NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
«e&SWABB EU WONSEB A.DEEI.
DE KERMIS.
k. plant: Laatste Nieuws.
No. 68. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
BINNENLAND.
DONDERDAG 24 AUGUSTUS.
Opstootjes te Hilversum.
worden geleverd door
Frankrjike.
VOO»
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
zich J
vroeg,
gevon
binnen drong. Aan de oproeping tot de
j om onder de wapenen te komen,
gisteravond slechts door een twintig-
.anschappen voldaan.
tuigpaarden op Vrijdag, de ringrijderijen en
volksspelen op Maandag, van de kaatspartij
en het vuurwerk op Dinsdag; we dienden
nog stil te staan voor het paardenspel, de
schiettent, het panopticum, het kunstcabinet
en meer dergelijke uitspanningen. Wij laten
dit alles evenwel liever onbesproken, alleen
willen wij nog even vermelden, dat ’t ons ge
noegen deed te vernemen, dat er een be
perking van het getal straatmuzikanten zal
gemaakt worden. Ieder trekt niet met dezelfde
energie aan het karretje der nuttigheid, maar
de straatvirtuozen staan in ons oog al mede
in het achterste gelid. Onze orgeldraaiers zijn
een overblijfsel uit de middeleeuwen en een
liefelijk overblijfsel kan men het nu juist
niet noemen. Al hebben wij medelijden met
de personen zelf, hun beroep verdient o. i. geen
extra bescherming, want daardoor zal slechts
het aantal vermeerderen.
Wij besluiten ons artikel met den wensch
en het vertrouwen dat ieder zich zelf zal
kennen, en weten wat en hoe het hem be
taamt, dan kunnen oogenblikken van genot
en vreugde gesmaakt worden, zonder dat
men zich er later over zal hebben te bekla
gen. Wij wenschen daarom onze lezers in de
volle beteekenis des woords
een prettige Kermis!
Witmarsum. Een onzer kaatsver-
eetrigingen, „de Concurrent* heeft reeds
ten derde male de liefhebbers van kaatsen
op een wedstrijd onthaald.
Waren het tweemaal wedstrijden, waar
vooral ook kaatsers uit den vreemde aan
In den afgeloopen nacht is het vreedzame
Gooische dorp het tooneel geweest van ern
stige rustverstoring.
De naaste aanleiding daartoe is het af
schaffen van de kermis, waartoe voor eenigen
tijd door den gemeenteraad weid besloten.
Reeds lang was de ontevredenheid daarover
aan het gisten en nu is deze gisteren, den
dag waarop in andere jaren de kermis begon,
tot uitbarsting gekomen.
In den loop van den dag trokken troepjes
jongens door het dorp. Hunne gelederen
werden versterkt door een aantal ambachts
lieden, in dienst van kleine bouwers. Deze
laatsten zijn ontstemd over het vaststellen
van een rooilijn, die vroeger niet bestond en
waardoor aan hunne belangen schade is toe
gebracht. Zij hadden'gisteren aan hun per
soneel vrijheid gegeven om aan den arbeid
te gaan of vrijaf te nemen en de meesten
maakten daarvan gebruik om, als op vroegere
kermisdagen, niet te werken.
Laat in den avond kwam ’t tot verregaande
De staatszaken kan men uit tweeërlei
oogpunt beschouwen, ’t zij men boven of
beneden aan den maatschappelijken ladder
staat; de feiten zijn dezelfde, alles hangt van
ons standpunt af, zegt de Franschman Emile
de Girardin. Dit getuigenis geldt in zekeren
zin voor alle zaken. Ons oordeel hangt meest
van ons standpunt af. Alle dingen hebben
twee handvatsels, elke medaille haar keer
zijde, met andere woorden, alles heeft zijn
goede en kwade zijde en naarmate de eene
of andere zijde ons het meest in ’t oog springt,
wordt men voor- of tegenstander van een
zaak of beginsel. Vooral omtrent de kermis
zijn de gevoelens zeer verdeeld. Omgeving,
opvoeding en leeftijd oefenen op dit oordeel
grooten invloed uit. Waar aan den eenen
kant wordt gewezen op het heillooze en
onstichtelijke dat de kermis soms te aan
schouwen geeft, wordt aan den anderen kant
geoordeeld dat een geoorloofde uitspanning
niemand zal hinderen en wat door enkelen
door overdrijving misbruikt wordt, daarom
nog geen algemeen veroordeelend vonnis
verdient. Ziet de een in de kermis een zie
kelijk overblijfsel van een volksfeest uit het
verleden, dat in zijn sukkelend voortbestaan
eigenlijk zich zelf overleeft, anderen willen
haar behouden, zoolang er geen beter alge-
meene volksuitspanning voor in de plaats is
te stellen. Wij willen hieromtrent geen be
slissing uitspreken, doch wenschen alleen
rekening te houden, met hetgeen zij biedt,
en er op te wjjzen, dat niemand gedwongen
wordt, aan eenige kermisvermakelijkheid deel
te nemen.
Wjj zeiden zooeven, dat ook de leeftijd
grooten invloed uitoefent op de meerdere of
mindere sympathie met de kermis; immers
de jeugd uit haren natuurlijken aard, draagt
haar een goed hart toe. Jonge harten zijn
veelal vol hoop en illusies. Aladijns wonder
lamp is voor hen niet verloren geraakt; zij
oefent haar duizendvoudige toovermacht nog
altoos uit in het gemoed der jeugdigen van
jaren, en bouwt kasteelen, even prachtig als
die der Arabische vertellingen. In ’s levens
bloeitijd is de meest verstandige wel eens
een beetje dwaas, maar daarom niet minder
gelukkig dan de meer bedaagde, die slechts
met koel overleg berekent, omdat zijn won
derlamp door de hand des tijds werd stuk
gewreven, zonder dat de wenschen van het
oogenblik tot vervulling mochten komen. Al
zijn dan ook de illusies der jeugd niet meer
dan luchtkasteelen, ’t is een bewezen waar
heid dat een genoegen tijdelijk kan steunen
op een illusie, hoewel het geluk waarheid
tot fundament moet hebben. De kermisge-
noegens nu geven geen waarheid, zjj berusten
op schijn. Geluk mag men er dan ook niet
van verwachten, een verpoozing,een genoegen
voor het oogenblik, meer niet. Doch een
oogenblik verpoozing op den levensweg,
dagelijks vol zorgen en plichten, wie zal het
wraken? ja zelfs wie kan erbuiten! Of men
nu pleizierreisjes met tram of boot dan wel
kermisvreugde kiest, zangersfeest of festival
de voorkeur geeft, men blijft vrij in de keuze
en late ook een ieder vrij. De gustibus non
est disputandum. De kermis biedt zoo goed
mogelijk „elk wat wils.* Jong en oud, be
middelden en ook mingegoeden, ontwikkelden
en meer eenvoudigen, allen vinden er ge
woonlijk iets wat hen bevalt. Zoolang er
dan ook belangstelling voor haar blijft, zal
zij zich handhaven, want wat volksfeest is
is er, waarbij allen zonder uitzondering zich
ge,heel voor overdrijving weten te hoeden!
Men make er dan echter niet het vermaak
een verwijt van maar den persoon, die zich
te buiten gaat en zoodoende zijn eigen en
dikwerf ook anderer vreugd vergalt.
Wat onze kermis dit jaar weer oplevert?
In de eerste plaats mogen wij noemen de
reeks voorstellingen welke deNederl. Tooneel-
vereeniging in „de Doele* zal geven, ’t Is
voorwaar voor de beminnaars van tooneelspel
een voorrecht, dat de directie dier sociëteit
er in geslaagd is, dit beroemde gezelschap
ook dit jaar hier wederom te doen optreden.
Van de te geven stukken behoeven we niets
naders te zeggen, reeds zijn enkele beoor-
deelingen der pers door ons gegeven. Ook
in „Amicitia* waar het gezelschap onder
directie Henri Ter Hall wederom optreedt,
zal gewis genoegen zjjn te smaken. De naam
Ter Hall heeft alom en ook hier een te goeden
klank, om de Revue-operette „Het einde der
eeuw* niet te gaan zien en hooren. Vervol
gens zouden wij, wilden we een volledig
overzicht geven, melding moeten maken van
stoomcaroussel, draaimolen, wafel- en pof
fertjeskramen, kramen met galanterien, speel
goed, suikerwerken, oliekoeken enz., zouden
Vü moeten gewagen van de keuring van
Friesland’s boezemstand in 1894
en in 1899.
De Leeuwarder Courant schrijft:
Ons wordt eene vergelijking toegezonden
tusschen den boezemstand onzer provincie vijf
j aar geleden en nu. Zich baseerende op den
ernst der cijfers voegt de opmerker er eenige
overwegingen aan toe, welke middelen, in
zijn oog, moeten aangewend worden om ver
betering aan te brengen.
Wij meenen een en ander onzen lezers
niet te moeten onthouden.
„Eene vergelijking, zoo wordt ons dus ge
schreven, van de boezemstanden in de maand
Augustus van 1894 met die in dezelfde maand
in 1899 toont een verschil aan van 73 cM.
Op 15 Aug. 1894 was de gemiddelde water
stand 52 cM. boven zomerpeil en 15 Aug. 1899
21 cM. daaronder. Stonden in 1894 de hooi
landen onder water en dreef het hooi weg
of verrotte en was ook de tweede snede
verlorenin 1899 overal gebrek aan water,
de slooten verdroogd, zoodat scheiding van
de weilanden niet meer aanwezig is, tot
drenking van het vee water kunstmatig wordt
aangevoerd, het vee door bewaking op de
perceelen moet worden gehouden, de scheep
vaart op de buurtvaarten geheel gestremd
is en de groote scheepsvaarwaters nauwelijks
met vijf voet diepgang zijn te bevaren, een
enkele tjalk oorzaak is van verstopping van
het vaarwater het water door de geheele
provincie brak is en vooral de reukorganen
onhebbelijk worden aangedaan.
Ziedaar de beste bewijzen voor den ab-
normalen toestand van den boezem in
Friesland.
Wijst de stand van 1894 opeenegewenschte
verbetering van de afvoermiddelen, waarvoor
het ontwerp tot afsluiting van de Lauwerzee
het recept aan de hand geeft een toestand
als wij heden beleven en die naar alleken-
teekenen het maximum nog niet heeft bereikt,
dringt en dwingt tot afsluiting van de Zui
derzee, waardoor het mogelijk wordt, Friesland
ten allen tijde van zoet water te voorzien.
Uit het rapport der Staatscommissie voor de
afsluiting en bedijking der Zuiderzee blijkt
toch, dat binnen enkele jaren na de afsluiting
hetlJselmeer slechts zoet water zal bevatten,
dat door den stand van 27 cM boven zomer
peil de gelegenheid geelt met de sluizen
van af Schoterzijl tot en met de nieuwe sluis
te Piaam, rivierwater van den IJsel in de
provincie aan te voeren.
Tevens kan door voortdurenden aanvoer
uit het IJselmeer en afvoer door de sluizen
aan de Lauwerzee eene waterverversching
voor de provincie geboren worden, die tot
behoud van mensch en vee, tot instandhou
ding der scheepvaart en niet minder tot be
vordering der industrie, waarbij zoet water
in massa de hoofdrol speelt, zal strekken
ma ir ook tevens de mogelijkheid zal opleveren,
het vlas in eigen boezem te kunnen roten.
De middelen, om die onhoudbare toestan
den te voorkomen, liggen voor de hand. Het
hangt dus af van eigen energie, maar helaas
treft men te dier zake eene lauwheid aan,
die onbegrijpelijk is.
deel namen, Zondag waren het de leden
der vereeniging, die onderling hunne krach
ten hebben gemeten. Daar het ledental zeer
groot is, kon de strijd niet in één dag
worden beslist. A.s. Zondag zal dus de
„finale* plaats hebben.
Gaasterland, 21 Aug. De langdurige
droogte geeft dit jaar in onze gemeente niet
veel hoop op een goeden aardappeloogst.
Men vreest n.L, zooals ook reeds op onder
scheidene akkers is gebleken, dat de knollen
te klein van stuk zullen blijven. En moge
droogte voor een goede kwaliteit van veel
belang zijn, zij dient in te vallen op den
tijd dat het rijpen begint, niet zooals nu
geschiedde, toen ze nog in vollen groei
waren. Het gebrek is nu dat ze niet vol
groeid zijn.
De meeste weiden zijn hier kaalalgemeen
wordt verwacht: vroeg stallen en duur hooi.
De veeprijzen zijn dan in den regel laag.
Harkema Opeinde, 20 Augs. ’t Is
zeer dwaas en gevaarlijk, kinderen bang te
maken of verkeerde uitdrukkingen te bezigen
tegen hen. Dit bleek hier. Een paar kinderen
van 6 en 8 jaar waren met een kleiner in
de wieg thuis. Ze verboden den kleine iets
met de bijvoeging: „als je ’t doet, zullen
we je de zeker lichaamsdeel afsnijden*.
Ze trachtten de daad bij ’t woord te voegen
en verwondden den kleine zóó, dat hij dood
bloedde.
Makkum, 21 Aug. Wegens den lagen
waterstand ligt de stoomboot „Feniks* alhier
eenige dagen aan den wal. De oude Mak-
kumervaart, waar deze boot nog altijd langs
moet varen, is tengevolge van een dorpel
in de zijl bij Exmorra niet meer te passeeren.
Vele malen is ’t gemeentebestuur van Bols-
ward, zoowel als ’t college Gedeputeerde
Staten er mee in kennis gesteld, doch de
toestand blijft zoo voortduren, zeer ten on
gerief van den stoombootondernemer.
Hepk. Adv.BI.
Een jongmensch, zekere L. T. K.
kwam met de Brielsche boot aan de Maas;
kade f
boord
kapite
gered
Op
van
gisten
agent
Op
aan z
in de
Er
in di
de W
verdu
delijk
is.
Zijl'
baldadigheden. Een troep trok naar het
Raadhuis, waar de burgemeester aanwezig
was om een vergadering, waarin over arm
verzorging zou beraadslaagd worden, te
leiden. Later ging men naar het huis van
den burgemeester, waar de ruiten werden
ingeworpen. Onderweg werd op tal van
plaatsen op deze wijze aan de ontevreden
heid lucht gegeven. Langs den Vaartweg
bleef geen lantaarn heel en op den Kerk
brink en in de Kerkstraat moest een groot
aantal ruiten ’t ontgelden. Men verzekert,
dat niet minder dan 67 spiegelruiten zijn
verbrijzeld.
Een bepaalde keuze werd bij dit vernie
lingswerk niet gedaan, o. a, ook hieruit
blijkende, dat de woningen van de Raads
leden gespaard zijn gebleven.
De politie was tegen de bende niet opge
wassen. Daarom werd de schutterij te barer
assistentie opgeroepen. Zij wist de menigte
zonder moeite uiteen te drijven.
Hedenmorgen nam de burgemeester krach
tige maatregelen om eene herhaling der
relletjes te voorkomen. De Rijksveldwacht
van Amsterdam en omliggende gemeenten
werd gerequireerd en bovendien arriveerden
al vroeg 64 man infanterie uit Naarden,
onder bevel van den len luitenant Fabius.
Cavalerie uit Amersfoort is aangevraagd,
maar ‘t ie nog niet zeker, of deze komen zal.
Een proclamatie is voorts door den Bur
gemeester uitgevaardigd, waarin samen
scholingen van meer dan drie personen
werden verboden.
Hedenmiddag was de rust nog niet weer
gekeerd. Op straat was ’t zelfs zeer woelig.
De troepen doorkruisten de straten en waar
zij op eenig verzet stuitten hadden arresta
ties plaats. De mogelijkheid is geenszins
buiten gesloten, dat ’t hedenavond tot
nieuwe betoogingen zal komen.
Van andere zijde wordt nog gemeld,
dat in het huis van den burgemeester geen
ruit is heel gebleven en het volk zelfs naar
L!
OtJSÏC tterij
- - -- 'yj PROCES DREYFUS.
I II B?als wij Dinsdag per Bulletin meedeelden,
n I* fl B*de Mr. Labori de zitting weder bij. Bij zijn
B B wat B B B B B nkomen in de werd hij door het pu-
Hf is I I in Bill I I I staande toegejuicht.
W W W I I M III yfus’ gelaat straalde van vreugde, toen hij
inkomend, Labori weer op diens oude plaats
itten; zij drukten elkaai' hartelijk de hand,
ie ninf silicon ATfurolrlrvoorzitter van den krijgsraad, kolonel
Ulvl dllCCLl UJJ W vrichtte het woord tot Labori en sprak
vrAvai-avlr a-m rl irrkofl den KrlJgsraad ziJu verontwaardiging uit
V vJl uU 1 JktxJUUj If UUUa den schandelijken aanslag op hem gepleegd,
verteerbaaraanbevo-
Medische autoriteiten
ciscus van den Boom, rietdekker te Hees
wij k. Men vond het lijk in een bloedplas.
Aanvankelijk dacht men aan eene bloed
spuwing, doch toen het lijk naar Hees wijk
was vervoerd en men het daar ontkleedde,
constateerde men een diepen messteek in de
linkerborst, aan welke wonde de man,
blijkens verklaring van den dokter, over
leden was. De man laat een weduwe met
4 kinderen achter. Hij stond als zeer op
passend bekend. De verslagenheid in Hees
wij k is dan ook algemeen. Van de toe
dracht der zaak weet men nog niets. Geld
en horloge werden op het lijk gevonden.
ist zeide zich gelukkig te achten, Labori
op zijn plaats te zien, om zijn taak als
diger te vervullen.
deze woorden volgden levendige bijvals-
jingen van het publiek.
3 handen werden naar Labori uitgestoken,
die hij diep geroerd drukte. Ook de generaals
Mercier en Billot wisselden eenige hoffelijke
woorden met hem.
Niettegenstaande de voorzitter hem had aan-
gemaand, om zich niet te veel te vermoeien,
stond Labori, die nog bleek ziet, op en hield de
volgende toespraak
„Mijnheer de president, wilt ge mij toestaan,
ondanks mijn zwakte en de ontroering die mij
aangrijpt, enkele woorden te antwoorden op de
hartelijke toespraak, die gij mij de eer aandeedt
tot mij te richten?
Het was bijzonder smartelijk voor mij, getrof
fen te worden op een oogenblik toen in deze
zaak voor mij de zoete droom werkelijkheid
begon te worden, die mij sedert twee jaren ver
vult, haar te bepleiten, in haar geheelen om vang,
voor een rechtbank van soldaten.
Dat hoopte en wenschte ik. En gij zult u
kunnen voorstellen, hoe groot toen mijn ontroe
ring en mijn droefheid waren, en hoe groot
thans mijn blijdschap is.
Ik dank allen die mij bewijzen van sympathie
gaven. Ik dank voor alles den voorzitter, de
leden en bijzittende leden van den krijgsraad,
en de uitnemende mannen die ik niet de eer
heb te kennen behalve door den reeds zoo langen
strijd, waarin, ik hen somtijds ontmoette.
Ik herneem mijn plaats bij de debatten, meer
om ze te volgen, dan om er deel aan te nemen.
Het is een moeielijke taak, die wij allen te
vervullen hebben, gij als de scheidsrechters, die
recht zult spreken, wij als de helpers daarbij.
En thans hervatten wij de debatten, waarbij
wij nog menige hindernis zullen moeten weg
ruimen”.
En te midden eener diepe stilte eindigde Labori
zijn toespraak aldus:
„Dat men, dank zij de breede opvatting der
debatten, er de waarheid en gerechtigheid uit
moge zien voortkomen ter verzoening en bevre
diging van allen.
Ik heb het recht dat te hopen, en ik verzet
mij tegen wat onschendbaar zou zijn: tegen pro
testen en napleiten, nadat het werk der gerech
tigheid bekroond zal wezen. Want men wete
welhet aandeel dat in de daden der menschen
aan dwaling moet worden toegesebreven isgroo.
ter dan dat uit kwade trouw voortkomende,”
Bolswartlsclie Courant,