NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
K
i
ÖOLSWAHD II® WOKSERAÖEEL,
No. 70. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
ra.
Proces Dreyfus.
Geen half werk.
A P P E L W IJ N.
BINNENLAND.
Laatste Nieuws.
o
VOOR
fl
B
31
fabrikanten voldoende inlichtingen en een-
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
I
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
-T®
A
Ongeregeldheden te Hilversum. Als
nabedrijf zijn Zaterdagnacht nog een paar
lantaarns en een spiegelruit op de Groest
stuk gegooid.
Toch terug. In Juni 1895 deserteerde
de sergeant R. van L. van het 8e reg. infan
terie te Arnhem. Nadat hij eens hier en
daar had rondgekeken, nam hij dienst in
het vreemdenlegioen van Algiers. Dezer
dagen is hij in ’t vaderland teruggekeerd
en heeft hij zich ter beschikking der militaire
autoriteiten gesteld.
De Prins Willem V. Omtrent het
ongeluk aan de Prins Willem V van den
Koninklijken West-Indischen Maildienst
overkomen, kan nog het volgende worden
bericht. Zondagmorgen te half zeven sprong
tusschen Havre en Dungenes plotseling de
hoofdstoompijp van den stuurboordsketel.
De stoker Jan Wiekamp en de tremmer
Jacob Bakker moesten met levensgevaar
door den ontsnappenden stoom heen vluch
ten. Het schip kon, stoomende op den
tweeden ketel, verder gaan. Gistermiddag
te 3 uur liep het te IJmuiden binnen. Wie
kamp is naar het Binnengasthuis te Am
sterdam vervoerd. Bakker kon loopend naar
huis gaan.
Valsch bankpapier. In tal van plaatsen,
voornamelijk in het Zuiden, is valsch bank
papier in omloop. Te ’s-Hertogenbosch zijn
verscheidene bankjes van f 25, te Breda
bij een kassier is een bankbiljet van f’ f40
ontvangen.
Witmarsum. De leden-kaatspartij, de
vorige week met 81 kaatsers begonnen, nam
heden Zondag een einde. Er werd vinnig
gestreden en menig oud kaatser toonde in
dien strijd, dat hij voor de jongeren nog
niet behoefde onder te doen. Het gelukte
aan Sijtze Kooistra, Eeltje Kooistra en
Anne Scnkwerda den prijs te behalen. De
premie viel ten deel aan P. Hilarides, Th.
Steensma en H. Ztjlstra, terwijl H. Hilari
des, V. Zoodsma en J. v. d. Eems de kleine
premie wonnen.
De verschillende prijzen, bestaande uit
kunstvoorwerpen, werden ’s avonds feeste
lijk uitgedeeld.
Door de leden der Doopsgezinde ge
meente alhier en te Pingjum werd jl. Zon
dag tot predikant beroepen de heer Ens,
proponent te Kampen.
Men denkt dat het getuigenverhoor deze week
zal afloopen en dat de pleidooien Maandag zullen
beginnen. Demange zal het hoofdpleidooi houden,
terwijl Labori slechts Kort zal spreken. Het
vonnis zou dan, naar men meent tusschen 6 en
8 September kunnen worden gewezen.
Het gerucht gaat dat Du Paty zal spreken
om zijn eigen verantwoordelijkheid te dekken.
V
Gister heeft te Parijs in het redactie-bureau
van de „Éclair" een huiszoeking plaats gehad.
Men weet dat in dat blad in 1896 een artikel
is verschenen, waarin melding werd gemaakt
van het stuk Ce canaille de D waarvan de
redactie maar klakkeloos had gemaakt Cet animal
de DreyfusEr zal nu een onderzoek plaats
hebben om te weten te komen, welke over
wegingen de redactie er toe hebben gebracht
deze D op Dreyfus te doen slaan, daar de
officieren van den generalen staf zelf hebben
erkend, dat daarmee niet Dreyfus bedoeld was,
maar een zekere Dubois.
De openbaarmaking van dat artikel heeft er
zeer veel toe bijgedragen om de volksovertuiging
van Dreyfus’ schuld te vestigen.
RENNES, 29 Aug. Daar er ettelijke dreig
brieven gericht waren tot kolonel Jouaust en
andere personen werden Dinsdagmorgen bij het
binnenkomen der zaal de kleeren van alle per
sonen aan een oppervlakkig onderzoek onder
worpen. Bovendien zijn thans de kelderramen
van het Lyceum door ijzeren platen afgesloten.
Kolonel Cordier werd het eerst gehoord, die
verklaarde te gelooven, dat het borderel door
Henry aan Saudherr is gegeven. Hij zei verder
dat de „gewone weg" waarlangs dergehjke stuk
ken aankwamen waseen handig agent, die
werkte door bemiddeling van een vrouw. Deze
weg werd echter ontdekt en daarom moest men
rechtstreeks met die vrouw werken met wie men
samenkomsten in verschillende kerken had.
RENNES, 29 Aug. Kononel Cordier, ex sous-
chef van den inlichtingendienst legt onder diepe
ontroering van het publiek zijn getuigenis af.
Hij zegt dat hij zich in 1894 vergist heeft,
doch dat hij nu overtuigdisvan Dreyfus’ onschuld.
Hij noemt zich antisemiet, doch is daarom nog
niet in staat een valsch getuigenis al te leggen
tegen een Jood.
Cordier komt daarna in heftige discussie met
Lauth en Roget.
Vervolgens legt De Freycinet, oud-minister
van oorlog, een onbeteekenend getuigenis
omtreut het Syndicaat.
Wij bewegen ons, zooals onzen lezers be
kend is, niet op het gebied der staatkunde.
Dit neemt echter niet weg, dat maatschap
pelijke vraagstukken, welke met het beleid
der regeering in verband staan, onze aan
dacht niet mogen ontgaan, en voor heden
vraagt zulk een onderwerp onze aandacht.
Wij hebben meer dan eens in onze kolom
men gewezen op de hooge noodzakelijkheid
van zuinigheid en spaarzucht, waardoor ieder,
die zich slechts eenigszins boven het gewone
peil van welstand weet te verheffen, in be
scheiden zin kapitalist kan worden. Wij
weten, hoe noodig kapitaal voor alle maat
schappelijke voortbrenging is, en hoezeer het
valt te betreuren, wanneer het kapitaal zijn
bestemming niet bereikt.
Geld te hebben, in het algemeen kapi
taal te bezitten, baat op zich zelf zeer
weinig. Wordt het niet gebruikt om meer
welvaart te verspreiden, wordt het niet aan
gewend in het algemeen belang, dan bepaalt
de waarde zich tot den bezitter zelf, die er
van leeft, maar die, door zooals men het
noemt van den hoogen boom te teren, zich
zelf verarmt.
Een voornaam doel van het kapitaalge-
bruik moet ook zijn, om de zoodanigen, die
tot nog toe in minder gunstigen toestand
verkeerden, daaruit zoo mogelijk op te heffen,
armoede en afhankelijkheid te verminderen,
geluk en tevredenheid te doen vermeerderen
alzoo ook een z e d e 1 ij k doel.
’t Is waar, dat men in Nederland ook van
regeeringswege, de kapitaalvorming op kleine
schaal wel in de hand werkt. Nadat reeds
alom verschillende spaarinrichtingeu waren
tot stand gekomen, die echter niet altijd voor
de inleggers even groote zekerheid aanboden,
kwam bij de wet van 25 Mei 1880 de Rijks-
Postspaarbank tot stand onder verantwoor
delijkheid van het Rijk, die terecht als eene
der zegenrijkste instellingen van den nieu-
weren tijd wordt beschouwd. Na hare op
richting zijn langzamerhand de particuliere
instellingen verminderd of opgeheven en thans
is het een feit, dat door het volk een kapi
taal van vy ftig millioen guldens in die bank
is bijeengebracht, een kapitaal dat dagelijks
aangroeit.
Meermalen is de zeer ernstige vraag ge
daan wordt dit kapitaal ten algemeene nutte
aangewend? Beantwoordt het aan zijne be
stemming?
Het antwoord moet, helaas, stellig ontken
nend luiden.
Van het kapitaal der bank weten wij alleen,
dat de Staat de terugbetaling ervan waar
borgt; dat het belegd is in Staatsfondsen,
om de zeer matige rente te dekken die aan
de inleggers wordt uitgekeerd; maar verder
niets; of, liever, wij weten met zekerheid,
dat er niets hoegenaamd mee gedaan wordt.
Zoo ziet men, dat men een goed doel wel
voorbij kan streven, want die vijftig millioen
zijn beslist aan de algemeene welvaart ont
trokken, zij dragen niets bij om deze te
vergrooten, en dat in een tijd, waarin aan
crediet zoo veel behoefte is.
Immerser is tweeërlei soort van kapitaal.
De eene werkt met het zijne; de ander met
geleend of gehuurd kapitaal; anders gezegd,
met crediet, en het crediet mits verstandig
aangewend, is een middel om steeds meer
bezitters van een klein kapitaal te vormen
en de nadeelen te verminderen, die nood
wendig samengaan met de ongelijkmatige
verdeeling van den rijkdom.
Nu is het eene zekere waarheid, dat het
ons geenszins aan crediet verschaffende in
stellingen ontbreekt; maar als men bedenkt
welke hooge eischen zij stellen en misschien
ook wel moeten stellen, dan is er toch alle
aanleiding om te zeggen, dat zij minder ge
schikt zijn voor hen, die nog van meet af
aan moeten beginnen.
Wanneer men denkt aan de hooge kos
ten, drukkend voor hen, die verplicht
zijn van het crediet gebruik te maken, aan
de vereischten van borgstelling, meestal nog
verzwaard door eene levensverzekering, waar
door velen feitelijk niet geholpen kunnen
worden, dan kan men het credietstelsel be
zwaarlijk den naam van volksinstel-
1 i n g geven.
En daarom voegen wij gaarne onze stem
bij hen, die er reeds meermalen op aan
drongen, dat de Rijkspostspaarbank, die zoo
eenzijdig werkt, ook tot een volkscre-
d i e t b a n k zal worden ingericht.
Onzes inziens ligt dit geheel op den weg
der regeering. Men mag, dunkt ons, zulk
een enorm kapitaal op den duur niet onge
bruikt laten en ,wjj vragen in gemoede, of
eene rijksbank, inzonderheid ten behoeve van
den eenvoudigen man, die voorschotten doet»
wol met zekerheid (liefst underling), doch
De appelwijn is in de eerste plaats zeer
geschikt en als aangewezen om het overdre
ven gebruik van bier, jenever en brandewijn
te doen verminderen, want vooral in het
warme jaargetijde is de cider meer dan eenige
andere drank geschikt, om den dorst te les-
schen. Bovendien heeft hij nog vele goede
eigenschappenhy. bevordert de stofwisseling
in het menschelijk lichaam en daardoor de
gezondheid, die zich doet kennen aan een
frissche gelaatskleur; hij prikkelt, door zijn
gehalte aan phosphorzure zouten, de hersenen
tot werkzaamheid. Ook veel verouderde
kwalen, zooals galsteen, vetzucht, leverziek
ten enz. zijn door het geregeld gebruik van
appelwijn bet best te genezen. Men kan dus
met het volste recht op dezen drank het
rijmpje toepassen:
God verbood wel ’t appeleten,
Echter niet den appelwijn
En had Adam dit geweten,
Hij zou nog in Eden zijn.
Vooral in den tegenwoordigen tijd, nu zoo
krachtig wordt geijverd tegen het misbruik
van sterke dranken, die bron van zoo ont
zaglijk veel ellende voor ons volk, dient het
oog gericht op den appelwijn. De menech
is nu eenmaal geen nachtpitje en een genot
middel wil hij hebben. Er moet iets gevonden
worden om den jenever te vervangen. Zou
dat middel niet zijn de cider of appelwijn?
Daarom pogingen aangewend om dezen
drank tot volksdrank te verheffen!
De Telegraaf.
Nu ook voor ons vaderland de omstandig
heden gunstiger geworden zijn om met voor
deel appelwijn te fabriceeren, nu zich reeds,
zooals de dagbladen onlangs vermeldden, in
Zuid-Limburg een consortium heeft gevorm i
met het doel de bereiding van cider ter hand
te nemen, zal het zeker den lezers van dit
blad niet onwelkom zijn iets naders omtrent
dezen „drank der toekomst" te vernemen.
Zijn goede eigenschappen zijn in het land,
waarin Schiedam ligt, nog maar veel te wei
nig bekend; in Frankrijk, Duitschland en
Zwitserland daarentegen weet men zijn uit
stekende hoedanigheden naar waarde te
schatten.
De bereiding van appelwijn of cider is be
trekkelijk eenvoudig, hetgeen hieruit blijkt,
dat in sommige streken van Duitschland,
met name in Wurtemberg, deze drank in
iedere boerenhuishouding, met eenvoudige
gereedschappen, vervaardigd wordt. Waar
echter de bereiding in het groot plaats heeft,
zooals in Normandië, Zwitserland, Frank
fort a/M-, Trier, Hochheim, maakt men zich
natuurlijk alle vorderingen der hedendaagsche
techniek ten nutte.
De uit de boomgaarden aangevoerde appels
worden eeist in de buitenlucht op groote
hoopen gestort, later in den herfst, wanneer
het sterk begint te vriezen, komen zij in
overdekte ruimten. Door middel van schep
emmers worden ze vervolgens in een met
water gevulde kuip gebracht waar ze ge
zuiverd worden om vervolgens in den molen
terecht te komen. Na in groote stukken ge
sneden te zijn, worden zij tusschen twee
cylinders geplet.
De verkregen massa wordt vervolgens in
kuipen gedaan, die in de open lucht staan
en waarin zij 10 tot 24 uur, naar gelang de
temperatuur is, een eerste gisting ondergaat.
Hierna komt de massa op de persen; men
heeft persen in verschillende grootten, tot
200 atmospheeren druk toe. Het uitgeperste
sap wordt opgevangen in kuipen en naar den
kelder gebracht, waar men het in groote
vaten laat gisten.
Uit 1000 pond appelen worden circa 300
liter gewonnen de persoverblijfselen dienen
als voeder voor rundvee en varkens of tot
het bereiden van brandewijn van geringe
kwaliteit.
In Duitschland (Frankfort en Trier), doch
vooral in Frankrijk en Engeland maakt men
van appelen ook een mousseerenden drank,
den zoogenaamden champagne-cider, die veel
gedronken wordt.
In Wuitjmberg, wij maakten er reeds
gewag van, is de appelwijn een echte volks
drank. Wanneer zich een knecht of meid
verhuurt, is een der voor waarden, dat zij
dagelijks een of twee liter appelwijn krijgen,
boven het loon in geld, dat de boer aan zijne
maaiers en oogsten betaalt, worden nog
eenige liters „most" per morgen bedongen.
De uitvoer van appelwijn uit de produ-
ceerende landen is steeds stijgende. Voor
Duitschland beliep die uitvoer in 1898 niet
minder dan 477,500 kg., tegen 324,400 kg.
in 1897; dus een toename van 47 pc. De
verzending geschiedt hoofdzakelijk van
Frankfort a.M. uit, terwijl de meeste wijn
zijn weg vindt naar de havens aan de west
kust van Afrika. Zoo gingen naar den Kon-
gostaat in 1897 slechts 43,400 kg., in 1898
reeds 178,100 kg. Naar West-Afrika bedroeg
de verzending in die jaren 100,500 en 123,700
kg. De Duitse de koloniën trokken in elk
dezer beide jaren 10,000 kg. De waarde van
den uitgevoerden appelwijn wordt voor 1896
berekend op f 78.000, voor 1897 opf90,000
en voor 1898 op t 111,000.
Nu iets naders omtrent de prijzen en het
gebruik van dezen drank.
Er worden verschillende soorten van cider
gemaakt: er is verschil in smaak en ook in
duurzaamheid. Vandaar dat de prijzen afwis
selen tusschen 18 en 24 gulden per H.L.
de mousseerende soorten kosten gemiddeld
90 cent per flesch, in Duitschland wel te
verstaan. Over de beste wijze van behande
ling gorden den afnemer van de zijde der
De Bierhuishoudersbond geeft in een
adres aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken te kennen, dat het in de troonrede
toegezegde wetsontwerp tot herziening der
drankwet met groote belangstelling wordt
tegemoet gezien, vooral door diegenen, die
de nadeelige gevolgen der thans vigeerende
drankwet ondervinden. Adressanten hebben
in hoofdzaak tegen die wet de navolgende
grieven
lo. dat zij zeer onbillijk in hare werking
is gebleken
2o. dat zij de gelijkheid van rechten
tusschen burgers van denzelfden Staat tot
eene illusie maakt, waarvan de clandestine
verkoop van sterken drank het gevolg is,
met al den aankleve van dien,
3o. dat de wet onmogelijk in hare toe
passing is.
De Vereeniging Bierhuishouders bond
wenscht nu dat bij de herziening
le. de vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein persoonlijk zal zijn, op
aanvraag bij de aangewezen autoriteit te
verkrijgen door elk meerderjarigen Neder
lander, onder zoodanige waarborgen als de
wet zal omschrijvendat dus komt te ver
vallen de „Vergunning aan een huis te
verleenen
2e. de vergunning worde verleend tegen
een matige betaling, in termijnen te voldoen
3e. strenge en wel gevangenisstraf bij de
wet op vervalsching van alcoholische dran
ken, opdat de consument gewaarborgd is,
dat zijn gezondheid niet moedwillig gevaar
loopt.
Blijkens bij de regeering ingekomen
ambtsberichten, begeven zich telkens Neder-
landsche werklieden naar Parijs in de ver
wachting aldaar in verband met de aan
staande tentoonstelling gemakkeljjk werk te
zullen vinden. Aangezien evenwel de gebou
wen der tentoonstelling door Franscho werk
lieden opgericht en te Parijs buiten de tentoon
stelling voor den Nederlandschen werkman
niet dan bij groote uitzondering vooruitzicht
bestaat om werk te vinden, wordt aan be
langhebbenden de raad gegeven niet dan
na zich van te voren te hebben vergewist
dat zij te Parijs werk zullen vinden, zich
naar die stad te begeven.
Voor zooveel noodig, wordt nog in her
innering gebracht, dat door de Nederlandsche
gezantschappen of de Nederlandsche con
sulaten niet dan aan krankzinnigen, weezen
en verlaten kinderen beneden de 18 jaren
en voorts in zeer zeldzame gevallen, bij
voorbeeld aan behoeftige Nederlandsche
zeelieden, de nooiige reisgelden kunnen
worden verstrekt om naar Nederland terug
te keeren.
Nog zoo k'caad niet. Bij den gemeente
raad van Schiedam is ingekomen een voorstel
om bij politieverordening te verbieden „klee-
deren of andere voorwerpen zoo te dragen,
dat zij stof opjagen". Het voorstel werd
gezonden naar de commissie voor de straf
verordeningen.
Het denkbeeld ia uitstekend, maar de
uitvoering
met lage renteinlagen, gemakkelijke voor
waarden, of zulk eene instelling, die ons geheel voudige voorschriften gegeven,
ontbreekt en uit liefdadigheid ook wel niet r‘‘ -1 J~-
zal worden opgericht, niet een ware zegen
voor het volk zou kunnen zijn?
Er is geen gezonder verband, dan dat
tusschen den werkkring van een spaarkas
en dien eener credietinstelling; maar op dit
gebied kunnen particuliere krachten nooit
wat de Staat vermag.
Laat ons daarom hartelijk hopen, dat de
thans gevolgde weg, die, hoe goed op zich
zelf, niet tot een bevredigend doel leidt, zoo
spoedig mogelijk worde verlaten.
$XKXXXXXXXhXXXXXXXX$
DONDERDAG 31 AÜGÜSTÜS.
r ...ifc'
Bolswardsche Courant,
ft