NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAB.O EN WONSERABEEE
De Wapenfabriek R
■f— TUUVXIHgi. ‘-'te to LUI
ndags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
No. 81. Verschijn-
H. B. FLO1
5 ZONDAG 8 OCTOBER.
De blauwe roos.
BINNENLAND.
VOOB
twintig-duizend
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Gaasterland, 5 Oct. Sedert een paar
weken is het aardappelrooien hier in vollen
gang. O ter het geheel valt er niet te roemen,
daar de oogst meestal gering is en de
knollen klein van stuk zijn. Veel wordt
bovendien nog geklaagd over ziekte en
schade, door de rupsen aangericht. Met het
cichoreidelven is men eveneens nog druk
bezig; de opbrengst is middelmatig; men
verwacht lagere prijzen er wordt gesproken
van f 10 a f 11 per 50 K.G.
4 Oct. De sedert 1 October j.l. geopende
lijstervanget heeft hier wegens de ongunstige
windrichting nog weinig voordeelen opge
leverd. Ook is er nog slechts een enkele
houtsnip gevangen. De wildprijzen zijn als
volgt: hazen f 1,10 a f 1,80, kooieenden
f 0,50 a 0,60, wilde konynen f 0,40 a 10,45,
tamme idem f 0,35 a f 0,80, houtsnippen
f 1,70, watersnippen f 0,45, talingen f0,25,
pluvieren f 0,20 a f 0,25, smienten f 0,30
a f 0,35, patrijzen f 0.50 a 0,60, lijsters
t 0,11 alles per stuk. Eenige vangers
hebben weer besloten zelve hunne vangst
naar Brussel te zenden.
Workum, 6 October 1899. In de gister
gehouden vergadering van den Raad dezer
gemeente is besloten om het door den heer
Dr. Sluyterman gedaan voorstel betreffende
de pensioen verzekering van gemeente-amb-
tenaren commissoiiaal te maken, waartoe zijn
benoemd de heeren Sluyterman, Jansen en
Tjebbes; tot afwijzing van het
VD.
dFfcngeveer dertig jaar geleden woonde
in Bressingny, de stad van den tuin
bouw, een voormalig ambtenaar van de
belastingen, die zich met het kweekenvan
rozen onledig hield. Julius Allain was,
evenals veel oude soldaten, eerst na het
verlaten van den dienst gehuwd. Zijn vrouw
schonk hem een dochtertje, stierf echter
spoedig daarna en liet den armen man met
het kind alleen.
Het was een zware plicht, doch de oude
controleur van de belastingen hield zoo
veel van het kind, dat hij zich geheel op
gewassen toonde voor de taak, welke hem
door den dood der moeder opgelegd was.
Opdat zijn tuin door de hem opgedragen
zorgen niet zou te lijden hebben, stond hij
’s morgens vroeger op en legde zich ’s avonds
later ter ruste.
Toen Jeannette grooter werd, mocht ze
niet meer van zijne zijde wijken. Hij nam
haar met zich als hij zijne bloemen, groen
ten en vruchten naar de markt bracht,
zette haar naast zich op zijn jas, als hij in
den tuin werkte en hield honderden malen
op om haar toe te lachen, met haar te
babbelen of op haar geroep toe te snellen.
Men was zoo gewend hem niet zonder het
kind te zien, dat hij in de heele buurt
,minnevader“ werd genoemd.
Zooals gezegd is, bracht hij destijds nog
dagelijks vruchten en groenten naar de
markt want eerst later wijdde hij zich ge
heel aan de rozenkweekerij.
Zjjn tuin was groot, de muren waren met
vruchtboomen en wijnstokken begroeid en
smalle, met palmhout bezette paden liepen
tusschen de breede, met alle mogelijke
groenten beplante bedden door. Het middel
punt vormden prachtige ooftboomen, aal
bessen- en kruisbessenstruiken rozenstrui
ken en andere gewassen dienden als om
lijsting en de voorgrond was door een waar
doolhof van nuttige en sierplanten inge
nomen, die zonder eenige symmetrie daar
blijkbaar alleen gezet waren om zorgvuldig
elk plaatsje te benutten.
Een merkwaardig toeval had vader Allain
tot rozenkweeker gemaakt en in den ouden
tuin een totale omwenteling teweeggebracht.
Voor het huisje stond namelijk een rozen-
boscbje van verschillende soorten. Op zeke
ren dag nu had de goede man eenige zaad
korrels verzameld, in een pot gezaaid en de
teere plantjes, die er uit opgeschoten waren,
langs den tuinmuur gezet. Hij verpleegde
ze zorgvuldig en was benieuwd wat er uit
voortkomen zou. In het derde jaar brachten
zü eindelijk knoppen voort. Onder de vele
eenvoudige en halfvolle bloemen was er
ook een van buitengewone regelmatigheid,
heerlijke volheid en diep purperroode kleur,
die tegen den kelk in zwart overging.
Na de eerste oogenblikken van verrassing
dacht hjj aanstonds aan zjjn Jeannette, oie
middelerwijl tot een jong meisje van vijf
tien jaren opgegroeid was. Hij maakte de
roos behoedzaam van den struik los en
droeg haar triomfantelijk naar zijn dochter.
Beiden konden hun oogen er niet van af
wenden en werden niet moe ze te bewon
deren.
Deze gebeurtenis verwekte veel opzien
onder de bloemenliefhebbers van het land
van heinde en ver kwam men de roos van
den goeden Allain bekijken en een rozen
kweeker bood hem er twee duizend francs
voor, die ook met blijdschap aangenomen
werden.
Dit onverhoopt geluk bracht hem op een
gedachte die hem vroeger nooit ingevallen
was.
Hij had zich het recht voorbehouden zijn
roos een naam te geven en noemde ze den
„Rouw van Simplicia", minder om de don
kere schakeering dan ter herinnering aan
zijn nog altijd betreurde vrouw.
Als men hem vroeg, waarom de roos niet
naar zijn zoo geliefde dochter heette, dan
antwoordde hij
O, die za] wel aan de beurt komen.
De roos, die haar naam krijgt, zal zoo mooi
en zoo eigenaardig zijn, dat men over hon
derd jaar nog van mijn Jeannette zal praten.
En van toen af wijdde hij zich met lijf en
ziel aan de rozenkweekerij.
De zoo rijkelijk vruchtdragende appel
en perenboomen vielen één voor één onder
zijn bijlde bloemen en de groenten ver
dwenen allengs en alles moest voor de
rozencultuur wijken.
Jeannette woonde dagelijks met vochtige
oogen nieuwe slachtingen bij. Ze was nog
te jong om de stoffelijke schade te bere
kenen ze betreurde de gevallen offers alleen
als vrienden van haar kindsheid, wierkos-
telijken rijkdom zjj bewonderde en welker
Sappige vruchten haar gelaafd hadden.
beschikt op een adres van Tj. Westendorp
e.a. tot het maken eener waalklinkert-
bestrating naar de Boterfabriek onder bepa
ling evenwel dat die weg in bruikbaren
staat zal worden gebracht.
Friesclie Zuidwesthoek, 5 Oct. De
najaarspalingvisscherij op de Zuiderzee is
voor onze visschers door het stormachtige
weder geheel mislukt. Velen zijn er, die
letterlijk niets verdiend en eene enorme
schade aan de netten beloopen hebben. In
tegenstelling met het vorige jaar is de
Zuiderzeevisscherij dit jaar zeer onvoordeelig
geweest, zoowel van ansjovis en haring als
van paling en bot.
Sueek. Dat Friesland zijne bewoners
slecht voedt en loont, is bekend. Vooral de
boerenarbeider heeft het hier slecht en geen
wonder, dat velen wegtrekken. Ging vroeger
de reis naar Amerika, welke tocht voor
velen financieel onmogelijk was, thans trekt
Duitschland. De reiskosten zijn niet groot
en men verdient er goed, ofscüoon er hard
gewerkt moet worden. Zoo was ook J. B.,
onder Tirns reeds vroeger naar Duitschland
geweest. Hij had eene vrouw en zeven
kinderen te onderhouden, was eerst kaste
lein te Tirns, geraakte achterop en zocht
van uit het naburige land zijn gezin te
onderhouden. Dit valt echter ook zwaar.
Daarom werd besloten, dat ook de vrouw
met de kinderen zouden meereizen. Woens
dag was er boelgoed en met weemoed in
het hart zagen zeker de arme stumpers hoe
hun huisraad voor een appel en een ei weg
ging en slechts een veertig gulden opbracht.
Daarvan nog enkele rekeningen te vereffenen
en reisgeld te hebben, is wel een toer.
Lemmer, 5 Oct. In het geheel zijn
alhier in de afgeloopen maand 2J6U0 pond
bot aangevoerd, waarvoor van f 6 tot f 9
de 100 pond werd besomd. O ver het geheel
was de vangst enkele stormachtige dagen
uitgezonderd, vrij goed. Ook is hier de
vorige week de eerste spiering aangevoerd
deze visscherij laat zich gunstig aanzien,
ook is de spiering flink groot van stuk.
Nijlaild, 3 Oct. Benoemd aan de Chr.
school te Zoetermeer de heer H. F de
Boer alhier, die voor deze benoeming heelt
bedankt.
Te ’s Gravenhage is in verzekerde
bewaring gesteld een korporaal van de
grenadiers, die verdacht wordt dezer dagen
zich aan een brutalen straatroof te hebben
schuldig gemaakt. Hij zou namelijk aan
een dienstbode een bank billet van f 60
hebben ontroofd, dat het meisje bij een stal
houder in de Hofstraat moest brengen. Na
zijn misdaad zette de militair ’t op een
loopen, doch da politie wist hem op te
sporen, en hoewel de aangehoudene alle
schuld ontkende, meende de politie toch
voldoende bewijs te hebben om den korpo
raal achter slot en grendel te zetten.
Tijdens het bezoek van H H. M M.
de Koningin en de Koningin-Weduwe aan
de „Veresnigde Zeepfabrieken" te Rotter
dam, fabrikanten der bekende Stuiverszeep
e. t. q., in den loop der vorige week, wekte
de vereeren le belangstelling der hooge Be-
zooksters, die tot zelfs in bizonderheden af
daalde, groote bewondeiing. Met aandacht
lieten H. H. M. M. Zich over den om vang
van het bedrijf inlichtenhet was Haar
aan te zien, dat het Haar genoegen deed,
te vernemen, hoe het binnenlandsche fabri
kaat zich niet alleen in het va Ierland met
volkomen succes tegenover de vreemde ar
tikelen handhaafde en deze zelfs langzamer
hand verdrong, maar dat deze nijverheid
de buitenlandsche fabrikaten zelfs op hun
eigen terrein in het vreemde land met goed
gevolg bekampt en onder velerlei namen in
alle talen en in de verst verwijderde stre
ken van den aardbol den roem der Neder-
landsche Industrie hoog houdt. Ook het be
drijf zelf scheen haar uiterst te interesseeren
daar de tijd te beperkt was om alles in zijn
vollen om vang waar te nemen, had de di-
- rectie voor deze gelegenheid zooveel moge
lijk de ondetdeelen van het bedrijf in de
als een kerk zoo ruime en hooge expeditie-
zaal vereenigd, en toonden H. H. M. M. o.
a. voor het snijden der groote blokken zeep
van 700 K. G. in kleine stukjes, voor het
stempelen dezer stukjes met een stoomstem-
pelmachine (de eenige van dezen aard op
het vasteland van Europa, die c. a. 200
stukje per minuut, d.i. ver over 1000 kisten
op een werkdag van 10 uur stempelt) en
meer andere manipulatiën te grootste aan
dacht, die zich in belangstellende vragen
uitte, waardoor hier andermaal aan den dag
is getreden, welk een open oog en welk een
warm hart H. H. M. M. de vaderlandsche
nijverheid toedragen.
verhuringen, verpachtingen en aanbestedin
gen; vergunning verleend aan J. Boon
stra om voor het geven van zangonderwijs
gebruik te mogen maken van een lokaal
der school voor k. o., tegen eene vergoeding
van f 12 per jaar voor vuur en licht;
goedgekeurd de besluiten tot het verleenea
van subsidiën aan instellingen van welda
digheid vastgesteld den staat der Gemeente-
begrooting, en goedgekeurd die van het Bur
gerlek Armbestuur, Stads Weeshuis en Gas
fabriek voor den jare 1900, en afwijzend
fels en de aarde met stroo, dankte den ge
rechtsdienaar en schreed met zijn struikje
in de band en het pak onder den arm naar
het kerkhof.
Een jaar daarna, in Juni droeg de rozen
struik, dien de grijsaard op het graf van
zijn kind geplant had, de eerste bloemen
en haar zeldzame kleuren trokken de aan
dacht van een kerkhofbezoeker.
De rozen waren bleekblauw, erg vaal,
witachtig blauw, maar toch werkelijk blauw.
Hij verzocht den bewaker een stekje van
dezen struik te mogen nemen, doch deze
gaf zijne toestemming niet. De vreemdeling
bood een aanzienlijke som voor een enkel
takje, hjj had echter met een stipt eerlijk man
te doen, die hem verklaarde, dat alleen de
bezitter van de roos, de vader van het daar
rustende meisje, het recht had daarover te
beschikken.
Hij gaf echter aan den aandrang van den
man gehoor en liet vader Allain halen,
die in het armenhuis van de stad een onder
komen gevonden had.
De grijsaard verscheen spoedig en de
bewaker baande voor hem een weg door
de menigte, die zich intussehen om de
wondervolle bloem verzameld had.
De liefhebber herhaalde zijn aanbod en
verdubbelde de som, die hij den doodgraver
geboden had.
Vader Allain scheen hem niet te hooren.
Hjj keek met schitterende oogen naar de
bloeiende rozen en een koortsachtige ril
ling doorschokte zijn bleek en berimpeld
gelaat.
Plotseling rukte hij met zulk een onver
wachte beweging, dat niemand hem kon
tegenhouden, den struik uit den grond,
brak dezen met de handen en vertrapte ze
onder den voet.
Ongelukkige, riep de rozenvriend uit,
wat doet ge, ik had er u
francs voor gegeven
Waartoe blauwe rozen? Waarom
twintig- duizend francs Zjj is niet meer
En hij knielde op het graf en weende,
weende
Eenige malen wilde zjj voor haar bijzon
dere lievelingen, wier sterke takken zich
reeds met zwellende knoppen bedekten, in
de bres springendoch haar anders zoo
zwakke vader toonde zich onverbiddelijk,
hij schudde het hoofd, deed een krachtigen
houw tegen den boom en mompelde
Je bruidsschat! Je moet me je bruids
schat laten verdienen, Jeannetje Met appels
en peren kan ik de voor jou verlangde
twintig duizend francs niet krijgen. Ik heb
een blauwe roos noodig
Toen echter de tuin kaal stond, had vader
Allain bloemen noch ooft naar de markt te
brengen en uit het huisje verdween allengs
de bescheiden welstand.
De bouw van een broeikas en de aanleg
van talrijke mestbedden, die voor de jonge
stekken noodig waren, hadden zpn laatste
spaarpenningen verslonden. Huis en tuin
werden met hypotheken belast, doch de
blauwe roos vertoonde zich nog altijd niet.
Er stond wel onder de duizende jonge
plantjes, die elk .jaar- hun kelkjes ontplooi
den, hier en daar een nieuwe specialiteit
doch zoo merkwaardig als die eerste was
er geen meer. Men bood hem een spotprijs
er voor, dien hij afsloeg, en hij zette zijn
streven voort met de hardnekkigheid van
een idéé fixe.
Hij gebruikte alle besproeiingsmiddelen,
vermengde den grond, waarin zijn bescher
melingen stonden, met leisteenstof, jjzer-
oxyde, koper-sulfaat en alle mogelijke che
micaliën, en hoe eigenzinniger de bloemen
bij wit en rood bleven, des te eigenzinniger
trachtte hij steeds met nieuwe middelen
de vurig gewenschte roos te krijgen.
Deze worsteling duurde vijf jaar, toen
brak de catastropha los. Jeannette, die nu
haar een-en-twintigste jaar bereikt had,
werd gevaarlijk ziek. Ze had al lang inge
zien, naar welken afgrond de rozenwaanzin
en de eerzucht den ouden tuinier mee
sleepten en zag duidelijk, dat achter het
lokkend droombeeld slechts ellende loerde.
Doch ze was sterk gebleven bij de nadering
van het ongeluk, want zjj beminde en werd
bemind.
Een brave, jonge schrijnwerker verzocht
den vader om haar hand en bezwoer hem
van de bedriegelijke blauwe roos en den
bruidsschat af te zien, daar hij en Jean
nette door hun wederzijdsche liefde en
zonder bruidsschat rijk genoeg waren.
Alles zou in orde gekomen zijn, doch de
jonge man trok ongelukkigerwijze bjj de
loting een der eerste nummers en moest
naar de marine.
Deze slag was te zwaar voor het jonge
meisje en haar reeds aangetaste gezondheid
werd geknakt.
Toen de oude tuinier zjjn kind in gevaar
zag, was hij aanstonds weer de oude vader.
Zjjn rozen Hij wist ternauwernood, dat
ze er nog waren. Hij waakte dag en nacht
aan haar bed, dacht aan geen slaap en
leefde van een droog stuk brood, dat hij
haastig opat, en daar hij geen geld voor
geneesmiddelen had, verkocht hij allengs
alles wat hij bezat, zelfs zijn tuiniers-
gereedschap.
Doch alle zorgen, alle moeite was ver
geefs, alle gebeden nutteloos, zjjn kind
stierf.
Het scheen, alsof de ziel van den grijs
aard met die van zijn dochter ontvloden
was. Hij zat onbeweeglijk naast het over
schot van de ontslapene, hij zag, hoe men
de kist vernagelde, hjj volgde deze op het
kerkhof, hoorde het doffe geraas van de
valllende aardkluiten, zonder dat één spier
verried, wat hjj gevoelde, zonder dat een
traan zjjn bloedroode oogleden ontglipte.
Hjj liep als een machine, die niet weet,
wat om ze gebeurt. Menschlievende buren
brachten hem naar huis.
Den volgenden morgen kwam de gerechts
dienaar en kondigde hem aan, dat hjj het
huis verlaten moest, daar het geveild zou
wordenzjjn schuldeischers, door zjj n ongeluk
geroerd, veroorloofden hem echter de noo-
dige meubelen mee te nemen.
Hij maakte sprakeloos een pakje van zjjn
kleeren en van die, welke zijne dochter ge
dragen had, en ging naar de deur.
De gerechtsdienaar zeide nog, dat hij de
dingen mocht aanwjjzen, die hjj wenscbte
te behouden.
Voor mjj behoef ik niets, voor haar
zal ik een roos uit den tuin nemen, als u
het goed vindt.
Tien, wel honderd, als je wiltzeidé
de gerechtsdienaar diep bewogen.
Een enkele, en u zelf moet ze aan-
w ijzen.
Zjj gingen den tuin in en de man van
de wet wees de hoogste en krachtigste
van de jonge planten aan.
De ongelukkige tuinier groef den rozen
struik voorzichtig uit, om wikkelde de wor-
e Courant.
Bols1