NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OESWARD EN WONSER ADEEL
1
CS
IE
Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
No. 41.
II
■w
S
Die g*oede slageer.
BINNENLAND.
SI
VOO»
zoo.
f
i
J
‘J
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Wonseradeel. Vele van onze wegen
en vaarwaters worden in den laatsten tijd
aanmerkelijk verbeterd. Pas is de begrinding
van de Gooijumerlaan aan besteed en de
Pingjumer vaart uitgebaggerd, of men is
bezig om een grindweg van „de Grauwe
Kat' naar Lollum té krijgen.
Dezer dagen was de gemeente-opzichter
met de noodige hulp bezig om den weg uit
te bakenen, op te nemen en te waterpassen.
Daarna zag men Burgemeester en Wethou
ders met de Bouwcommissie de zaak in loco
onderzoeken, waarom wij vermoeden, dat
binnenkort tot de aanbesteding zal worden
overgegaan.
Hierdoor zal in ’t najaar menig arbeider
werk kunnen bekomen.
De weg toch zal eene lengte van onge
veer 4000 M. verkrijgen, voor 2/3 een klei
weg volgen en verder door de landen ge
maakt worden.
MaKkum, 17 Mei. Onder den invloed
vansterken drank kregen twee grintschippers,
gedomicilieerd te Srnilde, gisteravond alhier
een hooggaande ruzie.
De een verweet den ander, dat hij, nu 7
jaar geleden, een meisje te Rotterdam zeer
ernstig had mishandeld.
De op ’t leven toegeschoten rijks veld
wachter oordeelde deze beschuldiging ernstig
genoeg, om den beschuldigde onmiddellijk
in hechtenis te nemen. Heden morgen is
hij naar Rotterdam getransporteerd, om ver
hoord te worden.
De andere schipper bleek ook nog iets
op zijn kerfstok te hebben en zal nu wel
evenmin den dans ontspringen.
Harlingen, 16 Mei. Onze stad is heden
in het bezit eener nieuwe brandspuit (met
zuig- en perspomp) gekomen, haar geleverd
door de firma J. en H. W. v. d. Ploeg te
Grouw, die hiermee haar reeds wijd en zijd
bekenden naam nieuwen luister bijzet. Het
is namelijk een werk van geheel nieuwe
constructie, vooral uitmuntend door het
practische kleppeustelsel, dat geheel vrij
staande in een tweeling kleppenkast tusschen
de pomp-cylinders op zeer gemakkelijke
wijze toegankelijk is, weggenomen en onder
zocht kan worden.
De spuit heeft gewerkt in tegenwoordig-
heidvan het Dagely ksch Bestuur en de brand
meesters, terwijl de brandmeester van Leeu
warden, die by den doortocht te hunner
stede de machine in oogenschouw namen,
mede een deputatie hadden afgezonden. De
proef slaagde uitstekend. Met een prachtig
gebonden straal van 19 m.M. diameter be
reikte het water een afstand van 30 M.
Ook de hoogte was naar genoegen, alhoewel
het stormachtige weder een juiste schatting
daarvan onmogelijk maakte.
Leeuwarden, 18 Mei. Burg, en Weth.
van Leeuwarden s.ellen den Raad voor, in
aanmerking nemende de leefwijze in onze
Friesche hoofdstad en de late aankomst der
avondtreinen, bet sluitingsuur van plaatsen
van vereeniging (koffiehuizen), nu 11 uur
zjjnde, te verlengen tot middernacht.
Tot dusver hadden 56 koffiehuizen bijzon
er toch slechte
„Zeker, mynheer. Waar moet het bezorgd
worden? Dan heb ik nog heerlijke ham,
hazenpastei, eervelaat
De vreemdeling luisterde niet naar die
opsomming, maar keek onverschillig rond.
Eensklaps had hij iets bemerkt. „O,“ zei hij,
„is u een muzikale winkelier En met den
nauwsluitend gehandschoenden wijsvinger
wees hij op de viool van den Piëmontees,
die nog altijd op de toonbank lag.
„Neen, neen,' riep Delorme, „ik doe aan
geen muziek; dat ding is van iemand, dien
ik gisterenavond uit den brand geholpen
heb.'
„Zoo, zoo. Mag ik dat instrument eens
zien
„Met pleizier.'
Nauwelijks had de klant de viool in
handen of hij scheen aan een hevige ont
roering ter prooi. Hjj keerde en draaide
het instrument, stemde het, hield het vlak
onder zijn neus als wilde hy het besnuf
felen of in het hout een onmerkbaar teekèn
zat; zijn oogen flikkerden en zijn vingers
beefden.
„Zou je me die viool willen verkoopen?“
vroeg hy.
„Verkqopen? Heel graag, mijnheer, maar
ik kan niet. Ze is niet van my.“
„Dat spijt me, dat spijt me erg, ik zou
er een goeden prijs voor betaald hebben.
„Komaan dan!“
„Zeker, ’t Is een zeer oude viool en van
groote waarde. Ik houd niet van loven en
bieden en zeg u rondweg wat ik er voor
geef: vijfhonderd francs/
„Vijfhonderd francs?' Delorme kreeg
een kleur, maar spoedig had de slimmerik
begrepen, er een mooi zaakje te maken was.
„Mijnheer,' hernam hij, „ik wil u graag
een pleizier doen en daarom zal ik den
eigenaar der viool trachten over te halen
om ze u af te staan. Maar ’t zal moeite
kosten, dat weet ik zeker, en als ik er in
slaag...'
„Ik begrijp u, vriend. Dan zal ik u een
flink commissieloon uitbetalen. Hier is mijn
adres. Gy hoeft het instrument maar te
bezorgen aan het Magnifie Hotel en ik zal
u aanstonds het geld geven.'
Op het geglaceerde kaartje, dat de vreem
deling hem met koninklijk gebaar overreikte,
las de slager
GRAAF LAPINSQUINI,
Gezantschapssecretaris.
Met zijn witte muts in de hand deed hij
zijn bezoeker uitgeleide tot aan de deur en
boog byna tot aan den grond.
Een, twee uren gingen voorbij en de
Piëmontees kwam maar niet opdagen. De
winkelier kookte van ongeduld. Als hij
eens weg bleef? Eindelijk kwam de kleine
binnen. „Zoo ben je daar?' riep de slager
gejaagd.
„Ja mynheer, hier zijn de zes stuivers,
en ik kom myn viool terughalen.'
„Je hebt er wel haast by om die leelyke
rammelkast terug te halen.'
„Maar mijnheer...'
„Nu, ik wil je geen verdriet aan doen,
integendeel. Je bent een aardig ventje, en
daar je arm bent, zal ik je een mooi voor
stel doen. Verkoop je rammelkast, ik geef
er vyf francs voor; wat zeg je nu, vjjf
francs, is dat geen mooi bod?'
„Neen, mijnheer.'
„Wat? Niet? en je krijgt nog een lek
keren dikken cervelaatworst op den koop
toe.'
„Dank u, mijnheer.'
De goede slager stond verstomdop zoo
veel tegenstand had hy niet gerekend. Hy
verdubbelde zijn aanbod, deed er vervolgens
nog vyf francs by, toen nog vyf, maar het
Piëmonteesje bleef weigeren. De winkelier
begreep er niets van; maar daar hij voor
den edelen graaf Lapinsquini tot vijfhon
derd francs mocht bieden, had hy nog de
ruimte voor zich hij klom tot honderd
francs.
Nu werd het den knaap te machtig.
„Luister eens, mynheer,' zei hy, ik weet
niet wat u met mijn viool doen wilt, maar
als u er op staat, zal ik grootvader gaan
roepen en dan kan u het met hem afmaken.'
„Haal den duivel voor myn part, maar
laat er ons een eind aan maken.'
De kleine liep weg; drie kwartier lang
liep de eerlijke koopman zyn winkel op en
neer, berekenend, wat hy aan dat zaakje
verdienen zou. Eindelijk kwam het ventje
terug, gevolgd door een ouden man met
sneeuw witten baardde oude zag er alles
behalve voornaam uit, maar hy had een
hoofd als een aartsvader of profeet en
poseerde ongetwijfeld voor Mozes in de
ateliers der Parijsche schilders.
Tijdens de onderhandelingen vertelde de
grijsaard op treffenden toon;
^Die viool is; sinds onheuglijke tijden in
vergelijkend examen worden gehouden.
Oudemirdum, 18 Mei. Door den har
den wind is gister bij de „bank'in de Zui
derzee een jol van een paar ansjovisvangers
gezonken. De bemanning is gered door gebr.
de V. alhier en D. B. van Nijemirdum. De
vangst is aan onze kusten gering.
BaarderadeeL De groote vraag naar
melkknechten voor Duitschland oefent ook
hier reeds merkbaren invloed, zoodat ook
onze veehouders zich genoodzaakt zien hoo-
gere loonen toe te staan, willen ze zich van
voldoende hulp verzekeren. In een dorp
onzer gemeente werd reeds f220,per jaar
bedongen, wat zeker een vrij hoog loon kan
worden genoemd; loonen van f 180,tot
f 200,zijn over ’t geheel reeds regel. Als
de inkomsten van den werkgever daarmede
nu maar gelijken tred houden dan zouden
we een gezonden toestand hebbenoogen-
schijnlijk is dit ook het geval, daar de wei
den prachtig staan en het grasgewas alzoo
veel belooft dit jaar. Maar ook van het goede
kan men te veel krijgen en zoo is het ook
hier; velen toch hebben nog eene groote
hoeveelheid hooi over van het vorige jaar,
zoodat de gevolgen zullen zyn: lage hooi-
prijzen en stijgende prijzen van het vee, daar
velen in het najaar nunnea veestapel zullen
moeten vergrooten. (B'ran. Crt.)
Iedereen heeft zeker wel eens het
vertelseltje gehoord van het boertje, dat de
spoorwegmaatschappij fopte, door eeu retour-
kaartje te nemen en niet terug te gaan en
misschien heeft hij nog gelijk gehad.
Wanneer men b.v. van Geule naar Maas
tricht stoomt, kost een retourkaartje 25 ct.,
terwijl men voor enkele reis moet betalen
28 cent.
Wel is waar bestaan hiervoor bijzondere
redenen, doch het geval is en blijft curieus.
Onder den rook van Groningen, op de
Gideon, buiten het voormalig Klein Poortje,
onder de gemeente Haren dus, heeft in den
afgeloopen nacht een ernstige brand gewoed.
De stoom houtzaagmolen van den heerJ. B.
van Bruggen, waarin te ongeveer 2 uur
brand werd ontdekt, is met de aanwezige
machines door het vuur vernield.
Zoo ver onze inlichtingen reikten, heeft
de brand zich bepaald tot den molen en het
hout, dat ligt tusschen den molen en het
Winschoterdiep en bleven, dank zij de wind
stilte, het woonhuis van den neer Van
Bruggen en de houtschuren, waartusschen
de molen stond, gespaard. Op verzoek vau
den heer Van Bruggen gaf de burgemeester
van Groningen de brandweer machtiging,
aan het blusschingswerk mee te helpen,
voor welk doel de stoombrandspuit naar
het terrein toog. Om ruim drie uur was men
het vuur meester. Assurantie dekt de schade.
(V. Gr. Ct.)
Windhoos. Woensdagmiddag is het
dorp Loenen op de Veluwe door een wind
hoos bezocht, groote stofwolken het lucht
ruim in jagende; in hetDierensche Kanaal
werd de mast van een schip weggeslagen
welke met het andere tuigage in het Kanaal
terecht kwam. Andere ongelukken kwa
men niet voor.
Voor de boete. Het Staphorster boer
tje dat wegens het onbevoegd uitoefenen
van de geneeskunde veroordeeld werd tot
f 309, ontving eergister, naar de Zw>. Ct.
meldt, van een onbekende f 300 voor de
boete per aangeteekenden brief.
Door de moeder gered. „Moeke ons
poppie ligt in de sloot en hij wil er nich
oet komen!' Met deze boodschap kwam
het ruim 3-jarig zoontje van den bode W.
Bloem te Boertange de woonkamer binnen.
De verschrikte moeder snelde de deur uit
en zag, dat die boodschap maar al te waar
was. Haar P/j-jarige jongen dreef midden
in een breede diepe sloot, en was op het
punt van te zinken. Zonder zich te be
denken sprong de vrouw te water en redde
haar kind, dat reeds geheel bewusteloos
was. Eerst na veel moeite slaagde men er
in de levensgeesten weder op te wekken.
’t Was al laat.
Mynheer Delorme, de notabele, zwaar
lijvige slager uit een der hoofdstraten van
Parys, was juist op het punt zyn winkel te
sluiten, die helder verlicht werd door twee
electrische lampet maar eerst had hy zyn
knecht nog een paar vragen te doen.
„Gaspar, wat heb je met het varkens-
vleesch gedaan, dat we gisteren niet ge
bruiken konden
„Dat heb ik onder de hazenpastei ver
werkt'.
„En de margarine
„Die is zoo mooi onder de boter gemengd,
dat ze ’t zelfs op het stedelyk laboratorium
niet eens bemerken zouden.'
„Goed zoo, jongen, we hebben weer een
welbesteden dag achter ons, we zullen de
blinden maar laten vallen en naar bed
gaan.'
Op dat oogenblik kwam een der Piëmon-
teezen binnen, zooals men er in vroeger
tyd te Parys verscheidene kon zien. Tien
jaar oud, niet meer korte jas en verschoten
fluweelen broek; magere beenen met lange
knooplaarzen, op het hoofd een vettigen
spitsen hoed, waar de zwarte, golvende haren
onder uit kwamen oogen als Fra Diavolo
en onder den arm de onafscheidelijke viool.
Hy vroeg voor zes stuivers worst. De
winkelier woog het vleesch af, gaf aan een
der schalen nog een verraderlijken stoot
met zyn duiny wikkelde vervolgens het
vleesch onverschillig in een papiertje, maar
alvorens het aan het kind te geven, stak
by de hand uit om de centen in ontvangst
te nemen. De kleine muzikant zocht in
zyn rechter broekzak, maar na vruchteloos
daarin gewoeld te hebben begon hy in zyn
linker ook vergeefs. Toen zette hy viool
en strijkstok tusschen zijn knieën en woelde
koortsig met beide handen te gelyk in de
zakken van broek en vest.
„Hoe is ’t kwajongen Myn arm is geen
uithangbordriep mijnheer Delorme on
geduldig.
In plaats van te antwoorden, begon de
kleine Piëmontees te snikken, zooals hy
het nog nooit had gehoord.
„Wil je wel eens ophouden, vlegel, met
dat gejank! Wat heeft dat te beduiden?'
„Hi hi hi. mijn goede mijnheer,' snikte
de jongen, „ik heb een tienstuiverstuk ver
loren... hoe hoe hoe, het tienstuiverstuk,
dat grootvader me gegeven had om er eten
voor te koopen.'
„Loop dan naar den drommel, ongeluks-
macaroni. Geen geld, geen vleesch, gauw
den winkel uit.'
Maar het muzikantje luisterde er niet
naar; hy zette haastig zyn viool neer,viel
op zyn knieën voor den dikken slachter en
jammerde:
„Och, myn beste mijnheer, stuur me zoo
niet weg, grootvader zal me slaan.'
„Daar kan ik toch niets aan doen?'
„Geef my het vleesch maar mee, ik zal
u morgen het geld brengen.'
„Neen, beste jongen, op die manier laat
ik me niet beetnemen.'
„Maar ik zal terugkomen, mynheer, en
om dat te bewijzen wil ik myn viool hier
laten.'
De winkelier wierp een schuinen blik op
het instrument en redeneerde: lo dat hij
zich belachelijk maakte als die toestand
nog zoo duurde; 2o dat het meer den tijd
was om naar bed te gaan3o dat de viool
toch altyd meer dan zes stuivers waard
was, by geval de Italiaan niet terug kwam.
Daarom zeide hy
„Jongen, ik heb een goed hart en heb
medelijden met je; neem het vleesch maar
mee, ongelukkigen moet men helpen!
Maar de viool houd ik hier.'
De muzikant sprong op en was in een
wip de deur uit; mijnheer Delorme legde
het instrument op een hoek der toonbank,
sloot den winkel en sliep weldra den slaap
des rechtvaardigen.
Den volgenden morgen tegen een nur of
tien zag de slager een sierlijk gekleeden
heer zyn winkel binnentreden; zijn hooge
zijden hoed en zyn verlakte schoenen blon
ken en glommen dat het een lust was. Het
knoopsgat van zyn gekleede jas was ver
sierd met een rozet van zooveel verschillende
kleuren, dat het tot geen enkele ridderorde
behoorde; in ’t kort de vreemdeling had
alle uiterlyke hoedanigheden, die aan men-
sehen als Delorme een diepen eerbied en
onderdanigheid afdwingen.
„Wat is er van uwen dienst?' vroeg de
slager, na een diepe buiging, aan zijn voor
namen klant.
„Een pot getruffeerde ganzenlever,' ant
woordde deze met een sterk Italiaanseh
de familie; ze gaat steeds van vader op
zoon over en ’t is een instrument van
groote waarde, zooals er tegenwoordig niet
meer gemaakt worden. Toch zou hij ze
wel willen verkoopen als er een goed bod
voor gedaan werd, want zie je, mijnheer
er is zoo weinig verdienste tegenwoordig.'
Na lang loven en bieden werd Delorme
het eens voor 200 frs. Als voorzichtig man
liet de slager den grijsaard een papier
teekenen en telde vervolgens op de toon
bank tien stukken van twintig francs neer,
die de oude haastig in den zak stak en
daarna werden de grijsaard en het kind
zonder complimenten aan de deur gezet.
De winkelier liet voor een oogenblik den
winkel onder de hoede van zijn trouwen
bediende, en met het instrument van groote
waarde onder den arm vloog hy naar het
Magnifie Hotel.
Het hoeft niet wyd en breed te worden
uitgelegd, dat graaf Lapinsquini daar heele-
maal onbekend wasnooit van zyn leven
heeft Delorme den edelman, den kleinen
muzikant en den grijsaard met den sneeuw-
witten baard teruggezien. Voor de viool
kreeg hij van een uitdrager een daalder.
De brave winkelier kon het maar niet
verkroppen, dat hy aldus door een paar
geslepen gauwdieven was beetgenomen en
lang naderhand, als hij bezig was margarine
onder de boter te mengen, kon zijn knecht
hem hooren zuchten:
„Myn God, wat zyn
menschen in de wereld.'
dere vergunning om langer dan tot 11 uur
’s avonds open te blijven. Zij zouden nu
onder den algemeenen regel komen.
Oudeliaske, 17 Mei. Alhier deed zich
het gelukkig zelden voorkomende geval
voor, dat door de politie tegen een 13-jarigen
knaap, herkomstig uit Sint-Johannesga,
proces-verbaal moest worden opgemaakt,
wegens dronkenschap.
Hepk. Adv. BI.
Balk, 18 Mei. Voor de reeds sedert 1
Mei 1.1. vacante betrekking van hoofd der
school te Wyckel, waarvoor zich 37 sollici
tanten hebben aangemeld, zal den 25en dezer
in het logement boven de waag alhier een
A
Bolswardsche Courant,
u
1
j
I