NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLS WARD O WOHSERADEEL No. 67. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899. DEVAL’S ONTSNAPPING. 0 ZONDAG 20 AUGUSTOS. BINMEMLANü. F 1 k-S' VOOR ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. liever, goeden morgen, en hij richtte zijn schreden naar het telegraafkantoor. Wij beantwoordden zjjn groet, en gingen naar den kolenwagen. Nu, wat heb ik je gezegd? zei Bill verheugd. Wij kunnen hem nu gaan waar schuwen en hem laten ontsnappen. Is hjj dan nog in den kolenwagen? vroeg ik toen wij aanstalten maakten den wagen te beklimmen. Als eenig antwoord legde Bill de vingers op de lippen en keek rond of alles veilig was. Daarna ging hij naar den kolenhoek, en lichtte voorzichtig een groot stuk steen kool op. Daaronder kwam het hoofd van Deval te voorschijn! Bill had hem geheel en al onder de kolen bedolven, en wel zoo handig dat niet het minste vermoeden kan worden opgewekt. Spoedig had Deval zich uit zijn netelige positie gewerkt, en stond voor ons, zoo bleek als een doode. Bill gaf hem een hinken slok uit zijne flesch te drinken, en hielp hem uit den wagen komen. Zoodra was Deval niet op den grond of hij zette het op een loopen. Of ik nooit meer iets van hem gehoord heb? Ja, zeker. Twee jaar ongeveer daarna kwam op een morgen een brief uit Colum bia, iuhoudende een banknoot van 100 pdst. Hij was van Deval, waarin hij mij vertelde, dat het hem gelukt was naar Birmingham te komen en van daar naar Columbia. Hij wenschte mjj veel voorspoed en drukte de hoop uit dat Alice en ik gelukkig leefden, ons tegelijkertijd verzoekende de 100 pdst. te bewaren voor onzen eerstgeborene. Leeuwarden, 17 Augs. Heden ge raakten twee dames in de zwemschool in zinkenden toestand. Op hun angstgegii snelde de badmeester te hulp. In ’c eerst trokken de drenkelingen hem mee naar om laag, maar ten slotte mocht hij er toch in slagen beiden behouden aan wal te brengen. 17 Aug. Dezen middag in den Prin sentuin komende, merkte ik, dat de agave anderen noemen haar 100-jarige aloë eerstdaags kan bloeien, ’t Is een eigen aardige plant. De bloeiwijze heeft, wat vorm en om vang betreft, wel eenige over eenkomst met den kruin van een jong olm- boompje. Da voorname vreemdelinge, die zich in ons klimaat zoo goed thuis gevoelt, is den 27 Juli voor ’t laatst gemeten en was toen 6,34 M. lang. Den 25 Mei werd haar voor ’t eerst de maat genomen. Daar voor is 2,25 M. genoteerd. In negen weken dus een aanwas van 3,99 M. of per week ruim 44 c.M., daar de groei vrij regelmatig is geweest. Het adres aan het Engelsche volk ten bate der Transvaalsche broeders heeft hier eenige honderden handteekeningen ver worven. Het is door Brakensiek’s teeken- pen scherp gecritiseerd. Stel u voorde Nederlandsche Vrijheidsmaagd ligt voor John Bull, die met z’n linkerarm rust op den bijbel, doch overigens in gezelschap is van whisky, dynamiet, zakken vol geld, een kist met diamant als voetbankje, en een kanon van kolossale afmetingen op de knieën, en smeekt„Lieve JohnIk vraag je dringend, o zoo dringend, mijn broertjes, die wel beschouwd nog neefjes van je zijn, te sparen. Och John, ik smeek je dat in je eigenbelang. Je bent zoo godsdienstig, zoo moedig, zoo elelmoedig, zoo grootmoedig; je hebt zoon uitnemenden naam in de wereld. Laat je ook niet verleiden, om mjjn familie kwaad te do?n. Volg je dieper besef van rechtvaardigheid. Toelieve John../ Sloten, 17 Aug. „Friesland van den waterkant bekeken/ Dat geschiedt in de prachtige Juli- en Augustusdagen veel en veleilei. Bijna geen dag gaat er voorbij of men ziet hier Engelschen, die met dit doel een pleiziertocht ondernemen. Vooral in de dagen als de Sneeker hardzeilpartij aan staande is, merkt men hier af en toe buiten landers (meest Engelschen) die de plaatsen van doortocht vluchtig opnemen, de eene of andere merkwaardigheid noteeren, en vooral tal van photografieën verzamelen. 17 Aug. Tengevolge de officieel ver klaarde stremming der scheepvaart in de Scharsterrgn ziet men hier dagelijks een belangrijk getal stocmbooten en schepen passeeren. Dat de lage waterstand ook hier een beletsel is, bleek heden middag, toen de stoombooten „Nijverheid 1 en I1I“, varende van Sneek op Rotterdam, hier aan den grond raakten. Na een oponthoud van 3 uren en na lichting kon de reis vervolgd worden. Liepk. Adv, Hf et was voor mij een gedenkwaar- dige dag toen ik voor het eerst een baantje kreeg aan een passa- gierstrein. Als stoker begonnen, had ik, daar ik steeds vol ijver en energie was, spoediger dan ik dacht de hoogste sport bereikt en was machinist geworden. Het kan zijn dat een buitengewone prik kel mij bij het werken aanspoorde, want ik was verloofd met een jong meisje, dat, zoo ze mij verzekerd had, slechts op het oogenblik wachtte dat ik genoeg verdiende, om mij den gelukkigste aller mannen te maken. Om der waarheid niet te kort te doen, moet ik beginnen met te vertellen dat ik een mededinger had, Ernest Deval genaamd, die een betrekking in de stad bekleedde en er bijzonder slag van had zich bij de vrouwen bemind te maken. Ik moet dan ook toestemmen, dat hij bij mjj eenige jaloezie opwekte. Niettegenstaande ik zeker was van onze wederzijdsehe liefde, en wist dat Alice een gevoelig, braaf meisje was, gevoelde ik mjj toch niet volmaakt gelukkig; ik zag haar, n.l. slechts een- of tweemaal in de week. Zij had Deval meer dan eens gezegd, dat zjj niets met hem te doen wilde hebben, maar m spijt van haar in ’t oogloopenden afkeer ging hij voort haar met zijn atten ties lastig te vallen, en het was den dag vóór het ongeval, dat ik u zoo straks zal vertellen, plaats had, dat ik het noodig oordeelde hem te waarschuwen en den vinger van Alice, voorzien van mijn ring, aan zijn verbaasde blikken te toonen. Voor den volgenden nacht had ik, als gewoonlijk, bevel gekregen de leiding te nemen van den nachtexprestrein. Mijn maat had de waggons gekoppeld, de oude 'machine stampte en steunde, als verlangend om de reis te beginnen, en de drukte op het perron was aanmerkelijk verminderd. De signalen waren in orde, en ik had mjjn hand reeds op de stoomklep, nog slechts wachtende op het „Vooruit/ toen plotse ling een rjjtuig het station binnen kwam rijden, waaruit een man in zenuwachtigen haast sprong. Het geld voor den rit den koetsier in de hand duwende, vloog hij langs het perron en sprong in den eersten waggon van den trein, den waggon vlak achter de locomotief, juist toen ik op den hefboom drukte en de trein op het punt stond zich in beweging te zetten. Wij waren nauwelijks in beweging toen een ander man, die in de schaduw van een pilaar op het station had staan wachten, en dien ik herkende als detective Jobson, van Scotland-Yard, naar den waggon sprong en onder den uitroep: „Ik dacht wel dat ik je hier moest snappenbeproefde in denzelfden waggon te komen. Ik had het op dat oogenblik te druk, maar mjjn maat vertelde mjj, dat de man, die het eerst den waggon bestegen had, den detec tive in het gezicht sloeg, en hem van de loopplank had geduwd. Zjjn hoed vloog af in de worsteling en viel tusschen het per ron en den zich steeds sneller voortbe we genden trein, maar de detective, bljjkbaar besloten zjjn prooi niet te laten gaan, was dadeljjk weer op de been, en ofschoon de eerste waggons hem voorbijvlogen, had hij nog den moed op de loopplank te sprin gen van den laatsten waggon, zich niet storende aan de angstkreten van de ver schrikte conducteurs en de met ontzetting vervulde toeschouwers, en juist toen de trein aan het einde van het perron was gekomen, zag hjj, dat de conducteur die zich toevallig in die coupé bevond, de deur opende, den man bjj de armen greep en hem naar binnen trok. De voortvluchtige, in de eerste cou pé, merkte eveneens het verdwjjnen van den detective, en zijn bloedeloos gelaat werd nog nog een weinig bleeker. Duivels, riep mijn maat uit, dat was op het nippertje af. Nu zal de arme vluch teling wel niet het doel van zijn tocht be reiken. Neen, antwoordde ik, zjj zullen hem te Crewe reeds pakken. Arme jongen!Hjj deed anders wel zjjn best, zich van zjjn vervolger te ontdoen! De slaperzooals wjj den trein noem den, reed zonder te stoppen tot Grewe door, en legde de 158 mjjlen af in drie uur en vjjf minuten. Daar kregen wjj eene andere locomotief en moesten dus een poosje stoppen. Ik wist dat zoodra we Crewe bereikt zouden hebben, een hoop politieagenten langs het geheele perron op post zouden staan om ieder der uitstjj- genden te kunnen fixeeren, want Jobson was natuurlek bezig een telegram op te tusschen de zachte kussens warmer zat. Ik geef niet veel meer voor je leven. Maar als je wilt, kunnen jelui me toch helpen, brulde hij, met verwrongen gelaat en de uitdrukking van een wild dier in de oogen. Laat den trein een beetje zachter rijden dat kunnen jelui toch wel doen. Ik heb geld ik zal je vijftig pond geven honderd zooveel als je wilt, en hjj haalde uit zjjn zak een hand vol glinsterend goud. Het kan niet, zeg ik je, antwoordde ik, hem van mjj afschuddende. Sta op en wees een man. Ja hebt je zelf een bed ge spreid, ga er nu ook op liggen. Geen menseh ter wereld zou je uit je netelige positie kunnen redden, schik je er dus zoo goed mogelijk in. Ziende, dat ik niet te vermurven was., wendde hij zich tot Bill, en ik zag dat hjj hem een handvol goud aanbood. Mijn maat keerde hem den rug toe en wijdde geheel zjjn aandacht aan zjjn werk. Het geeft je niets kerel, hoorde ik hem zeggen, als Ben zegt dat het niet gaat, gaat het ook niet; en je kunt je verdere moeite wel besparen, ’t Spijt mij voor jou want je bent in het geheel niet gierig. De wanhopige ontdekte den zweem van medeljjden in Bill’s stem en verdubbelde zijn dringende smeekgebeden. Als ik kon, zou ik het zeker doen, mompelde Bill. Ik heb een vrouw en zes kinderen thuis, en dat geld zou me uitste kend te pas komen; maar als Ben niet wil, en hij haalde zjjn schouders op. Plotseling scheen hij een goeden inval te krjjgen, en zich tot mjj wendende, zeide hij verschoo- nend; Ben! ik vraag je niet om mede de hand in deze geschiedenis te hebben. Je weet nergens van en ik neem het ge heel voor mjjn rekening. Wil je toestaan dat ik beproef den ongelukkige te redden Ik geloof wel dat ik dat kan doen zonder dat jij of ik gevaar loop. Alles wat ik van je verlang is dat je doet alsof je nergens van weet. Nu, wat zeg je Nu Bill, antwoordde ik, ik moet je eerlijk bekennen, dat ik niets met dien kerel daar opheb, maar als ik je door te zwjjgen 50 pdst. kan laten verdienen, dan kan je op me rekenen, ofschoon ik zeer be nieuwd ben op welke wjjze je dien vent zal laten ontsnappen. Je behoeft dus niets van het geld te hebben, antwoordde hjj vergenoegd glim lachende, dat vind ik braaf van je, en hjj nam Deval mede naar den kolenwagen, waar ik hem niet kon zien. Wjj hadden aldoor flink doorgereden, en als er niets bijzonders gebeurde, zouden wij over vijf en twintig minuten reeds te Crewe aankomen. Daar ik het werk van Bill moest doen en tevens op de machine letten moest, had ik mjjn handen vol en een kleine tien minuten was ik aldoor be zig. Na verloop van dien tijd kwam Bill terug. Ik keek eens rond. Deval was ver dwenen! Geen spoor of teeken van zijn verbljjf was achtergebleven, maar Bill’s zakken puilden uit, en op zjjn grimmig gelaat lag een grjjnslach van genoegen. Eenige minuten daarna waren wij op de plaats onzer bestemming gekomen. Het was daar juist, zooals ik gedacht had. Een politie-agent aan den ingang van het sta tion en vjjf of zes langs het perron ge schaard. Voordat wij nog geheel stilstonden, was Jobson reeds uit de coupé gesprongen en holde als een bezetene naar den eersten waggon. Toen hjj de deur opende van de coupé waarin hij Deval dacht te vinden, vloog een uitdrukking van woede en ver bazing hem over het gezicht, maar spoe dig zich herstellende, begon hjj een practisch onderzoek in te stellen. Wjj waren juist van plan van de locomotief te gaan, toen Jobson ons naderde. Ben, vroeg hjj, zenuwachtig, is er onderweg niets vreemds gebeurd? Neen, mjjnheer, ik heb niets bijzon ders gezien of gehoord, antwoordde ik, hem vrjj in het gelaat ziende. Heb jjj iets gezien, Bill? Neen, ik ook niet, antwoordde Bill losweg. Hebt gij uw arrestant verloren, mjjnheer Jobson Juist, voor den duivel, hernam de detective driftig. Ik denk dat hjj onder weg uit den trein gesprongen is. Als dat zoo is, dan zal hjj wel ver morzeld op den weg liggen, want wjj heb ben steeds met een snelheid van 50 mjjlen per uur gereden. Ik zal terruggaan en zien of ik hem niet ergens op de spoorbaan zie liggen, zeide ik hem. Gaat ge morgenochtend weer met ons mede? Ik denk het wel, antwoordde hjj met een wanhopig gezicht. Nu, dank je wel vwr ielui inlichtingen. Goedennacht, of stellen, en de telegraaf zou de waarschu wende boodschap reeds geseind hebben, eenige minuten na het oogenblik dat wij het eerste station voorbijreden. Het was niet de eerste maal dat ik ge tuige was van een vangst van dezen ge slepen detective, en de wanhopige gezich ten van die lieden, wetende dat niets hen meer redden kon, de boeien en de gevan genis, dat alles vloog mjj als spookgestal ten door het brein toen wij voorbij Wille- ston vlogen, en mij omkeerende, zag ik bjj het schemerlicht, dat Jobson, het nood lottige bericht uit het raam van de coupé liet vliegen. De beambten zouden de beteekenis van die gekrabbelde boodschap wel begrjjpen, en tenzij het toeval op wonderdadige wjjze er bij in het spel kwam, was de man zoo goed als in hechtenis genomen. Den trein te verlaten, zooals hjj toen reed, midden in den nacht met een snel heid van vjjftig mijlen in een uur, was onmogelijk. Eens had een man dat gedaan, maar zijn lichaam was den volgenden mor gen onherkenbaar en misvormd op de spoor baan teruggevonden. Er was hoegenaamd geen kans om te ontsnappen, daarom lette ik niet verder op den man en wijdde ge heel mijn aandacht aan mijn werk. Plotseling werd ik opgeschrikt door een kreet van ontzetting van mijn maat. Kjjk eens Ben, schreeuwde hij uit, terwijl zijn oogen uit het hoofd puilden van angst, die vent daar wil zich om het leven brengen Ik keerde me om, en ’ofschoon ik mjj op sterke zenuwen beroemen mag, voer mjj toch een rilling door de leden bij het schouwspel, die zich aan mijn oogen voor deed. De man had de deur van de coupé open- gestooten, stond op de loopplank van den pijlsnel voortvliegenden trein en beproefde naar ons toe te komen. Ik verwachtte ieder oogenblik hem van de levensgevaarlijke plaats te zien neerstorten, om tegen den grond te pletter te vallen, maar met de hardnekkigheid van een bloedzuiger klemde hjj zich aan de handvatsels van de deuren vast en boog zich telkens voorover om een volgend steunpunt te grijpen. Langzamer hand was hij de locomotief genaderd en behoefde slechts nog een paar schreden vooruit te doen om gered te zjjn. Toen hij zoo ver genaderd was, dat wjj hem konden bereiken, pakten mijn maat en ik den ongelukkige vast naar ons toe. Ge heel uitgeput van angst en vermoeienis viel hjj voor onze voeten neêr en bleef een tijdlang roerloos liggen. Eindeljjk richtte hjj zich half op en keek ons met smeekende oogen aan. Goede hemelriep ik uit, toen mijn blik het verwilderde gelaat van den ge redde ontmoette, Ernest Deval! Ja Ben, steunde hij, ik ben het. Je hadt zeker nooit gedacht mij in dezen toe stand voor je te zullen zien. Mijn lippen weigerden mij den dienst en ik was niet in staat een woord uit té brengen. Mijn maat, die mjj zoo zag staan, reikte mjj zjjn flesch over en zei harteljjk Neem een slok voor de schrik, sta daar niet zoo voor je uit te staren. Ik volgde dadeljjk zjjn raad op. De koele drank deed mjj goed en ik was weer in staat mjjn aandacht op de machine te vestigen. Nu, mr. Deval, zeide ik luide tot hem, misschien wil je nu wel zoo goed zjjn te zeggen wat de nachteljjke excursies van je beduiden, maar laat ik je vooraf zeggen, dat je het glad mis hebt, als je denkt dat ik je zal helpen ontsnappen. Ja, oude jongen, merkte Bill streng op, je hebt je kans er niet op verbeterd door hier te komen. Ben! steunde hjj, naar adem snak kende, terwjjl zyn met bloed doorloopen oogen mjj angstig aanstaarden. Ben, ik heb een dwazen streek uitgehaald je zag toch wel dien detective op mjjn hielen hjj is nu ook in den trein ik heb veel verloren met spelen en je weet de boeken op het kantoor zjjn dezen mor gen nagezien ik moest vluchten om mjjn leven te redden maar jij wilt me toch helpen vluchten, Ben? en de sidde rende ellendeling viel hulpeloos voor mjj neder en omklemde mjjn knieën. Praat geen nonsens, man, antwoordde ik ruw wat je me daar vraagt is on- mogeljjk. Mijn plicht is het, je aan de auto riteiten over te leveren, die je te Grewe wel zullen opwachten. Als je een beetje nadenkt, zul je dat toch ook moeten be- grjipen. Ja, ja, voegde mjjn maat er grimmig aan toe, jjj bent hier even slecht of mis schien nog een beetje erger af dan je in de coupé gebleven waart, waar je tenminste 6 Bolswardsche Courant,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1899 | | pagina 1