NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OtSWARD BM WWSBRAÖSSS
Rede Cornelissen,
No. 38. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
Voor het Kantongerecht.
BINNENLAND.
DONDERDAG 11 MEI.
TANDARTS,
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Zitting van Donderdag 4 Mei 1899.
Te Stootshorn onder Noordbroek is
het huis afgebrand van H. T. Bos. De
brand is veroorzaakt door een kind van 5
jaren, dat met lucifers speelde. Van den
inboedel werd niets gered.
De permanente commissie voor de
groote jaarlijksche kaatspartij te Franeker
heeft besloten dit jaar de kaatspartij tot
een tweedaagsch kaatsfeest te maken op
den Isten en 2den Aug. a.s. Het feest be
looft zeer belangwekkend te zullen worden,
omdat ook door Belgische kaatsers aan
dezen wedstrijd zal worden deelgenomen.
Door een visscher uit Breskens werd
Donderdag een steur gevangen, die plus
minus vijf-en-zeventig K.G. woog. Door een
vischkoopman werd daarvoor direct dertig
gulden geboden, welk bod niet werd aan
genomen.
Te Garderen is dezer dagen op 72-
jarigen leeftijd overleden een man, die zijn
gansche leven bijna rookende had doorge
bracht. Deze hartstochtelijke rooker was
zoo bang geen tabak genoeg voorradig te
hebben, dat hij nooit naar een naburige
plaats ging, of hij bracht een grooten voor
raad mede. Bij zijn overlijden werd dan
ook niet minder dan 100 pond tabak in zijn
schamele woning gevonden.
Dezen geheelen voorraad had de zonder
ling gelegateerd aan zijn inwonend nichtje,
onder voorwaarde, dat zij de tabak zelf
zou moeten rooken uit de lievelingspijp van
den overledene.
Vervolg.
6. A. H. K. te Stavoren was den 4 Maart
in zijne woonplaats erg lastig en dit kwam,
omdat bij een borreltje te veel had. Hij
tierde, vloekte en schreeuwde, dat er zelfs
een oploopje ontstond. Toen de politie er
bij kwam, werd het niet veel beter, althans
op de aanmaning om zich rustig te houden
en naar huis te gaan, kon bij zulks lang
niet goedkeuren en had lang geen zegewensch
voor de beambten over.
Eisch f 10 of 3 dagen.
7. H. H. te Makkum liep den 15 Maart
’s namiddags in het land van den heer Brit-
zel, waarvan de toegang verboden was
door borden, die aan de hekken zijn ge
hecht. De veldwachter, die dit loopen op
merkte en gadesloeg, zag dat het doel ken
nelijk was om daar eieren te zoeken.
Als getuige was gedagvaard Y. Jansen, de
pachter van dat land. Deze heeft alleen ge
zien dat er iemand in het land liep, doch
wie het was, was hem toen onbekend. De
borden aan de hekken zijn door hem ge
plaatst op verzoek van den landheer. De
beklaagde had geen vergunning om daar
eieren te zoeken, en er wordt f0,50 boete of
1 dag hechtenis tegen hem geëischt.
8. S. de B. te Makkum had den 24 Mrt.
in zijn winkel een stel koperen gewichten.
Toen de marechaussees deze eens kwamen
inspecteeren, bleek dat er een gewicht (2
D.Gr.) bij was, waarop het ijkmerk van dit
jaar ontbrak.
De vrouw van beklaagde verklaarde dat
zij niet wist, dat het niet in orde was en
later was zelfs gebleken dat het stel ge
wichten niet eens het eigendom was van bekl.
en hij het slechts ter leen had. Omdat het
evenwel is gevonden op een plaats, bestemd
voor den verkoop van waren, volgde een
bekeuring en de eisch luidt 1 3 of 2 dagen.
9. I. V. te Workum liep den 24 Maart
in gezelschap van zijn zoontje langs den
spoorweg, zonder daartoe gerechtigd te zijn.
Eisch f 3 of 2 dagen.
10. M. de V. te Bolsward wierp op den
morgen van 25 Maart met sneeuwballen en
wel op ;een baldadige wijze, zoodat bij het
uit de R. K. kerk komend publiek lastig
viel, en een vrouw zelfs een sneeuwbal in’t
gezicht kreeg. Een politieagent, die dit zag,
maakte dan ook procesverbaal op, want de
politieverordening verbiedt het werpen met
sneeuwballen langs de publieke straat.
Bekl. erkent dat dat hij met sneeuwballen
heeft gegooid, dat doen alle jongens, zegt
hij, maar hij heeft niet een in ’t gezicht ge
raakt.
Met een ernstige waarschuwing en den
eisch van f 2 of 2 dagen hechtenis kon hij
weer vertrekken.
11. 8. T. te Hindeloopen was in den nacht
van 2 op 3 April in zijne woonplaats geducht
onrustig. Zelfs was middernacht gepasseerd,
en toch schreeuwde en zong hij zoo luidruch
tig op straat dat de politie zich met hem
moest inlaten. Hij was dien avond reeds een
paar malen gewaarschuwd, doch nu liep het
de spuigaten uit, en moest hij bekeurd worden.
Eisch f 3 of 2 dagen.
12. B. B. te Makkum was den 31 Maart
te Witmarsum in abnormalen toestand, zoo
dat de marechaussees hem tot de orde moesten
roepen.
Eisch f 2 of 1 dag.
13. H. H. te Idsegabuizum was den 31
Maart in den Zuid-Makkumermeerpolder
bezig met eizoeken. Dit terrein is als zoo
danig gepacht door den heer Gosliga van
Bolsward en daar hij van dezen geen schrif
telijke vergunning kon toonen, werd hij be
keurd. Hij had een molleval bij zich en gaf
dus voor, dat hij op last van den boer daar
in het land was, tevens was hij nog al bru
taal en liet zich ongeveer uit tegen de twee
rijksambtenaren„Doe maar wat je wil, het
gaat jelui niet aan, wat ik hier uitvoer/
Bekl. is heden verschenen, en ontkent dat
hij eieren heeft gezocht. Hij moest op last
van zijn boer de mollevallen daar weghalen
en in het andere land zettentevens moest
hij de molshoopen slechten en de ritten (loop
gangen) dicht trappen.
De veldwachter en een onbez. rijks veld
wachter hebben hem door een kijker uit de
verte gadegeslagen, en hem kruislings heen
en weer zien loopen, waar de kieviten op
vlogen.
Bekl. ontkent nogmaals en voegt er bij
dat er op dien tijd ook nog geen eieren
waren.
Als getuige wordt nog gehoord de heer
J. H. Swart J.Hz., administrateur van den
huisgezin van den werkman vestigen zij het
oog.
PAUZE.
In het eerste deel heb ik, aldus vervolgde
Spreker, er op gewezen, hoe langzaam en
moeilijk het gaat, verbeteringen aan te bren
gen in de soc. positie der werklieden. Hier
in de eigen plaats blijkt het immers reeds,
daar er nog steeds lauwheid heerscht. De
timmerlieden vragen 15 cent, waarom ook
voor den opperman dit niet gelijk gesteld?
Heeft die het minder noodig, of is zijn
sjouwen gemakkelijker vol te houden
Waarom moeten de werklieden ook zelfs
onder elkander nog onderscheid maken
Doch de beweging is nog slechts in den
beginne. Toch kan ik mij niet ontveinzen,
dat er in de volksbeweging een gevaar
schuilt en dat is dat de bestuurders steeds
de baas zullen willen spelen, ook zelfs in
de soc. maatschappij. De geschiedenis van
het Christendom wijst ons op dat gevaar.
De eerste christenen waren communistisch,
er heerschte toen gelijkheid, doch allengs
werden de armen en slaven door het kerke
lijk gezag overheerscht en toen konden zelfs
koningen en keizers zich christen noemen,
want hun opperheerschappij bleef bestaan.
Zie, het moet in de arbeidersbeweging
worden voorkomen, dat de hooger geplaatsten
zich sociaal noemen om te blijven heerschen.
Wat valt er te doen tegen ben, die van de
politiek hun broodwinning maken. Als de
staat alles in handen krijgt, loopt hellicht
uit op tirannie, wanneer de bestuurders te
veel macht hebben. In de kapitalistische
maatschappij is van de bewindhebbers niet
veel te verwachten, het eigenbelang weegt
daar te zwaar. Voorstellen als opheffing
van erfrecht bijv, kunnen er dan nooit door
komen. In den staat zijn de wetten, de
rechtersen handhavers der wetten ten dienste
der bezitterden, en van een ware volksver
tegenwoordiging kan geen sprake zijn. Ik zag,
zegt Spr. te Parijs eens een plaat, waarop
een moeder (Frankrijk) zat te midden der
voorn, woordvoerders die, in hansworsten
pakjes elkander te lijf wilden. De moeder
sprak dan ook„schei uit, kwajongens, en
werk lieverEn inderdaad, hoorders, ik
zie in de redenaars, en de hooge ambtena
ren niets anders dan hansworsten, die duur
betaald moeten worden. Vele voorbeelden
zijn er reeds, dat afgevaardigden die goed
waren zoolang zij werkzaam waren,doch in de
hoogere omgeving afweken van de eens geko
zen richting. Werklieden, laten wy niet op
de afgevaardigden, maar op de huisgezinnen
onzen invloed uitoefenen, daar alleen is
onze macht. Allen vereenigd, zal allengs
een macht ontstaan, die overwint in den
strijd waartoe ik u allen oproep.
Van de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt, zoodat de Voorzitter onder
dankzegging van den Spreker, aan het op
gekomen publiek en aan de directie der
Sociëteit, de bijeenkomst sloot, die behoor
lijk goed bezocht was, hoewel met de pauze
eenige jongelieden afdropen en niet terug
kwamen.
handeld, zonder dat de verbalen zijn gelezen
of de getuigen zijn gehoord.
Daarvan kunnen wij dus geen nader ver
slag geven.
De uitspraak is bepaald op Donderdag 11
Mei, des voormiddags te 10 uur.
polder. Deze verklaart, dat de eigenaar van
den polder het recht van eierzoeken voorbe
houdt en in de huurcontracten is hiervan
melding gemaakt, dus de boeren mogen in
hun gehuurde landen geen eieren zoeken of
laten zoeken.
Bekl. ontkent andermaal eieren te hebben
gezocht en verzoekt, dat zijn boer mag wor
den gehoord als getuige.
Daarop wordt IJ. Groenhof als getuige a
decharge toegelaten. Deze verklaart dat hij
zijn knecht dien dag heeft gelast de molle
vallen te verplaatsen en de gangen dicht te
trappen.
De rijksveld wachter geeft nogmaals als
zijn gevoelen te kennen dat die mollen val
als voorwendsel wordt gebruikt en hij ver
meent dat deze laatste getuige zijn knecht
in dit opzicht versterkt.
Groenhof. „Het vorig jaar hebben wij uit
dat land ongeveer 160 mollen gevangen en
nu al weer 64.“
De agent. De knecht heeft ook verteld dat
hij al 64 eieren in dat land gevonden, en hij
had dien dag, toen wij hem bekeurden, trou
wens ook geen schep bij zich om de vallen
te zetten. Wij hebben duidelijk gezien dat
hij den akker afliep.
De Ambt. v. h. Openb. Min. vraagt den
boer of zijn knecht wel eens eieren thuis
brengt.
Getuige antwoordt dat hem dat niet bekend
is, op 31 Maart niet, dat weet hij zeker. Op
verder aanvragen en na hem herinnerd te
hebben dat hij onder eede staat, durft hij
niet ontkennen dat de bekl. wel eens een
ei heeft opgeraapt doch op 31 Maart niet.
De heer Ambtenaar eischt f 3 boete of 2
dagen.
De getuige Groenhof zegt daarna nog, dat
het zoo erg is met het toezicht op het eizoe
ken, dat een onnoozele knecht in dien tijd
haast niet het land in durft om zijn werk
te doen.
14. F. B. te Exmorra was den 31 Maart
ook in den meerpolder aan het eizoeken, maar
koos on de nadering van de veldwachteraffi04-
H. KÖJBENT,
Leeuwarden, Groote Kerkstraat,
I 23.
Spreekuren alle werkdagen (behalve
'ags) van 10—4 uur.
Te Sneek eiken DINSDAG van 10—3
jur tee-ennvpr het Old Buraor Weeshuis.
I?
8 zacht en aangenaam
geparfumeerd.
^fabrikanten, NIJMEGEN.
Zondagavond hield de Vrije Soc. Vereeni-
ging alhier eene openbare vergadering, waar
in de heer Cornelissen van Parijs als spreker
optrad, en het doel en streven van de Vrije
Socialisten nader uiteenzette. Deze politieke
partij, aldus begon Spreker, onderscheidt zich
vooral hierin van de overige partijen, dat
zij den strijd heeft gericht op het bezit,
het eigendomsrecht, omdat dit de bron en
oorzaak is van de tegenwoordig heerschende
ellende. De massa zal in slavernij blijven,
zoolang de macht van het kapitaal en het
privaat grondbezit blijft bestaan.
Een Fransch schrijver, Charles Fourier
heeft in zijn werk „Droomen over de toe
komst" duidelijk uiteengezet, wat er zou
kunnen bespaard worden, wanneer er voor
verlichting, verwarming, consumptie enz.
gemeenschappelijk werd gezorgd. Inplaats
dat elk voor zich moet koken, elk zijn eigen
graanzolder, kelder enz. moet hebben, zou,
indien alles gemeenschappelijk ging, zelfs
7/8 bespaard worden, want ook op woniogen,
vervoermiddelen enz. was heel veel uit te
winnen. Men schrikt evenwel nog af voor
het gemis van vrijheid, de tijden zijn er
niet rijp voor, men wil nog zijn eigen spjjzen
bereiden enz. De mensch is een slaaf der
gewoonte,de oude sleur verhindert grooteom-
keeringen,eerst heel langzaam kan zulks gaan.
Toch is het streven naar meer gemak en
genot reeds vrij goed alom doorgedrongen.
In de groote steden begint zelfs het gemeen
schapsleven zich eenigszins te ontluiken. De
waterleiding is gekomen voor de vele pompen,
zelfs heeft men in Londen al gemeenschap
pelijke keukens. Evenals thans de straten,
wegen en kanalen reeds gemeenschappelijk
zijn, zal bij latere geslachten het gebruik
van spoor- en tramwagens, gemeenschap
pelijk worden. De openbare museums zijn
er reeds, bloemperken worden door de ge-
kneenschap onderhouden, ook scholen, bad
plaatsen en soms meerdere inrichtingen.
Eens zullen ook de fabrieken en werktuigen,
ja de geheele eigendom ten bate der ge
meenschap moeten komen. Alks voor allen
moet het worden, elke stap in die richting
is een schrede tot de ontwikkeling en voor
uitgang. De zelfzucht heerscht thans alleen,
en zal het blijven, zoolang de werkmansstand
zich niet naar boven weet te werken. Van
de regeeringspersonen hesft men geen af
doende verbeteringen te wachten, enkelen
kunnen zich zelf eu de vriendjes opheffen,
maar de omwerking zit niet in de welspre
kendheid, de ware communisten kunnen
alleen het algemeen heil brengen. In Duitsch-
land blijkt het zelfs dat de volkspartij moet
dienen om de eene partij tegen een andere
te beschermen, maar dat strijden tusschen
de partijen geeft niets. Zelfs in Engeland
waar zoovele werklieden aaneengesloten
staan, worden nog de belangen der bestuur
ders te veel in ’t oog gehouden. De werk
lieden moeten geheel hun eigen levenslot
kunnen besturen, alle macht boven hen,
is hun tot schade. De arbeider moet in ’t
volle bezit van zijn arbeid komen, thans
zijn zij nog loonslaven, en heeft het kapitaal
de politie en de bajonetten tot zijn dienst,
maar in den strijd der twee groote machten
zal de sterkste op den duur zegevieren. Als
200,000 mijnwerkers in Belgie het werk
staaen, halen politie en soldaten de kolen
niet uit de mijnen de arbeiders hebben dit
voor, zij zijn onmisbaar, zoowel in t vóórt
brengen als in ’t onderhouden van de genot
en levensmiddelen. Heel langzaam ontwaakt
in de werklieden het bewustzijn, dat zij
zich moeten vereenigen. In Amsterdam waren
1 Mei de twee grootste zalen te klein, om
de vergaderden te bevatten, en eens zal de
tijd komen dat van alle vakken, landen en
rassen een kracht zal uitgaan, die onweer
staanbaar zal zijn.
Als hier te Bolsward de timmerlieden
bet loon van 13 op 15 cent per uur stellen
is dat slechts een kleine verbetering, maar
een gunstig teeken voor de toekomst is het
toch. In de veengronden wordt het loon
reeds hier en daar door de werklieden mede-
geregeld, men gevoelt het, telkens komt
men voor den eigendom te staan, dat is
de rem, die de verbeteringen weerhoudt.
De vrije socialisten willen de fabrieken en
werkplaatsen aan de gemeenschap, doch
zij zoeken geen hulp van de zetels en zachte
kussens der regeeringspersonen, maar op het
als 3e getuige
dema, die van het feit niets heeft gezien,
maar verklaart dat het land, waarin de twee
vorige getuigen deze personen gezien hebben,
bjj haar in gebruik is en daarin het eierzoe
ken is verboden.
Daar de twee getuigen in hun verklarin
gen niet duidelijk zijn en wel zeggen dat zij
op een eizoekende manier liepen, doch niet
bepaald kunnen bevestigen dat zij naar eieren
zochten, wordt door den heer Ambtenaar het
feit niet overtuigend bewezen geacht, en
vraagt hij vrijspraak voor deze beklaagden.
De laatste zaak die uitvoerig behandeld
werd, was die van
16. F. A. W. te Ideegahuizen. Deze werd
den 7 A pril bekeurd wegens het zoeken van
eieren in zijn land, behoorende tot den meer
polder, waarin het zoeken van eieren is ver
boden aan de huurders.
Bekl. ontkent dat hij naar eieren heeft
gezocht, dat doet hij nooit, dat is de heeren
die in den polder mogen zoeken, genoeg
bekend Hij is dien dag naar zijne schapen
geweest en liep zoo eens in het land heen en
weer om te zien of het gras al wat begon
te groeien.
De veldwachter verklaart al reeds lang
vermoeden gehad te hebben dat deze bekl.
wel eens naar eieren zocht, maar kon de
overtreding vroeger niet zeker constateeren.
Den 7 April was hij in den onderwal gaan
liggen, en heelt toen duidelijk hem zien heen
en weer loopen, kennelijk met het doel om
eieren te zoeken.
Bekl. ontkent nogmaals de overtreding,
doch zijn eisch is f 3 of 2 dagen.
Al de overige zaken zijn bij verstek be-
Bolswardsche Courant
DERIK