geef mjj het kind! schreeuwde hjj,
en trachtte het meteen uit baar armen te
rukken.
Wat! gilde zjj. Je wilt mjjn kind aan
de wolven toewerpen? Neen monster!
Neen, dat zal niet gebeurenEn het zou
je ook niet helpen. Het is hun om jou te
doen. Denk om den vloek van den Fin.
Met een vreeseljjken vloek greep Peter
nu zijn vrouw aan, terwijl het paard als
dol voortholde en de wolven bjj steeds
grooter menigte achter de slee aanrenden.
Peter greep het kind, maar Katrina hield
het stevig omklemd. Van weerskanten re
gende het slagen, want een Russische boerin
weet in tijd van nood haar handen te ge
bruiken, totdat Peter verwoed door de vrees
voor de wolven en den tegenstand van zjjn
vrouw, met een forschen stoot vrouw en
kind uit de slee wierp op de sneeuw.
Katrina dacht, dat haar laatste oogen-
blik en dat van haar kind gekomen was,
doch de wolven renden beiden voorbjj, alsof
zjj hen niet zagen. Zelfs sprongen enkele
over haar heen en zjj voelde hun heeten
adem over zich heengaan.
Zjj bleef doodstil liggen, een langen tjjd,
naar het haar voorkwam, maar in werke-
1 jjkheid duurde het slechts enkele minuten.
En toen zjj opstond en rondkeek, waren
de wolven weg.
Een eind verder zag zjj de slede met
haar man er in en de wolven er om heen.
Zjj greep haar kind vast in den arm en
liep snel door het bosch naar het dorp
Tarsow, ongeveer een half uur van de plek,
waar zjj gevallen was. Daar kreeg zjj hulp
en een aantal boeren vergezelden haar met
lantaarns en fakkels naar Starvosk.
Toen zjj op den grooten weg kwamen,
waren duideljjk de sporen van de wolven
te zien tot aan den rand van het bosch,
a
Bolswardsche Courant
f
t