NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
VOOMBTGAlfG.
No. 46. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
BINNENLAND.
DONDERDAG 8 JUNI.
SB
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
aanstaande zijn, leest men advertentiën in
locale bladen, houdende het verzoek aan
de boeren, om bij die verpachtingen niet
tegen elkander op te bieden, waardoor men
elkander het gras duur maakt en waarvan
de verhuurders profiteeren. Aansluiting,
solidariteit, onder ons, zoo luidt de roep
stem der boerengegadigden, maar als de
verhuringen gehouden worden, dan is men
die woorden vergeten. Men biedt, verhoogt
enz. tot soms bespottelijk hooge prijzen.
Ook nu weder worden „pogingen aange-
wend“ een bond van boeren te vormen,
om paal en perk te stellen aan dit euvel,
wat hun zelf in de beurs komt, maar...
de pogingen zullen pogingen blijven. De
ondervinding is ook in deze de beste leer
meesteres. Te minder zal een dergelijk so
lidair optreden dit jaar gaan, nu bijna iedere
boer een te groot beslag vee houdt in ver
houding tot de grootte zijner landerijen,
zoodat ieder hunner genoodzaakt is losse
hooilanden te huren, wil hij genoeg winter
voedsel voor zijn vee vergaren.
Nu het dient gezegd de Friesche
beer is in den laatsten tijd economisch wel
sterker geworden, zoodat hij beter een
hoogeren prijs betalen kan dan 5 a 10 jaren
geleden.
Utingeradeel, 5 Juni. Onderscheidene
visschers, die sedert het openstellen der vis-
scherij op 1 Juni jl. in deze gemeente, vooral
met schakels hun geluk beproefden, hebben
zeer veel viseh gevangen. Er waren er die
met 100 halve kilo’s en meer, hoofdzake
lijk blei, thuiskwamen. De oorzaak is, dat
door de aanhoudende koude weersgesteld
heid, vooral in Mei,, de viscb dit jaar laat
was met kuit schieten. In dien tijd verlaat
zij de groote meren en hoofd vaarten en
zoekt dan de daarmede in verband zijnde
meer ondiepe landslooten op, waarin zij
zich thans nog in massa ophoudt en ge
makkelijk is te vangen. Ook zijn zonder
twijfel de twee laatste zachte winters be
vorderlijk geweest voor de vischcultuur.
Wieuwerd, 5 Juni. Toen Zaterdag
jl. de brandspuit beproefd werd, ontbraken
er tengevolge van de hooiïng 12 spuitgas
ten op het appèl. Per man wordt als ver
goeding 25 cts betaald en nu verlangden
de 24 aanwezige manschappen, dat het loon
van de 12 deserteurs onder hen zou wor
den verdeeld, evenals dit nu reeds geschiedt
met de 4 pgphouders. Hiertoe waren de
brandmeesters echter niet terstond genegen,
met het gevolg, dat er een werkstaking uit
brak. Da banden om den arm werden in
geleverd en besloten werd niet weder aan
den arbeid te gaan, alvorens eene betere
balooning is verkregen.
Achtkarspelen, 5 Juni. Door ’t ver
trek van veel werkvolk naar Duitschland
en elders, komen hier werkkrachten te kort.
Men kont bijna bij geen boer of’t is„weet
je ook een beste knecht of meid voor me
Ook in ’t hooiland moet men zich soms met
halven behelpen en is menigmaal nog blij,
dat men die kan krijgen.
Iieeuwarderadeel, 5 Juni. Van de
secretarie dezer gemeente is een leerling-
klerk voortvluchtig, een jongmensch van
17 jaren. Hij was eenige weken geleden
door den gemeente-ontvanger met f 490.05
en twee mandaten uitgezonden, cm dit
geld aan iemand te Leeuwarden uit te be
talen. Hij stak echter het geld op, teeken-
de de mandaten valschelgk voor voldaan
op dato 28 Mei en gat ze zoo aan den ge
meente-ontvanger terug. Voor ontdekking
vreezende, heeft hij Vrijdagmorgen de wijk
naar elders genomen, vermoedelijk per trein
over Stavoren naar Amerika, na den vo-
rigen avond te Leeuwarden nog troost te
hebben gezocht bij Wijntje en Trijntje. Zoo-
dra de burgemeester van zjjn verdwijning
hoorde, is dadelijk naar alle zijden getele
grafeerd: naar Amsterdam, Rottardam en
Antwerpen, doch zonder gevolg. Men denkt
dat hij te Antwerpen scheep is gegaan
naar Amerika.
Zij, die den jongeling kenden, vezekeren
dat hij overigens een flmk en oppassend
persoon was, die ook voor zijn werkzaam
heden goed berekend mocht heeten. Voor
den gemeente-ontvanger wordt het een lee-
lijk schadepostje.
Heerenveen, 5 Juni. De hier geves
tigde naamlooze vennootschap „de Friesche
Vischhandel“ zal een proef nemen met pu-
blieken verkoop van blei en wel op Vrij
dagmorgen tien uur bij de Hoofdbrug?*
’t Is te wenschen dat deze proef mag
slagen; blei toch bezit zeer veel voedings
waarde en wordt thans in overvloed in
onze wateren gevangen,
itykt Afa Six
Op verzoek van het Rotterdamsch
Weekblad deelen wij gaarne ook onzen
lezers mede, dat een inzender in dat blad
maatregelen wenscht te beramen ten gunste
van de mannelijke en vrouwelijke bedienden
in winkels en magazijnen, omdat hij ’t be
treurt, dat niet ook op hen de bepalingen
van toepassing zullen zijn van de wet,
welke eene regeling van arbeids- en rust
tijden voor den volwassen arbeider beoogt
en omtrent welk ontwerp, in de maand
December bij de Tweede Kamer ingeko-
men, reeds een Verslag over de behande
ling in de afdcelingen verschenen is. Die
poging, door het Rolt. Weekbl. ondersteund,
heelt ook onze onverdeelde sympathie en
daarom voldoen wij gaarne aan het verzoek
om zijne aanbeveling over te nemen. Het
Weekblad schrijft:
„Hoewel de steller der advertentie ge
narend heeft zich voorloopig op den achter
grond te moeten houden, is het ons des
niettemin bekend, dal hij een winkelier is,
die zelf tal van bedienden onder zich heeft
Maar zie, daar werpt hij een schaduw op
industrie en nijverheid. Om de eerste en de
meeste te zijn moet niet alleen veel en snel,
maar ook goedkoop geleverd worden,
en wat het eerst voor de hand ligt islage
arbeidsloonen, waardoor ’t gemakkelijk valt
kinderen in dienst te nemen, en vrouwen,
moeders aan het huisgezin, haar bestemming
en werkkring te onttrekken, niet zooals in
den landbouw, op gezette tijden als ’t vol
strekt noodigis, maar doorgaande, alles tot
nadeel van lichamelijke, verstandelijke en
zedelijke ontwikkeling.
Eere den staatsman, die aan dit schade
lijk en schandelijk kwaad een einde maakt,
en den verdrukte althans eenig uitzicht op
het erlangen van betamelijk levensgenot
opent.
Maar moeten wjj den landbouwer, den
industrieel, den nijverheidsman, den aan
nemer, die van anderer nooddruft geen mis
bruik ten behoeve van zichzelf maakt, daarom
eer waardig keuren
Als wij een ons gezonden mand appelen
onderzoeken, om de waarde ervan te beoor-
deelen, dan gooien wij de rotte weg, en de
geschondene, aangebetene, misvormde of
vlekkige leggen wij terzijde als van geringe
waarde. De rest kennen wij de waarde toe,
die zij verdient en die erkend behoort te
worden.
Meer niet.
Tot heden hebben wij welvaart en levens
genot als in éénen adem genoemd, ook omdat
het genieten van levensgeluk voor een goed
deel van den mensch zelf afhangt. Hij, die
altijd ziet op dengene, die meer heeft en
meer geniet, en die daardoor in een onte
vreden stemming verkeert, en hij, die steeds
door begeerte gejaagd en gekweld wordt, is
weinig geschikt om levensgeluk te genieten,
dat is, zich gelukkig te gevoelen.
Maar dat neemt niet weg, en ’t kan
moeielijk ontkend worden, dat het genieten
van levensgeluk voor een goed deel afhan
kelijk is van eene zekere mate van welvaart,
naar den stand en de plaats, die men in de
maatschappij inneemt.
En wanneer nu zucht tot zoogenaamden
vooruitgang alleen dient, om het persoonlijk
belang te bevorderen, met geringschatting
en achterstelling van het belang van anderen
en niet het minst van de zwakken, wien
de gelegenheid en de macht tot zelfverde
diging ontbreekt dan kleeft op zoodanigen
vooruitgang een smet, dan rust daarop een
vloek, die elk welgezinde moet bewegen om
te trachten bem voor volk en maatschappij
op te heffen of krachteloos te maken.
De macht der publieke opinie plaatse
zich daartoe tegenover den lust en den wil
van welke macht ook, en zij zal de over
winning behalen.
In dit opzicht nu kunnen wij waarlijk op
vooruitgang bogen.
De publieke opinie komt op tegen het
der beschaving outeerende en het volk uit
mergelende van toerustingen voor den oorlog
en het daarin gelegen hefhebberijspel van
eenige belaugzuchtigen en onzedelijke, ver
keerd geplaatste weelde en roemzucht; de
publieke opinie geneest er van en komt er
tegenop, om hem, die van zijn arbeid in
dienst en ten behoeve van anderen leven
moet, als verschoppeling te gebruiken, die men
zoo goedkoop mogelijk exploiteert, om hem,
zoodra hij niet in staat is om te werken,
aan zijn lot over te laten.
W aarlyk, welke gebreken de maatschappij
ook mogen aankleven, dit is een schoon
bewijs van vooruitgang in een goede richting.
Enkh. Crt.
en reeds meermalen daadwerkelijk heeft
bewezen, dat hij zooveel mogelijk wenscht
mede te werken, om het lot van die allen,
op het gebied van lange werktijden, zoo
veel mogelijk te verzachten en daarvoor
geen financiëele opofferingen heeft ge
schroomd.
„Geen wonder dus, dat hij deze gelegen
heid wil aangrijpen, om bij de wet de po
sitie der winkelbedienden draaglrjker te
maken. Reeds talrijke blijken van sym
pathie met zijn streven mochten hem ge
worden en uit de meest treffende waarvan
wij inzage kregen, bleek van werktijden,
met name in Rotterdam, waarvan men, zoo
men ’t wist, niet alleen verbaasd zou staan,
maar zelfs van zou gruwen. Het confiden
tieel karakter, dat die brieven dragen, belet
ons daarop nader in te gaan, maar wij ver
trouwen dat men ons wel op ons woord zal
gelooven.
„De steller der advertentie nu, gelooft
zeer zeker en terecht, dat daarin verande
ring te brengen is, als zoowel bedienden als
patroons welke laatsten werkelijk niet allen
voor hun plezier een derge’ijk exploitatie-
systeem volgen, zich in massa tot de Regee-
ring wenden. Daarbij zweefde hem vooroogen
een voorbeeld voor kort in Duitschland ge
geven, waar door het nationale verbond van
handelsbedienden een verzoek bij den Bonds
raad werd ingediend met 47000 handteeke-
ningen, waarin werd aangedrongen op een
gelijktijdig sluitingsuur voor de winkels.
Onder die handteekeningen waren er 11260
van patroons afkomstig. In Hamburg alleen
kwamen op de 7739 onderteekeningen, 2711
voor van patroons.
„Wij gelooven met den steller der adver
tentie, dat een dergelijke indrukwekkende
petitie zeer zeker ook in ons land mogelijk
is en tevens dat voor zulk een aandrang
de regeering niet doof zou kunnen big ven.
„In het belang der betrokken mannelijke
en vrouwelijke bedienden en dat der patroons
zelf zal het dus zeker zijn, indien zij zich
bij de beweging aansluiten, waartoe alsnog
gelegenheid bestaat, door bemiddeling van
de Nederlandsche Kiosken-Maatsch. te
Rotterdam onder No. A 75.“
Sedert Vrijdagmiddag werden te Nij
megen uit de ouderlijke woning vermist een
knaap van zekeren Seegers, oud 14 jaar, en
een van zekeren van Duinen, oud 12 jaar,
beiden wonende in de Reguliersstraat, zon
der dat m?n kon gissen wat hun wedervaren
was. Zondagnamiddag zijn beide lijken op
gehaald uit een bermsloot nabij het fort
Krayenhoff, onder deze gemeente, waarin
zij wellicht al spelende van een vlotje zijn
gevallen en verdronken. De ongelukkige
knapen hielden elkander nog omstrengeld,
zoodat het zeer waarschijnlijk is, dat de een
den ander heeft willen redden en dus samen
den dood hebben gevonden, zonder dat
iemand van bet treffend ongeluk iets heeft
bemerkt. Hunne lijken zijn naar de respec
tievelijke ouderlijke woningen oveigebracht.
De deelneming is groot in de oudersmart.
Ten huize van een ingezetene aan de
Prinsegracht te ’s Gravenhage vervoegden
zich drie personen, die onder voorwendsel
schatters bg de belasting te zijn, wenschten
toegelaten te worden om de woning op te
nemen. De dienstmaagd verzocht de „heeren“
terug te komen wanneer mijnheer thuis
was. Daartegen viel weinig in te brengen
en de schatters verwijderden zich. Mijnheer
die de boodschap van zijn voorzichtige
dienstmaagd ontving en wien de zaak niet
in den haak voorkwam, won inlichtingen
in bij de belastingkantoren, van welke geen
van alle schatters waren uitgezonden. De
pseudoschatters zijn echter niet teruggeko
men.
Uit Meppel wordt geschreven
Eergisteren was bij een gevecht tusschen
eenige jongens de zoon van den rijks veld
wachter alhier mishandeld. De vader dreigde
daarop den dader, den 13-jarigen M. uit
de Wilhelminastraat, met het maken van
proces-verbaal. Uit angst hiervoor vluchtte
de jongen en werd door velen gezocht in
alle lichtingen. Gisterenavond vond men
hem verdronken een kwaïtier van deze
gemeente verwijderd, waar een visscher
hem in zijne netten ophaalde.
Men schrijft uit Friesland aan de
Arnh. Ct.
Een zeldzaam jubilé zal 7 dezer in het
dorp Langezwaag gevierd worden. De heer
W. Lunwolda en echtgenoote zullen dan
den dag herdenken, waarop zij vóór 70
jaren „in lief en leeu“ verbonden werden.
Minder zeldzaam is het verschijnsel, dat
zich voordoet in ons gewest, we zouden
geneigd zijn, het een periodiek verschijnsel
te noemen, dat even schijnt, om weer uit
te gaan als,,, een nachtkaars. Telkenjare
wanneer de verhuringen van hooilanden
De aarde wentelt om haar as en tevens
om de zon. Al weten wij ’t niet, omdat
wij het met onze oogen niet kunnen waar
nemen, wijze menschen zeggen het, en het
moet dan ook wel zoo zijn, want dag en
nacht, zomer en winter keeren regelmatig
terug.
Niet de zon, maar de aarde beweegt zich
dus. En wij menschen, die op de aarde
wonen, wij bewegen ons mee. Evenmin als
men de aarde stuiten kan in hare geregelde
beweging, evenmin stuit men de beweging
van den menschelijken geest. En in die
beweging ligt de aanleiding tot vele daden,
en de uitvoering van daden noemen wij
vooruitgang.
De aarde, onze woonplaats, noemen wij
de wereld, alleen, omdat zij onze wereld
is, en de millioenen werelden, die met onze
aarde in het ongemeten luchtruim rond
wentelen zouden die alleen bestaan om
onze bewondering te wekken en onze nachten
te verlichten Zouden zich ook daarop
geene levende, denkende en handelende
persoonlijkheden bevinden, al is hun vorm
en gedaante dan ook misschien anders dan
de onze? IJdele vragen voorzeker, maar
toch vragen, die er toe leiden kunnen, om
ons te genezen van onzen hoogmoed en
onze onwetendheid, waardoor wij de aaide
beschouwen als de wereld, de eenige wereld
in het heelal, terwille van wier redelijke en
denkende wezens al het overige zou bestaan.
Als wij hierover nadenken, dan komen wij
tot de overtuiging, eigenlijk niets te weten
en niets te kennen alleen weten wij, dat de
aarde onze woonplaats is en dat het spraak
gebruik medebrengt, dat wij haar de wereld
noemen en dat zelfde spraakgebruik is oor
zaak, dat wij de groote verzameling van
menschen, die op de aarde leven, de men-
schenwereld noemen.
De menschelijke geest nu staat evenmin
stil als de aarde zelf, en de zucht om, over
eenkomstig zijne inzichten, wenschen, behoef
ten en plannen, veranderingen teweeg te
brengen, noemen wij den geest van of de
zucht tot vooruitgang.
En wat is het kenmerk van dien geest,
en wat is het, dat tot handelen aanspoort?
Dit vooral, om de welvaart te verhoogen en
het levensgenot te vermeerderen.
Die theorie is schoon, maar het eigen
belang der menschen is oorzaak, dat zij niet
altijd tot haar recht komt, omdat met han
delingen tot vooruitgang wel eens meer be
doeld wordt persoonlijk voordeel dan voor
uitgang in den geest van genoemde theorie.
Somtjjds zelfs keert hij zich regelrecht
tegen die theorieletten wij slechts op den
vooruitgang in het vinden van de middelen,
om in en door den oorlog, meer, beter en
sneller te kunnen dooden en vernielen. Hier
mee, in ’t groot, plaatst het eigenbelang van
den uitvinder, den vervaardiger en van den
vorst die ze aanschaft, zich tegenover het
publiek, dat eerst gedwongen wordt mid
delen van negatieven vooruitgang te helpen
betalen, om er later zijne eigendommen door
te zien verwoesten en er zich of zijne kin
deren door te laten dooden.
Sterk sprekender tegenhanger op do
schilderij van den waarachtigen vooruitgang
zal wel nooit geleverd kunnen worden.
Naast die groote, afschuwwekkende schil
derij, zou een groote menigte kleinere kunnen
worden opgehangen, waarop de vooruitgang
ter bevordeiing van het persoonlijk, en tegen
over het algemeen belang, met schelle kleu
ren is afgebeeld, zóó, dat kennis, wetenschap,
scheikunde en werktuigkunde, die oorspron
kelijk zulke schoone vruchten zijn van
’s menschen werkzamen en zoekenden geest,
dienstbaar worden gemaakt aan de vulling
van de zakken van enkelen, ten koste van
’t meer algemeene.
Beide, die groote en die groep kleinere
schilderijen dienen tot bespotting en erger
nis van de vrienden van den waren voor
uitgang, van de bevordering van volkswel
vaart en daardoor van de vermeerdering van
betamelijk levensgenot.
De aarde, onze wereld beweegt zich, en
de menschenwereld beweegt zich mee, schijn
baar als een aaneen gesloten massa, werkend
en strevend naar eenzelfde doel, maar als
men met meer aandacht rond ziet, ieder der
individuen op zijn eigen terrein, het terrein
van zijn belang en van zijn werkzaamheid.
Somtijds zou men wenschen, de vleugelen
van sommigen te kunnen inkorten, want
voort gaat het, voort! Men wil de eerste,
de meeste zijn, wil overschaduwen en
profiteeren, voorgaan doet volgen, vooruit ia
de leus en de weg,
Bolswardsche Courant
bolswa.ro m wowbaöbsï.
ti