NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN
No. 57. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
BINNENLAND.
Ft
g ZONDAG 16 JULI.
De Vrijkaartjes van den
Auteur.
VOOR
vergeefsehe
er
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
2<X: K KX: X. X. X!
men
wou dat ik de kaarten nooit
allemaal terug. Ik wil ze
en hier is ook je ring
Kimswerd, 14 Juli ’99. Gelukkig
zonder persoonlijke ongelukken te veroor
zaken, werd de melkkar van G. de V. uit
Harlingen door de tram aangereden en
over den weg geslingerd, zoodat alles hierop
terecht kwam en geen druppel melk in de
kannen was gebleven. Een der honden
was een weinig bezeerd.
Witmarsum. De uitslag der jl. Dins
dag gehouden herstemming is geweest, dat
alle 4 candidaten der liberalen, nl. de h.b.
Heins, S. de Jong, v. d. Leij en Scheffer
respectievelijk met 757, 736, 747 en 718
stemmen zijn gekozen.
Van de candidaten der tegenpartij ver
kregen de h.h. Haitsma 704, A. T. de Jong
697, T. Brandsma 642, H. IJntema 616 en
R. Steringa 106 stemmen.
Bij de eerste stemming werden mede twee
liberalen, nl. de h.h. Blanksma en T. H.
de Boer gekozen, zoodat de Raad thans
,om* is en inplaats van uit 51. en 10 anti-1.,
uit 10 1. en 5 anti-1. bestaat. Gedurende een
20 jaren waren de liberalen hier in de min
derheid. Een opmerkelijk feit is het ook,
dat nu voor het eerst een arbeider in den
Raad zal zitting nemen, nl. de heer Heins
van Pingjum, die de meeste stemmen op
zich heeft vereenigd.
De baggermachine, gebruikt voor het
slatten der Pingjumervaart, verkeerde heden
in zinkenden toestand. Men is druk aan het
pompen gegaan om het gevaar te voorkomen,
terwijl deskundigen aan den arbeid zijn om
het lek of de lekken te stoppen. Gedurende
een paar weken lag die machine hier wer
keloos.
Molkwerum, 13 Juli. De ruim 80jarige
landbouwer Th. A. is bij het verweiden van
zijn stier door het dier aangevallen en zóó
toegetakeld, dat zijn toestand zorgwekkend
moet zijn.
Friesche Zuidwesthoek, 13 Juli.
Nog altijd blijft zioh ansjovis in de Zuider
zee ophouden. Door de Urker visschers
werden in de vorige week aldaar nog ruim
117000 stuks aangevoerd, waarvoor de zou
ters f 11,50 per 1000 stuks betaalden.
Alhier wordt het bedrijf nog door enkele
visschers met oud tuig uitgeoefend, met
gering succes echter.
Voor de zouters is het ongunstige ansjovis-
jaar nog voordeelig geweest, daar de visch
dooreen genomen zeer groot van stuk was.
Vele ankers werden gevuld met I860 a 2000
stuks tegen 3000 a 3300 in het vorige jaar.
Workum. Bij de jl. Woensdag gehou
den aanbesteding wegens de levering van
500 roggebrooden ten behoeve van het Burg.
Armbestuur, is aannemer geworden Eelke
de Jong voor t 83.88.
Zevenwouden, 13 Juli. Te H. onder
het dorp D., was een wijkmeester. Eene
vrouw komt b j hem om onderstand, ’k Zal
je een briefje geven voor de armvoogden,
zegt hij. Hierin stond echter, dat zij en haar
man geen onderstand waardig waren. De
vrouw echter, den wijkmeester niet te best
vertrouwende, scheurt dè enveloppe stuk en
leest. Hierop gaat zij... naar een boekwinkel
koopt eene nieuwe enveloppe en laat er ’t
adres van den wijkmeester op zetten. Nu,
naar dezen terug, den brief in de hand. De
vrouw komt voor en wordt verzocht haar
voor f 3,50 winkelgoed te geven, ’t Was
vertrouwd, de brief droeg ze zichtbaar. Hier
is ’t briefje van armvoogden, zegt de eerste
vrouw en vertrekt haastig. De wijkmeester
keek bij de opening van ’t briefje leelijk op
z’n neus.
Leeuwarden, 14 Juli. Gisteravond is
in de omstreken van Buitenpost op den
trein naar Leeuwarden geschoten. Een por
tierraampje werd gedeeltelijk verbrijzeld,
terwijl de kogel waarschijnlijk door het
tegenoverstaand raampje, dat was neerge
laten, een uitweg heett gevonden. Niemand
bekwam eeuig letsel. Een rijksveldwachter,
toevallig in den trein, maakte proces-ver-
baal op, maar de dader is als altjjd iu
dergelyke gevallen onbekend.
Surhuisterveen, 13 Juli. Ook de ver
versknechten schijnen krap te zijn. Zoo liet
de wed. K. alhier reeds een 10-tal adver-
tentiën plaatsen „tegen hoog loon en vast
werk,** maar er komen geen gegadigden.
Toch moet zij hoog noodig er een hebben,
zal de zaak niet verloopen, wat ieder wel
denkende voor haar zou spjjten.
Verschillende personen in de gemeente
Smallingerland zullen gerechtelijk worden
genoodzaakt tot betaling van den hoofde*
lijken omslag,
Wk was buitengewoon trotsch, en ik had
3j er reden toe ook. Men had met veel
succes een tooneelstuk van me opgevoerd.
Ik was als medewerker aan een der groote
dagbladen verbonden en had twee vrijkaar
ten voor elk der drie schouwburgen van de
stad. Denk eens aaneiken avond zes
vrijkaarten tot in’n beschikking.
Hoe dikwijls had ik vroeger, toen ik als
jeugdig student boven in den engelenbak
zat, niet met bewondering naar beneden
naar die gelukkigen in het parterre gekeken,
en nu was ik zelf een dier gelukkige ster
velingen 1 Meer nog, ik hoefde daar niet
eens alleen te zitten, ik kon een vriend
meenemen of ’n vriendin, en ik kon
anderen in mijn plaats naar de schouwbur
gen sturen waar ik zelf niet heen ging. Op
die manier kon ik eiken avond minstens
vijf, soms zes menschen gelukkig maken.
Wat ’n verheven gedachte
Jonge heeren, die ik me vaak herinnerde
van een vluchtige voorstelling, namen me
op straat heel hartelük onder den arm en
brachten me in het eerste het beste koffie
huis waar ze met fijne zinspelingen op m’n
vrijkaarten voor den dag kwamoudere
dames, die van het werk hunner handen
leefden, verzochten me aanhoudend om kaar
tjes en overlaadden me met Kerstmis met
een heele massa mooi-geborduurde dinge
tjes; en jonge dames uit banket-en sigaren
winkels schonken me haar liefste lachjes
en vriendelijkste blikken alles om m’n
vrijkaartjes.
Ik begon me al eenigszins trotsch aan al
die beleefdheden te onttrekken vooral een
onderwijzeres maakte het me erg lastig met
porselein. Ze overlaadde me letterlijk met
theekopjes en eierdopjes, botervlootjes en
dessertbordjes. Dat alles kon ik echter nog
verdragen, maar toen ze mè een paar mon
sterachtige bloemvazen stuurde, die ze me
dwong op mijn schrijftafel te plaatsen,
waar ze algemeen opzien verwekten vond
ik toch dat haar vriendelijkheid te ver
ging.
Ik vreesde al dat ze een galanterie-zaak
wilde doen oprichten, toen een toeval het
raadsel oploste. Ze gaf n.l. Fransche les
aan de dochter van een porseleinhandelaar
Hij betaalde de onderwijzeres met porselein
en zjj honoreerde m’n vrijkaartjes met de
zelfde munt.
Miin hospita maakte een begin met de
onaangenaamheden, die me te wachten
stonden. Ze voelde zich beleedigd omdat ze
op een avond een plaats gekregen had in
de zesde rij van de stalles.
Van dien avond af kreeg ik ’s morgens
koude thee en m’n flesch bier was ’t eenige
warme wat ik voor m’n ontbijt kreeg.
Vroeger had ik in jonge haantjes en cote-
letten met eieren gezwelgd. Den 15en van
de maand zei ze me de huur op. Ze was
steeds gewoon geweest dat de lui die bjj
haar woonden haar netjes behandelden, ’t
Hielp me niets of ik al mooi met haar
praatte. Ze bleef onvermurwbaar. Gisteren
nog had de onderwijzeres in de derde rij
gezeten. Zij m’n hospita had veel
van me verdragen, maar als ’n vrouw in
haar waardigheid gekrenkt werd dan was
alles voorbij, ’t Zou dus maar ’t beste zijn,
dat ik met den eersten vertrok.
Ik adverteerde dus voor een nieuw kost
huis, en kreeg ’n heele massa brieven van
menschenvrienden die genegen waren me
tegen matigen prijs met open armen te ont
vangen.
Ik begon te zoeken, liep trap op trap af
en belandde eindelijk bjj een weduwe met
een dochter.
Toen ik binnenkwam zat de moeder voor
de piano, terwijl de dochter schilderde met
waterverf. Spoedig ontdekte ik, dat ze haar
gezicht ook met waterverf beschilderde,
want toen ik later met haar in nauwer
aanraking kwam, bemerkte ik dat ze afgaf.
Het hart van de juffrouw bleek al spoe
dig overvol met gloeiend-warme gevoelens
waarvan ze heele emmers uitgoot over
iedereen, die in haar nabijheid kwam. Ik
woonde er nog niet lang toen ik m’n warme
douche kreeg en me verbrandde.
Ik weet eigenlijk niet recht hoe het
kwam. Het was schemerdonker in de ge
parfumeerde kamer; er was vuur in den
haard en in een hoek stond een gebor
duurde sofa achter een sagopalm. De mama
zat aan de piano en speelde iets van Chopin
en de dochter en ik zaten natuurlijk op de
geborduurde canapé en zelfs dicht naast
^Ikatur. ’I Was er ontzettend warm en ’t.
leek me of ik de koorts had. Ik kwam
eerst goed tot bezinning toen de vrouw
des huizes de lampen aanstak en ik ont
dekte dat ik een bruid, en een witte vlek
op m’n linker mouw gekregen had. Daar
had ze met haar zachte wang gerust, ’t lieve
schepseltje.
’s Avonds dronken we kwast en frambo-
zen-limonade en ik was gelukkig. Ik dacht
er niet aan, dat ik verkocht was, verkocht,
met m’n zes vrijkaarten Den volgenden
dag gingen we naar den schouwburg. Dat
gebeurde voortaan vaak, maar ongelukkiger
wijze kou ik nooit met m’n meisje alleen
gaan. De mama wilde altijd mee en dus
moest ik steeds een der dure plaatsen daar
naast, dikwijls tot verhoogde prijzen koopen.
Dat liep me leelijk in de papieren, vooral
daar we na de voorstelling gewoonlijk in
een der duurste restaurants gingen sou-
peeren.
Op een goeien morgen ontmoette ik op
straat een paar van m’n vrijkaarten-vrien-
den. Ze hadden me zoo lang niet meer
gezien, en dus dronken we meer port en
sherry dan gewoonlijk.
Ik kan ’s morgens niet veel verdragen,
en toen ik thuis kwam, had ik ’n tamelijk
hooge kleur en was buitengewoon vriende
lijk.
Ik heb van morgen een beetje port ge
dronken, zei ik schertsend.
Dat kan ik zien, antwoordde m’n meisje
melancholisch.
Ik had geen lust om in een café te gaan,
maar m’n vrienden drongen mij er toe. Het
waren een paar jongelui, die ik wel eens
vrijkaarten geef.
Mjjn meisje stond op en streek liefdevol
m’n knevel weg, om me te kussen.
Beste jongen, je hebt zooveel onaange
naamheden met die kaarten. Geef ze mij,
dan leen ik ze slechts aan onze intiemste
kennissen. Dat zijn allemaal nette menschen,
die er geen misbruik van zullen maken.
Dankbaar legde ik de kaarten in haar
lieve hand - en zag ze nooit terug.
Ik wist wel dat m’n meisje van goede
familie was, maar dat die familie zoo groot
was, daar had ik geen vermoeden van.
Mijn meisje zorgde voor de kaarten, die
van nu af altijd op sjouw waren.
Aan mijn kennissen werd natuurlijk niet
meer gedacht en de groeten mijner vrienden
werden steeds koeler,
De onderwijzeres deed een vergeefsehe
poging om aan de nieuwe godheid te of
feren.
Ze maakte mijn meisje een bezoek, met
een kruier die een compleet waschstel mee
sleepte.
Dat kan u te pas komen, als u trouwt,
zei ze met een welwillend lachje.
Mjjn meisje dankte koel. Ik merkte wel
dat ze erg boos was. Toen de juffrouw ver
trokken was. ontbood ze een anderen kruier,
om het waschstel in mijn naam terug te
brengen.
Toen ging ze naar mijn kamer en ver
lichtte haar hart door alle porselein-ca-
imvvM de juffrouw stak te slaair.
I Na dien storm heerschte er weer vrede
gedurende eenigen tijd.
Met m’n vrijkaarten had ik geen andere
i moeite dan dat ik ze steeds in de verst
verwijderde wijken moest terug halen.
Ik had ook een tante in de provincie,
een heel rijke dame, die mij tot haar erf
genaam had uitverkoren. Nu schreef ze me,
dat ze den volgenden Zondag naar de stad
kwam om het nieuwe stuk te zien, waar
over ze zoo veel gelezen had. Ze was
heelemaal niet gierig, en ze had geld ge
noeg om een plaats in den schouwburg te
koopen, maar ze zou er nu trotsch opzijn,
om met haar beschermeling mee te gaan
en van de vrijkaarten gebruik te maken,
die bjj door zijn arbeid verdiend had.
’s Zondags morgens kreeg ik den brief
en ging dadelijk naar mijn meisje om naar
de kaarten van den bewusten schouwburg
te vragen. A
Die hebben mevrouw B. en haar dochter
van morgen al afgehaald antwoordde ze
kalm. Ik had ze haar voor acht dagen al
beloofd.
Maar kind, je wist toch dat ik zelf een
der kaarten moest hebben, omdat ik over
’t nieuwe stuk moet schrijven.
Daar heb ik niet aan gedacht, Je kunt
overigens wel een kaart koopen.
En m’n tante, die er zich al zoo lang op
verheugd heeft op mjjn plaatsen te zitten
Dat kon ik toch niet weten. Ze had ook
wel vroeger kunnen schrijven.
We kunnen mevrouw B. immers wel een
brief schrijven en haar de zaak uitleggen?
Dat mankeert er nog maar aan, om zulk
een dame voor ’t hoofd te ateote».
Maar voor mijn familie komt ’t er niet
op aan
O God, dat men zulke woorden moet
aanhooren! Ik
gezien had
Dat wilde ik ook, antwoordde ik heftig
en liep de deur uit.
Ik haastte me naar den schouwburg.
Alles uitverkocht.
’s Middags kwam m’n tante. Ik haalde
haar af en ze was in de beste luim.
In haar hotel vertelde ik haar zoo om
zichtig mogelijk hoe het met de vrijkaar
ten gegaan was.
Het gebeurde zooals ik gedacht had. Ze
raakte buiten zich zelf van kwaadheid. Ze
wilde dadeljjk weer vertrekkenik hoefde
nooit weer bij haar aan huis te komen enz.
Ik beproefde me niet eens te verdedigen,
want tegenover een woedende vrouw kan
men zich nooit verdedigen. Ik nam zwij
gend m’n hoed en ging.
Later hoorde ik, dat ze oogenblikkelijk
naar huis terug gereisd was, en den vol
genden dag een nieuw testament had ge
maakt, ten gunste van een achternichtje.
Ik liep den heelen middag rond, en dronk
de eene flesch bier na de andere. Ik pro
beerde niet eens een kaart ie krijgen, om
mijn plicht als recensent te vervullen, want
ik was er heelemaal niet toe gestemd om
naar de comedie te gaan, noch om te
schrijven.
Den volgenden morgen stuurde mevrouw
B. de kaarten met dankbetuiging terug.
Ze had ze tot haar spijt niet zelf kunnen
gebruiken, maar nu waren haar beide dienst
meisjes in haar plaats geweest, en die had
den zich uitstekend geamuseerd.
Tegen den middag ontving ik een schrij
ven van mjjn hoofd-redacteur. Hij beklaagde
er zich ten zeerste over, dat ik ’t nieuwe
stuk niet in de ochtend-editie besproken
had. Hij begreep mijn stilzwijgen evenwel
heel best, daar hij uit goede bron verno
men had, dat ik in mijn plaats twee dienst
meisjes naar den schouwburg gestuurd had,
en die konden natnurlijk niet recenseeren.
Hjj zag zich intusschen genoodzaakt mij
m’n betrekking op te zeggen.
Ik ging naar m’n meisje, en gaf haar
zwijgend den brief.
Ze las hem, .rood van kwaadheid.
Het is natuurlijk mijn schuld, dat je je
betrekking bent kwijt geraakt.
Daar je het zelf zegt, moet ’t wel waar
wezen.
Door mijn schuld zal je wel niets meer
verliezen.
Ja de erfenis van m’n tante ’n bagatel
van honderd duizend kronen. Die dienst
meisjes van mevrouw B. hebben gisteren
dure plaatsen gehad.
Die ongelukkige vrijkaartenIk heb
niets dan onaangenaamheden van beleefd.
Daar heb je ze
niet meer zien
Daar heb ik ook niet veel pleizier van
gehad.
Dank je, zei ik, terwijl ik haar den haren
overreikte.
De juffrouw viel haar moeder om den
hals.
Bescherm me tegen dien ellendeling 1
riep ze, terwijl ze haar warme gevoelens,
vermengd met waterverf over de japon van
haar moeder uitgoot.
Laat ons alleen, zuchtte deze.
Niets liever dan dat, antwoordde ik en
vertrok.
Daar stond ik nu op straat met m’n zes
vrijkaarten. Ik huurde voorloopig een kamer
in ’n hotel en stuurde de kaarten naar de
redactie terug. Hoe heerlijk rustig voelde
ik me toen.
Eerstens was ik m’n meisje kwijt.
Dat vond ik tusschen twee haakjes, niet
zoo verschrikkelijk, want eigenlijk had ik
al lang genoeg van haar. Het verlies der
erfenis was bedenkelijker, en dan was ik
m’n betrekking ook kwijt. Ik deug eigen
lijk ook niet voor journalist en wil me nu
geheel aan myn beroep als schrijver wijden.
Morgen vertrek ik naar buiten om on
gestoord te kunnen werken. Ik heb een
idee voor een groot sensatie-drama in vijf
bedrijven.
De held is een hoopvolle jongeman,van
een goede familie, die in de wreedste en
pijulijkste verwikkelingen geraakt en in het
laatste bedrijf onder hoogst treurige om
standigheden sterft. De oorzaak van al die
ellende zullen geen drankzucht of verkwis
ting zijn, geen vrouwen en ook geen mor
fine op ’t oogenblik de moderne manie
die ’t meeste en vogue is neen, de oor
zaak ligt heel eenvoudig in vrijkaarten.
JL
Bolswardsche Courant
l'*'’