NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWARD EN W«ïSSftAOBE£
verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
No. 9.
Mijne vrouw Jeanne.
b3iI
g ZONDAG 29 JANUARI.
Uit de Raadszaal.
i
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Episode uit den Fransch-Duitschen oorlog.
Vergadering op Donderdag 26 Jan. ’99.
Je bent een spionje wordt doodge
schoten! waar zijn je kameraden? Ik deed
alsof ik hem niet verstond, want ik was
bevreesd, dat zij mij onmiddellyk zouden
executeeren; er waren destijds meer beulen
dan rechters, monsieur. Tot mijne verbazing
werden mijne armen op den rug gebonden
en wjj marcheerden naar het dorp, waar de
kroonprins van Pruisen zijn hoofdkwartier
had. Het toeval wilde, dat Jeanne ons on
derweg tegenkwam. Gij vermoedt zeker
reeds dat Jeanne eene kalme vrouw is
maar u hebt ze nooit opgewonden gezien,
toen was zy het echter. Zjj wierp zich aan
mijn borst en trachtte mjj te bevrijden
zy wilde eenen Beier het geweer ontruk
ken en als ik .haar niet gesmeekt had om
mijnentwille bedaard te blijven, dan zou
zij de geheele afdeeling soldaten te lijf ge
gaan zijn. Toen begon zij te smeeken, want
zij kon zeer goed Duitsch spreken, men
lachte haar echter uit. Mijn hart was half
gebroken, doch ik kende Jeanne toen nog
niet geheel en al. Ik werd voor den adju
dant van den kroonprins gebracht, die mij
mijne invrijheidstelling verzekerde, zoo ik
mijne makkers verraden wilde.
Ik veinsde echter niets te weten en toen
hij zag dat er niets uit mij te krijgen was,
gaf hij bevel, dat ik den volgenden dag ten
vijf ure moest doodgeschoten worden.
Wjj zullen u tot dien tijd in de gelegen
heid stellen om uw spraakvermogen terug
te vinden, zeide hij. Ik werd als een staak
gebonden en in een hut als een zoutzak
neergeworpen. Mijne gedachten waren niet
pleizierig, ik lag neder en stelde mij voor,
hoe zij, echt vrouwelijk, naar huis zou gaan
om daar in hopelooze vertwijfeling uit te
weenen. Maar zooals ik u reeds zeide, ik
kende haar toen nog niet, zij werkte voor
mij met vrouwelijke slimheid en volhar
ding. Op het oogenblik dat mp gastheer
dit verhaalde, verscheen Jeanne op den
drempel.
Kom eens hier, ma pepite, zeide hjj
en vertel monsieur eens hoe gij mij gered
hebt. Een diepe blos overtoog Jeanne’s lief
gezichtje, terwjjl zij zeideAch, weer
die dwaze geschiedenis Lang niet dwaas,
merkte ik op en ik zou het zeer vriéndelijk
vinden, als u mij dat genoegen Verschaffen
wildet...
Nu, ja dan, maar dan moet monsieur
mij veroorloven, mijn breiwerk te halen.
Nadat ik dit natuurlijk toegestaan had, be
gon zij
Toen ik zag, hoe hij daar werd weg
gevoerd, was ik in de grootste opgewonden
heid, want ik wist maar al te goed wat hem
te wachten stond. Maar de hemel verleende
mjj eene reddende gedachte en ik bad vurig
om de kracht, die gedachte, tot werkelijk
heid te kunnen brengen. Een week van te
voren, was er in onze buurt een hevig ge
vecht geleverd en ik wist, dat Jacques Pel-
lot in het bezit was van eenige Duitsche
uniformen, die hij den gesneuvelden had
ontnomen. Ik smeekte hem zoolang totdat
hij ze mj liet zien. Een 2de luitenants
uniform paste mij uitstekend en nadat ik
mijn haar afgeknipt en een dolk en pistool
bij mjj had gestoken, ging ik heen. Ik
kroop voorzichtig voort, totdat ik devjjande-
Ijjke voorposten naderde, want het was mjjn
plan, om onder begunstiging der schemering
tot aan het hoofdkwartier door te dringen
zonder gevat te worden. Zoodra ik de
voorposten hoorde ging ik op den grond
liggen en kroop langzaam als een slak voort.
Bjjna werd ik ontdekt, want een Duitsch
officier, die tegen een boom geleund stond,
raakte ik bijna aan. Ademloos lag ik een
geruimen tjjd neder, hoe lang kan ik niet
zeggen, totdat ik den moed had verder te
gaan, Zoodra ik binnen de postlinie was,
spoedde ik mjj naar het kwartier van den
kroonprins. Ik bad om moed en dan liep
ik op de deur toe, waarbij ik zoo beefde, dat
ik nauwelijks kon staande blijven. Geluk
kig bemerkte de officier van dienst mjjn
verlegenheid niet. Ik verzocht hem in mijn
beste Duitsch mjj zoo spoedig mogelijk bij
zijn Koninklijke Hoogheid aan te dienen.
Belangrijk nieuws voegde ik er bjj
Van wie? vroeg hij. Spoedig, dien mjj
aanzeide ik ongeduldig, terwijl mij de
knieën knikten. Hij zag mjj onderzoekend
aan... ik viel bjjna in onmacht. Dan, zon
der een woord te spreken, bracht bjj mjj
naar de kamer van den prins. Belang
rijke tjjding zeide hij terwjjl hjj mjj zacht
jes vooruit duwde. Mag ik Uwe Hoog
heid verzoeken... persoonlijke aangelegen
heden, stotterde ik. Ik gevoelde echter,
dat ik die kamer niet zou verlaten zonder
Felix’ leven of nog een ander bovendien.
Ga heen, zeide de prins, en de officier ver
dween, terwjjl hjj de deur achter zich sloot.
En nu, zeide de prins vriendeljjk, hoe
heet gjj? ge ziet er bleek en ellendig uit»
De uitgaven
op den vorigen dienst f 78.408.675.
tegen w. - 1.319.25.
Samen f 79.727.925.
Zoodat in kas moest zijn en
ook was 9.523.48.
Notificatie.
2. Aanbieding van voordrachten voor de
buitengewone vacature van Voogd, van het
St. Anthony Gasthuis en Voogd van het
Weeshuis.
Door het overlijden van den heer T. v. d.
Weij is eene vacature onstaan in het col
lege van Gasthuisvoogden en evenzoo in dat
van Weeshuisvoogden.
Van heeren Gasthuis voogden is ingekomen
de volgende voordrachtA. Banning en K.
van Ringh (alphab.) Door B. en W. zijn
hieraan toegevoegd de heeren D. v. d. Meer
en K. Plantinga.
Van heeren Weesvoogden is ingekomen
de volgende voordracht: P. Peereboom en
J. Pottinga, waarbij door B. en W. zijn ge
voegd de heeren C. W. Eisma en W. v. d.
Meulen Rz.
In de volgende vergadering zullen de be
noemingen geschieden.
3. Aanbieding van eene concept-verorde
ning op de samenstelling der brandweer en
hare functien.
Door het college van B. en W. is eene
conceptverordening omtrent de brandweer en
hare functiën ontworpen, welke aan dat col
lege ter onderzoek is aangeboden.
De Voorzitter deelt nog mede dat de com
missie voor de strafverordeningen geene op-
of aanmerkingen heeft. Hij stelt voor het ter
inzage te deponeeren om het de volgende
vergadering te behandelen.
De heer Eerdmans zou toch wel voorlezing
van het ontwerp wenschen, waarop de Voor
zitter antwoordt dat het zal worden opge
nomen in het officieel verslag en ook langs
dien weg ter kennis van de leden zal komen.
4. Aanwijzing van leden van commissi n
tot opname der rekeningen van de gestichten
over 1898.
De Voorzitter. Naar mij is gebleken, be
staat hier de gewoonte, dit de Voorzitter
volgens rooster de commission samenstelt voor
de opname der rekeningen van de gestichten.
Indien men die gewoonte wil blijven volgen,
wat ik uit het stilzwijgen opmaak, worden
aangewezen
Voor het Gasthuis: de heeren Schievink,
Banning en IJ. T. de Boer
Voor het Weeshuis: de heeren Eisma,
Dijkstra en Lunter.
Voor het Armenhuis: de heeren Eerdmans,
P. J. de Boer en Boersma.
5. Benoeming van leden van stembureaus
voor verkiezingen.
Krachtens art. 11 der wet moet de ge
meenteraad de leden van de stembureaus
benoemen.
In de eerste plaats een plaatsvervangend
voorzitter, dan 3 leden van het stembureau
en 2 plaatsvervangende leden.
Tot plaatsvervangend voorzitter wordt de
heer Eisma benoemd met 9 stemmen, 1 stem
was op den heer Lunter uitgebraeht
Sedert jaren is het mjjn gewoonte aar
dige voetreisjes in de vacantie te maken.
Den vorigen zomer bracht ik mijne vacantie
in Oost-Frankrjjk door. Ik sloeg mjjn hoofd
kwartier te Beauvoir, een klein dorp aan
de Maas op, alwaar ik gedurende verschei
dene weken bjj Felix Larondie en zijne
vrouw Jeanne verblijf hield, want het is
mjjn doel, by deze uitstapjes zooveel moge
lijk kennis der volksgewoonten op te doen.
Felix was een man van 46 jaar, had een
goed humeur en bezag het leven van de
schoonste zjjde. Hjj had door onverpoosde
werkzaamheid een goed bestaan verworven.
Volgens mjjne Engelsche manier van oor-
deelen was mijn gastheer een zorg- en
werkzaam man, desniettegenstaande mop
perde zjjne vrouw Jeanne nog al eens over
zijne extravagante manieren/ Zij was een
flinke Fransche boerin aan zindelijkheid,
eenvoud en jjver paarde zy gepaste zuinig
heid, zoodat hun kleine bezitting in een
welvarenden toestand verkeerde. Felix was
in den oorlog van 1870/71 franc-tireur ge
weest en niets was mjj zoo aangenaam, als
des avonds zijne verhalen aan te hooren,
die hjj uit dien tijd, toen Frankrjjk met
bloedend hart naar adem hijgde, wist te
vertellen. Op zekeren avond zaten wij zwij
gend den rook onzer pijpen voor ons uit
te blazen, toen hij mij vroegHeb ik u
ooit verteld hoe ik in de handen der Duit-
schers viel en daaruit weder ontkwam
Neen antwoordde ik, ik dacht dat de Duit-
sehers alle franc-tireurs, die hun in han
den vielen, doodschoten.
Zij hebben mjj vrijgelaten, monsieur,
zeide hij met een glimlach. Het zal u on-
geloofeljjk voorkomen, maar Jeanne had
het leven van een koningszoon in haar macht.
Die geschiedenis zou ik wel eens wil
len hooren, gaf ik ten antwoord.
Met genoegen, monsieur, als gjj ech
ter mocht denken, dat het onrechtvaardig
was, moet gij dat aan de liefde mijner
vrouw verontschuldigend toesehrjjven. Er
zou in ons dorp een samentreffen met pa
triotten plaats hebben. Dertig der onzen
sloten zich aan tot het vormen eener franc-
tireur-bende. Wy gevoelden het, dat wjj
op die manier meer voor het vaderland
konden doen, dan onder onbekwame gene
raals. Wy waren van goede wapenen voor
zien en een dappere oude veteraan was
onze commandant. Daar de Duitschers
Metz belegerden, marcheerden wy in die
richting en sloegen ons kwartier op tus-
schen de heuvels, ongeveer tien K.M. van
de vesting verwijderd en nabij het dorp
Pency. Te Pency was het, dat ik Jeanne
voor het eerst zag, en van dit oogenblik
af zei ik by mjj zelvenFelix, jongen,
als het geluk je dient, moet dit meisje
je vrouw worden. Haar vader was de mo
lenaar van Pency en de vijandelijke ulanen
hadden hem by na geruïneerd. De inwoners
waren zeer verbitterd tegen de Duitsche
troepen en als franc-tireur won ik weldra
Jeanne’s gunst. Wij waren nog geen maand
ie Pency, toen ik reeds met Jeanne ver
loofd was, doch wy hadden afgesproken,
dat vóór wjj trouwden, Frankrijk van de
Duitschers gezuiverd moest zjjn. Hoewel
onze bende slechts klein was, verspreidden
wy dood en verderf onder de patrouillee-
rende ulanen, dank zjj onzen bevelhebber,
den ouden Montbon. Jeanne hielp ons ook
op hare wjjze, zjj was oog en oor, ja de
oude Montbon noemde haar schertsend de
stafcommandante van onzen troep. lederen
avond ontmoette ik Jeanne in een, door
mjj ontdekt verborgen prieeltje, dat door
twee uitgangen ons tegen elke verrassing
beschermde. Wjj bleven drie maanden te
Pency, ten slotte echter werd ons het vuur
te na aan de schenen gelegd en maakten
wy ons gereed naar een, ettelijke mijlen
zuideljjker liggend, dorpje te vertrekken.
Ik viel echter in handen der Beierschen,
denzelfden avond van ons vertrek. Jeanne
veronderstelt ook nu nog, en ik geloof dat
zjj gelijk heeft, dat ik door een zekeren
Odeau, een dorpsbewoner, die meende, dat
hjj tot bruidegom voor Jeanne bestemd was,
verraden ben. Hy was zeer woedend, toen
Jeanne hem destijds een blauwtje liet loo-
pen. Maar dat daargelatenik werd des
avonds bij mijn kraag gepakt, juist toen ik
op weg was om naar Jeanne te gaan, en
de zaak ging zoo gauw in zyn werk, dat
ik noch mjj verdedigen, noch ontvluchten
konhet leeljjkste van het geval was, dat
ik met het geweer in de hand gevangen ge
nomen werd. De kleine dikke officier, die
het bevel scheen te voeren, riep my in zijn
barbaarseh Fransch toe j
Tegenwoordig waren 10 leden. Afwezig
de heeren Oosterbaan en P. J. de Boer we
gens ongesteldheid. De heer T. v. d. Weij
is overleden.
Na opening der Vergadering zegt de Voor
zitter ongeveer het volgende
Mijne Heeren I
In deze eerste vergadering des jaars zij
het my vergund U geluk te wenschen. Met
satisfactie toch mogen wij terugzien op het
afgeloopen jaar. Al is er hier een ledige stoel,
en al vervult dit ons met diepe droefheid,
daar hij, die daarop zetelde, jaren lang een
ijverig en verdienstelijk lid was van ons col
lege, toch hoop en vertrouw ik, dat in het
jaar dat voor ons ligt, allen met denzelfden
ijver hun taak vervullen. Dat dezelfde goede
geest ook voor het nu volgende tijdperk
moge heerschen en dat onze beraadslagingen
mogen strekken tot bloei en welvaart der
zoo schoone gemeente Bols ward
(Applaus).
De notulen worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
a. Een resolutie van Ged. Staten hou
dende goedkeuring van de verleende sub
sidie aan het Tramweg-comité.
b. Idem houdende goedkeuring der ge-
meente-begrooting voor 1899.
C. Missives van de heeren H. Veen Pz.,
A. Faber, P. de Jong en Mej,, Q. Hettema-”*
mijnheerDe sleutel stak in het slot, voor
zichtig draaide ik hem om. En nu, zeide
ik, vlug mijn pistool trekkend en het den
kroonprins onder den neus duwende, als
gij een kik geeft, Hoogheid, dan zjjt ge een
Ijjk. Ach, hij was een Duitscher, maar hjj
was een held, dapper was hij Hij knipte
niet eens met de oogleden, maar zag mjj
recht in de oogen en glimlachte
Ach een aanvaller. Wie zijt gjj
en wat wilt ge Monsieur le prince, ant
woordde ik, ik ben de dochter van den mo
lenaar te Pency, mijn beminde, Felix
Larondie, werd hedenavond door uwe sol
daten als franc-tireur gearresteerd. Als hij
niet reeds dood is, dan is hij veroordeeld,
ik verzoek om zyn leven of het kost
het uwe.
Eene vrouwbravoriep hy glim
lachend uit.
Mjjn pistool viel bijna uit mjjn hand,
omdat ik berouw had over myn bedreiging
maar ik dacht weder aan Felix.
Ik weet er niets van goede vrouw.
Neen maar wacht, hier zyn eenige papie
ren, die Elberfeld hier bracht om te tee-
kenen, hier is hetFelix Larondie, boer,
gewapend gegrepen, moet morgen om 5 uur
doodgeschoten worden/
Hy mag niet sterven, Hoogheid.
Ja, maar hy is een sluipmoordenaar.
Neen, riep ik uit, hij is soldaat, hoe
wel hij geen uniform draagt. Zoudt u den
ken, Hoogheid, dat ik voor een moordenaar
myn leven in de waagschaal zou stellen
Maar hij heeft als franc-tireur gestre
den, niet als soldaat.
Wat hindert dat, monsieur en boven
dien, ik zou hem verstooten hebben, indien
hy in deze stonden niet voor Frankryk had
gestreden. Ohy moet vrijgelaten worden,
indien gij prjjs stelt op uw leven.
Myn leven is in Gods hand, made
moiselle, zeide hy, terwjjl hij zjjne oogen
op my richtte. Bedreigingen helpen niet,
maar gij zijt toch eene dappere vrouw.
Nu ontzonk my alle moed, het pistool
ontviel aan mjjne hand en ik wierp my op
de knieën, weenend en smeekend. Toen
beurde hij my op, hij liet my wijn drinken
en ik moest hem de geheele geschiedenis
vertellen. Ach, hy was dapper een echt
edel man. Toen ik hem alles had verteld,
zeide hy Hem worde vergiffenis ge
schonken en lachende ging hy voortZulk
eene teederminnende vrouw mag niet zon
der echtgenoot door het leven gaan. Wee
nend riel ik hem weder te voet en zyne
hand kussende, beproefde ik hem te bedan
ken. Drie dagen later kwam er een ordon
nans met een armband van Z. K. Hoog
heid, waarop gegraveerd stond: „Aan eene
moedige en teederbeminnende Fransche
vrouw/ Zie ik draag hem nu nog, mon
sieur, wy hebben geweend, toen de edele
vorst stierf en uwe groote dokter heeft hem
niet kunnen redden. Wjj hebben een krans
gezonden en ik nam de vryheid aan kei
zerin Friedrich te schrijven. Zy schreef
mij eigenhandig terug. Zy was het waard,
de vrouw van zulk een trouw en dapper
edelman te zyn als haar echtgenoot ge
weest is.
Tombeijl, dat zij de benoeming, respect, als
armvoogd, bestuurslid der stadsspaarkas, lid
der pl. schoolcommissie en lid der Dames
commissie voor de handwerken aannemen.
Een en ander aangenomen voor kennisge
ving.
d. De rekening en het verslag der Gym-
nastiekschool.
Wordt voor de leden ter inzage gedepo
neerd.
e. Een adres van den heer 8. Frankena,
verzoekende herbenoeming tot keurmeester
van het hooi en opzichter der landerijen,
aangezien de 3 jaren van zijne benoeming
met Mei a.s. zijn verstreken.
Wordt in handen van B. en W. gesteld
om advies.
De Voorzitter doet nog de mededeeling
dat in afwijking met de hier bestaande ge
woonte door B. en W. is aanbesteed bij
openbare inschrijving het recht van op de
kermis met een stoom- en een gewone car
rousel te mogen staan.
De uitslag daarvan is dat aan J. Huis-
kens te Roermond de plaatsing va» een stoom-
carrousel is verleend voor f 360 staangeld,
en aan J. Panbakker te Leeuwarden van
een gewone carrousel voor f 66.
Aangenomen voor kennisgeving.
PUNTEN van BEHANDELING.
1. Procesverbaal van kasverificatie over
het 4e kwartaal 1898.
De ontvangsten bedroegen
op den vorigen dienst f 83.744.405
tegenw. - 5.507.
Samen f 89.251.405.
Bolswardsche Courant
Wi