NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWA.RÖ EH WONSERA.DEEE
No. 89. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
t
ZONDAG 5 NOVEMBER.
B1N1NEJNLAND.
Een sprong voor de vrijheid.
$xxxxx:xxxx/xxxxxxxx$
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Vertelling van een Engelsch
spoorwegmachinist.
Bp
F
Kimswerd, 2 Nov. In 1888 werd alhier
door een 7-tal laodbouwers eere zuivel
fabriek opgericht, welke thars, door vertrek
naar elders, nog door hun vijven wordt ge
dreven. De coöperatie eindigt Februari
1900» Bovengenoemde heeren hebben zich
Hepk. Adv. BI.
Men schrijft uit Winschoten naar
aanleiding van het bericht, als zoude aan
de constructiewerkplaatsen aldaar een „treu
rig* ongeluk hebben plaats gehad, dat zulks
zeer overdreven is. Bij nader onderzoek is
gebleken, dat alles wat plaats heeft gevon
den bestaat in het feit, dat een der sjou
werlieden tijdens het opladen van groote
ijzerconstructies op spoorwagens, zijn linker
arm bij het overschuiven van het eene stuk
ijzerwerk op het andere bekneld kreeg,
waarvan eene kneuzing van den linkerbo
venarm het gevolg was. De kneuzing is
van dien aard, dat de betrokken persoon
zijn werk in enkele dagen weder zal kun
nen hervatten. Het ongeluk is dus geens
zins te rangschikken onder wat men ge-
woonlijk treurige ongelukken noemt en van
thans den steun verzekerd van eenige melk-
leveranciers, zoodat na de expiratie ’t getal
deelhebbers 13 zal bedragen. De fabriek
en hare inrichting zal eenige verandering
ondergaan, waarvoor reeds een huis is aan
gekocht.
Stavoren, 2 Nov. De gezondheidstoe
stand van den wisselwachter A. alhier blijft
bij voortduring zeer bevredigend. Het op
treden van den stationschef bij dit ernstige
ongeval wordt door allen ten zeerste geroemd.
Genoemde chef was niet alleen onmiddellijk
na het ongeluk op de plaats des onheils aan
wezig, maar wist ook door het aanwenden
van de voorgeschreven verbandmiddelen
zeer doeltreffende maatregelen te nemen.
Balk, 1 Nov. Op de heden alhier ge
houden gewone herfstveemarkt waren aan
gevoerd ruim 40 stuks hoornvee. Men
besteedde zeer goede prijzen. De handel
was tamelijk vlug. Door het schoone weder
uitgelokt, was er veel publiek.
Langezwaag, 1 Nov. Hoe gevaarlijk
het in streken met veenachtigen bodem is,
roekeloos met vuur om te gaan, moge wel
blijken uit het feit, dat de laan van den
heer J. B. sedert Juli smeulende is. Kon
men in September ’s avonds langs een vrij
groote uitgestrektheid het vuur zien, thans
komt de rook nog op drie plaatsen uit den
grond stijgen.
Workum. De opbrengst van de in de
gemeente gecirculeerd hebbende lijst voor
de Transvaal bedraagt zuiver f 134.55, en
die van de door de beide fanfare-corpsen
gegeven muziek door de stad, op Woens
dag jl., f 126.80, alzoo te zamen f261.35.
Heerenveen, 1 Nov. De muzikale
collecte, heden door de „Woudklank** ge
houden ten behoeve van onze broeders in
Transvaal, heeft f 174,86 opgebracht. Een
milde ingezetene schonk f 25 voor de Boeren
en f 10 voor de kas van de Woudklank**.
Beets, 2 Nov. Met de ontginning van
de Westerbure fenne, eene oppervlakte van
pl. m. 80 hectare en eigendom van den heer
P. Jansen te Amsterdam, vordert men uit
stekend. Vele arbeidersgezinnen hebben
daardoor brood en blijven, zoolang die werk
zaamheden voortduren, voor tijdelijke bedee-
ling door ’t armbestuur ontheven. Door het
graven van wijken, droogmaken en daarna
egaliseeren der gronden, krijgt die groote
oppervlakte hagen en water, een vrij wat
beter aanzien. Zoo successievelijk wordt alles
in mooi vlak land herschapen en belooft een
sieraad te worden van den grcoten polder
alhier.
De eerste, kleine boerderij is gereed, welke
weldra door meerdere zal worden gevolgd.
Meldde men onlangs dat in navolging van
den heer Jansen, de heer M. Bottema te
Leeuwarden ook van plan is zijn onder
gronden alhier te ontginnen, naar we uit
goede bron vernemen zal de heer J. Lank-
borst, landeigenaar en vervener te Beetster-
zwaag, dat voorbeeld volgen, zoodat kan
verwacht worden dat binnenkort nog eene
oppervlakte hagen en water van pl. m. 25
hectaren zal worden drooggelegd.
Rottevalle, 2 Nov. De heer Bakker,
predikant bij de gereformeerde gemeente,
heeft van den kansel de namen afgelezen
van hen, die in zijne kerk zjjn gedoopt en
de godsdienstoefening daar verzuimen. Dit
heeft nog al wat kwaad bloed gezet.
Ds. Kijlstra en zijn huisgezin zijn thans
te Laren. Zij hebben aldaar een huis gehuurd,
waarin vorr de huisgezinnen, die begin dezer
maand zullen volgen, ook ruimte is. Met de
grondwerkzaamheden is reeds een begin ge
maakt. Volgens eigenhandig schrijven van
ds. K. gaan ze de toekomst welgemoed tegen.
Rijs, 2 Nov. Op eene gister alhier ge
houden jachtpartij met 2 geweren werden
niet minder dan 30 hazen geschoten. In dit
deel van Gaasterland houden zich dan ook
de meeste langooren op. Overigens schieten
de jagers weinig.
yx eeds vele jaren deed ik dienst als
r? machinist op een locomotief. Ik had
mijne machine lief gekregen en ge
voelde mij nergens beter thuis dan op het
platform. Weliswaar worden wjj niet zoo
hoog geacht als de kapiteins der groote
stoomschepen misschien ook wel omdat
wjj hunne mooie uniform missen, maar
toch kunnen wij beweren, evengoed als zij,
dat, als wij op onze machine staan, het leven
van honderden menschen aan onze oplet-
lendheid is toevertrouwd. Die verantwoor
delijkheid maakt dat wij aan onze machine
gehecht worden en ik heb kameraden
gezien die met tranen in de oogen van
hunne locomotief afscheid namen.
Op elke hoofdlijn der Engelsche spoor
wegen liggen viervoudige rails,, voor het
sneltrein- en het gewone verkeer, zoodat
een paar naast elkander rijdende treinen
door eene kleine ruimte van elkaar geschei
den zijn.
Op zekeren dag in den herfst van 188...
reed er een extratrein van Portsmouth
naar Waterloo. Ik moest den trein naar
Portsmouth terugbrengen. Wij reden om
9 uur 27 min. af en behoefden nergens op
te houden voor wjj de plaats onzer be
stemming hadden bereikt. Daar wij een
anderen, voor ons vertrokken trein moesten
voorbijhalen en ons geen andere trein kon
tegenkomen, namen wjj het linkerspoor,
zoodat wij den rechtersneltrein dicht naast
ons kregen. Om 9 uur en 35 min. rijdt
van Waterloo een expres af, die in Sout
hampton aansluiting heeft op de Kanaal
boot en ons dus moest voorbijhalen.
Wjj waren het station Ramspark reeds
gepasseerd, toen ik den sneltrein hoorde
die in het volgend oogenblik naast ons was.
Daar mijne machine op dit oogenblik wat
meer stoom had, bleven wij eenige oogen
blikken naast elkander rijden. Plotseling
zag ik dat in den exprestrein het portier
eener coupé le klasse werd geopend. De
daarin zittende passagier stapte op de tree
plank, maakte zich tot een sprong gereed
en kwam het volgend oogenblik op het
platform onzer locomotief terecht. Half
verbijsterd van schrik grepen de stoker en
ik den man, opdat hjj niet zou terugstor
ten en toen daarna de stoker koten op
wierp, zeide hij zacht tegen mij: „Ik ge
loof dat die kerel krankzinnig is
Nadat wij een klein station waren ge
passeerd, wendde ik mij tot den vreemde
ling. ’t Was een jonge man met gladge
schoren gelaat en zorgvuldig gekleed, die
doodsbleek en sidderend voor mij stond,
want het platform eener locomotief is nu
juist niet de meest aangename plaats voor
onervarenen.
„Weet ge wel, dat ge een levensgevaar
lijke sprong hebt gemaakt vroeg ik.
„Wat bewoog u daartoe?*
„Ik was daartoe gedwongen luidde het
antwoord.
„Gedwongen? Door wien dan? Want
voor zoover ik gezien heb, zat gij alleen
in de coupé
„Ja, ja, dat is zoo. Maar niettegenstaande
dat was ik toch gedwongen den sprong te
wagen en ik zal u vertellen waarom. Ik
moet vluchten en dit was de eenige weg.
„Vluchten? Voor wie of voor wat Voor
de politie Maar ge vergist u wanneer ge
meent dat wij in dat geval u niet zulten
uitleveren.*1
„Neen, niet voor de politie, want ik
ben geen misdadiger. Luister maar naar
wat ik u zal vertellen.
Ik behoorde tot een geheim anarchistisch
genootschap, ’t Zou een te lang verhaal
worden, indien ik u vertelde, hoe ik bjj
dit genootschap verzeild ben geraakt. Als
evenwel iemand eenmaal lid is geworden,
gaat het verbazend moeilijk er weer af te
komen. Al het mogeljjke heb ik gedaan
om mijne vrijheid terug te krjjgen, maar
alles tevergeefs. Op een avond in de vorige
week hielden wij eene vergadering, waarin
een aanslag werd beraamd. Ik durf u dien
aanslag niet nader aanduidenwel kan ik
u zeggen dat hij tegen het teven van een
der hoogst geplaatste personen was ge
richt. Wij trokken het lot dat den uit
voerder moest aanwjjzen en dat lot viel op
mij. Vergeefs smeekte ik mij van dievree-
selijke taak te ontslaande voorzitter her
innerde mij aan mijn eed en voegde er bij
„Het lot is op u gevallenge moet dus de
daad volvoeren. Als ge mist of aarzelt,
blijft u maar een keuzede dood. Geloof
aiet hem te kunnen ontvluchten. Tot Don
derdag wordt ge zorgvuldig bewaakt desj
amputatie is in het geheel geen sprake
Het is een dergelijk geval als toen voor
eenige weken een sjouwerman een blauwe
plek op een zijner teenen opliep doordat er
een stuk rail op kantelde en men den
volgenden dag in de bladen van het noor
den vermeld zag, dat een been was ver
brijzeld, dat amputatie in het academisch
ziekenhuis noodig was gebleken enz., ter
wijl op den dag dat ’t nieuwtje circuleerde, de
bedoelde persoon goed en wel zijn werk
verrichtte en het niets beduidende blauwe
plekje was vergeten.
In het Nederlandsche Dagblad waar
schuwt V. tegen het demonstreeren in Ne-,
derland tegen.de Engelschen.
Men weet hoe het verhaal de ronde deed,
dat een barbier weigerde een Engelschman
te scheren, dat Engelsche beursbezoekers
in de maling werden genomen, dat iemand
weigerde een pistool te koopen omdat het
van Engelsch maaksel was, enz.
Alle dergelijke demonstraties zijn - zegt V.-
kinderachtig en in de hoogste mate onver
standig. De Engelschen, die ons land be
zoeken, moeten even beleefd en voorkomend
als vroeger behandeld worden, al behoeft
ook niemand zijn sympathie voor de Boeren
te verbergen, want eene tegenovergestelde
houding zou Nederland toch slechts op
pijnlijke vernedering te staan komen.
Mocht het gebeuren, dat in een vecht
partij een Engelschman gedood of verwond,
werd wat bij de spanning der gemoederen zeer
goed mogelijk is, dan zou Nederland toch
ter wille van de goede verstandhouding
schadevergoeding moeten geven en wat is
er dan gewonnen? Veeleer moeten dus de
Nederlanders zich door eene waardige hou
ding de meerderen van de Engelschen too-
nen. Een verstandig woord en een tactvol
optreden kan duizenden en duizenden En
gelschen ten gunste van de Boeren of, ten
minste, van den vrede stemmen, terwijl het
tegendeel tot het af breken van handelsre-
latie en andere represailles kan leiden, om
van ernstiger verwikkelingen niet eens ta
spreken.
Kleinigheden zijn soms voldoende om
landen met elkaar in oorlog te brengen,
vooral als een der landen absoluut een re
den voor krijg of dwangmaatregelen hebben
wil.
Eene symbolische schilderij, nu nog op
het Rijksmuseum te Amsterdam aanwezig,
waarop Jan de Witt wordt voorgesteld als
een zwaan en Engeland als een hond, die
den zwaan aanvalt, was een der voorwend
sels voor den tweeden Engelschen zeeoor
log en al zal het nu ook zulk een vaart
niet loopen, voorzichtigheid is plicht. De
natiën hebben elkaar noodig, evengoed als
de menschen. Het is niet voldoende, dat zij
niet met elkander in oorlog zijn, er moet
eene aangename welwillende verstandhou
ding heerechen en juist die verstandhouding
wordt in gevaar gebracht door de demon
straties, die wij hierboven hebben aangeduid.
Groote lading. De lading van het
gister van Rotterdam naar New-York ver
trokken dubbelschroefstoomschip Statendam
van de Holland—Amerika lijn, bestaande
uit ruim 8909 tonnenmaat, is ongetwijfeld
de grootste lading stukgoed, die ooit Rot
terdam verliet. Bovendien vervoert dit stoom
schip op dezelfde reis ruim 1000 passagiers.
Een gevolg van den oorlog. Naar men
aan het Haarl. Dagbl. mededeelt, heelt de
oorlog van Engeland met Transvaal voor
vete bloemisten een onverwacht effect. De
bestellingen uit Engeland komen namelijk
niet of zeer schaarscb in, en de reizigers
der firma’s worden er allesbehalve vriende
lijk ontvangen en kunnen geen zaken doen.
Brand. Te Limmen is de woning der
hoogbejaarde juffrouw van Dijk afgebrand.
De oude vrouw kon zich nog redden, maar
de geheele inboedel ging verloren.
Ongeluk. Bij een vechtpartij te Stratum
is een der vechtersbazen met een mes zoo
danig gewond, dat men voor zyn leven
vreest. De vermoedelijke dader is aange
houden.
Te Scheveningen is Woensdagavond
door de politie nabij de Wittebrug een man
gevonden, die een ernstige wond in den
rug had. Volgens zijn verklaring was hij
door de stoomtram der Staatsspoor aange
reden. Na door den arts A. de Niet Mz.
verbonden te zijn, is hij per brancard naar
het ziekenhuis vervoerd.
In een der grootere koffiehuizen aan
de Breestraat te Leiden zijn de stamgasten
zoodanig verbitterd zoo wij voor hen
vertrouwen niet in de dubbele beteekenis
van het woord tegen het trouwelooze
Albion, dat de Engelsche nieuwsbladen niet
meer op de leestafel van gemelde inrichting
worden geduld*,
avonds neemt ge den sneltrein naar Sout
hampton en dan de boot naar Havre;
vandaar gaat ge naar Parijs. Ge gaat over
Southampton, omdat die Ijjn het minst
wordt gebruikt. Ge reist alleen, maar elk
uwer schreden wordt bewaakt. Geloof ook
niet, dat ge den trein op eene eenzame
plaats tot stilstand zult kunnen brengen
en zoo ontvluchten, want twee eedgenooten
bevinden zich met u in den trein, die elk
uwer schreden bewaken. Hetzelfde geschiedt
te Havre en Rouaan, waar ge u moet
ophouden. Te Parijs wordt ge door andere
eedgenooten opgewacht, die u voortdurend
zulten begeleiden. Ge ziet dus dat alle
pogingen om u aan de taak of de straf te
onttrekken vergeefs zouden zijn.
Uitgeput bleef de vreemdeling eenige
oogenblikken zwijgen.
„Maar hoe weet ge dan,“ vroeg ik, „dat
uwe bewakers werkelijk te Waterloo den
trein hebben bestegen
„By het vertrek van den trein werd een
klein briefje in mijne coupé geworpen, dat
mij daaraan herinnerde**
„Heb je dat briefje nog?**
„Neen, ik zeide u immers reeds dat ik
in mijne vertwijfeling niet wist wat te
doen. Reeds wilde ik den sprong wagen,
om te kunnen vluchten, toen ik uw trein
bemerkte. Terwijl ik met de uitvoering
van mijn eerst plan wachtte tot uw trein
voorbij zou zijn, zag ik dat de treinen
eenige oogenblikken naast elkaar bleven
voortrijden en toen was mijn plan gemaakt.
Ik waagde den sprong en deze gelukte mij.
“Zoover hebt ge dus uw doel bereikt,
maar wat moet er nu verder gebeuren
„Kunt ge mjj niet laten afstappen,
terwjjl de trein stopt Anders moet ik mjj
natuurlek tegenover de autoriteiten ver
antwoorden en dat zou ik tot eiken prijs
willen voorkomen/
„Dan zou ik mjj aan overtreding van
het reglement schuldig maken. Bovendien/
voegde ik er bij, „heb ik niet de minste ze-
kerheii van wat u hebt verteld
„Ik zweer dat ik niets dan de waarheid
verteldeOverigens weet niemand dat ik
mjj op uwe machine bevind. Als men ont
dekt dat ik op deze wijze wist te ont
vluchten zal men mij achtervolgen en
het einde is voor mjj de dood. Geld heb
ik genoeg om bjj v. naar Austalië of Amerika
te gaan/
Ik keek mjjn stoker eens aan, die mjj
toeknikte. Toen wjj op eenigen afstand
van het station Portsmouth stilhielden en
wachtten op het signaal dat wjj konden
binnenrjjden, liet ik den vreemdeling af
stappen, die ons ter belooning eenige goud
stukken in de hand wilde drukken, welke
ik evenwel weigerde.
Eenige dagen gingen voorbjj. Ik had
juist mjjn vryen dag, toen de stoker bjj
mjj kwam om mjj eene courant te brengen,
waarin een bericht was aangestreept dat hjj
mjj aanwees. Tot mjjne groote verbazing
las ik het volgende
Geheimzinnige verdwijning van een
oplichter.
Donderdagavond is op geheimzinnige
wjjze een misdadiger verdwenen, dien
de politie stellig op het spoor meende
te zijn, n.l. de directeur van de Ver-
eenigde Europeesche en Koloniale
Banken, die zich aan groote oplichte
rijen heeft schuldig gemaakt. Donde-
dag werd opgemerkt dat hij te 9 uur
35 min. op het laatste oogenblik in den
sneltrein sprong, die van Waterloo
naar Southampton vertrok. De gehei
me politiebeambte, die hem vervolgde,
vertrok met denzelfden trein, maar
toen hjj te Southampton aankwam, was
de verdachte verdwenen. De trein heeft
onderweg nergens stilgestaan ook was
er niet aan de noodrem getrokken.
Men moet derhalve aannemen dat de
oplichter, zich op zjjne vlucht naar
het vasteland ondekt achtende, in ver
twijfeling uit den trein is gesprongen,
ofschoon men tot dusver geen spoor
van hem heeft ondekt/
„Wat zeg je daarvan vroeg de stoker.
„Alleen dat wjj moeten zwjjgen/ ant
woordde ik. „Maar ik moet zeggen ik heb
nog nooit iemand aangetroffen die zoo
goed kon liegen!”
Bolswartlsche Courant,
f
f»