NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BMSWABO BH WWSEBA0B» ROOD HERT te BOLSWARD. Bil j altpartij No. 66. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899. BINNENLAND. DONDERDAG 17 AUGUSTUS. Maandag 21 Augustus 1899. ker, koster, doodgraver, klokkenist, enz. enz. en dan ook nog schoolmeester was. In de eerste plaats moest de man een sterke stem hebben, een goed voorzinger zijn in de kerk. En het gebeurde dan ook, dat men, als een nieuwe meester zou gekeurd worden, de keurmeesters po verschillende afstanden buiten de kerk zag staan, om te onderzoeken, hoe ver zijn gezang hoorbaar was. Niet dus hoe mooi de man zong, maar hoe sterk. VOOR 99 men ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. over den jongen gegaan, dan was het ongeval zeker ernstiger geweest; thans kwam hij er nog vrij goed af. Uit een moddersloot aan den spoor dijk is gisteren ’t lijk opgehaald van T. T. De man was vroeger verpleegde in ’t Arm huis hier, maakte nu en dan kennis met de strafkolonie wegens het erg misbruik maken van sterken drank en heeft hoogst waarschijnlijk thans door den abnormalen toestand, waarin hij gisteren den geheelen dag verkeerde, door een noodlottlgen val ’t tijdelijke met ’t eeuwige verwisseld. Sneek, 14 Aug. ’t Gebrek aan regen water is hier thans zóó groot, dat men he denmorgen voor een gang reeds 20 en 22 ets. betaalde. Terhorne, 13 Aug. De 18-jarige zoon van den scinpper S. van der Meulen alhier, zou heden morgen alleen per boot over het Sneeker meer. Van uit de verte zag men, dat de jongeling, toen hij reeds op geruimen afstand van de sluis verwijderd was, het zeil opzette, toen hij op eens over boord viel in het op dat punt diepe meer. Hulp was niet aanwezig en kon ook onmogelijk met den noodigen spoed worden verleend. Gelukkig was ne jongeling zoo kordaat dat hij na eenigé inspanning de boot greep, toen een van de zwaardlijnen losmaakte waar door het zwaard omlaag schoot, waarna hij er by opklauterde en zoo weer in de boot terecht kwam. Gaasterland, 13 Augs. In onze ge meente maakt men wederom druk toe- Da Hoe groot de talenten waren van zoo’n meester, moge uit het volgende blijken. ’t Was op een der eerste avonden van No vember 1710, toen er te Ganteu, een gehucht in de provincie Drente, op een vervaarlijke wijze op een horen werd geblazen. Langza merhand kwamen op dat geluid de mannelijke bewoners uit hunne stulpen en zetten hun koers naar een oud, vervallen gebouwtje, met kleine gebroken ruitjes en een vervelooze onder- en bovendeur. Hier stonden de ge- huchtbewoners elkander geduldig op te wachten en de hoornblazer ging met kleine tusschenpoozen voort het gehoor der geroe penen en gekomenen op een zware proef te stellen. Eén onder het kleine troepje matigde zich een bijzonder gezag aan, trok, toen alle geroepenen present waren, den houten knep- pel uit den ring van de deurklink en stapte de dorpsschool binnen. De houten kneppel bleef nog altijd in de rechterhand van den boer en deze wist zijne woorden door enkele slagen op de banken voldoende kracht bij te zetten; ten minste, de splinters vlogen rechts en links om de ooren der aanwezigen. Wat de man zei? Och, de zomer was voorbij de school zeven maanden gesloten geweest en het was tijd deze te „ontkneppelen,* opdat de knechtkens en de mesjes mochten leeren. Mei moest een meester hebben. Men kon natuurlijk zooveel niet geven als op het dorp, maar ze hoefden dan ook niet zoo’n extra bekwamen meester, in alle kunsten ervaren. Le gegadigden hadden nu maar te zeggen, wat zij er van dachtenwant er was een knappen kop tot meester te promoveeren, die de mannen in de vrije kunsten in de stad de loef zou afsteken. Nu was overal een gegons en gefluister, soms zelfs gepruttel. Onze Drentsche boer liet zich daardoor echter niet van zijn stuk brengen. Met onnavolgbare waardigheid gaf hij na enkele minuten wachtens r en geduch- ten slag met den deurkneppel op een der banken. „Ziet ge, ik wou nu weten, wat je aan te merken hebt,* schreeuwde hij. Eindeljjk stond er één op en zei: „Datis alles mooi en waar, maar we willen dien knappen kop toch wel eens zien en onder zoeken.* Nu moeten wij kennis maken met een ander persoon, min of meer naar achteren bij den grooten schoollessenaar geplaatst; nauwelijks opgeroepen, opende hij de deur van het ge stoelte en nam plaats op den zetel van den schoolmonarch. Het was Heinrich Muller, sedert 4 maanden arbeider en grasmaaier te Ganter. Zoodra hij sprak, merkte men aan zijn Duitsch accent en vele Duitsche woorden, dat hij eer geschikt was om de Duitsche dan de Nederlandsche taal der jeugd in te prenten. Hienrich had van zich doen spreken als v an een knappen kop. Hij had ook heel wat meer beleefd dan een Drentschen boer; hij had de Duitsche en Latijnsche scholen bezocht, daarna zijn hoofd in den w nd ge stoken, dienst genomen bij het Munsterscbe leger en was later in rustige dagen kreupel en éénoogig in Drente verzeild geraakt. Ten einde raad, had hij, nu de Drentsche taal al vrij goed machtig, de gelegenheid aange grepen om van de bewondering der Gan- tenaren over zijn talenten partij te trekken, naar de betrekking van schoolmeester te staan en zoodoende den winter door te suk kelen. Alle aanwezigen keken dat woeste gelaat, versierd door een sneeuwwit hoofd, ontsierd door het gemis van een oog, met open mond aan. Eén ding was voor onzen sollicitant goed; hij had geen getuigschrift van goed zedelijk gedrag oier te leggen. Men moest alleen maar weten of meester Heinrich goed kon lezen en schrijven. Eén uit den hoop voegde er nog een anderen eisch bij: of hij goed kon zingen. Nauwelijks had hij deze woorden geuit, of de sollicitant hief zeer devoot en stichtelijk met bevende stem een Pgitsch kerklied aan. Allen waren verbaasd Arum, 14 Aug. Aan de kaatspartij onder de leden onzer kaatsvereeniging hebben 25 parturen deelgenomen. De prys, drie nik kelen trekpotten met stoofjes, viel ten deel aan P. IJ. Faber, Tj. Kamminga en J. Reinsmade eerste premie, drie nikkelen trekpotten, werd gewonnen door O. Ger- lofsma, H. de Vries en Jan Jenemade tweede premie, drie meerschuimen pypen met weichselroeren, door S. Visser, D. Tolsma en P. IJetsingade derde premie, drie gewone pijpen, door A. Gerlofsma, IJ. Anema en J. Terpstra. Gaasterland, 14 Aug. Als eene bij zonderheid kan worden gemeld, dat het aantal aanwezige kieviten hier dit jaar zeer groot is. Opmerkelijk is het tevens, hoe dicht ze zich in de nabijheid der huizen ophouden; de anders vrij schuwe vogel, die steeds nestelt op plaatsen op eerbiedigen afstand van de woningen, ziet men nu dagelijks rondloopen, waar maar gras groeit. Gebrek aan voedsel wordt algemeen als oorzaak van dit ver schijnsel beschouwd. Treurig staat het er hier voor met het drinkwater voor het vee; menig boer moet het met emmers drenken. Gras is er in de meeste weiden zoo goed als niet meer; enkele laaggelegene maken eene uitzondering. Sneek, 14 Aug. Aan een ringrijderij, die hier heden om prijzen van 49, 20 en 10 gld. werd gehouden, namen 34 paren deel. De eerste prijs werd behaald door H. Herrema en diens zuster P. Herrema van Marsum, 2e prijs A. Vellinga en A. v. d. Schel van Heeg, 3e prijs S. Buiteveld van Poppingawier met I. v. d. Hoek van Ter horne. De wedstrijd werd opgeluisterd door mu ziek van ons fanfarecorps en bijgewoond door een zeer groot publiek. Evenals vorige jaren had het bestuur der buitensocieteit „de Harmonie,* voor de kermis weder een Café Chantant-Gezelschap geëngageerd, thans onder leiding van onzen bekenden Frieschen en Hollandschen Ka rakter-Humorist, den heer H. E. Kijlstra. Met genoegen hebben we een avond aldaar doorgebracht. Vooral viel het optreden van het Hollandsche Duettistenpaar, de heer en mevrouw Gosschalk met hunne nieuwe voordrachten als „het Toekomstpaar* en „Kom Carolineke kom,* bijzonder in den smaak. Het Dwerg-Duettistenpaartje, de jongeheer Louis en mejuffr. Rika Davids, kweet zich uitstekend van zijne taak, „Mein Herz ist wie ein Bienenhaus,* en andere voordrachten werden op leuke manier voorgebracht. Ook de heer Kijlstra zelf onthaalde ons meermalen op zijn komische voordrachten, welke voortdurend onze lachspieren in be weging brachten. De dames, mej. Blumenthal, Costuum Sou brette, mej. Rosa Sluiters, Coupletzangeres en mej. SouHet, Hollandsche Chanteuse, verwierven zeer veel succes. Het herhaalde applaus dat het gezelschap ten deel viel, getuigde, dat het publiek zich dien avond uitstekend amuseerde en kunnen wij dan ook een bezoek aan de buitenso cieteit ten zeerste aanbevelen. Dinsdagmorgen geraakte by de Noor- derpoort een jongen, welke van een boeren wagen afsprong, onder een juist passeerenden met boter beladen hondenkar. Gelukkig ging alleen het voorste wiel van den wagen over hem heenware ook het achterste wiel, waar- boyen hoofdzakelyk de boter was geladen^ oppassen de boodschap werd. Hij schoof dus behoedzaam achteruit tot tegen den wand der school en mompelde daar iets van Christe lijke liefde, geen loon zonder werken en geen leerlingen, geen meester. „Ik laat mij niet weg jagen. Ik ben aan gesteld tot Paschen en gij zult mij den kost geven, als de anderen weigeren,* donderde hij den kneppeldrager toe, die zich hoe lan ger hoe minder op zijn gemak begon te ge voelen en dacht, dat het maar hef wijste zou zijn, een goed heenkomen te zoeken. Door een vredelievende verzekering wist hij de schooldeur ontsloten te krijgen. Goed, dat Heinrich de school verliet, want de kneppel drager stond gereed den kneppel door den ring te steken en den meester op te sluiten. Nog twee dagen en dan zou de ongeluk kige man zonder ambt, zonder brood en zonder huisvesting zijn. Gelukkig kwam er echter dooi en de regen joeg de kinderen naar de school. Maar nu was Heinrich slim genoeg er niet heen te gaan voor en aleer het ac- coord verbeterd was en hij in elk geval ver zekerd was van kost en huisvesting tot Pa schen toe. DE DIRECTIE. betaalt f0,75 a f0,80 per i/2 1 maanden. over dat treffend psalmgezang. Men vroeg er niet naar, wat de woorden beteekenden, men maakte de aanmerking niet, dat Hein rich Duitsch zong; hij kon mooi zingen en dat was voldoende. Na een kapittel uit de evangeliën gelezen te hebben, werd onze vriend aangesteld als schoolmeester te Gan- ten. Hij zou bij de ouders der schoolkinderen vrije kost genieten en als Paschen in ’t land kwam, nog 5 Caroli-guldens in ontvangst nemen. Nu ging men over tot de loting; wie zou den meester eerst, wie daarna in den kost hebben. En daarna gingen de Gante- naars huiswaarts. Heinrich kwam bij een der boeren in huis. Het volgende gesprek kon men daar ver nemen „Om zoo’n leelijken mof een week lang in den kost te hebben? Wat wou hij Voor meester spelen, met zijn moffentaai! Hij was beter voor vogelverschrikker! Dat hij die groote slungels achter de vodden moet zitten, daar is niets aan verbeurdmaar onze kleine deern zal van zoo’n éénoogig jeneverhoofd rillen van angst.* „Wat geeft dat? Wat hebben wij met zijn moffentaai noodig? Onze jongens moeten oprechte en flinke Drentsche boeren worden en zullen nu onderricht worden door een verloopen soldaat, die kwalijk voor gras- maa>er deugt.* „Hij kan toch keurig zingen en lezen. En hij kan barbieren ook!* „Wat wou hij? O, dan hebben jelui hem genomen om de school des Woensdags en des Zaterdags voor scheerwinkel te gebrui ken; een beste gelegenheid om alle vlijtige vrouwen over de tong te halen. Volgens oude gewoonte zal hij echter vroeg opstaan om met het volk te dorschen. Als ik hem een ochtend mis, kan hij zonder stoet en koffie naar de school.* Heinrich was onder verschillende aandoe ningen onder de deken gekropen en moest, zijne lotsverwisselingen overdenkende, me- nigen keer zijn gelaat in lachende plooien trekken, nu hij tot Drentsch dorpsschool meester gepromoveerd was.' Hij wist wel, dat schoolmeesteren geen baantje was en dat de bengels hem het leven bitter zouden maken. Maar nu kon hij immers den winter doorkomen. En al nadenkende viel hij in een weldadigen slaap. „Er uut, er uut, Heinrich!* riep vrouw Klaver, met een kneppel tegen de bedstee slaande. „Was soil das?* „Was soil das? Denkt gij tot 9 uur in bed te blijven? Die den kost wil hebben, moet werken. Je kunt immers vóór schooltijd nog mee helpen dorschen.* Vrouw Klaver ging niet heen, voor de meester met het opstaan een begin maakte en rustte niet, voor de waardige opvoedkun dige den dorschvlegel hanteerde. We zullen u verder niet uitnoodigen, mees ter Heinrich in de school te midden der Gan- tensche spes patriae een bezoek te brengen. Men kan begrijpen, dat ’t daar een janboel was en de arbeid van den zwendelaar-soldaat- invalide-grasmaaier-schoolmeester daar bijster weinig vruchten droeg. Wij moeten niet vergeten, dat het winter was, want in den zomer werd er in Drente geen onderwijs gegeven. Dan zat ieder op den akker, in de wei of op de hei. Alleen te Meppel veroorloofde men zich de groote weelde ook des zomers les te geven. Het was winter dan en dat begreep meester Heinrich ook, toen hij des morgens de ruitjes bij zijn bedstede bevroren zag. Hij begreep, wat het gevolg zou zijn, indien de vorst aanhield. Nauwelijks drie dagen verder en de geheele school was leeggeloopen, de jongens op het ijs en de kneppeldrager gereed den kneppel weer tusschen den ring van de schooldeur te steken. Heinrich was er echter op bedacht, den alvermogende van het gehucht even op den schouder te tikken en in de school te lokken. Hij nam in zijn eergestoelte plaats en wees den kneppeldrager op een der ban ken. Hij begon over zyne aanstelling, over de overeenkomst en het Drentsch gebruik van woord te houden. Dit moet hij wel doen, wil hij niet verplicht zijn, elders heen te gaan. De onderscheidene zinnen, deels in Drent sche, deels in Duitsche sprake geuit, maakten een verschillenden indruk op den kneppel drager. Overeenkomsten en het eens gegeven woord moest men houden. Dat was en bleef een deugd der vaderen. Maar toen hield men er ook maren op na het accoord gold huisvesting, kost en geld voor het geven van onderwijs. Dat onderwijs was nu door ’s Heeren tusschenkomst onnoodig geworden door ’t ijs vermaak; derhalve was het contract verbroken. Heinrich werd nu zeer boos. „Ik ben tangesteld en jelui zult mij brood en huis geven.* Uit meesters gebaren en dreigende houding maakte de kneppeldrager op, dat „kali* dronk. Aan bereidselen voor de a.s. lijstervangst. benoodigde bessen komen er dit jaar ge noeg; H.L. Voor beugels (zonder strikken) be steedt men f 0,59 a f 0,60, met strikken f0,80 a f0,90 per 100 stuks. Dronrijp, 12 Augs. Bij onze coöpera tieve zuiveitabriek is men taans bezig met het slaan van een tweede Nortonpomp, daar de wateraanvoer door middel van de reeds bestaande onvoldoende is. Men verwacht op een diepte van honderd meter goed water te zullen aantreffen. Daarvoor zal men ruim vijtcig buizen van 2 meter lengte ieder, moeten gebruiken. Vijf-en-twintig er van zijn reeds in deu grond gedraaid. De grootste moeite is nu achter den rug, aangezien de bering door verschillende steen lagen (graniet, vuursteen enz.) reeds heeft plaats gehad. Tietjerksteradeel, 14 Aug. De ja gers hebben by het openen van de jacht een goeden dag gemaakt. Vele eenden zyn ge schoten. Zy zyn thans door de droogte dan ook zeer goed te naderen. De meeste poelen en plassen bieden hun niet meer een vei lige wykplaats aan. Voor 39 d 35 cent gingen de eenden meest van de hand. Noordwolde, 14 Aug. Een „kedde” van den stoelenfabrikant C. Evers alhier werd na een terugkomst van een rit naar Peperga zoo door dorst gekweld, dat het dier uit een bak met J1 de gevolgen hiervan is het na korten tijd gestorven. Rottevalle, 14 Augs. „Heden rood, morgen dood.* De 59-jarige schipper Bauke Visser kwam hier Vrydag meteen vrachtje hooi aan. Hy was opgeruimd en gezond, ging naar huis, at en dronk met de zijnen, zakte echter plotseling met het hoold op de tafel en was niet meer. De 93-jarige schoonmoeder was er, om morgen haar verjaardag te vieren. Nu moet zij hem juist op dien dag mee graf waarts brengen. Drachten, 14 Aug. Esn jongeling van Ureterp vroeg eene meid van Houtigehage om met hem een preitigen avond te houden, ’t Pakte echter min prettig voor hem uit, want zy nam eea scherp mes dat zy gewoonlyk bij zich draagt, om in de sny- partijen mee te kunnea doen en sneed hem op meerdere plaatsen door de kleeren in den rug, zoodat hij in zorgwekkenden toestand verkeert. Zuidwesthoek, 13 Aug. In de jongste dagen klagen vele visschers bier zeer over ziekte en sterfte onder de paling. Bijna onmiddeilyk na de vangst wordt ze aange tast en meestal door een spoedige dood ge volgd. Er worden alzoo slechte zaken ge maakt. Eigenaardig is het dat met deze ziekte de varkensziekte (vlekziekte) steeds gepaard gaat. Heerenveen, 15 Aug. Volgens een hedennamiddag per telegraaf ontvangen ad vertentie van den Commissaris der Koningin heeft door den lagen waterstand wederom in de Scharsterryn een opeenhooping van schepen plaats, zoodat de scheepvaart aldaar tot nadere aankondiging is gestremd. Heulis Adv, (i Bolswardsche Courant I. ;U OP

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1899 | | pagina 1