NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
olswarö sbc wonsbrabeel
ft
fll
No. 86. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
Nederland en Zuid-Afrika.
Iets over Transvaal.
T
BINNENLAND.
Ingezonden.
$xxxxxxxx>Cxxxxxxxx$
DONDERDAG 26 OCTOBER.
VOOR
l'J'
'Hffl
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
dan ook steeds overtuigd,
ver-
r
RW
-
ger en Steijn zich volkomen van hun ge
ïsoleerde positie bewust zijn geweest, toen
zij het ultimatum stelden en overtuigd waren,
krachtig genoeg te zijn om den Engelschen
het hoofd te kunnen bieden.
Wij blijven daarop hopen op een gunsti-
gen uitslag, in weerwil van het ontmoedi
gend woord van den generaal Den Beer
Poortugael, die in de N. R. Ct. de vrees
uitsprak, dat gebrek aan discipline bij de
Boeren hen tegenover het gedisciplineerde
leger der Engelschen in de minderheid zou
brengen.
Want de generaal moge van zijn militair
standpunt gelijk hebben, bij vergeet o.idat
het goede recht der Boeren en de eerlijke
strijd vo>r hun vaderland, zooveel edeler be
weegredenen zijn dan de beste discipline in
een leger van huurlingen van het gehalte
van het Engelsche leger.
Doch wij herhalen, hoe die uitslag moge
zijn, hij mag geen invloed hebben op den
plicht, die op ons rust tegenover onze broe
ders, die hun leven voor de vrijheid en het
Vaderland wagen.
Mijnheer de Redacteur l
Nu heden ten dage ieder spreekt over
Transvaal en den oorlog, vind ik het voor
Uwe lezers niet onaardig, om daar eens iets
naders over te hooren. Wij als Hollanders,
die nauw aan de Transvaaleehe Boeren
verwant zijn, giuwen van het onrecht, hun
aangedaan, door Engeland. Een troepje
gewetenlooze mannen hebben het op de
goudvelden van Transvaal begrepen. Dit
troepje, die de regeeringsmacht in handen
heeft, kan zoo ’t schijnt alles doen. De
mannen hiervan zijn Cecil Rhodes, Voor
zitter van de „de Beers-Compagnie* der
diamantmijnen te Kimberley, Lid van den
geheimen raad der Koningin. VerJer Mi
nister Chamberlain te Londen, en de Prins
van Wales, Zoon van de Koningin van
Engeland, dan nog Sir Milner uit de Kaap,
en Advocaat Leonard, die in ’96 Transvaal
ontvlucht is. Dit stel van groot-aandeel-
houders in de diamantvelden en goudvelden
van Transvaal, alsook hoofdmannen van de
Chatered Comp. zijn de aanleggers van 3en
oorlog. Deze gewetenlooze mannen drijven
hun regeeringsmacht ten voordeele van hun
beurs, al moet dat dan duizenden menschen-
levens kosten. Dit als een sooit toelichting.
De oorlog is volgens Chamberlain begon
nen, omdat de uitlanders on lerdrukt werden
door de Boeren, ’t Is daar volgens hun
zeggen, zoo Veel belasting betalen en geen
rechten, en niets ten opzichte van stem- of
kiesrecht.
Voorop zeg ik: dat de uitlanders, bij name
Engelschen, zooveel om het stemrecht geven,
als een veenboer bij ons om een turf. Het
is maar een voorwendsel, om dispuut te
krijgen. Zjj, de hoofdmannen hebben er
belang bij, dat Transvaal Eagelsch wordt,
en nu wordt er wat gezocht, en daarbij met
liegen en bedriegen in hun bladen, alle
handelingen van President Kruger en Re-
geering aan de kaak gesteld.
Om een voorbeeld van belasting betalen
zoodat er nu geen
want er is diamant genoeg. Het leven en
vertier is nu weg, het is nu een doode stad.
Deze zelfde vuile praktijken willen ze tegen
over Transvaal uithalen. Hun geld- en
gouddorst is niet te bevredigen, al zal de
heele Boerenbevolking, die het recht aan
haar zij heeft, er onder, dood en verderf
zaaiende zullen ze het probeeren.
En zoo is dan de oorlog aan den gang,
en wij hooren tal van verliezen, aan beide
kanten. De Engelschen reeds 300 dooden
en 450 gewonden. Van de Boeren is mij
niet bekend, echter komt er Maandagmiddag
een telegram, dat de Boeren den tweeden
veldslag verloren hebben, en denken om
zich over te geven. Dit bevreemdt mij te
meer, daar we lezen de Boeren hebben 32
officieren gewond, waarvan 1 Generaal
doodelijk en 11 officieren dood, de anderen
gewond. Mij dunkt, hier is toch wel practisch
geschoten door de juist schietende Boeren.
Zij schieten een mensch in het hoofd en
dan is ’t wel te rusten, en nu wil het mij
niet aan dat de Boeren zoovele verliezen
gehad hebben, temeer daar alle telegram
men door Engelsche handen moeten, en
deze er belang bij hebben, dat de roodnek-
ken winnen, want de agitatie moet gaande
blijven te Londen. Vandaar ook het be
richt verleden week dat de Boeren vluch
tende Engelsche vrouwen en kinderen be-
leedigd en mishandeld hadden. Allemaal
courantberichten van de Times en deze is
in dienst van de Rhodeskliek en daarom
valsch. Wat we dus geiooven moeten, weet
ik niet. Doch wat we wel kunnen, weet ik
wel, n.l. de publieke opinie wakker maken,
en dan geve God de Boeron de overwin
ning. Want het onrecht hun aangedaan is
te groot, het schreit ten Hemel.
Met weemoed wordt men vervuld, als
men denkt aan de vrouwen en kinderen,
die in dat onbewoonde land achterblijven,
wier mannen en jongens boven 15 jaaroud
in hun daagsche plunje ten strijde trekken,
moedig, onverschrokken, hun land en vrij
heid verdedigende, om het uit de klauwen
van een paar gewetenlooze speculanten te
redden, niets in de wereld hebbende, dan hun
God, waarop ze vertrouwen, en hun geweren,
waarmede deze terdege kunnen omgaan.
Wij zullen dus af wachten, en onze verwon
dering uitsproken, dat er door geheel Europa
niet één roep gaat tegen dit ongerechtigde
optreden van Engeland’s voormannen.
Hoe het kan, en hoe ’t mogelijk is, weet
ik, noch begrijp ik.
Toch roepen wij uit volle borst: „Leve
de Boeren van Transvaal
Mochten zij overwinnen
UEd. dankzeggende voor de plaatsruimte,
UEd. Dw. Dar.,
D. V E L T M A N.
P.S. Zou het niet beter en meer effect
geven als de lijst van inteekeniag de
burgers aan huis gepresenteerd werd
De burgemeester der gemeente Eist
heeft zich per missive gewend tot zijne ambt-
genooten in de gemeenten Heteren, Valburg,
Hemmen, Gent, Huissen en Bommel, met
de uitnoodiging in hunne gemeenten te doen
vaststellen eene verordening op het vangen
van vogels, zooals in zijne gemeente reeds
bestaat. Hierdoor zal met meer succes het
werk der vogelvangers uit Arnhem en Nij
megen kunnen worden bestreden. Teveus
verzocht de burgemeester aan de notarissen
in de Betuwe, bij verpachting het recht
van het vangen van vogels te reserveeren,
evenals ten aanzien van het jachtrecht ge
schiedt.
Een eigenaardige overtreding der oude
en verouderde Zondagswet werd j.J. Zondag
in ’s-Hertogen bosch geconstateerd.
De gemeente politie maakte proces-verbaal
op tegen vier gemeentearbeiders, die bezig
waren met het af breken der muziektent,
die even te voren gebruikt was door de
schutterijmuziek tot het geven eener matinée.
De politie gelastte de arbeiders het werk
te staken; aan dien last werd echter geen
gevolg gegeven.
Een loteling, die te Veendam ten ge-
meentehujze verscheen, kende niet alleen
den datum niet van zjjn geboorte, maar ook
den naam zijner moeder kon hij niet opgeven.
Wat moeite men ook deed om zijn herin
neringsvermogen te hulp te komen, het
baatte niet. „Ik heb nog nooit noar heur
naom vroagt,* was het lakonieke antwoord.
Iets als een scheldnaam, waaronder de vrouw
in haar buurt bekend stond, was het eemge
wat hij tot aanduiding zijner moeder wist
De oproep tot het bijeenbrengen van
gelden voor het Roode Kruis en weduwen
en weezen die straks het slachtoffer zullen
worden van den krijg, is geschied.
Overal in den lande worden comité’s op
gericht, maar van bemoedigende giften hoort
men tot dusver maar weinig.
Een edele wedstrijd behoort er in geheel
Nederland te ontstaan in het bijeenbrengen
van een kapitaal, dat op welsprekende wijze
van onzen broedermin tegenover onze stam-
genooten getuigenis aflegt.
Laten wij er toch voor zorgen dat men
in den Transvaal en den Vrijstaat niet
meer kan zeggen, dat onze liefde slechts be
toond wordt met woorden.
Thans is er gelegenheid, binnen de perken
van ons kunnen, een daad te doen, een daad
van chariteit en broederzin, die luid behoort
te klinken.
Men zamele dus, ieder in zijn kring, en
wekke elkander op bij te dragen voor een
fonds, dat aan de gewonden, zoowel als aan
de weduwen en weezen ten goede moet komen.
Hoe de strijd dan ook moge uitvallen,
men zal niet van ons kunnen getuigen, dat
wij onzen broeders steenen voor brood heb
ben geboden.
Want men bedenke het wel, onze nationale
eer, de eer van het Hollandsche ras staat
er bij op het spel
Wij behoeven zeker wel niet te zeggen,
dat er slechts een heel klein deel Nederlan
ders in ernst aan denkt, dat een openlijk
partij kièzen met de Boeren tegen Engeland
mogelijk is.
Waar zelfs een mogendheid als Duitsch-
land zich ter zee nog niet krachtig genoeg
voelt, daar komen wij met ons vlootje,
waarvoor jaarlijks met groote moeite een
schip verkregen kan worden, in het geheel
niet in aanmerking.
Een leger van vrijwilligers bezitten we
niet, en ons militieleger mogen we zelfs niet
naar onze koloniën zenden, laat staan naar
Zuid-Afrika.
Maar zelfs, al konden wij dit, dan nog,
wat zou het baten?
Van een krachtdadig optreden het be
hoeft nauwelijks gezegd -- kan dus geen
sprake zijn.
Maar zoo vraagt men onze Regee-
ring had toch iets kunnen doen voor de
broeder-volken in Zuid-Afrika?
Zeer zeker.
Wij hielden ons f
en kunnen het thans met het volste
trouwen hier neerschrjjven, onze regeering
heeft in dezen gedaan, wat de Regeering in
’81 gedaan heeft, zjj heeft tijdens de crisis
reeds haar bemiddeling aangeboden.
Doch het is nu door Chamberlain in het
parlement uitdrukkelijk geconstateerd: Enge
land beschouwt den Transvaal als een vazal,
die tegen zijn wettigen souverein in opstand is.
Elke inmenging van een buitenlandeche
mogendheid, anders dan op vriendschappe
lijke wijze, wordt door de Engelsche Regee
ring niet geduld.
Ook langs diplomatieken weg dus is onze
Regeering machteloos tot handelen en heeft
zjj af te wachten, of de Engelsche Regee
ring van haar aangeboden bemiddeling wil
gebruik maken.
En die houding der Engelsche regeering
tegenover de Nederlandsche is geen andere
dan tegenover elke andere natie.
Vandaar dat een beroep op andere mogend
heden al even weinig kans op succes heeft.
De Amsterdamsche Courant schrijft:
Met groote belangstelling volgt al wat
van den Dietschen stam, al wat Nederlander
is, den strijd van onze stamverwanten in
Zuid-Afrika, waar Trarsvaler en Vrijstater
schouder aan schouder hun vaderland ver
dedigen, en straks, naar wij hopen, door de
zonen van dienzeifden stam aan de Kaap
in hun wanhopigen strijd zullen worden
gesteund.
Onze pols klopt krachtiger, het bloed
stroomt ons sneller door de aderen, als wij
de berichten van het oorlogsveld lezen eu
menigeen onzer jeuken de vingers en klop
pen de slapen bij het vernemen van het ge
ringste succes der stamverwanten; terwijl
berichten als die van Maandag groote neer
slachtigheid verwekken.
Maar hoe de oorlog ten leste ook moge
uitvallen, de eer van den Nederlandschen
stam is door de Transvalere en de Vrijeta-
ters hoog gehouden. Zij hebben nu reeds
getoond, dat zij in hun wapen niet vergeefs
den Nederlandschen leeuw hebban opgeno
men, die wel lankmoedig, doch nooit laf is.
Wij zien onze vaderen in deze krachtige
loten van den ouden stam, die zoo menig
maal een veel sterkeren vijand weerstond,
met onmiskenbaren trots herleven. Hun
roem is de onze mee.
Mits wij ons dien waardig toonen.
Er zijn er die niets liever zouden wen-
schen, dan dat Nederland openlijk partij koos,
en wij houden ons overtuigd, dat indien dit
mogelijk ware, de familietrek van het ras,
dat daar ginds zoo fier voor de vrijheid
strijdt, ook bij ons zou blijken.
Er zijn er ook die meenen, dat wij, d.w.z.
onze Regeering, invloed ten goede zou kun
nen uitoefenen, door langs diplomatieken
weg bij de Engelsche Regeering of bij de
Europeesche mogendheden ten behoeve van
de Zuid-Afrikaansche Republieken op te
treden.
W eer anderen en wij scharen ons, hoe
noode ook, aan hun zijde zijn van mee-
ning, dat wij tot machteloosheid gedoemd
zijn, en beperkt tot het brengen van gelde-
lijke offers ten behoeve van het Roode Kruis,
en om straks na den oorlog de wonden te
helpen heelen, die aan vrouwen en weezen
geslagen zullen zyn.
Van die overtuiging geven wij hier re
kenschap.
Ik woonde te Pretoria in een huis, waar
ik f 2180,00 huur betaalde per jaar, en ik
betaalde f 10,80 belasting in’t jaar. Neem
dit nu tegenover elkaar, dan moet men
zeggen, dat de verdiensten groot waren en
de belasting klein.
Doch dat zijn de oorzaken niet van dezen
onrechtvaardigen oorlog.
Rhodes, Chamberlain en de Prins van
Wales hebben er belang bij, dat Transvaal
ten onder gaat.
U moet weten, dat de Chatered bijna failliet
is, en U kan in de bladen lezen, dat, dat
failliet aan de trappen van den troon van
Engeland reikte. Deze trappen van den
troon is de Prins of Wales, zoon van de
Koningin, aanstaande troonopvolger, groot
speculant.
De Chatered Comp. is gedaan, deze heeft
millioenen ponden geleend en weer geleend,
en nog nooit is er een dividend uitgekeerd.
In het vroegere Masjonaland en Mata-
beleland, liggende ten noorden van Transvaal,
doch nu genaamd Rhodesia dachten zij
goud te vinden. Doch het goud dat er is,
betaalt niet. Het betaalt niet om het uit
te halen. In 1890 en 1891 zijn ze als vrij
buiters met het Charter der Koningin, de
Limpopo overgefrokken. Deze rivier is de
grens tusschen Transvaal en het nu ge
noemde Rhodesia.
Hier woonden de Masjona- en Matabele
Kaffers, bare Kaffers zoo wij ze noemen,
in hun vadsige rust. Deze moesten eerst
opgeruimd. En wat bleek, nog in het eerste
jaar van hun komst, waren zij reeds in
oorlog met het opperhoofd der Kaffers,
Lobongula, die zijn hoofdplaats had te
Boelawajae. Deze oorlog was geheel ge
zocht en noodzakelijk om het land in bezit
te nemen. En ik verzeker U, bet is hun
gelukt. Met Maximkanonnen en machine
geweren, die allerverschrikkelijkst in hun
uitwerking zijn, hebben ze deze Kaffers niet
bevochten maar uitgemoord. Aan flarden is
dat zwarte vleesch geschoten. U moet
weten, dat de kaffers spiernaakt in het ge
vecht zijn, gewapend met assagaaier en
schild. Assagaaiers zijn werpspiesen. Stel U
nu voor, duizenden naakte voor niets uit
den weg gaande kaffers, en die nog nooit
een kanon of machine-geweer gezien hebben.
Op deze zwarte schepselen zijn bovenge
noemde helsche werktuigen los gelaten.
Dit moorden, dit ten hemd schreiende on
recht, heeft genoemde Chatered Comp. in be
zit gebracht van Rhodesia. Hoeveel (luizende
Kaffers hierbij het leven gelaten hebben, is
niet te begrooten. Dit is hat werk van
Rhodes en zijn kornuiten, gewetenlooze
geldwolven die ze zijn.
Toen ’t land door deze vervloekt onrecht
vaardige manier in hun bezit was, werd er
geprospecteerd naar goud, en moesten hunne
couranten dienst doen, om de wereld daar,
bekend te maken met de groote vondsten.
Stukken goud wierden er gevonden, de
looneu waren er verschrikkelijk hoog, want
hierdoor moest de grond waarde krijgen.
Doch alles bleek larikoek te zijn. Velen
uit Pretoria en Johannesburg gingen er
heen, maar er was geen betaalbaar goud
en geen werk en geen eten, voor witman
nen. ’t Bleek een opgesmukte boel te zijn.
De Rhodes-kliek was bedrogen uitgekomen.
En ziedaar de oorzaak, dat het failliet
van de Chatered Comp. tot aan de trappen
van den troon van Engeland reiktehier de
Prins van Wales. Minister Chamberlain (He)
Rhodes. Voor deze affaire moet nu Trans
vaal den prijs betalen, want heel de wereld
is er vol van, dat Transvaal onrecht
wordt aangedaan. Doch wij staan
machteloos tegen deze dievenbende, en de
keizers van Duitschland en Rusland, houden
zich stil. De laatste nog wel voorlooper van
de vrede’s-conferentie.
Tegen deze bende wordt niets gedaan, en
toch sedert jaren is hun politiek een dief
achtige politiek geweest. Want nog voor de
affaire tegen Kaffers vanLobengula,hebben ze
Oranje •Vrijstaat, Kimberley met zijn dia
mantmijnen onttrokken. En wie zijn nu de
bezitters, Cecil Rhodes en zijn kliek. Kim-
berky waar vioeger onderscheidene mijnen
werkten, en onderscheidene mijneigenaren
woonden, waar leven en vertier was, is nu
eene gewone stad, geëxploiteerd door de
Beers Comp., aan wie alle diamantmijnen
behooren, en waarvan Rhodes Hoofdbe
stuurder is.
Toen zij Kimbirley in hun bezit hadden,
moesten alweer hun couranten dienst doen.
De zaken gingen achteruit, en de shares
(aandeelen) daalden. Die shares had, ver
kocht, want de boel ging omlaag en nog
lager. Toen ze laag genoeg waren werden
ze opgekocht door agenten der Rhodes
kliek, en zoo kwam de Beers Compagnie
in de wereld.
een meer
Bolswardsche Courant.
'Ij