NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD Bey wibb w wsiBamm Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899. No. 42. DONDERDAG 25 MEI. WELVAART. BINNENLAND. Dr ankhestrij ding*. VOOR INGEZONDEN. en en Bolsward, Mei ’99. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Maandagavond j.l. werd de aangekondigde bijeenkomst gehouden tot oprichting eener Neutrale Geheel-Onthouders-Vereeniging. Slechts 20 personen woonden deze vergade ring bj. De heer Postma, welke deze vergadering leidde, hield ’n korte toespraak met ’n heldere schets omtrent koning alcohol, waarbij hij bij geheelonthouding eenigen tijd stil stond. Ook werd de f 80,000,000 die er aan alkohol gebruikt werd ooor Spr. aangehaald en eenige verklaringen gegeven, op welke wijze het geld nuttiger kon worden besteed. Nu spoorde Spr. aan tot aansluiting en tot op richting van bovengenoemd doei. De tweede Spr. F. Velzen Fz., die zijn beginsel uiteenzetto en er duidelijk op wees, dat de zoogen. Christenen bleken tegen standers te zijn van hunne goede bedoelingen. Deze Spreker behandelde „onzen strjjd", waarbij verschillende voorbeelden werden aangehaald tot staving zijner meening. Ook zeide Spr. dat de bestaande Chr. Geheelonthouders- Vereeniging weinig ot niets beteekende, hadden enkelen hunner besloten om deze poging te wagen, alhoewel Spr. er moeielijkheden inzag om ’n neutrale vereeniging in ’t leven te roepen. Toch wenschte ook hij dat het plan gelukte om staande te blijven en den stryd opnieuw aan te binden. Beide Sprekers werden met aandacht ge volgd. ’n Algemeene discussie volgde. De heer Andela, hoewel onthouder, kon zich niet met de oprichting vereenigen en wees op voorgevallen feiten, welke op meetings plaats hadden gehad, met sprekers van verschillende richtingen. De heer Postma beantwoordde den heer Andela, doch laatstgenoemde bleef bij zijne meening. De heer Achttien neemt nu ’t woord gaf eenige opmerkingen ten beste. Er werd nu ’n artikel voorgelezen uit een reglement, om de zaak duidelijk te maken. De heer Lafra wees er op, dat hij lid was geweest van de Neutrale Geheel-Ont- houders-Vereeniging te Haarlem en daar werd met genoegen gewerkt, terwijl deze vereeniging uit verschillende personen en beginsels bestaat. De heer De Wolf, lid van het „Kruis- verbond" wees er op, dat ’n hanlelaar vaak in n moeielijke positie geraakt, wanneer zijn klanten hem komen bezoeken in loge menten als anderszins. Ook kwam het dezen Spreker ongerijmd voor ’n neutrale vereeni- met herhalingsonderwijs draagt almede de blijken, dat wij van de vermeerdering van kennis en beschaving veel hopen en ver wachten. De regeering is bereid om met ons en in onzen naam de natie te steunenmoge het ons en onze regeering niet ontbreken aan de bewijzen, dat de natie ons begrijpt en bereid is om haren steun mild en met opgewektheid te verleenen. lu dien zin hopen wij, zoodra de gelegen heid er zich voor aanbiedt, een koninklijk woord te vernemen. Het zou afwijken van den gewonen officieelen term, maar juist dat zouden wij thans goed en gepast achten. Het wordt toch gesproken tot de vertegenwoor digers des volks en daardoor tot de geheele natie en niet uitsluitend tot de conservatie ven, liberalen, radicalen en socialen, die gezegd worden de natie te vertegenwoordi gen achtenswaardige mannen zeker maar die door opvoeding en stand, door titels van geleerdheid, etc., het belang der natie, zooals zij in alle hare deelen is samengesteld weleens van een al te eenzijdig standpunt bezien. En toch, de natie vaart niet wèl indien al hare onderdeden niet in staat zijn om zich al datgene, wat tot het genieten van welvaart behoort te kunnen verschaffen. Te kunnen verschaffen zeggen we, en terecht. Hiervoor wezen we op eenzijdigheid in het streven, om zich welvaart te verschaffen of haar te verhoogen. Ook bij den werkman merkt men weleens op dat, al zijn de inkom sten toereikende om in een staat van wel vaart te kunnen leven of daartoe te geraken, zulks ten eenenmale verhindert of zelfs in een staat van achterlijkheid of verwaarloozing doet voortleven. Verstandelijke en zedelijke ontwikkeling nu, al zullen zij niet altijd en bij allen lust en begeerte bedwingen, zullen toch wel de beste middelen zijn, om ook in den werk mansstand welvaart te helpen bevorderen. Zegen moge rusten op allen, die hiervoor de hand aan den ploeg slaan. Eitkh. Crt. Sneek 23 Mei. De veemarkt won ’t heden, wat drukte betreft van ’t Grootzand. Waren op ’t laatste honderden kijkers, te midden van 'c vee bewogen zich honderden koopers en verkoopers, die vooral een leven- digen handel in goed soort melkvee dreven. Ook in wolvee, dat steeds prijshoudend is, ging veel om. ’t Koude weer om dezen tijd bracht onder de vette waar nog al wat fleur: vet rundvee en vette kalveren werden Wanneer sommige menschen zich eens af vroegen of de Nederlandsche Natie in al- gemeenen zin welvarend kan genoemd wor den, dan zouden zij misschien beginnen met het tellen van de zoodanigen, die van de renten van hunne kapitalen of de huur van hunne vaste goederen leven en voldoende kunnen leven. Verder zouden zij vragen of de handel en met name de groothandel bloeit; of de ambachten en de fabrieks- en andere nijverheid door overvloed van werk of ruime afzet in bloeienden staat verkeeren en eindelijk of de landbouw almede op ta- melijken voorspoed bogen kan. En als dan dat alles bevestigend kon worden beantwoord zouden zij allicht tot de slotsom komen, dat in Nederland algemeene welvaart wordt aan getroffen. Het opgenoemde is immers het voornaamste, waarmee men rekening houdt let ook maar op de koninklijke toespraak, waarmee gewoonlijk de Kamers der Volks vertegenwoordigers worden geopend het opgenoemde, zeggen we, is doorgaans het eenige, waarmee rekening wordt gehouden, rekening kan en behoeft gehouden te worden. Wij nemen de vrijheid om hen die aldus oordeelen, er opmerkzaam op te maken dat er nog een andere klasse van menschen is die wel degelijk tot de Natie, tot het alge meen behoort, en dat de vraag behoort ge daan te worden, of ook deze klasse zich in een staat van welvaart kan verheu gen. Een klasse van menschen dus, die wel in een afhankelijke positie verkeert, maar zonder wier krachten handel nijverheid en landbouw als niets zijneene klasse van menschen dus, die bij ’t algemeen wel ter dege behoort te worden medegeteld en die mede streeft naar en aanspraak heeft op welvaart. Wanneer men nu meent recht te hebben, om te beweren, dat de handel bloeit, dan moet de vraag, of die voor loon hunne krach ten aan den handel en wat daarmee in be trekking staat wijden, in staat zijn om in hunne stand op welvaart te kunnen bogen. En wanneer industrie en nijverheid ge- wenschte uitkomsten opleveren, dan geldt de vraag, of die goede uitkomsten ook mis schien ten deele zijn toe te schrijven aan de wanverhouding tusschen gewaagden arbeid en toegekend loon, voor waarden voor de wel vaart van hem, die arbeidt in het belang van industrie en nijverheid. En wat de landbouw betreft is ’t de vraag of zij, die renten trekken van hunne kapi talen en huur van hunne vaste goederen, billijk genoeg zijn om den landbouwer eene mate van welvaart te gunnen, waardoor zg, die zijn grond, gewas en oogst bewerken, in hunnen stand almede welvarend kunnen ge noemd worden. En dan nog eene vraag, namelijk deze of zij, die als landbouwer toereikend of over vloedig welvaart genieten den arbeider zijn welvaart gunnen, niet afgaande op de loonen van vroeger, of op hetgeen vroeger als toe reikend werd geacht, maar lettende op het geen thans ncodig is om een betrekkelijke welvaart te kunnen genieten, en zij dus niet behooren tot hen van wien de apostel zegt „Ziet, het loon der werklieden, die uwe landen gemaaid hebben, hetwelk van u verkort is roept, en het geschrei dergenen, die geoogst hebben is gekomen tot de ooren van den Heer, hunnen en uwen God.“ En omdat de werkende stand mede tot de natie, tot het algemeen behoort en van alge meene welvaart dus geen sprake zijn kan, indien die stand geen welvaart geniet, hopen we, dat als de Kamers der volksvertegen woordiging opnieuw met een koninklijk woord geopend worden te vernemen, dat handel, industrie, nijverheid en landbouw in een staat van gewenschten bloei verkeeren, en dat de werkende stand in den bloei deelt, blijkbaar uit den staat van welvaart waarin hij aan vankelijk verkeert. Dat de regeering er daarom op bedacht is om een voorname hinderpaal uit den weg te ruimen door het beschikbaar stellen van goede en goedkoope woningen te bevorderen al is het met opofferingen van staatswege, en al zou het denkbeeld om oude werklieden te pensioneeren er voor worden prijs gegeven, afwachtende wat het particulier initiatief kan en zal uit werken; bij nader onderzoek blijkt toch, dat een staatspensioenfonds onvolledig en daardoor eenzijdig zijn zou. Intusschen is de drang er toe en het spreken er over mis schien noodig, om de ontwaakte zorg voor den werkenden stand levendig te houden en hopen wij, dat die zorg van blij venden aard zjjn zal. Ook wij zjjn bereid daartoe mede te werken en door passende voorstellen van wet daarvan te doen big ken. Velzen die nu een voorbeeld eens gegeven door den heer van Haarlem, bij het oprichten bespreken eener Chr. Geheel-Ontbouders- De heer M. van Dijk die nu als oud-lid der Chr. Geheel-Onthouders-Vereeniging, de treurige zaak der vereeniging aanhaalde, de tegenwerking van h.h. predikanten op- somde, spoorde eveneens aan tot oprichting eener Neutrale Geheel-Onthouders-Vereeni ging en op welke wijze deze gemakkelijk tot stand kon komen. De heer V. d. Steele die nogmaals ’t woord bekwam, wenschte dat dan de genoemde ver eeniging tot stand kwam, en hoopte dat ook deze Neutrale Geheel-Onthouders-Vereeni ging met moed den strijd zou aanvaarden, opdat spoedig mocht blijken, dat deze ver eeniging een degelijke vereeniging mag zijn in doel en streven. De heer Velzen, die de vertegenwoordigers van onze zustervereeniging „Het Kruisver- bond“ dankte voor hare belangstelling, gaf nogmaals te kennen dat het hoofddoel drankbestrijding moest zijn en big ven en dat er dan heel goed een Neutrale Geheel-Ont houders-Vereeniging in ’t leven kan worden geroepen. Hierna werd er een lijst gecirculeerd om toe te treden als lid, waardoor enkele per sonen toetraden. Door den heer Postma werd nu de openbare bijeenkomst gesloten en bleven de leden nog een tijdje bijeen. Dankend voor de verleende plaatsruimte van bovenstaande, Verblijf ik hoogachtend, Uw. dw. dienaar, VONK. eeniging altijd verschillende ideeën vertegen woordigd zijn. Verder gaf Spreker eenige feiten uit hunne vereeniging aan de hand en wenschte dat er weer ’n Chr. Geheel-Onthouders-Ver eeniging tot stand kon komen. Laat elk persoon strijden op zijn eigen beginselwat meer vereenigingeu op dit gebied wat beter, ieder doe zijn best. De heer Postma beantwoordde den heer De Wolf, waarbij Spreker nogmaals zijn meeningen uiteenzette. Nogmaals bekwam de heer De Wolf het woord, die opnieuw eenige feiten noemde tot staving van het gesprokene. De heer Velzen, die nu den heer De Wolf beantwoordde, gaf aan de hand de feiten, welke waren voorgevallen indertijd met de Cnr. Geheel-Onthouders-Vereeniging, waar bij de noodige tegenwerking uit eigen kring, wat hun noodzaakte tot deze oprichting over te gaan. De heer De Wolf die nogmaals ’t woord bekwam en nogmaals op het door hem te berde gebrachte wees, werd nogmaals door den heer Velzen bestreden. De heer Achttien die nu ’t woord bekwam, drong aan tot oprichting eener Neutrale Geheel-Onthouders-Vereeniging. De heer V. d. Steele, die nu als belang stellende en als Voorzitter van het„Ktuis- veibond" het woord bekwam, bepleitte in hoofdzaak datgene, wat door den heer De Wolf was aangehaald. Spreker heeft grooten eerbied voor eiken geheel-onthouder, onverschillig van welke richting, maar vond bezwaar in het oprichten van een neutrale vereeniging. Spreker haalde aan, dat indertijd een poging was gedaan om zoo mogelijk met de Chr. Geheel-Ont houders-Vereeniging een gecombineerde bestuursvergadering te beleggen om door samenwerking te trachten op Zondag de kroegen gesloten te krijgen. Spreker zette helder uiteen het doel en streven van het „Kruisverbond" hier ter plaatse. De heer Postma die dezen Spreker beant woordde, gaf een andere verklaring omtrent drankgebruik en wees er nogmaals opimeZ drinken ook niet schenken. Nogmaals werd door den heer Achttien de oprichting van eene vereeniging aanbe volen. De heer aanhaalde, Veldhuizen en I Vereeniging maakte een aardig effect. handel er niet minder op, alhoewel men niet oordeelt, dat de prijzen van ’t spek voor eerst hooger worden16, 17 tot 18 ct., verder kunnen onze bargen ’t maar niet brengen, vette kalveren werden, prima kwaliteit, graag betaald met 29, 30 tot 31 ct., minder kwaliteit gold 22 tot 26 ct. Londensche schapen waren duur: 30 a 31 ct., evenals vette kalveren, waarvan le soort voor Engeland werd gekocht tegen 33 en 34 ct. 23 Mei. In geen jaren hadden we hier zoo’n drukke Pinksterdrie als heden. Niet alleen golfden honderden boerinnetjes, de een al mooier opgedirkt dan de ander, langs ’t Grootzandmaar de geheele stad door, waar maar te genieten en te kijken viel, kon men zijn hart ophalen aan de lieve gezichten van onze blozende Friesche deernen. In onderscheiding van vorige jaren zagen we thans de rondegang doen langs ’t geheele Grootzand. De neringdoenden nl. van de westelijke helft, die altijd weinig of niets van den eersten Dinsdag na Pinksteren profiteerden, hadden verzocht de brug over de Napjussteeg te mogen afdraaien, opdat men gedrongen werd ook hen te passeeren. Natuurlijk werd ’t verzoek ingewilligd en uit dankbaarheid daarvoor staken de westelijke luitjes heden allen de driekleur naar buiten, voor welke moeite men met menigen rijksdaalder werd beloond. St. Jac. Parochie, 22 Mei. De derde bondskaatswedstrgd onder de afdeelingen van den Nederlandschen Kaatsbond had hier heden onder begunstiging van zeer goed weder plaats. De volgende parturen namen aan den wsdstrijd deel 1. W. Dijkstra, II. de Vries en A. Zijlstra van de vereeniging „Midlum“ te Midlum. 2. IJ. Tuinstra, P. Sretsma en J. Plantenga van de vereeniging „Eendracht" te Frane- ker. 3. Jan Kuperus, Jac. Kuperus en H. v. d. Vliet van de vereeniging „Foaiüt** te Marssum. 4. G. Bakker, 8. Wiersma en J. Posthuma van de vereeniging „Winsum" te Winsum. 5. F. v. d. Schaaf, 8. A. Kooistra en Johs. Hibma van de vereeniging „Wit- marsum" te Witmarsum. 6. E. A. Kooistra, T. Zoodsma en W. R. Visser van de ver eeniging „Concurrent" te Witmarsum. 7. J. Reitsma, H. Hiemstra en M. S. Risselade van de vereeniging „Pingjum" te Pingjum. 8. 8. Vijver, S. Bollema en J. Knol van de vereeniging „J. Bogtstra" te Franeker. 9. A. Brouwer, P. van Zandbergen en D. Brouwer van de vereeniging „Hald Moed" te Achlum. 10. Jobs. Struiksma, K. Wijnia en IJ. de Vries van de vereeniging „Wom- mels" te Wommels. 11. K. Vonk, 8. Heslinga en G. Wassenaar van de vereeniging „Oefe ning kweekt kunst" te Beetgum. 12. Sj. Tolsma, K. Tolsma en P. de Wal van de vereeniging „Sierk de Wal" te Dronrijp, 13. W. Ennema, P. de Haan en Tjerk Westra van de vereeniging „Dirk de Zee" te Tzummarutn. 14. H. de Vries, P. Faber en F. Buwalda van de vereeniging „Arum“ te Arum. 15. 8. de Vries, D. van der Meer en J. van Dijk van de vereeniging „Mak- kum“ te Makkum. 16. IJ. P. de Boer, J. Faber en R. Ozinga van de vereeniging „De Kaetsebal" te Wijnaldum. 17. A. Oos- terbaan, C. Helfrich en H. Helfrich van de vereeniging „Kimswerd" te Kimswerd. 18. Johs. Bierrna, K. Leeuwen en R. Schipper van de vereeniging „Het Noorden" te 8c. Jacobi Parochie. Bij den eersten omloop vielen de nummers 1, 4, 6, 8, 9, 12, 13, 15 en 18 af. Bij den hierop ge volgden wedstrjjd tusschen de par turen 2 en 3, 5 en 7, 10 en 11 en 14 en 16 wonnen de parturen 3, 7, 11 en 16, ter wijl 17 was blijven staan. Hierop kaatsten 17 en 3 en 7 en 11, hetwelk 17 en 11 verloren. Vervolgens won 16, die de vorige lijst was blijven staan, van 3, en 7 van 16. De eerste prijs, groot f 45 en een prachtige zilveren medaille, aangeboden door den heer K. A. Wassenaar te Huizum, is derhalve gewonnen door no. 7de tweede prijs, f 21 en eene zilveren medaille, aangeboden door den heer A. Tadema te St. Jacobi Parochie, door no. 16, en de derde prijs, groot f 9, no. 3. Een zeer talrijke volksmenigte woonde den wedstrjjd by. In de gehouden bonds vergadering werd besloten, de bondskaats- wedstrijd in 1900 te Witmarsum te houden, Van het eiland Urk zal, evenals uit andere visschersplaatsen, een adres worden verzonden aan den Minister van Water staat, om erop aan te dringen, dat zulke maatregelen worden genomen als kunnen leiden tot verbod van de visscherij met stoom in de Zuiderzee. Te Soheveningen heeft een hen uit Bolsvardsche Courant. u «o ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1899 | | pagina 1