NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
84&8WABB EN WOKSBBA8BXI
r
Het blauwe masker.
i
Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
No. 15.
-j!
ZONDAG 19 FEBRUARI.
BINNENLAND.
VOOR
INGEZONDEN.
zelven, en
vereeniging te doen, worden ingewacht
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Een Vastenavondgeschiedenis.
door J. F. J B.
niet weer alleen naar een bal-masqué gaan,
hoor!* Amst. Ct.
Sneek, 17 Februari. De politie moet,
naar men ons meedeelt, heden de hand ge
legd hebben op den karrijder R. alhier
van wien vermoed wordt, dat hij zich meer
my liet bljjken, dat ze met
laten precies op de hoogte
Aan de vereenigingen in Friesland,
die willen ijveren voor de invrijheid
stelling der gebroeders Hogerhuis.
Medeburgers!
Gehoor gevende aan den oproep van uit
Sneek gedaan, zijn Zondag den 12en Februari
j.l. een klein getal vereenigingen, van uit
verschillende plaatsen in Friesland, bijeen
gekomen om te beraadslagen over de op
richting van een Provinciaal Comité voor
de invrijheidstelling der gebroeders Hoger
huis.
Ofschoon er zich verschil van zienswijze
openbaarde omtrent het door de Leeuwar
der afgevaardigden gedane voorstel tot aan
sluiting bij het Landelijk Comité en vooral
ten opzichte van de vraag of men nieuwe
daders mocht noemen, besloot men, niet
willende vooruitloopen op wat eene later
te beleggen en, naar men hoopte, beter be
zochte vergadering goed oordeelde, de be
slissing dienaangaande uit te stellen en tot
de oprichting van een voorloopig comité
over te gaan.
Als datum voor eene tweede vergadering
werd bepaald de 12e Maart a.s., terwijl
de plaats zal worden gekozen in de omge
ving, vanwaar uit het grootste getal ver
eenigingen het voornemen zal te kennen
geven, afgevaardigden naar die vergadering
te zenden.
Bij meerderheid van stemmen werd de
uitvoering der voorioopige werkzaamheden
opgedragen aan een comité, door de ver
eenigingen uit Leeuwarden aan te wijzen.
Namens bedoeld comité heeft de onder-
geteekende de eer u te verzoeken, de aan
sluiting aan het Voorloopig Provinciaal
Comité te overwegen en bjj blijkende sym
pathie een afgevaardigd naar de vergade
ring van 12 Maart te zenden. De mededee-
ling hiervan, benevens voorstellen, door
uwe vereeniging te doen, worden ingewacht
voor den len Maart a.s.
Namens het voorloopig comité.
G. W. MELCHERS,
Huizumerlaan 806 bij Leeuwarden.
Om der wille der onpartijdigheid, geven
wij aan bovenstaande plaats, zonder ons
echter in het minst partij te willen stellen.
Red.
t inds eenigen tijd had ik me in V.
Cfe gevestigd als arts, en ik mocht me
jS reeds in ’n goede practjjk verheugen.
CK In den regel gevoelde ik me s’avonds
dan ook een weinig vermoeid, en
bleef rustig te huis. Vandaar, dat ik bui
ten mijne „practijk“, weinig menschen in
V. kende. Ik zocht mijn tijd te dooden
met lectuur en studie, en was een echte
„huisrat* geworden. Eens echter, op een
avond toen ik mijne gedachten over het
afgeloopen jaar liet gaan, kwam ik tot bet
besef, dat ik te eentonig had geleefd en,
dat ik, inplaats van een jongman van 28
wel voor een ouden 60-jarigen celibatair
kon doorgaan.
Dit moest anders worden. Maar hoe?
Een jongmensch behoort immers zelf de
eerste stappen te doen om er „tusschen te
komenIk vatte dan ook het plan op om
me meer onder de menschen te bewegen,
en nam de courant ter hand ten einde het
„menu plaisir* van de week eens te raad
plegen. Reeds dadeljjk viel mijn oog op de
groote aankondiging van het „Bal-Masqué“
in de Harmonie.
De Harmonie is de eerste sociëteit in V.
en slechts ééns per jaar kunnen er niet-
leden geïntroduceerd worden n.l. met Vas
tenavond.
„Daar moet je heen“, dacht ik bij mij
zelf, „en bevalt het gezelschap je, dan laat
je je als lid voorhangen/ Zoo gezegd, zoo
gedaan, en voor ik den volgenden morgen
uitging bestelde ik me een elegant ridder-
pakje.
Het was den daaropvolgenden Woensdag
reeds laat, toen ik mijn dagelijksche werk
zaamheden had volbracht, doch, mij te
kleeden en naar het bal te ijlen nam slechts
korten tjjd in beslag. Niettemin was alles
er reeds in vollen gang.
In de groote prachtig verlichte zalen,
bewoog zich een vroolijke bonte menigte.
Alles schitterde me tegen en ik begon met
me een weinig op de hoogte te stellen van
de aanwezigen. Ginds wandelde zonder op
rang of stand te letten een hooge graaf
aan den arm van een eenvoudig boeren
meisje, terwijl zich een jonge Tiroler niet
geneerde om een „koningin der nacht“ aan
genaam bezig te houden. Ik bleef tegen
een der pilaren leunen en beschouwde een
oogenblik met genoegen dit bonte tafereel,
totdat plotseling mijn rust werd gestoord
door een schoon slank Napolitaansch vruch
tenmeisje, dat met een mand heerlijke
zuidvruchten op het hoofd, me in het Ita-
liaansch toevoegdeMijnheer, sinaasappe
len Koop er eenige, ze wedijveren in schoon
heid met uwe Excellentie!* De oogen, die
ondeugend onder het masker schitterden,
waren echter van een echt Hollandsch
blauw, doch haar woorden herinnerden me
aan mijn verblijf in het Zuiden, toen ik
mij om me na mjjn studietijd wat te ont
spannen, naar het schoone Italië had be
geven.
Ik antwoordde haar in baar landstaal,
en hoe het kwam weet ik zelf niet meer,
maar spoedig liepen we gearmd in druk
gesprek over „Das land wo die Citronen
blühen.“ Eerst toen een jonge Italiaansche
visscher haar kwam opeischen, kwam ik
tot de werkelijkheid terug.
Ik wandelde alleen verder, hier op een
grap ingaande, daar me onverschillig trotsch
yoordoende, totdat een dame plotseling mijn
band greep en er zonder dralen een „R.“
inschreefdoch, ze scheen van hare zaak
niet zeker te zyn, want, na me sterk ge
fixeerd te hebben, vroeg ze me: „non pas
mon neven Richard?*
Ik ontkende en wilde verder gaan, maar
zag me hierin verhinderd door een kleine,
wit-gehandschoende hand, die me tegen
hield. Ik keerde me om en zag een bekoor
lijke Poolsche in helblauw atlas-costuum
<op, het licht krullende zwarte haar, stond
koket het driekantige Poolsche mutsje en
door het masker schitterden een paar oogen.
Zonder de minste weifeling schreef ze mijn
vollen naam in mijn handDr. Johan
Bruins.*
Ik schrikte hevig. Wie kon dat zijn?
Snel ging ik in gedachten, al mijne pa
tiënten na, doch bjj geen der familiën, waar
ik practiseer, kende ik zoo’n lieftallige jonge
dame. De eenige die ik kon gissen dat het
■was, was Tekla Oldenburg en ik schreef
dan ook een T. 0. in bare hand.
„O neen, u vergist u, mijnheer de Ridder,*
■sprak het blauwe masker tegen me met
een duidelijk merkbare buiging in haar stem
^n huwt oogen fonkelden me spottend, tegen.
wien vermoed wordt, dat hij zich
dan eens moet hebben schuldig gemaakt
aan verduistering van hem toevertrouwde
gelden.
Onze Kamer van koophandel en Fa
brieken heeft van den Raad van Admini
stratie der H. IJ. Sp. Mij. bericht ontvan
gen, dat voornoemde maatschappij spoedig
een zeer verlaagd tarief voor eendaagsche
retourkaarten hoopt in te voeren, en van den
Directeur der N. T. Mij. dat met den a.s.
zomerdienst een betere regeling komt in den
tramdienst van Leeuwarden op Wier.
Wat het verzoek van de Kamer betrof,
om retourbiljetten of kilometerboekjes op
de tramlijnen in te voeren, daartoe kon
niet worden besloten.
Naar wij vernemen, zijn de besluiten
van Gedeputeerde Staten van Noord-Bra-
bant tot goedkeuring van de raadsbesluiten
der gemeente Tilburg en Heilvoirt (sub-
sidiën ten behoeve van vrijwilligers der mi
litie) wegens strijd met de wet vernietigd.
Een persoon uit Kadzand ging op reis
naar België en nam 101) sigaren mede. Aan
het wakend oog der douanen kon hij even
wel niet ontsnappen en de man kon 68
francs boete betalen.
Op Schouwen worden tegenwoordig
weer meerdere musschengilden opgericht.
De leden verbinden zich, dit voor den land
bouwer schadelijk vogeltje zooveel mogelijk
uit te roeien.
Onder een partij oud-roest, die on
langs in het krankzinmgen-gesticht te Rot
terdam van de hand werd gedaan, bevond
zich ook een geldkistje, dat gisteren door
een smid is geopend en bleek te bevatten
eenige certificaten Ned. Werk. Schuld ter
waarde van ongeveer f 35,000. Daar de in
houd van het kistje n’et onder den koop
was begrepen, is dit bedrag aan den por
tier van het gesticht ter hand gesteld. Aldus
meldt het Holt, Nbl.
Ongegeneerd nam ze mijn arm en liet
zich door mij geleiden. Op al mijn vragen
wist ze haar antwoorden zoo in te richten
dat ik zelfs niet kon gissen wie ze kon
zjjn, terwijl ze i ,1”1
mijn doen en
was.
Niettemin amuseerden we ons best, doch
het verwonderde me dat ze zoo alleen was,
zonder eenig geleide.
Nu, ik was er geenszins bedroefd om en
ook zij scheen mijn gezelschap aangenaam
te vinden.
Hoe ik er ook op aandrong om te weten
wie ze was, ze liet niets los en ik moest
me tevreden stellen, met de gedachte dat
het om twaalf uur démasqueeren was en ik
dan haar gelaat zou aanschouwen, want
dat mijne bekoorlijke Poolsche even schoon
als lief en aardig moest zijn, daaraan twij
felde ik geen oogenblik.
Doch ik moest ondervinden, dat mijne
gezellin me beet nam, want plotseling voor
het démasqué liet ze mijn arm los en was
verdwenen. Hoe ik zocht, ik vond haar
niet terug, ofschoon ik tot drie uren
bleef.
De schoone Poolsche had me misleid, en
het was dan ook alleen haar schuld, dat
ik niet zoo voldaan was, over mijn „uit
gang* als ik me had voorgesteld, zoodat
ik meer of min geërgerd naar huis ging.
Ik sliep echter in, met het vaste voorne
men mij meer in gezelschap te begeven
en..., niet te rusten voor ik het „blauwe
masker* had ontdekt.
Maar, „de loop der omstandigheden*
werkte me tegen.
Gedurende de eerste dagen had ik het
te druk met mijne practjjk en daarna, werd
ik zelf ziek. Ik moest geruimen tjjd het
bed houden, en toen ik eindelijk herstel
lende werd, was ik nog zoo zwak, dat ik
toen het voorjaar kwam, op raad van een
collega eenigen tijd naar Oosterbeek ging
om daar een weinig op mjjn verhaal te
komen.
Ik was een der eerste zomergasten.
Het was er in den beginne zoo stil en
eentonig dat ik tijd genoeg had om aan
mjjn blauw masker te denken, ja, eigenljjk
meer dan voor mjjn gemoedsrust goed was.
Hoe meer ik echter herstelde en me
sterker begon te gevoelen, hoe meer haar
beeld uit mjjn gedachten verdween en...
plaats maakte voor haar, die thans mjjn
vrouw is. Doch ik zal niet vooruit loopen.
Daar ik echter reeds verraden heb dat ik
tot de duizenden behoor die verward zjjn
geraakt in het net dat de vrouwen voor
ons gespannen hebben, wil ik er aan toe
voegen dat ik gedurende mjjn verbljjf te
Oosterbeek „gestrikt* werd.
Mjjn Marie was er met hare moeder.
Haar lief, aardig, vrooljjk uiterlijk en de
onweerstaanbare oogen waren de oorzaak,
dat ik spoedig het blauwe masker vergat
en haar twee maanden later na dageljjksch
samenzijn een gladden gouden ring aan de
linkerhand mocht steken.
Een halfjaar later trouwden we en den
6en Januari keerden we van onze onver
gefelijke huwelijksreis terug.
Gedurende de eerste weken van ons
huweljjk leefden we stil oneenvoudig. We
hadden elkaar lief en waren zoo gelukkig
in eikaars bijzijn, dat we ons zelden een
uitgang veroorloofden. Doch zonderling, hoe
dichter dat we den tjjd naderden van den
carneval, hoe duidelijker kwam het beeld
van het „blauwe masker* me weer voor
oogen.
De Harmonie had besloten weder een
bal te geven en ik kreeg het onweerstaan
baar verlangen er heen te gaan teneinde
het „blauwe masker* weer te zien.
Deze gedachte maakte me beschaamd,
en ik durfde er niet over spreken. Ik be
dwong mjjn lust dus, totdat, eens op een
avond, Marie me zelf vroeg of we er heen
zouden gaan. Heden nog kan ik haar niets
weigeren maar nu voorkwam ze toch mjjn
wenschen en ik stemde natuurljjk volgaarne
toe.
Ik zorgde voor kaarten. De pakjes lagen
gereed, en vol verwachting kwam ik ’s
avonds bjjtjjds van mjjne practqk terug om
ons te kleeden voor het bal.
We maakten toilet, doch toen ze bjjna
klaar was, begon Marie over hoofdpjjn te
klagen, en verzocht me maar alleen te gaan.
Ik wachtte eerst een poos en verklaarde
dan ook te huis te willen bljjven, doch op
haar herhaald aandringen en de verzeke
ring dat ze het liefst rustig te huis bleef,
daar ze dan beter zou worden, ging ik
eindeljjk alleen, na beloofd te hebben, haar
alles uitvoerig te zielen vertellen.
Zoo bevond ik me dan spoedig weder
tusschen het bonte gedwarrel doch bleef
met mjjn gedachten bjj mjjn zieke vrouwv
en besloot dan ook vroeg huiswaarts te
gaan en haar te verrassenwant dat ze
me liever te huis had gehouden doch mjj
het genoegen niet wou benemen, daarvan
was ik overtuigd.
Doch mjjne plannen vielen spoedig in
duigen. Eenige oogenblikken later zag ik
een blauw masker door het gewoel huppe
len, hetgeen me mijn zinnen benam, en me
als ’t ware electriseerde. Ik vloog in de
richting waar ik haar had gezien en weldra
stond ik voor het zelfde masker dat me
het vorige jaar zoo had geboeid.
„Halt, schoon masker*, fluisterde ik
terwijl ik bare hand vast in de mijne hield
en haar dicht tot me trok. „Nu zult ge
me niet weer ontglippen*. Eerst blonken
me een paar verwoed flikkerende oogen
tegen van onder het masker, doch spoedig
liet ze zich gewillig meevoeren.Ik verbeeldde
me op hef bal van het vorig jaar te zjjn
en vergat weldra, ik ellendeling, mjjn kleine
zieke Marie.
Ik behield slechts eene gedachte „De
schoone PoolscheHaar arm lag nu zoo
vertrouweljjk op den mjjne alsof geen
mensch ter wereld recht had, me van haar
te scheiden.
Toen ze na een poosje over de hitte in
de zaal begon te klagen, voerde ik haar
naar een klein zjjkamertje, naar een paar
heerlijke fauteuils die tot zitten uitnoodig-
denze plaatste zich naast me en bogon
langzaam haar handschoenen uit te trekken.
Waarom ik met vreugde opmerkte dat haar
vinger door geen ring was versierd, kan ik
me nog heden niet verklaren.
„Dus nog ongetrouwd?* fluisterde ik.
„Ja en jjj
„Sinds drie maanden gehuwd sprak ik
met een zucht.
Ook ontsnapte er een diepe zucht aan
haar bekoorljjke lippen, terwjjl ze teleur
gesteld sprak
„Hoe jammer.*
Plotseling kwam ik tot me
snel antwoordde ik
„O, neen ik heb mijn vrouw hartstoch-
teljjk lief en ben zoo gelukkig mogeljjk.*
„Dat je alleen bent is anders geen be
wijs er van!* klonk het me spottend tegen.
„Ja, ik had beter gedaan met thuis te
bljjven dan..
„Met mjj het hof te maken,* lachte
ze cynisch.
„Ja zeker," antwoordde ik nu heftig en
geërgerd, „maar ’t is goed dat je me aan
mjjn plichten herinnert. Je zult me niet
weer het hoofd op hol brengendadeljjk
vertrek ikwe zullen voor altjjd scheiden.
Doch doe me voor ’t laatst een genoegen,
wil je
Zij knikte bij wjjze van toestemming met
haar bevallig kopje.
„Laat me dan voor een minuut je gelaat
aanschouwen,* smeekte ik.
Hoofdzakeljjk dreef de hoop, dat ze wei
nig bekoorljjk zou zijn, mij tot deze vraag,
daar ik haar dan gemakkeljjk zou kunnen
vergeten.
Vol spanning zag ik haar dan ook
de hand opheffen die het masker moest
laten vallen, doch voor het viel, klonk een
zilveren lach me in ’t oor, die het bloed
me in de aderen deed stollen. En toen zjj
het afrukte... stond voor mij mjjne vrouw
„Trouwelooze 1“ roept ze uit.
Ik echter in mjjne verbazing en angstige
verlegenheid kan slechts stamelen
„Maar Marie, hoe is het mogeljjk, jjj
hier? Wat kom je hier doen?*
Met een allerbekoorljjksten glimlach, en
terwjjl ze me een harteljjken zoen geeft
antwoordt ze
„Ik moet er immers voor zorgen, dat
mjjn lichtzinnige man die naar het schjjnt
altjjd iemand het hof moet maken, het dan
tenminste zjjn eigen vrouw doet.*
„Maar hoe kwam je dan het vorig jaar
op het bal en hoe kende je me?“ sprak
ik nu weer geheel gerust gesteld, doch
verwonderd.
rfDat is heel eenvoudig, ik logeerde voor
eenige dagen bjj mjjn oom, juist in den
tjjd van het carneval. Oom nam me mee,
alleen op voorwaarde dat ik tjjdens het
bal geen aanspraak op zjjn gezelschap
moest maken en stipt om half twaalf met
hem naar huis ging. De goede man ver
beeldt zich n.l. dat hjj, als hjj later dan
twaalf uur gaat slapen, ziek wordt. Ik nam
de voorwaarde aan, en bestelde een pakje.
In den winkel zag ik toen een ridder-cos-
tuum liggen en vroeg belangstellend voor
wien daf was. Onvoorzichtig noemde men
mjj jouw naam en... ’t overige weet je.“
,’t Is toch eigenljjk te erg zoo door jou
gefopt te worden doch ik heb nu geleerd,
me nooit meer met vreemde maskers in te
laten, dat beloof ik je.“
n^iet noodig mannetje, ik laat je ook
Bolswardsclie Courant,
r
f
u
TC
ft.