NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD BN WONSERADEEL t,' p No. 62. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899. Voor het Kantongerecht. DONDERDAG 3 AUGUSTUS. BINNENLAND. I F 1 *4 I VOOR I ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Zitting van Vrijdag 28 Juli 1899. Tot de plaatsing in dit Blad van Ad- vertentiën, afkomstig uit de Pro vincie Groningen, betreffende ..Handel en Nijverheid”, is uitslui tend gerechtigd het Algemeen Ad vertentie-Bureau van W. J. WESTEN BORG, Turftorenstraat, Groningen. Arum, 31 Juli. Door het bestuur der Spaarbank van de Departementen Arum c.a. en Witmarsum c.a. werd 28 dezer ten over staan van de daartoe door die Departemen ten afgevaardigde commissiën rekening en verantwoording gedaan over het boekjaar 1898/99. De rekening sloot in ontvangst en uitgaat met f 64092,48. De inleggers hadden te vorderen f 133746,78®. Het reservefonds bedroeg thans f 9490,91. De bank telt 586 inleggers (waaronder 10 schoolspaarbanken, n.l. 8 in openbare en 2 in bijzondere scholen) alsmede 101 deelnemers in de spaarverze- kering. In het afgeloopen jaar werden ge daan 635 inlagen toteen bedrag van f 32497,64 en 130 uitnamen -18199,99 zoodat er meer was ingelegd f 14291.65 Afgegeven werden 91 nieuwe boekjes en geheel uitgenomen 24. Aan rente werd uit betaald of toegekend f 4557,87. Scliarl, 31 Juli. Een kostbaar dier! De twenterstier „Piet" eign. de heer H. W. v. d. Zijpp alhier die bij de onlangs gehouden provinciale stierenkeuringen met een len prijs bekroond werd, is de vorige week voor uit voer naar Rusland aangekocht voor f 310. Gaasterland, 31 Juli. Sedert enkele dagen is men hier druk bezig met het maaien of zichten der rogge. Uit het zeer dicht aan een staan der gebonden schooven blijkt, dat er veel stroa komt. Hoewel men eerst bij het dorschen kan zien of de oogst overigens goed is, wettigen toch verschil lende omstandigheden de hoop, dat ook die niet tegen zal vallen. Volgens de maaiers is hij beter dan ’t voxge jaar, waarvan het meestal gunstige weder mede een oorzaak is. Groot gebrek komt hier aan regenwater; niet alleen de weilanden hebben groote be hoefte, ook de meeste veldvruchten komt een flinke bui zeer van pas. Heerenveen, 1 Augs. Heden passeer den hier twee schepen met pm. 10,009 aard appelmanden aan boord. Ze hadden die gehaald van de mandenmakerijei te Fre- deriksoord en moesten zs brengen naar de aardappelstreken in ds Gronioger veenko loniën, waar de vraag naar manden tegen woordig zóo groot is, dat de mandenmake- rijeu haast niet vlug genoeg in de behoefte kunnen voorzien. 1 Augs. Zondagmorgen is door onbe kende oorzaak brand ontstaan in de maden onder Tjalleberd. In den in-drogen boven grond woekerde het niet te blusschen vuur voort en is ook heden nog niet gedoofd. De in groei staande aardappelen en boontjes, winterprovisie van eenige arbeiders, zijn verzengd en verloren gegaan. We hoorden zeggen, dat ook een paar hoopen hooi waren verbrand. Drachten, 31 Juli. Een grossier in deze plaats ontving van zijn leverancier in Duitschland gedrukte briefkaartformulie- ren. Hij maakte er gebruik van, maar kreeg de briefkaart nadat het postzegel was afgestempeld terug als ongeldig. Het formulier was... bijna een millimeter te breed, ’t Schijnt wel, dat men in den lande buitengewoon op de briefkaarten let. (Ons dunkt niet zonder reden. Waar blijft de grens, wanneer men eenmaal de voorge schreven maat overschrijdt?) tiepk. Adv. Bk Voor de behandeling der strafzaken aan ving, werd in eene buitengewone civiele zitting de heer C. J. van der Veen geïnstal leerd als plaatsvervangend Kantonrechter. Na voorlezing van het Kon. Besl. der be noeming en van het procesverbaal van be- ëediging, werd de benoemde door den heer Kantonrechter geluk gewenscht met deze betrekking, terwijl hij niet twijfelde of hij zou in deze functie zijne diensten wel willen verleenen, wanneer zulks noodig is. Met een woord van dank door den heer v. d.Veen werd deze installatie besloten, en werd met de behandeling der strafzaken een begin gemaakt. 1. J. S. en G. P. beiden te Hindeloo- pen waren in den laten avond van Zater dag 17 Juni in plaats van zich op den be hoorlijken tijd ter rust te begeven, aan het rustverstoren. ’t Was al een geruimen tijd na elven, een tijd dat in Hindeloopen de burgers in den gewonen regel reeds allen te bed zijn, dat deze twee nog schreeuwden en leven maakten op straat. De politie kon zich met hun gezang niet vereenigen, en hoewel onder den invloed van sterken drank zijnde, kon toch niet geconstateerd worden dat zij bepaald dronken waren, evenwel we gens rustverstoring kregen beiden processen hiervoor wordt nu tegen elk f3 boete of 2 dagen geëiscbt. 2. S. V. te Bolsward zou uit visschen en ging des avonds tevoren 21 Juni wormen zoeken in het plantsoen. Nu wordt dit wor- menzoeken in de perken en boompjes wel oogluikend toegelaten wanneer men daarbij voorzichtig te werk gaat en geen planten beschadigt. Sommigen gaan er soms met een lantaarn op af, wat een voorbijganger haast aan dwaallichtjes of wilde lantarens zou doen denkenvooral wanneer het heeft geregend, komen ’s avonds de wormen bo ven, en worden dan gesnapt. Deze bekl. echter nam een der jonge boompjes beet, en wrikte die heen weer, opdat door die be weging de wormen zouden te voorschijn ko men. Dit gaat natuurlijk niet goed, en toen een der nachtwacbts deze wijze van worm- zoeken constateerde, werd dit belet en tevens procesverbaal tegen den dader opgemaakt. Betl. is heden verschenen. Hij erkent de overtreding, wist wel dat hij niet aan de boompjes mocht komen, maar hij zou den volgenden dag uit visschen en moest dus wormen hebben. Met een waarschuwing en den eisch van f 1 óf 1 dag wordt deze jongen ditmaal heengezonden. 3. H. K. te Bolsward was den 22 Juni aan het visschen in het plantsoen tegenover de Werkmansbloei. Hij JhacL beet. haalde op en een flinke aal kronkelde door de lucht, maar kwam terecht in een bloemperk. Nu weet men, dat aal steeds moeilijk is vast te grijpen, maar aal in een bloemperk, dat gaat al heel moeilijk. De visscher zag er dan ook met zijn handen geen kans toe, en begon nu met zijne voeten, en hij trapte naar de aal maar raakte de bloemen. Juist kwam de politie er aan en wegens bescha diging van het plantsoen werd de visscher nu bekeurd. Wjj werden uit de behandeling dezer zaak niet gewaar of hij zjjn aal ook gekregen had, maar een proces heeft hij dien dag wel gevangen, waarvoor nu wordt geëischt f 1 of 1 dag. 4. P. V. te Bolsward was Zaterdag 24 Juni over zijn bier, en werd op den Grooten Dijlakker aangetroffen in „keniijken staat". Eisch f 3 of 2 dagen. 5. J. H. van Bolsward is schipper. Hij zeilde met staand zeil en fok door de draai brug over de Zijlroede bij Idsegahuizum. Aan weerskanten van de brug staan bor den met de waarschuwing om te strijken, maar de schippers zien gemakshalve deze borden wel eens voorbij. Zoo ging het ook desen bekl. den Junjs maar de politie die in de nabijheid was, zag hem niet voorbij. Eisch f2 of 2 dagen. 6. S. D. te Bolsward was in den nacht van 23 op 24 Juni in het Panhuyskanaal aan het visschen met aaldobbers. Hij kon daar de politie wel een acte toonen, doch geen vergunning voor het vischwater. Hij werd nu bekeurd, en de gevangen aal op f 1 geschat. Eisch f 5 of'3 dagen. 7. H. L. te Harlingen was in den nacht van 21 op 22 Juni bezig met aaldobbers in de Dijkvaart bij Kimswerd. Een rijks- veldwachter die daar surveilleerde, vroeg hem naar zijn acte en vergunning. De eerste was aanwezig, de andere niet, zoodat de visscher bekeurd werd. Zijn gevangen aal werd op f0.25 geschat. Ook zjjn eisch luidt f 5 of 3 dagen. 8. G. de W. te Bolsward reed den 27 Juni ’s morgens 5 uur met een handwagen langs het bolwerk. De politie ontmoette hem en wijl aan de einden van den weg door borden is aangegeven, dat die weg voor rij- en voertuigen is verboden, werd hij dus bekeurd. Bekl. was niet aanwezig, maar hij heeft aan den agent gezegd, die hem be keurde, dat het hem wel bekend was, dat hij daar niet met de handkar langs mocht, maar hij had niet verwacht dat de politie hem zoo vroeg zou ontmoeten. Eisch f 0.50 of 1 dag. 9. H. B. te Bolsward had met den markt dag den 29 Juni wat te veel in het glaasje gekeken. In de Sneekerstraat werd hij wegens dronkenschap bekeurd. Eisch f 2 of 1 dag. 10. K. H. te Hoogkerk (Duitschland) was in Friesland gekomen als maaier. Maandag den 3 Juli was hij nog in de napret van den Zondag, en hij had zoo’n smaak in de Hollandsche jenever, dat hij meer kreeg dan zijn beenen konden dragen. Hij marcheerde weer naar den boer terug maar had bij Schettens den geheelen weg noodig, en had wat een vroolijk zin. „Es rauscht ein Ruf wie Donnerschal" klonk het, toen hem als een „Donnerschal" in de ooren klonk: zjjn dag te onthouden. Klaas is weder naar zijn Heimat" vertrokken en zingt wellicht nog „Lieb Vaterland kan ruhig sein", evenwel er wordt f 1 boete of 1 dag hechtenis tegen hem geëischt. 11. J. W. C. M. E. K. te Bolsward was 2 Juli met de goedkoope tram naar’t Oran jewoud geweest. Toen hij ’s avonds weer in Bolsward aankwam, was hij wat al te vroolijk gestemd, en te ruim 11 uur maakte hij zoo’n drukte, dat de agent hem moest bekeuren, eerstens wegens dronkenschap en tweedens wegens rustverstoring. Eisch 2 maal f 3 boete of 2 dagen. 12. J. A. en L. de B., beiden te Bolsward waren op Maandag 26 Juni wat te veel buiten den regel, en maakten ’s avonds om streeks half elf zoo’n geschreeuw op straat dat het als rustverstoring moest worden aan- geteekend door de politie. Eisch voor elk f 3 of 2 dagen. 13. J. A. te Bolsward, dezelfde die zoo- even wegens rustverstoring terecht moest staan, kreeg dien zelf den avond ook nog een proces wegens dronkenschap, want hij werd ten laatste zoo slap op zijn beenen, dat hij niet alleen kon loopen. Hiervoor werd ook nog 1 3 of 2 dagen ge ëischt. 14. H. Z. te Hindeloopen had op Zondag den 2 Juli ’s avonds in zijn woonplaats ook wat te veel spraakwater gebruikt en was nog lastig bovendien, want er zit veel waarheid in het versje: Eisch f 3 of 2 dagen. 15. G. D. te. Bols ward had den 3 Juli in zijne werkplaats geen lijst hangen, vermel dende de uren waarop de in zijn dienst zijnde kiezers gelegenheid werd gegeven van hun kiesrecht gebruik te maken. Omdat art. 57 der kieswet gebiedt, dat het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of onderneming moet zorgen, dat op den dag eener stemming, de bij hem in dienst zijnde kiezers minstens twee achtereenvolgende uren gelegenheid hebben te gaan stemmen en art. 58 dier wet voorschrijft dat het hoofd of de bestuurder verplicht js te zorgen, dat jn zijne fabriek roept bekl. nu, „ik had een koffiedrinkerij. en daar heeft niemand wat mee te maken." Daarna kwam de raadsman of verdediger aan het woord. Deze begint met te zeggen dat bekl. een goed vriend van hem is, en omdat die niet tegen de geleerden kan spre ken, heeft hij hem verzocht het maar te doen. Nu moet hij vooraf verklaren, dat hij van het feit zelf niets weet, maar bij kan niet anders doen, dan mededeelen, wat be klaagde hem onderweg heeft verteld, en met nog al veel woorden wordt nu betoogd 1°.’ dat beklaagde geen „komhaal" heeft gemaakt, 2°. dat de politie hem uit het huis heeft ge lokt, en 3° dat hij met zijne oude vrouw rustig leeft en niemand tot last is." Óndanks deze verdediging eischt toch de heer Ambtenaar f 15 boete of 3 dagen. 18. De laatste was heden G. de J., schip per te Makkum. Deze zeilde den 7 Juli met volle zeilen door de brug in de Zijl roede bij Idsegahuizum. Hij was hier al eens eerder voor dezelfde overtreding bekeurd, doch schijnt het zich niet erg aan te trek ken, althans hij riep den veldwachter, die hem op de overtreding opmerkzaam maakte toe: „Je doe maar, hoor!" Eisch f 2 of 1 dag. Uitspraak der vonnissen 4 Aug. a.s. of werkplaats, op een plaats waar arbeid wordt verricht, gedurende twee werkdagen vóór en op den tot stemming bepaalden tijd op eene zichtbare wijze is opgehangen eene door hem onderteekende lijst, de uren ver meldende voor elk afzonderlijk of groepsge wijze of voor allen gezamenlijk, waarop zij van hun stemrecht gebruik kunnen maken. Daar hier den 5 Juli een stemming voor den gemeenteraad zou worden gehouden, en bekl. twee kiezers in zijn dienst had, werd hij bekeurd wegens het niet hebben van die lijst. Bekl. is ter terechtzitting verschenen. Hij zegt, dat in die werkplaats niet gewerkt werd door die kiezers, die hadden hun werk in de open lucht. Wanneer die lijst in de werkplaats was opgehangen, hadden de kie zers die toch niet gezien, om de eenvoudige reden dat zij daar niet kwamen. Hij heeft dan ook een lijst in het kalkhok opgehangen, omdat zij daar waarschijnlijk wel kwamen, hoewel hun werk ook niet daar was maar in de open lucht. Hij erk< nt, dat de lijst nog niet aanwezig was toen de beambte in de werkplaats kwam, maar hij heeft deze, toen terstond in het kalkhok opgehangen. Hij geeft tevens te kennen, dat hij veronder stelt dat men hem opzettelijk gezocht heeft, want de beambte had een week te voren reeds aan e?n zijner knechten gezegd: Als ik je baas kan snappen, is hij er bij." D. Taekema die als getuige wordt gehoord, verklaart bij bekl, in dienst te zijn. Hij werkte den 3 Juli in de open lucht, en heeft in het kalkhok wel een lijst zien hangen, doch wanneer die daar is opgehangen, weet hij zich niet te herinneren. In de werkplaats van den baas komt bij zelden, en in die dagen kwam hij er in ’t geheel niet. Bekl. heeft nog twee getuigen a decharge te weten H. Wierstna en A. Kok, die beiden verklaren, dat er in het kalkhok bjj den in aanbouw zijnden molen een lijst heeft ge hangen, voorgeschreven bij de kieswet. Bekl. merkt daarna nogmaals op, dat hij niet kan begrijpen dat hij een lijst moet hangen op een plaats waar niet gewerkt wordt, en in het kalkhok, waar wel gewerkt wordt, is de beambte nooit geweest om naar de lijst te zien. Eisch f 1 of 1 dag. 16. G. W. te Hindeloopen is de moeder van den bekl. onder No. 14 behandeld. Toen de politie haar zoon den 2 Juli wegens druktemaken en dronkenschap in arrest zou nemen, nam zij haar zoon in bescher ming, en kwam zij er wat heftig tegen op dat haar zoon in de doos moest. Een der agenten heeft haar wel 3 malen in huis geduwd en haar vermaand zich kalm te houden, maar telkens kwam zij weer te voorschijn, zoodat zij eindelijk ook proces kreeg wegens weerstreving der politie. Bekl. is verschenen en vindt het al heel erg als een moeder haar zoon niet in huis mag halen, doch zij ontvangt een ernstige vermaning om te zorgen, dat haar zoon des avonds in huis blijft, en niet in aanraking met de politie komt, dan heeft hij geen kans in het arrestantenlokaal te geraken. Eisch tegen dit moedertje f 1 of 1 dag. 17. W. de J. te Hindeloopen heeft in den nacht van 8 op 9 Juli de orde verstoord. Bekl. is verschenen doch vraagt of een ka meraad voor hem het woord mag doen, daar hij zelf te zenuwachtig is. Dit wordt toege staan, doch vooraf willen wij even aanstip pen wat de rijkspolitie hier getuigt. Volgens deze schijnt het in Hindeloopen gewoonte te worden Zondagsavonds en’s nachts drukte op straat te maken. Dit is in den laatsten tijd herhaaldelijk voorgekomen. Nu schijnt deze bekl. ’s avonds na het sluitingsuur der herbergen er pleizier in te hebben, dronken- manstooneelen in huis te hebben, want dan verzamelen zich eenige jongelui aldaar en gaan met harmonicaspel enz. den nacht verder vroolijk doorbrengen, zoodat de nacht rust der buren daardoor wordt verstoord. De beambte beschouwt het. als baldadigheid. Bekl. komt hier, niettegenstaande zijne zenuwachtigheid, tegen op en zegt dat nie mand hem kan beletten in zyn huis pleizier te maken en bezoek te ontvangen. De veldwachter licht nog toe dat o. a. Pinkstermaandag ook in het huis van bekl. een rumoer werd gemaakt, dat de menschen meenden dat er ongelukken gebeurden. Om de zaak te constateeren is de veldwachter in den nacht van 8 op 9 Juli eens aan de deur gaan kloppen, en op de vraag wie er was, had hij behoedzaam en zachtjes geant woord „goed volk". De deur werd dan ook open gedaan, maar beklaagde was erg ver ontwaardigd dat de politie zich met hem bemoeide. Vooral toen de beambte zich reeds verwjjderd had, begon hij nog tegen de buren op te spatten en een drukte te maken van belang, doch zijne vrouw bleef bedaard, en hield haar man zelfs tegen. nGeeft niets," a Bolswardsche Courant I Men hoort wel vaak in huis of straat: „Een enkel slokje kan geen kwaad!” Doch hoor eens hoe het dikwerf gaat, Het eerste glaasje brengt geen baat, Het tweede leidt tot overdaad, Wie nummer drie pakt, kent geen maat, Het vierde levert zottepraat, Dewijl de tong dan dubbel slaat, Bij ’t vijfde zwaait men langs de straat En weet niet, wat men doet of laat. Volg dus mijn vriendelijken raad: Drink nooit, dat het u rouwt of schaadt. Niet dat ik zoo jenever haat Maar ’t eerste slokje brengt vaak kwaad.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1899 | | pagina 1