NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
bolswahd as wwsoaössi.
No. 16.
Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
DWANG,
Vrijheidsbeperking.
JOH AN RUEB,
TANDARTS,
g DONDERDAG 23 FEBRUARI.
J. H. King-ma.
dubbel zwarte
Schrijfinkt,
Firma B. Cuperus Az.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Ie.
2e.
3e.
4e.
5e.
6e.
Enkh. Crt.
4 voor een jaar vast;
het incasseeren van Wissels, enz. voor
een laag tarief.
Correspondentschap der Neder-
landsche Bank le klasse en Kan
toor bij den Heer
Op VELE KANTOREN
wordt de
MATHIEUPLESSY
gebruikt.
De voornaamste eigenschappen van deze
uitmuntende schrijfinkt zjjn
Ze is onmiddelljjk zwart.
Ze bezinkt niet.
De kleur verandert nooit.
Zij droogt zeer snel.
Er ontwikkelt zich nooit schimmel in.
Zij heeft geen bijtenden of oxydee-
renden invloed op de pen.
MEN NEME ÜE PROEF I
V erkrijgbaar bij
straatjeugd van Sneek worden uitgehaaid,
hebben de Grootzandbewoners aldaar doen
besluiten de handen ineen te slaan om aan
dien hoogst treurigen toestand een eind te
maken. Zaterdagavond j. 1. werd op de
bovenzaal van ’t caté Haanstra aldaar voor
dat doel een vergadering gehouden, die
door onderscheiden neringdoenden werd bij
gewoond. Tal van feiten, ’t een nog treu
riger dan ’t ander, somde men op, om daar
mee ’t bewijs te leveren van de verdorven
heid der jonge Sneekenaren.
De zeven politie-agenten staan machte
loos tegenover dit alles, waarom een com
missie weri gekozen voor ’c opmaken van
een adres aan den gemeenteraad, waarin
op verbetering in den toestand wordt aan
gedrongen.
By eeae vechtpartij te Enschedé ia
verwijderd, dan toch in zooverre verruimd,
dat het leven minder drukkend en benauwd
werd? Welnu, in de werkmanswereld kan
en mag en zal de keten, die hem aan zijn
werk voor zijn bestaan bindt, niet verbroken
worden, maar omdat hjj de zwakke en tot
zelfbescherming onmachtig is mag het worden
toegejuicht, als de wet localen voor zijn arbeid
eischt, die door hunne inrichting zijne ge
zondheid zoo weinig mogelijk benadeelen,
hem de noodige rusturen verzekert en een
arbeidsduur, waardoor nog een weinig van
het leven kan worden genoten. Dat is toch
waarlijk niet te veel voor iemand, die dag
aan dag verplicht is, om veelal eentonigen
arbeid te verrichten.
Denk er daarbij aan, dat de winzucht
hier en de steeds scherper concurrentie ginds
er gewoon aan deed worden, om jeugdige
krachten, om kinderen, meisjes zoowel als
jongens, te exploiteeren en in veelal bedompte
localen lange dagen en vaak halve nachten
eentonigen handenarbeid te doen verrichten,
zonder zich om hun lichamelijk welzijn, hunne
verstandelijke en zedelijke ontwikkeling te
bekommeren, somtijds bovendien overgegeven
aan de willekeur van hartlooze opzichters
ol werkbazen. Eu zeg nu niet, dat de ouders
bestemd en verplicht waren om daartegen
te waken immers verkeerden ook zij onder
den invloed van hen, die hunne kinderen
of hunne krachten in hun eigen belang
misbruikten.
Het is mogelijk, dat in den tijd door u
„vroeger1*genoemd, dat misbruik niet bestond,
maar liever houd ik het voor, dat de oogen
er voor zijn opengegaan, waardoor een ver
klaarbaren en hoogst noodigen drang op den
Wetgever werd uitgeoefend, om tusschen-
beide te treden en de vrijheid in dit opzicht
te beperken.
Wat zou er van de maatschappij worden,
indien in ’t een en ander geen dwang werd
toegepast, de vrijheid ten algemeenen nutte
niet beperkt werd
varen landbouwer het volgende mede. De
plaatsen, waar de russchen groeien, worden
met paardenmest, liefst versche, bestrooid.
Rijs, 19 Fe'or. Gister hadden de zoons
van den landbouwer A. K. alhier, hun drie
jarigen vos voor een z.g. mallejan gespan
nen om het dier te leeren. Aanvankelijk
ging alles goedeensklaps echter schrok
het paard voor een paar muzikanten en
sloeg op hol. Een der bestuurders geraakte
tusschen een boom en het rijtuig bekneld
en bezeerde zich aan den armvan het
rijtuig werd een wiel beschadigd, terwijl
ook het paard kwetsuren opliep. De waarde
van het jonge dier is er zeer door vermin
derd.
Langweer, 20 Febr. Onzen jeugdigen
zoo flinken vrachtrijder op de Joure óver
kwam heden morgen bij Scharsterbrug een
treurig ongeval. Daar gekomen, gingen zijne
honden een paar losse honden vervolgen,
waardoor zij met de kar in de Scharsterrijn
geraakten.
Hij was er afgesprongen, maar sprong nu
toch de kar na, om de honden te redden.
Twee van deze waren evenwel reeds ver
dronken. Een kalf, dat hij vervoerde, trof
hetzelfde lot.
De reis naar de Joure werd niet voort
gezet.
Sloten, 20 Febr. Donderdagmiddag
bleek plotseling de telegrafische gemeen
schap tusschen het kantoor alhier en dat
van St. Nicolaasga verbroken te zijn. Dit
was te meer verrassend, omdat des mor
gens geen verstoring was gebleken. Dade
lijk gingen de betrokken kautoor-ambtena-
ren op verkenning uit. Men vond de oor
zaak der stagnatie minder spoedig dan men
wenschte, totdat een defect ontdekt werd
aan den onder water gelegen kabel bij de
lange brug alhier. Een uitgeworpen anker
van een inmiddels vertrokken schipper had
dien kabel onklaar gemaakt. Natuurlijk is
de gemeenschap thans hersteld.
Heerenveen, 20 Febr. Bontje, die
zulke stoute stukken bedreven heeft; die
de brandkast bij den heer Van G. opende
met een lichaamskracht dat de sleutel er
van verboogdie beweert dat zij alleen de
zware mestplank heeft door het land ge
sleept en over een sloot gelegd, is eene
vrouw van voortdurend zwakke gezondheid.
In de gevangenis heeft zij eene bloedspu
wing gehad.
Des te meer moet men zich er over ver
bazen, dat deze vrouw zulke drieste en
moeilijke avonturen heeft durven onderne
men. Op den dag van de inbraak had ze
nog een familiebezoek afgelegd in Schoter-
land. Zij had dus reeds een heelen loop
achter den rug, toen zij dien avond bij ma
neschijn zich posteerde nabij de woning van
den heer Van G., met het doel zich te laten
insluiten.
Wat driest gewaagd, voor eene vrouw
vooral men hoorde er zelden of nimmer
van zich te laten insluiten op eene ma
nier als men alleen in romantische roover-
vertellingen leest, en zich bij nacht op het
pad te wagen met den geroofden buit. Hoe
licht had zij in de bekendheid niet gezien
kunnen worden
Hoeden af voor zooveel moed, neen ver
metelheid bij eene zwakke vrouwzij zou
tot groote daden in staat zijn. Waarom
moest zij den verkeerden weg opgaan
Hepk. Adv. bl.
Witmarsum. In onze derde winter
vergadering van ons Nutsdepartement trad
de heer F. Tjalma, journalist te Groningen,
op om eene interessante lezing te houden
over de krant. Na een geschiedkundig over
zicht te hebben gegeven van de krant in
’t algemeen, vergunde spreker ons een be
scheiden blik in de kraamkamer eener groote
krant, om ons te doen inzien, hoeveel tijd,
moeite en geld er noodig is, om de begeerte
van het publiek naar het nieuwste nieuws
te bevredigen.
Doze rede, met menig geestig woord ge
kruid, werd met veel aandacht door het niet
talrjjk opgekomen publiek gevolgd. Daarna
vergastte Spr. zjjn gehoor op eenige verzen
van Helene Swart, om daardoor vooral het
zangerige, dat deze verzen kenmerkt, en
tevens het gemoedelijke en weemoedige tot
hun volste recht te doen komen.
Meldden de kranten voor eenigen tijd,
dat een paar slatters te Arum een gouden
oorijzer hadden gevonden, wij kunnen thans
mededeelen, dat door een paar werkl oden,
die slataarde over den bouwgrond brachten,
in deze aarde een gouden ring werd gevon
den. Reeds spoedig is deze ring weer aan
den vroegeren bezitter, die hem voorjaren
verloor, weer ter hand kunnen gesteld wor
den. Het kleinood was nog geheel onge»
schonden,
Op vrijheid in onze handelingen, in ons
doen en laten, in ons spreken en schrijven,
in ons denken en gelooven, hopen en ver
wachten, zijn wij bijna zonder uitzondering
allen gesteld. Vrijheid geeft waarde aan, is
de glans van het leven.
En daarom is ’t natuurlijk, dat ieder een
af keer heeft van dwang. Die af keer gaat
zoo ver, dat iemand met een vriendelijk
verzoek meer en beter iets kan gedaan krij
gen, dan met een dwingend bevel, ook al
wordt het burgerlijk recht om te bevelen
erkend.
In dat opzicht zouden wjj Hollanders dubbel
te lijden hebben, indien wij met den Pruisi-
schen dirigeerstok werden gekommandeerd.
Gelukkig voor ons en voor hen zelf, dat
onze rijks- en andere ambtenaren den Prui-
sischen stok niet hanteeren, veeleer voor
beelden zijn van welwillendheid, inschikke
lijkheid en humaniteit, ’t Zou zijn nut kunnen
hebben, dat onze oostelijke buren, eer zij
een betrekking mochten aanvaarden, bij ons
eenige jaren in de leer waren geweest.
Vrijheid en dwang zijn tegenvoeters, zijn
onvereenigbaar, staan tegenover elkander.
Maar niet alles is dwang, wat daarvoor
weleens wordt gehouden.
Hoe lief ons de vrijheid ook is, wij moeten
dulden, ook om ons eigen bestwil dulden,
dat nu en dan, en in het een en ander dwang
wordt geoefend, en onze vrijheid door de
algemeen geldende wet beperkt wordt. Het
maatschappelijk gebouw'zou instorten, als’t
anders ware en de goeden zouden het eerst
onder het puin begraven worden.
Het is toch zoo verleidelijk, om de grenzen,
die onze vrijheid gesteld zijn, wijder uit te
zetten, hier uit belangzucht, ginds uit een
te hooge zelfwaardeering, waardoor andere
personen en belangen eenvoudig worden over
het hoofd of voorbijgezien.
Nu zou het heel mooi zijn, indien b.v.
achter het opbrengen van belastingen geen
dwang behoefde te schuilenheel mooi ook,
indien ieder bleef binnen de perken der
vrijheid, die door recht, rede en wet gesteld
zijn, maar zoo ver zijn wij nog niet, en daarom
kan het gebruik maken van dwangmiddelen
niet uitblijven, den goeden ten bate, den
kwaden en on willigen tot ergernis.
En daarom, omdat wij zoover nog niet
zijn, rust op den wetgever en den hand
haver der wet de plicht, om den rustigen
staatsburger in bescherming te nemen en te
waken tegen alles, wat hem in zijne wel
opgevatte vrijheid zou kunnen belemmeren
en tegen alles, wat de orde, de algemeene
welvaart en de gezondheid zou kunnen ver
storen of benadeelen, althans voor zooverre
dit tot zijn bevoegdheid behoort, of hij de
macht er toe bezit.
Wellicht, dat daar iemand is, die zegt
„Welnu, in dit opzicht laat de Wetgever
zich waarlijk niet onbetuigd1*, denk slechts
aan de hinderwet, aan de arbeidswet en aan
het vele, dat wij tot beperking der vrijheid
in dat opzicht nog misschien te wachten
hebbendenk aan den te wachten school
dwang en meer andere dwangmiddelen, die
in den nieuwen tijd zijn uitgedacht en die
dienen om de vroeger genoten persoonlijke
vrijheid te beperken. Wat blijft er, zoo voort
gaande van de hooggeroemde vrijheid, waarop
wij zoozeer gesteld zijn over
Maar, beste vriend, gij zoudt toch niet
willen, dat ieder de vrijheid bezat om naast
een school of een kerkgebouw een gebouw
te stichten of in te richten voor een veel
levendmakend bedrijf, een inrichting voor
het vervaardigen van ontplof bare of licht
ontvlambare stoffen in het midden van een
stad te plaatsen, of een veel stank verbreidende
fabriek in de nabijheid van een stad of dorp
te stichten En moet gij 't niet helpen toe
juichen, dat de wet de middelen aan de hand
geeft, om hetgeen gevaar, schade of hinder
kan veroorzaken te weren Naar ik meen is
in uw hoog geroemd „vroeger** weleens een
plan voor iets van het door mij genoemde
voor veel geld afgekocht. Mij dunkt, dat
zulk een wet noodig is en tegen een klein
geestige of partijdige toepassing is dé gelegen
heid tot beroep opengesteld.
En nu de Arbeidswet. Gesteld eens, dat
gij zwak en tot zelfbescherming niet in staat
waart en andere menschen, die zwakheid
in hun voordeel wisten aan te wenden, waar
door uwe gezondheid werd benadeeld, uwe
uitzichten voor de toekomst al sterker werden
beneveld, uw persoonlijke vrijheid een ijdele
klank was, en uw gevoel voor uwe waarde
als mensch dreigde te verstikken zoudt
gjj in uwe heldere oogenblikken dan toch
niet wenschen, dat de slavenketen, waaraan
gij geboeid, waart, zoo hij al niet kon worden
Zondagavand laat een persoon levensge
vaarlijk gewond. De politie doet onderzoek.
Te Aalten wilde een vrouw W. haar
kindje van ruim een jaar, dat buiten speelde,
in huis brengen. Het kind begon daarover
zoo hevig te schreien, dat het buiten adem
geraakte en plotseling in de armen der
moeder overleed.
Zaterdagmorgen, omstreeks 6 uur, ont
dekten eenige voorbijgangers brand aan de
gordijnen in het huis van dr. M. te Ede.
Terstond werden de bewoners gewekt en
bleek de brand van weinig beteekenis te
zijn. Eene dame, zijnde een familielid van
den geneesheer, op de kamer aanwezig,
werd dood gevonden, als gevolg van ver
stikking of door schrik.
Als een staaltje van lichtgeloovigheid
vermeldt de Delftsche Ct. het volgende
In een der groote gemeenten van ons
land was iemand onwillig om belasting te
betalen. De man kreeg de gewone vervol-
gingsstukken, maar niets hielp, zoodat over
gegaan moest worden tot beslaglegging op
de roerende goederen. Toen dit zoude ge
schieden, kwam de onwillige betaler in
hevig verzet. Naar de oorzaak daarvan ge
vraagd, verklaarde hij van belasting vrij
gesteld te zjjn. Geen der ambtenaren dit
willende gelooven, kwam hij te voorschijn
met een briefje, luidende als volgt:
Mijnheer.
Het is ons een genoegen u te kunnen
mededeelen, dat gij bij raadsbesluit van
gisteren, goedgekeurd by koninklijk besluit
van heden, hetwelk hedenavond in de Staats
courant wordt opgenomen, zijt vrijgesteld
van de betaling van belasting.
Het bestuur der ver. „Alg. Belang*1
De secretaris,
(onleesbaar).
De man kon maar niet begrijpen, dat hij
het slachtoffer was van grappenmakers.
De directie der Associatie Cassa heeft
f 1000 uitgeloofd voor dengene, die de ver
blijfplaats van haar voortvluchtigen looper
J. aan de justitie bekend maakt, want
alhoewel de recherche den man, die zeer
gevat blijkt te zijn, op ’t spoor is, mocht ’t
haar nog niet gelukken de hand op hem
te leggen.
In verschillende sigarenwinkels is zijn
portret voor de ramen tentoongesteld. Naar
wij vernemen moet zijn vrouw met haar
kind in de njjpendste armoede verkeeren.
Een heer te Amsterdam die een doosje,
inhoufende diamanten ter waarde van onge
veer f 4000, wilde verzenden, bemerkte, op
het postkantoor gekomen, dat het doosje
verdwenen was. Aanvankelijk aan diefstal
i denkende, haastte hij zich naar het politie
bureau aan de Pietershal om ’t aan te geven.
Aangenaam werd hij nu verrast door iemand,
die het doosje buiten het postkantoor ge
vonden had en het nu kwam brengen aan
het bureau, juist toen de eigenaar zich daar
bevond.
Door de fiets gedood. Zondagmorgen
werd te Hiilegom een juffrouw door een
tandem aangereden, zoodat zij omver werd
geworpen en een trapper van den tandem
in haar hoofd drong, hetgeen een hevig
bloedverlies veroorzaakte’De gewonde
vrouw is gistermorgen aan de gevolgen
overleden.
O verreden. Te Middelburg is een
schoolknaapje door een vrachtwagen over
reden. Het kind was onmiddellijk dood.
Te Neede had een spoorwegbeambte, die
zich verlaat had, de onvoorzichtigheid op
een in beweging zijnden trein te spiingen.
De man viel en geraakte met het eene been
onder den trein, dat zoo verwond werd, dat
het geamputeerd moest worden.
Olterterp, 19 Febr. Eenige dagen ge
leden kwam eene vrouw met haar dochter
tje de z.g. Rinslaan neer. Plotseling spron
gen twee mannen uit den wal en eischten,
dat zij zou afleggen. De vrouw had haar
beursje vergeten en keerde haar zak om.
Dan heeft het kleine meisje ’t geld in den
zak, dachten de onverlaten. Ook deze keer
de haar zak om en had... twee centen, die
de aanranders meenamen.
DxacllteB, 19 Febr. Een volwassen
meisje stond voor een glas te luisteren en
te spionneeren. Plotseling ging de deur open
en de luisteraarster hard weg, maar... bij
den overbuurman door ’t glas. Zoo werd 't
een dure nieuwsgierigheid, ’t Gebeurde in
de Kerkstraat.
Tengevolge der veelvuldige regens ver-
tooneu zich in sommige weilanden onder
Augustinusga verbazend veel russchen. Om
deze te verdrijven, deelt een practisch er-
6
Bolswardsche Courant
VAN
Dè scuauuaiuu, o