NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WONSERADEEL Man en Vrouw. No. 58. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899. f 8 DONDERDAG 20 JULI. VAKONDERWIJS BINNENLAND. VOOR vrij ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Zuivelbereiding te Bolsward. Schoterland, 17 Juli. Te Oudehorne is vuur ontdeut in het hooi, geborgen in de schuur der kapitale boerenhuizinge van de wed. B. Het hooi wordt nu uit de schuur verwijderd; teneinde het brandgevaar te beperken, is een der spuiten van Gorrediik te hulp gevraagd. In allerijl is de spuit heden derwaarts vervoerd. Nadere bijzonder heden ontbreken nog. Gorredijk, 17 Juli. Een 10-jarig knaapje, zoontje van oen scheepstimmerman P. v. d. W. alhier, die met andere kinderen aan het spelen was, werd door een stuk hout, waar mee een andere jongen hem wierp, nood lottig aan het oog getroffen. Een te hulp geroepen geneeskundige constateerde, dat het oog verbrijzeld was. Het knaapje is intusschen ter verpleging naar Leeuwarden vervoerd. Naar we vernemen moet waar schijnlijk ook het andere oog als verloren zijn te beschouwen. Houtigehage, 17 Juli. De wed. H. de Jong, bier meestal Manus Biets genaamd, zou met haar gezin te bed. Eerst nog even de lamp op. Pas lagen ze ter ruste, of buur jongens waarschuwden haar, dat de woning in brand stond. De zolder van stroo en planken had vuur gevat. Meubeltjes en aleeren werden gered, de woning brandde af. Wieuwerd. Hoe algemeen ook, toch schijnt de fiets nog niet het ideaal middel van vervoer te zijn; althans, wat wij er Zaterdag j.l. mee zagen uitvoeren, deed ons bedenkeljja het hoofd schudden. In vliegende vaart kwamen ze daar aanrijden, een twee tal heeren met eene dame, om den alouden grafkelder in oogenschouw te nemen. Wat zoo’n ding toch hard gaat!* sprak een voorbijganger. Pas had hij deze woorden gesproken, of men was getuige van een sierlijken luchtsprong; het achterwiel van een der fietsen geraakte in botsing met een door talrijke vrouwennamen. Toch is haar getal klein in vergelijking van de schare uitmuntende mannen en er is geen kunst waarin een vrouw boven alle beoefenaren uitblinkt. Men zou de tooneelspeelkunst en zangkunst kunnen uitzonderen, waarin de vrouw niet minder uitblinkt dan de man, doch men vergete niet, dat in deze kunsten geen zelfstandige arbeid geleverd, doch voort gebracht wordt wat door een ander man meestal geschreven of gecomponeerd is. „Er is geen kunst“ zegt de Deventersche docter Cox, die het met minder oorspronkelijkheid stellen kan, dan de tooneelspeelkunst. Voor deze zijn eigenschappen noodig, die de vrouw in ’t algemeen van noode had en dus steeds ontwikkelde. In den wedstrijd om een man, zooals die in alle beschaafde landen voor komt, moet zij zekere rol weten te spelen, haar deugden toonen, haar gebreken ver bergen. Wie dat het best kon, had de meeste kans te huwen en... het bezit dier eigen schappen op haar vrouwelijke nakomeling schap te doen overgaan. Op ’t gebied der wetenschap staat de vrouw zeer zeker bij den man achter. In elke tak is het moeielijk een half dozijn namen op te noemen van beoefenaren, die ver uit blinken boven anderen, vrouwennamen zullen daarbij niet gehoord worden. Nu kan men wel zeggen, dat het ten allen tijde voor de vrouw hoogst bezwaarlijk was zich op de hoogte te stellen in eenigen tak van weten schap, aangezien het uitgemaakt scheen, dat de weg daartoe alleen voor den man open stond, maar de geschiedenis vermeldt toch tal van beroemde mannen, die uit lagen kring voortgekomen, eerst na hevigen strijd en worsteling met tal van beletselen een sieraad der wetenschap werden. Juist dat dit van geen enkele vrouw kan getuigd worden, be wijst hoezeer ze bij den man achterstaat, anders had toch allicht één harer gezegevierd over de sociale hinderpalen, die haar den weg versperden. „Uit een en ander volgt dat co-educatie stof te over oplevert voor gedachtenwisseling tusschen de dames-woordvoersters onzer dagen en de heeren der schepping, die ’t met haar oneens zijn. Ze zijn dit niet, omdat ze hun standje bedreigd zien door concur rentie der dames maar daarom, omdat ze van de vrouw in de eerste plaats verwachten, dat ze vrouw blijft, verzorgster en opvoed ster der nakomelingschap. Volgens de oude, goede opvatting toch ligt daarin de taak der vrouw. Laat ze zich bekwamen in de wetenschap, de kunst beoefenen, een vak leeren om desgevorderd zelfstandig op te treden, maar laat ze haar vorming tot huis vrouw en moeder in de eerste plaats in ’t oog houden, opdat na ons geboren wordt een geslacht, dat een verstandige vrouw tot moeder had.“ B'ed. N. BI. riool bij het kerkgebouw, en zoowaar, daar schoot de snelwieler voorover in de dorps- vaart. Tot overmaat van ramp bevat deze tegenwoordig meer modder dan water, zoo- dat men geen sterke verbeeldingskracht be hoeft te bezitten, om zich eene voorstel ling te vormen van de gedaanteverwisse ling die onze drenkeling had ondergaan, toen het hem gelukt was, den vasten wal te bereiken. Medelijdende zielen voorzagen den man van droge kleederen. Naar ons later bleek, was de heer, wien dit ongeluk overkwam, afkomstig uit Almelo, die in ge zelschap van Dr. E. van Arum dit pleizier- reisje ondernam. Hepk. Adv. BI. Leeuwarden, 17 Juli. Het was hier heden eens weer een ouderwetsche harddra- versdag, begunstigd door het prachtige weer en bijgewoond door duizende toeschouwers. Al werd er vroeger van stadswege een hooge prijs uitgeloofd, er was op het laatst geen deelneming genoeg, zoodat de draverij niet kon doorgaan wegens gebrek aan genoeg dravers. Sedert heeft zich hier eene particuliere vereeniging georganiseerd, die vandaag twee draverijen hield met lage prijzen maar meer premies. De eerste hardraverij had tot prijs f 50, en premies van f 30, f 20 en f 10; de tweede een prijs van f 100 en premies van f 60, f 40 en f 25, doch daaraan mochten geen paarden deelnemen, die een prijs ge wonnen hadden van hooger bedrag dan f 100. Aan de eerste harddraverij namen 16 paarden deelde prijs werd behaald door Jonge Joel, van A. de Ridder te Noorder-IJpolderle premie door Czaar Peter, van K. Beukema te Drachten2e premie door Coo, van C. Sijtsma te Dron- rijp; 3e premie door Jeanne d’Arc, van F. Witteveen in de Schrans bij Leeuwar den. Tweede harddraverij 16 paarden; prijs Spofford, van W. A. Oekhorst te Rotter dam; le premie Martin, van G. Abma te Bons, 2e premie Sambo, van J. Bolt te Hoogezand; 3e premie Wilhelm, van D. Jaarsma te Koudum. Sneek. 17 Juli. Bij de heden gehou den herstemming voor éen lid van den ge meenteraad werden uitgebracht 758 geldige stemmen. Gekozen werd de heer Tj. H. Wielenga (a. r. aftr.) met 400 stemmen. Op den heer L. J. Krook (lib) waren 358 stemmen uitgebracht. Joure, 16 Juli. Niettegenstaande er zeer langzaam werd gereden, derailleerde de heden morgen om half tien van Sneek komende tram, bestaande uit locomotief, 4 personen- en 3 goederenwagens, in hoofdzaak gevuld met „kwartjes-passagiers,4 op den hoek van de Midstraat bij de openbare school. De locomotief reed dwars over de Midstraat, nam een zwaren stoeppaal weg en stuitte tegen den gevel van het huis, be woond door den schoenmaker Klijnma, welke gevel op den hoek eenige centimeters naar binnen werd gedrukt en belangrijk scheurde. De Midstraat was voor de pas sage van rijtuigen eeujgen tijd gestremd. Na verloop van 2 uur tijds konden de pas sagiers hun pleizierreis vervolgen. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. Ter gemeente-secretarie eener gemeente in Drente wordt gevraagd een ambtenaar, eenigszins met die administratie bekend en in Gelderland ééa volkomen daarmede op de hoogtejaarwedde respectievelijk f 150 en f 3U0. Men deelt ons mede, dat op het oogen- blik in de Limburgsche bladen, in een ad vertentie van den voorzitter van het college van Regenten, een onderwijzer gevraagd wordt in de gevangenis te Maastricht, op eene jaarwedde van f 250. Wij veronderstellen, dat dit is boven en behalve de gewone verpleging, dus boven kost en inwoning, maar wat is dit toch een minieme bezoldiging voor zulk een moeilijke betrekking. Het Rijk mocbc waarlijk wel nalaten de gemeentebesturen zulk een slecht voorbeeld te geven. (Schoolblad.) Zondag-avond te ruim 11 ure heeft in de Groote Houtstraat te Haarlem een vechtpartij plaats gehad tusschen burgers en militairen, waarbij laatstgenoemden ge bruik gemaakt heboen van hunne sabels. Een der burgers, genaamd Reinier Verdel, oud 18 jaren, wonende Lange Veerstraat, is een levensgevaarlijke hoofdwonde met een sabel toegebiacht. Na in een tapperij, werwaarts hy was overgebracht, te zyn ver bonden, is hij door de politie naar het Si.* Elisabeths-Gasthuis overgebracht. De dader is vooralsnog onbekend. Gistermiddag wan de toestand van Verdel vrjj gunstig. Misschien nemen velen ons reeds kwaljjk dat we niet schrijven Vrouw en Man, en noemen ze dat al achteruitzetting en ver korting van de rechten der vrouw. Heusch, zoo is het niet bedoeld. We volgen alleen de gewone spreekwijze, waarbij de man steeds voorop wordt genoemd, tenzjj dan in de een of andere vergadering, waar de geachte spreker uit beleefdheid tegenover zjjn vrou- weljjk auditorium zjjn toespraak met „dames en heeren“ begint. Maar bier, waar we een enkel woord willen wijden aan de plaats van man en vrouw naast elkaar in het leven, wenschen we die be leefdheidsfrase achterwege te laten. De vrouwenbeweging het feminisme zooals het met een vreemd woord heet is tegenwoordig in de mode. Zij wil: gelijk stelling van man en vrouw, omdat, zoo re deneert men, een mensch m e n s c h is, ’t zij hij tot’t mannelijk of vrouwelijk geslacht behoort en daarom aard en aanleg niet verschillen. Daarom, gaat men voort, moet ook de opvoeding van jongens en meisjes geheel volgens dezelfde beginselen geschieden, geheel op dezelfde leest ge schoeid zijn. Dit nu noemt men co-educatie en over dit onderwerp vonden we onlangs in een klein blad eenige beschouwingen, die we hier met instemming wenschen te citeeren, omdat ze geheel onze meening op dit gebied weergeven. Tot hiertoe is men algemeen de meening toegedaan, dat iedere sekse haar eigen eischen stele en dat het verschil tusschen jongens en meisjes zich reeds openbaart in de eerste levensjaren. In de keus van speelgoed bijv, is dat zeer goed merkbaar. In de school wordt daarmee ook rekening gehouden en met het oog op de toekomst wordt aan meisjes hand- werkonderwijs gegeven, terwijl bij de jongens alweer wat meer werk gemaakt wordt van gymnastiek, teekenen en handenarbeid. Dat is nu volgens de dames alles uit den booze. Er is geen enkele reden, waarom een meisje volgens andere beginselen behoort te worden opgevoed dan een jongen; waarom in school meisjes uit expresselijk voor haar bewerkte rekenboeken zouden cijferen; waarom voor elke sekse aparte spelen en uitspanningen zouden gezocht moeten wor den; waarom zelfs voor elk aparte scholen bestaan, zouden. Want en hier komen we tot het kar dinale punt de aanleg van het meisje is geheel gelijk aan dien van den jongen, er is op ’t punt van verstand geen sprake van meer of minder de vrouw staat althans in verstandelijk opzicht niet onder, maar naast den man. Ze heeft derhalve recht op even veel toewijding als de man. Achter dit punt zet het grootste deel van ’t mannelijk, zoowel als ’t vrouwelijk ge slacht een groot vraagteeken. De dames op het congres te Scheveningen waren ’t echter eens, dat man en vrouw als gelijk van aard aanspraak hadden op hetzelfde onderwijs en de heer Gerhard van Amsterdam vertelde als bijdrage daartoe van een bezoek aan het opvoedingsgesticht te Cempuis in Frankrijk waar het stelsel van co-educatie zoo streng mogelijk doorgevoerd wordt. Deze spreker legde echter in een enkele slotbemerking de zwakke zij van het vraagstuk zóó duidelijk bloot, dat de heele vergadering in een hel deren lach schoot. Hij vertelde van de moeite, die het kost het gelijkheidssysteem door te voeren en hoe ’t hem gebeurd was, dat zijn kleine meid hem bij de aanprijzing van zekere ontspanning had toegevoegd: „Maar pa, dat doet toch immers geen meisje!14 Dat kleine ding had het bij ’t rechte eind, De natuur heeft de vrouw een anderen aan leg gegeven dan den man en zoolang de natuur spreekt, gevoelt de vrouw dat ook. Later als ze deze moeder het zwijgen oplegt en vermeent in staat te zijn alles te doen en te kunnen wat de man doet en kan, schudt ze af wat des meisjes is en verlangt ook voor het aankomende geslacht co-edu catie. Wanneer we in de wereld de kunsten rondzien* wordt onze aandacht getrokken mededeeling van het Bestuur, dat de school, zooals ze thans is, 1 November eindigt. De heer PEEREBOOM handhaaft, op gevaar af van rechthebberij, zijn gevoelen. Hij heeft niet gehoord van opheffing der school, noch van de vereeniging, het is eene reorganisatie, en hij zal zich tegen het amendement verklaren. In stemming gebracht, wordt het amen dement van den heer Pollema aangenomen met 23 tegen 18 stemmen, zoodat deze post pro memorie wordt uitgetrokken. In de jongste zitting van de Provinciale Staten kwam dit punt ter sprake bij de behandeling der provinciale begrooting voor 1900. No. 121 der uitgaven luidt „Subsidie aan het Bestuur der Vereeni- „ging voor Vakonderwijs in de Zuivelbe reiding te Bolsward f 1500.“ De heer POLLEMA stelt voor, dezen post pro memorie uit te trekken. Er is een voorstel in behandeling tot reorganisatie dezer school. Omdat met 1 Nov. de tegen woordige cursus is geëindigd, acht Spreker het regelmatiger nu geen subsidie uit te trekken, maar de reorganisatie af te wach ten. De heer SICKENGA antwoordt, dat bet Bestuur der Vereeniging geschreven heeft, van plan te zijn de statuten te wijzigen maar, omdat daarvoor nu geen tijd genoeg is, den nieuwen cursus weer zal openen. Daarin leest hij, dat men voor den nieuwen cursus dan ook wel een nieuwen leeraar zal hebbenen, als er geen nieuwe cursus geopend wordt, dan worden de f 1500 ook niet uitgekeerd. Den 14 November 1893 is dat subsidie tot wederopzeggens toe ver leend, en zoolang dus de school niet op geheven is, moet het worden uitgekeerd. Het effect is hetzelfde als dat het subsidie pro memorie uitgetrokken werd. De heer Pollema moge zekerheid hebben, dat de nieuwe cursus niet volgt, Ged. Staten zijn daarvan niet in kennis gesteld. De heer POLLEMA kwam tot die ver onderstelling, omdat in de sectie de beide leden van Ged. Staten, die daar zitting hadden, op zijne vraag„hoe komt het zeiden: „we weten het niet.“ Hij hand haaft daarom zijn voorstel, de school hangt in de lucht. De VOORZITTER merkt op, dat het doel van den heer Pollema niet bereikt kan worden, dan door een amendement. Hij kan tegen stemmen, maar dan vervalt de post geheel. De heer SICKENGA voert aan, dat men in de winterzitting een nieuwen post kan uittrekken, maar z. i. kan de post ook blijven staan. De heer PEEREBOOM noemt de op merking van den heer Pollema juist, dat er eene reorganisatie der school in voorbe reiding is, maar de gevoelens daarover zijn nog verdeeld. Eerlang zal er eene alge- meene vergadering van die vakschool ge houden worden en dan zullen er besluiten genomen worden. Laat men dit nu niet vooruitloopen en den post schrappen. Van de te nemen besluiten krijgen Ged. Staten bericht. De heer VAN HETTINGA TROMP vindt het vreemd, voor 1900 een subsidie toe te kennen aan een school, zonder dat men weet welk eene school ze is. Wat de heer Pollema zegt, dat de tegenwoordige school met 1 Nov. ophoudt te bestaan, is niet weersproken, en dat er onderhande- lingen in besprek zijn om die school een ander karakter te geven. Als men nu al een subsidie voteert, dan is dat op een ongeschikt oogenblik. Als men daarmee de inlichtingen van Ged. Staten afwacht, dan wordt de school daar door niet achteruit gebrachtin November, als men het leerplan kent, is men vrij omtrent het verleenen van steun. De heer BLOEMBERGEN sluit zich bij het amendement aan. Het kan best zijn, als de school gereorganiseerd wordt, dat men gaarne f 2000 geeft. Op het oogen blik weten we alleen, dat eene reorgani satie in overweging is. De heer VAN EIJSINGA zegt, dat de reorganisatie in de lucht hangt en men niet weet, wanneer ze een voldongen feit wordt. Als de heer Pollema zeker weet, dat de school met November eindigt, dan legt hjj zich daarbjj neer. De heer RENGERS meent, dat de toe stand zoo is: in April is aangenomen, de school met November te sluiten, tenzjj de algemeene vergadering besluite haar te con- tinueeren. Nu gelooft Spreker dat er alle kans be staat, dat de school dan zal gereorgani seerd zjjn; het geldt een quaestie van vorm en hjj zal stemmen voor het amendement van den heer Pollema. heer PQLbEMA weet pertinent door Bolswardsche Courant IN DE l.C «J ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1899 | | pagina 1