NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BÖI.SWARÖ EN WONSERAÖEE1
No. 47. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
8
Gehypnotiseerd.
<4
te
ZONDAG 11 JUNI.
BINNENLAND.
VOO»
IF
te
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Leeuwarden, 8 Juni. De voortvluch
tige leerling-klerk ter gemeente-secretarie
van Leeuwarderadeel, de 17-jarige S. D.,
die w met ‘a kleine i 5QQ ran door wa»
spelen of andere volzinnen uit te spreken
dan die in de rol te pas kwamen.
De weddenschap werd genoteerd, en
Terrel zoowel als Üpham deponeerden 100
pond st. in handen van een der leden van
het gezelschap.
Terrel nam Edmund French ter zijde en
drukte hem op het hart zich niet te laten
verleiden of omkoopen, om onder éene
deken met den sluwen redacteur te spelen.
,0 neen, Mr. Terrel,gaf French te
kennen, „daar behoeft gij u niet ongerust
over te maken, want ik weet dat gy my
dan terstond myn ontslag zoudt geven, en
al kreeg ik de 100 pond van Mr. Upham
als schadeloosstelling, dan zou ik, als die
op waren, broodeloos zijn, want middelen
heb ik niet, zooals u bekend is.“
Lachend klopte Terrel hem op den schou
der, van hem was dus niets tevreezen.
Den volgenden avond waren alle leden
van het gezelschap, die niet gekostumeerd
in het stuk behoefden op te treden, in het
parterre aanwezig, zeer nieuwsgierig na
tuurlijk om eens te zien wat Upham wel
zou aanvangen.
De redacteur had tegen Edmund French,
toen hy zich aangekleed had, eenige hand
bewegingen gemaakt en, voordat het scherm
opging, plaats in de directie-loge genomen.
„Speelt French alleen kleine komische
rollen? vroeg hy op onverschilligen toon
aan den directeur.
Terrel brak in een luid gelach uit, dat
niet vrij van minachting was.
„Hij heeft nog geen gelegenheid gehad
om in grootere rollen op te treden. Ieder
een bijna is van oordeel, dat hij hier niet
op de rechte plaats staat. French zelf ver
beeldt zich dat hij meer aanleg voor het
tragische heeft; dat is een algemeen voor
komend zwak bij komieken, maar het
is gelukkig, dat er directeuren bestaan, die
weten welke plaats den acteurs toekomt.“
„Ik geloof, dat ik er French vanavond
toe brengen zal om zich eens recht tra
gisch aan te stellen/ antwoordde Upham.
Op dit oogenblik ging het scherm op.
Alle personen, die van de weddenschap
af wisten, keken naar Upham, die zijne
doordringende, bevelende blikken op den
acteur richtte.
Toen French voor het voetlicht kwam,
scheen het, alsof hij terstond de uitwer
king van dien gebiedenden blik ondervond.
Hij was naar gewoonte in de kleeding van
een oud, vroolijk man opgetreden, maar
het scheen alsof er dien avond eene ver
andering met hem plaats bad gehad. De
blikken der acteurs, 'die in het parterre
zaten, wendden zich nu nieuwsgierig naar
Edmund French. Het scheen alsof hij door
eene plotselinge verlamming bevangen was,
die echter maar een oogenblik aanhield
de gewone toeschouwers hadden het nau
welijks opgemerkt, toen liep hij naar
een tafeltje, om daaraan plaats te nemen,
maar zijn gang was onzeker, en hij zonk
op een stoel neer, terwijl hij met zijn hoofd
op den arm, op de tafel leunde.
„Wel verdraaid, de kerel is dronken!*
riep Terrel uit.
Toen French begon te spreken, klonk
zijne stem werkelijk alsof het vermoeden
van den directeur juist was, en bovendien
waren de woorden, die hij uitsprak, geheel
andere dan die, welke in zijne rol stonden.
Het publiek merkte weliswaar niet dat er
iets verkeerd ging, want de volzinnen, die
hij uitsprak, waren logisch en degelijk, al
waren het niet die van „Zonder wilskracht.*
Het had den schijn of de voorbijgaande
roes in de rol te pas kwam. Wat men te
hooren kreeg, was belangwekkend en schoon
en het publiek luisterde met aandacht,
iets dat bij de opvoering van „Zonder wils
kracht* zelden gebeurde.
„Dat is afgesproken werk!* riep Terrel
bijna hardop uit, terwjjl hjj zich tot üpham
wendde.
Üpham echter, wiens blikken onophou
delijk op den acteur gericht waren, scheen
deze opmerking niet te hooren. Hy zag
doodsbleek en groote zweetdruppels parel
den op zyn voorhoofd.
„Dat zal ik French inpeperen,* zeide de
directeur.
üpham keerde zyn hoofd naar hem toe
en keek hem doordringend scherp aan.
„Zwijg toch, man, als je niet wilt, dat
hy fiasco maakt; laat my bedaard mijn
gang gaan en alles loopt goed af. Stoor
my niet je moet zien wat er gebeurt.*
De directeur keek naar het tooneel, zoo
als de daarheen wijzende vinger van den
redacteur hem gebood. Daar zat French,
geheel roerloos^ met e?ne uitdrukking op.
wonde in den hals en eenige sneden over
de wang toegebracht.
Eenige burgers, die het gebeurde zagen,
maakten zich van den woesteling meester
en brachten hem naar het Leidscheplein.
Een agent, die eveneens toeschoot, leidde
de vrouw naar dr. Walburgh Schmidt, die
haar verbond. De verwondingen zijn van
geen ernstigen aard, zoodat de vrouw dan
ook onmiddellijk aan het Leidscheplein kon
worden gehoord, waar de commissaris C. P,
van der Wiele, tjjdeljjk deze sectie waar
nemend, met het onderzoek bezig was.
Heineman is een uiterst excentriek en
zenuwachtig man die voor een 4 tal jaren
op den Dam den heer B. een steek toebracht,
alleen maar uit wraak tegen het kapitalisme.
Hij werd hiervoor veroordeeld en twee jaar
in Meerenberg verpleegd. De Tel.
Wegens gebrek aan belangstelling en
medewerking is de te Monnikendam be
staande vereeniging ter bevordering van
het vreemdelingenverkeer opgeheven.
Eenige jaren geleden, werd bij den ge
meenteraad een verzoekschrift ingediend om
het antieke gebouwtje de „Waegh“ aan
deze vereeniging in bruikleen af te staan,
teneinde aldaar een museum van oudheden
en eene doorloopende tentoonstelling van
schilderijen te kunnen houden. Toen op
dit verzoek afwijzend werd beschikt, was
het te voorzien dat de opheffing niet lang
meer zou uitbljj ven, omdat daarmede een
der grootste aantrekkelijkheden voor den
vreemdeling wegbleef. Met de kaasmarkt,
een nummer op het program dezer nuttige
vereeniging, zal men het nog beproeven,
zoodat deze voorloopig nog blijft bestaan.
De vanwege de vereeniging op de gesloopte
wallen geplaatste banken, zullen de ge
meente worden aangeboden.
Die kan goed worden. Te Apeldoorn
is een jong meisje gearresteerd door de
marechaussee, die zich schuldig had gemaakt
aan verschillende oplichtingen, o. a. ook van
ecn„. ftesch Wouwe klare,*
Een jaar later, toen Upham’s stukken
overal aftrek vonden, French met de prima
donna getrouw was en Terrels gezelschap
verlaten had, bracht Upham den directeur
de 100 pond terug en vertelde daarby
hoeveel hij en zyn goede vriend en compère
French er by gewaagd hadden, de een
teneinde zyn stuk op het tooneel te brengen,
de ander om zyn aanleg voor het tragische
vak te bewijzen.
„Maar wat was dat dan met die pauze
toen gij uw blikken van het tooneel af-
wenddet en French steken bleef?* stamelde
Terrel.
„Die pauze! O ja, die kwam zoo in
de rol te pas,* antwoordde Upham met
een fijnen glimlach.
y zaten in de artistenkamer van den
schouwburg en spraken over hypno-
tisme. Terrel, de directeur, geloofde
er absoluut niet aan hypnotisme, beweerde
hy, was met goochelarij gelijk te stellen.
„Neem my niet kwaljjk, maar heeft
u zelf niet eens een proef, die men daar
mee nam, bygewoond vroeg een heer met
donkere oogen, die eene buitengewoon
scherpe uitdrukking hadden. Hy was dag
bladredacteur, en daar hy met de voor
naamste leden van het tooneelgezelschap
bevriend was, werd hy dikwyls in de ar
tistenkamer toegelaten. Terrel had hem
daar reeds enkele malen ontmoet, maar
was niet bijzonder met hem ingenomen
wellicht omdat Fred. Upham, zoo heette
de redacteur, geen zeer gunstige recensie
over een door Terrel geschreven stuk in
zyn blad geplaatst had. Daar het echter
Terrels belang als theater-directeur niet
was om met een invloedrijke man van de
pers op minder goeden voet te staan, ver
zette hy zich niet tegen diens bezoeken in
de artistenkamer.
Terrels antwoord luidde vry positief:
„Zeker, dikwyls genoeg, en telkens bleek
het my niets anders dan goochelary te zyn.“
„Zou Mr. Upham zelf ook kunnen hyp-
notiseeren?* vroeg de prima-donna.
De directeur haalde zijn schouders op.
„Heeft u er lust in een proef daarvan
te zien?* vroeg de redacteur kalm.
De directeur glimlachte ongeloovig.
„Wilt u een weddenschap met my aan
gaan? Ik beweer in staat te zyn de voor
stelling van morgenavond in de war te
brengen door den acteur, die de hoofdrol
vervult, te hypnotiseeren,* zeide Upham
bedaard.
Alle aanwezigen braken in een luid ge
lach uit.
„Ik spreek in vollen ernst,* hernam de
redacteur, zonder zich van zyn stuk te
laten brengen, „en als Mr. Terrel er niets
tegen heeft, dat ik de proef doe wat,
naar ik meen, wel het geval zal zyn,
dan zal ik hem bewijzen, hoe gemakkelyk
het my is, anderen aan myn wil te onder
werpen, als my de gelegenheid gegeven
wordt hen slechts een weinig onder mijn
hypnotiseerenden invloed te brengen.*
„Hoe zult gy dien invloed op ons laten
werken? vroeg de prima-donna.
„Zeer eenvoudig: met behulp van eenige
bewegingen, die ik uitvoer, op het oogen-
blik, dat gy het tooneel befreien zult. Ik
zal u natuurlijk niet in een volslagen hyp-
notischen toestand brengen, want dan zoudt
gy u niet kunnen verroeren, vóórdat ik
het wilde.
Zy keerde zich tot Terrel, zeggend-; „Ach,
laat het hem eens probeeren, dan kunnen
we nog eens grappen beleven.*
De directeur schudde het hoofd, zeg
gende: „Ik kan toch waaraehtig de voor
stelling niet op het spel zetten om jelui
pleizier te doen.*
„Naar gij meent ben ik er niet in staat
toe om iets te doen,* zeide Upham, „want
als hypnotisme niets uitwerken kan, zoo
als uw gevoelen is, dan kan ik immers
geen storenden invloed op de voorstelling
uitoefenen. Welnu, hebt gij lust de wed
denschap aan te gaan?
Alle aanwezigen drongen er bij den direc
teur op aan, dat hij daartoe over zou gaan,
wilde hjj consequent blyven.
„Kwaad kunt gjj er toch niet by,merkte
Edmund French, de komiek op, „er is wat
by te verdienen. Mr. Upham kan voor myn
part zooveel hypnotische grimassen maken
als hjj wil, terwjjl ik de alleenspraak houd.
Laat hjj het gerust probeeren, en w a t bij
ook doen moge om my in de war te bren
gen, ik zal myn alleenspraak tot het einde
toe, naar het behoort, uitspreken.
Edmund French moest een monoloog,
getiteld: „Zonder wilskracht,* houden, die
het groote drama vooraf moest gaan. Die
alleenspraak was vervaardigd door een wel
bekend, dramatisch schrijver, want Terrel
zou nooit een stuk hebben laten opvoeren,
dat den naam van een geykt en beroemd
schrijver niet als auteur droeg, maar
niettemin had de monoloog in kwestie tot
nu toe weinig byval gevonden, hoewel
Edmund French zyn uiterste best gedaan
had om er iets van te maken.
Dit was misschien de reden, waarom
Terrel ten slotte toegaf. Hjj verwedde 100
pond sterling, dat Upham niet bjj machte
zou zjjn, terwjjl hjj, in eene loge gezeten,
de voorstelling by woonde, Edmund French
verhinderen zip rpl uw behooren te
gegaan, is te Rotterdam aangehouden en
heden avond door twee marechaussees hier
binnengebracht.
9 Juni. Heden ontglipte op de Willems-
kade een koe aan haar geleider en holde
voort, een varken en een paar voorbijgan
gers onder de voeten werpende. Het dier,
blijkbaar dol, bleef staan op een opslagplaats
aan de Potmarge, achter de Klanderij, waar
het nagenoeg was ingesloten. Niemand
durfde het naderen, zelfs niet de eigenaar.
Nadat de politie met den Commissaris aan
het hoofd op het terrein was verschenen,
hebben drie sergeanten-„scherpschutters“ het
den kogel gegeven.
Langezwaag, 8 Juni. Onder vele
blijken van belangstelling heeft het echt
paar W. Luxwolde en J. v. Dort gisteren
zijn 70-jarig huwelijksfeest herdacht. Een
eereboog was opgericht en tal van vlaggen
waren uitgestoken. De echtelieden, die te
zatnen ruim 180 jaar oud zijn, genieten niet
alleen een goede gezondheid, doch zijn
overigens ook bizonder kras. Zij gaan eiken
Zondag trouw ter kerk.
Balk, 8 Juni. Gisteren boden een aantal
vreemde maaiers en hooiers op de weekmarkt
alhier den landbouwers hunne diensten aan.
Daar de meeste boeren al voorzien waren,
moesten de arme menschen voor ’t grootste
deel onverrichter zake terugkeeren.
Van andere plaatsen wordt we«r bericht,
dat de boer haast geen werkvolk bekomen
kan.
Opsterland, 8 Juni. De eerste gras-
verkoopingen, hier gehouden, trokken nog
al veel gegadigden de opbrengst was echter
iets lager dan in het vorig jaar. Naar be
weerd wordt, staan de pereeelen minder
gunstig dan in 1898 en is het te verwach
ten, dat de grasopbrengst niet zal meevallen,
als een gevolg van de langdurige koude.
Hepk. Adv.bl.
In de V an der Helststraat te Amsterdam
woonde sedert geruimen tijd reeds de kleer
maker Heineman tezamen met vrouw De V.,
wier man buitenslands vertoeft. In de
laatste weken scheen het paar echter minder
te harmonieeren. Er ontstond oneenigheid
en Zondag pakte de kleermaker zijn boeltje
bij elkaar en verhuisde naar de overzyde
der straat.
Hedenmorgen nu, na zevenen, zag hij
vrouw de V. hare woning verlaten. Hj
volgde haar en sprak haar in het Wete-
ringplantsoen aan. Hij vroeg haar zich weer
met hem te verzoenen, hetgeen zij weigerde.
Bij het gebouw der Vrije Gemeente geko
men maakte de woordenwisseling, die hier
van het gevolg was en in heftigheid toe
nam, H. zoo driftig, dat hij de vrouw om
den bals pakte, zijn knipmesje uit den zak
haalde, waarmede hij haar een vrij diepe
zyn gelaat, alsof hy onbewust was waar
hy zich bevond. Het was duidelijk, dat hjj
in zjjne woorden was blyven steken, juist
op het oogenblik dat de hypnotiseur zijne
blikken van het tooneel afgewend had, om
een paar woorden tot den directeur te
richten.
„In ’s Hemelsnaam... ga er mee voort!*
fluisterde Terrel angstig.
Toen Upham zyne blikken weer op den
acteur richtte begon deze opnieuw en
ging voort, zonder dat de verbaasde di
recteur het waagde, zelfs door een en
kel woord te spreken, de voorstelling te
hinderen.
Wat French ten beste gaf, had Terrel
nooit te voren geboord. Het kwam hem
voor, alsof het uren duurde. De eigenlijke
monoloog was zeer kort en duurde hoog
stens 20 minuten, maar de angstige direc
teur vreesde onophoudelijk, dat het een of
ander de attentie van den hypnotiseur
zou kunnen afleiden, en daarom scheen
het hem of die uren duurde. Ondanks die
angstige spanning, waarin hy verkeerde,
kon hij niet nalaten op het spel van French
te letten. Dat was het merkwaardigste van
alles wat er voorviel: hy speelde met een
diepte van gevoel en een hartstocht, die
allen verbaasde, daar men hem slechts in
komische rollen had zien spelen, die hy
met groot talent vervulde, hoewel het hem
nooit gelukt was zyne toehoorders aan het
lachen te brengen. Hedenavond in die
korte alleenspraak ontlokte hy tranen
aan veler oogen. Te spoedig voor allen,
behalve voor Terrel, viel het scherm, onder
een storm van daverende toejuichingen, en
tot viermaal toe werd French terrugge-
roepen.
Den volgenden dag stond er een met
geestdrift geschreven artikel in een der
voornaamste ochtendbladen. Het vloeide
over van loftuigingen op de alleenspraak
en de voordracht van French.
„Zonder voorafgaande aankondiging,*
zoo schreef het blad, zonder eenige ver
andering van de decoraties, waarin „Zon
der wilskracht* gewoonlijk gespeeld werd,
hoorden wy gisteren een stukje, dat uit
muntte door zuiverheid van styl en dich
terlijke opvatting een waar juweeltje.*
De voordracht van French werd niet
minder geprezen. Hy kon onder de eerste
acteurs van het land gerekend worden,
schreef het blad.
Des namiddags ontving Upham een be
zoek van Terrel vergezeld van den acteur,
in wiens handen het bedrag der wedden
schap gedeponeerd was. Laatstgenoemde
stelde den redacteur 200 pond ter hand,
zyn eigen deposito en het gewonnene.
„Zou het niet mogelyk zyu,“ vroeg de
directeur, „een afschrift van de monoloog
te krygen? Het was een voortreffelijk stuk.
Waar hebt gy dat toch vandaan gehaald?
Ik veronderstel dat gy het zelf te voren
van buiten gekend hebt.*
„Ja* zeide Upham kalm „het was een
kleinigheid, die ik u een halfjaar geleden
aanbood, maar door n geweigerd werd,
daar gy van meening waart, dat die iu ’t
geheel niet geschikt voor het tooneel was.
„Welnu, dan hoop ik, dat gy het my
nogmaals zult willen aanbieden,* zeide
Terrel, „want het publiek zal dezen mo
noloog voor langen tijd op het repertoire
wenschen te zien. Ik wil echter hopen,
dat French in staat zal zyn de rol even
goed te spelen als gisteren, toen hy zich
onder uw hypnotischen jnvloed bevond.*
„Dat zou ik wel denken, antwoordde de
hypnotiseur.
5L
Bolswardsche Courant,
4UH-
•j