NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARÖ EN WONSERABEEE No. 94. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899. BINNENLAND. DONDERDAG 23 NOVEMBER. .'S 3 e Ingezonden. Mijn harte bloedt! £3? VOOR Handelsreizigers en Handelsagenten. Woorden 3 •V ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. X3CDOOCDCDcCD^DOOC3COC>CO^ Door valsche staatsmanskunst gedreven uitzijn hol, Dat niet zal rusten vóór ’t verzadigd is en vol Van ’t bloed dier „muiters" en ook van uw onderzaten. van Koningin Victoria. r A luim schenkt hem gemoedsrust, welke hij vóór alles noodig heeft, wil hij zich niet al te spoedig genoodzaakt zien, zijn zwaar be roep te moeten nederleggen. En waar moet de goede luim zetelen als het hoofd zich moede peinst over finantiëele zorgen? Waar deze kwellen, is het goed humeur uitzondering, neerslachtigheid regel Daarom bezoldige men den reiziger of agent en rekene er op, dat zijn levensonderhoud meer eischt, veel meer eischt dan dat van een ander. Niet, omdat hij grove verteeringen moet maken, niet omdat hij zich overdadig in weelde moet kunnen baden, o neen maar wel daar hij verplicht is zich goed en dege lijk te voeden, goed en degelijk te kleeden en omdat er dan op eiken dag over het geheel welbesteed nog oogenblikken, soms uren voorkomen, waarop hij niet weet waar heen zich te begeven. Uren waarop hij „zijn voeten onder de tafel van vrienden" moet steken en veelal in een hotel of café waar hij verplicht is iets te gebruiken. Mag een kantoorbediende met salaris van f 1000 a f 1200 zich tevreden kunnen stellen, de reiziger kan dat niet, tenzij men zorge, dat er van zijn salaris geen geld behoeft te dienen om uitgaven te dekken die hij ver plicht was te maken en welke niet mochten en konden berekend worden bij zijn „reis- specie". Ieder reiziger moet overtuigd, dat bet zijn plicht is overbodige uitgaven te ver mijden, alle onkosten welke op zijn reis en verblijf vielen den patroon in rekening mogen brengen. Behalve dit moet zijn salaris zoo zijn,dat hij zich immer net kan kleeden, zonder daar voor zooveel van zijn salaris te moeten nemen, dat hij er zijn gezin door benadeelt. Al deze eischen zullen voor den hinken groothandelaar geen bezwaar zijn. De omzet zal zoodanig zijn, dat het salaris, de reis- en verblijfkosten geen belangrijke inbreuk maken op de gemaakte winsten. In den groothandel den solieden is het ver anderen van reiziger of agent dan ook geen dagelijks voorkomend geval. Maar er zijn zoo talrijke firma’s welke „mee willen doen" in den groothandel doch telkens tot de over tuiging komen, dat het beter is groot in het klein dan klein in het groot te zijn. Hun omzet is zoodanig, dat iedere uit gave welke niet strikt noodzakelijk is, achterwege moet blijven wil zij toch gedaan geen merkbaren invloed uitoefenen op de netto winst. Deze firma’s zoeken dan de bezuiniging in de salariëering van hun per soneel van hun reiziger of agent vooral want: de reis- en verblijfkosten loopen zoo op. En wat is het gevolg Dat de zuinig heid juist hier de wijsheid bedriegt. Finan- tieele zorgen gaan den reiziger of agent drukken, zijn goede luim en opgewekt hu meur verlaten hem. Daardoor moet zijn verkoop belangrijk geschaad worden want hij mist zijn lust en kracht om te verkoopen of zijn artikelen derwijze aan te prijzen, dat zij koopers vinden. Een groot aantal degelijke fatsoenlijke, figuren lijden daardoor ja „lijden" zoo bun leven. En wat doet zich nu voor? Uit de groote massa pochers en schetteraars melden zich plaatsvervangers tegen zoogenaamd „zeer bescheiden" loon aan. Zij nemen de allures aan te zijn, voor hun moeilijke taak berekende lieden en missen de tact, de menschen ken nis, de degelijkheid en het talent om waardig te zijn den naam van reiziger te dragen. Wie zijn dupe? In eerste instantie de fatsoenlijke degelijke reiziger maar ten laatste de firma’s die te groot wilden zijn terwijl zij klein waren. ’t Is derhalve nuttig en een vereischte voor den degelijken handel een in alle op zichten volkomen bekwaam reiziger aan zich te. verbinden en deze te salarieeren en de reis- en verblijfkosten zóó te vergoeden, dat geen zorgen Oen reiziger kwellen. Men moedige het goed humeur aan, men prikkele den ijver en de handel zelf zal daarvan de beste vruchten plukken. Men bedenke, dat het een onomstootelijke waar heid is: men toone den reiziger en men kent de firma. Talent moet betaald om talent te kunnen aanmoedigen, te kunnen prikkelen tot beter, tot hooger! komen overtuigen, hoe de art. 126 en 127 daar worden uit het oog verloren, vooral Dinsdags- en Vrijdagsavonds is daartoe de gelegenheid schoon. De snelheid, waarmede buiten de Blauw poort steeds wordt gereden is van dien aard, dat, om van de nadeelen, die de aan den weg staande gebouwen lijden door het her haalde dreunen, maar niet te spreken, de veiligheid der bewoners en vooral derkin- deren»in die buurt bepaald veel te wenschen overlaat, en de veiligheid der reizigers bij de draaibrug en aan de andere zijde bij de groote bocht der hooge Marnezjjl voorzeker wel eens door het publiek mogen worden overwogen. Ik heb nog meer stof, maar daar de plaatsruimte reeds aanzienlijk is, zal ik voor ditmaal het hierbij laten en U, mijn heer de Redacteur dankende, noem ik mij, Uw getrouwe lezer, M. OKKEMA. Bolsward, 20 November 1899. Wij lezen in Tketnis: Een reusachtig groot aantal menschen scharen zich onder de banieren van Mercu- rius en het is voorzeker niet het minst ont wikkelde gedeelte dat den naam van Han- delsreiziger of Handelsagent draagt. Dat is niet te verwonderen; de taak, den reizigers en agenten op de schouders gelegd is veel omvattend, is zwaar en eischt een groote dosis ontwikkeling, algemeene kennis en tact. Men kan gerust zeggen, dat het talent ver- eischt, te zijn een goed handelsreiziger of handelsagent, Het is daarom een zoo groote dwaling van een aantal menschen te geloo- ven dat iemand, netjes gekleed en een pakje monsters in de band, al een reiziger of agent is. Alle kunst is voor den talentvollen beoe fenaar een verrukkelijke arbeid, waaraan alle besteede krachten met liefde worden gegeven en die nooit te veel vergt van zijn dienaar. En heeft deze zijn zich zelf opge legde taak volbracht en ziet hij zijn werk met tevredenheid aan, dan hoort bij vaak van omstanders de uitingen van bewondering en de woorden: „hoe is het mogelijk, dat men zoo iets kan scheppen!" Het antwoord zal dan veelal zijn: „moeilijk is het niet, wel neen 1“ De kunstenaar in staat te schep pen, begunstigd met deze heerlijke gave, valt het niet zwaar ziel en leven, hart en hoofd te geven, voor hem is arbeid geen inspanning doch ontspanningHij zelf noemt zijn arbeid licht. Ik heb al gezegd, dat een goed handels reiziger, een goed handelsagent, een man van talent moet zijnook hij is bevoorrecht met een gave, waaraan wij den zeer naïeven naam „verkoopgave" zouden moeten geven. Nu is het eigenaardig te constateeren, hoe ook de handelsreizigers en haodelsagenten in verschillende opzichten als het ware hand aan hand gaan met de kunstenaars. Onder de kunstenaars in eiken tak van kunst is een klein aantal reuzen, een groot aantal mannen als eenvoudige maar degelijke figuren daaromheen en een leger zich zelf kunstenaren wanenden, pochend en schette rend daaromheen, maar zoover van de vorigen gescheiden, dat hen zelfs het schetteren en pochen niet stoort. Zoo ook onder handelsreizigers en handels agenten enkele reuzen, veel eenvoudige dege lijke figuren en daaromheen een heirleger zichzelf reizigers of agenten wanenden en eveneens pochend en schetterend, alsof niet die anderen, maar zij de capaciteiten en gaven bezitten. Doch ook hun pochen en schetteren hindert niet. Er is nog een punt van overeenkomst tusschen de beide soorten kunstenaars. De reuzen maken finantieel goede zaken en schitteren en munten uit ook daardoor boven die schare eenvoudige maar degelijke figuren. Helaas, deze eenvoudige en degelijke mannen worden in hun kunst gedrukt, in hun gaven geknakt door financieele zorgen. Het zijn deze zorgen, welke een zeer nadeeligen in vloed uitoefenen op de werkkracht, op de lust en den ij ver van het individu. Het hoofd dat zich pjjnigt met de gedachte: hoe moet ik dit of dat schikken en plooien, dat hoofd kan zich niet geheel en al, niet onverdeeld geven aan zich zelf, d. i. aan zijn gaven. En daardoor blijven vele van die eenvoudige degelijke mannen alleen dat, worden zij nooit reuzen. Er zijn weinig kunstkenners, kunstminnaars en ook kunstvrienden, men liefhebbert in de kunst veel meer dan dat men haar ernstig nagaat. Surrogaat ook al in de kunst wordt gekocht; echt product, ware kunst vindt geen koopers óf het moet de grootste, de meest verheven kunst zijn en... de kun stenaar dood Alweer een punt van overeenkomst Enkele Handelsreizigers en Handelsagen ten, bekend als uitmuntende verkoopers, vonden tegen zeer hoog honorarium of zeer groote voordeelen, plaatsing bij prima huizen. Hun talenten geven hun de zekerheid van een goed bestaan. Maar na deze enkelen volgen er velen, die beter bestaan verdienden, die gebukt gaan onder finantieele zorgen en daardoor geknakt worden in hun lust tot werken. Het schijnt den handel nog niet duidelijk, dat in de eerste plaats gezorgd moet worden, dat zijn vertegenwoordigers een zoodanige bezol diging ontvangen, dat zij daar netjes en onbezorgd van kunnen leven. De handel in het algemeen is nog niet doordrongen van de waarheid, dat de goede luim den reiziger en agent steeds moet vergezellen, zijn schuts engel moet zijn door het leven, met hem mee moet reizen, ja hem zelfs behulpzaam moet zijn bij het uitpakken van zijn monsters Een goede opgeruimde geest doet een reizi ger alle bezwaren overwinnen. De goede Heerenveen, 20 Nov. Op de heden alhier gehouden smeden-vergadering, welke door vele smeden werd bezocht, werd voor gesteld en besproken om de prijzen van het smidswerk te verhoogen in billijke verhou ding tot de verhoogde ijzerprijzen. Over drie weken zal opnieuw eene ver gadering worden belegd, waartoe alle sme den in Fiiesland per circulaire zullen worden uitgenoodigd. Doel dezer vergadering is, zoo mogelijk eene provinciale smedeo-ver- eeniging op te richten ter behartiging van de vakbelangen. Te Schagen (N.H.)iszulk eene vereeniging tot stand gekomen, welke reeds nagenoeg een provinciaal karakter heeft verkregen. Ezumazijl, (Oostd.) 19 Nov. De vis- schers T. en A. van D. alhier vermisten de vorige week eene belangrijke party paling uit hunne karen. Aangifte bij de maréchaussé te Dokkum volgde, wien het gelukte de vermiste paling op te sporen en in een zoon van een der bestolenen en diens vriend de daders te vinden. Gaasterland, 20 Nov. Opmerkelijk is het, hoeveel zwarte lijsters zich hier dezen herfst vertoonen. Verscheidene er van zijn gevangen. De doode exemplaren zijn op de markten evenwel niet gewild; ze brengen in den regel veel minder op dan de andere soorten. Levend worden ze soms met 25 a 50 cents betaald; ze worden dan in kooien gezet en kunnen vrij oud worden. Men treft ze aan met zwarte en ook met gele snavels: de eerste zijn jong, de laatste oud. Rottevalle, 20 Nov. Nu de vette var kens aan de markt niet veel opbrengen, begint men meer en meer zelf de dieren te slachten en ’t spek bij de huizen te brengen, ’t Kost dan 22 a 25 cent en dit is voor de lui voordeeliger, dan ze te verkoopen. Als „Allerheiligenmaand" uit is, verwacht men hoogere prijzen, maar velen moesten juist nu geld gebruiken. Niet onwaarschijnlijk is ’t, dat dit invloed had op de varkensprijzen. De aardappelen zijn iets duurder dan ver leden jaar. ’t Gevolg er van zal zijn, dat er aanmerkelijk meer verbouwd worden op een volgend jaar. Evenzoo met de cichorei, „’t Kan beide beter uit dan roggebouw" zegt de boer. Steenwijk, 20 Nov. Da verschillende alhier gehou ten collecten voor onze Trans- vaalscbe stamgenooten hebben te zamen met de laatstgehou fen collecte in de Ned. Herv. kerk opgebracht f 2415. Heerenveen, 20 Nov. Van twee broe ders, die onder ’t leeren van hun les aan ’t stoeien gingen, heeft de een den ander met een pennemes vrij ernstig in den buik verwond, zoodat de hulp van een heelkun dige ingeroepen werd. Gorredijk, 21 Nov. Door den heer H. van Dam Fz. van hier is bij een te Nijeberkoop gehouden jachtpartij een vos geschoten. Eenige heeren van Heerenveen hebben op de jacht te Bsetsterzwaag 11 hazen, 8 ko nijnen en een fazant buit gemaakt. Hepk. Ado.bl. Workum. Onze stadgenoot W. Huitema heeft van één koe binnen twaalf maanden vier kalveren gekregen. Zonder van een natuurwonder te spreken behoort dat geval voorzeker tot de niet alledaagsche gebeurtenissen in de natuurlijke historie, Mijnheer de Redacteur! Gelieve onderstaande te plaatsen in uw veelgelezen Blad. De ontzettende spoorwegramp, die de vorige week dicht bij Rotterdam heeft plaats gevonden, doet bij vernieuwing bij ieder, en vooral bij hen, die dikwerf genood zaakt zijn met spoor en tram te reizen, de gedachte opkomen, dat aan dat reizen steeds eenig gevaar is verbonden. Menigeen, die de snelle beweging op drukke lijnen gade slaat, roept onwillekeurig uit: „het is haast een wonder, dat er niet veel meer onge lukken gebeuren." Nu geeft het bewust zijn, dat bij de spoorlijnen zooveel mogelijk voorzorgen voor de veiligheid worden ge nomen, steeds een gevoel van geruststelling, maar en dat is de reden, dat ik de vrij heid neem deze regelen onder de oogen van het publiek te brengen, bij de tram wegen zijn de voorzorgsmaatregelen lang niet van dien omvang. Toch meen ik, dat hierbij de veiligheid evengoed gewaarborgd moet zijn, en, omdat de trammen meestal langs de wegen van openbaar verkeer rijden, brengt dit uit den aard der zaak nog bijzondere gevaren mee. „Als het kalf verdronken is, dempt men den put" is een spreekwoord, dat zeer zeker behartiging verdient. Een gevaar voor komen is plicht, als men zulks kan, en dat men alles moet aanwenden wat in ’t belang der veiligheid noodig is, zal niemand durven ontkennen. Alle gevaar weg te nemen gaat niet aan, en ook bij alle mogelijke voorzorgs maatregelen zal men nog wel af en toe van ongelukken hooren, maar toch meen ik, dat het niet overbodig is, dat ook parti culieren eens wijzen op deze zaak, om daar door de aandacht der autoriteiten te trekken. Op twee zaken hier in onze buurt meen ik dan de aandacht te moeten vestigen. Het eerste is de bediening der draaibrug, de Blauwpoortsbrug genaamd, die in den weg ligt der tram. Deze brug is aan geen van beide zijden, door krommingen in den weg, op een behoorlijken afstand waar te nemen door de machinisten der trammen, en dus zou ik het van belang achten, dat die brug vjjf minuten voor de aankomst van een tram gesloten wordt. De spoorbruggen worden veel langer tjjd voor aankomst van een trein gesloten ge houden, de brugwachters krjjgen bovendien electrische seinen, wanneer de trein in aan tocht is, en worden steeds bediend door een daarvoor expres aangestelden persoon. Geen enkele dezer voorzorgsmaatregelen is hier genomen, alles wordt hier van de waakzaamheid van den machinist (een enkel persoon) afhankelijk gesteld, en afschoon hier bij deze brug gelukkig nog nimmer een ongeluk heeft plaats had, is het gevaar niet weg te redeneeren, voor hen, die de zaak ernstig willen doordenken, en meer malen is het reeds op het kantje af geweest. Men zal hiertegen wellicht opmerken, dat de tram zacht rijdt op dit traject, doch dit is juist mijn tweede punt, waarop ik meen te moeten wijzen. Artikel 126 onzer politieverordening luidt „Het is den machinist verboden den tramtrein „in de bebouwde kom der gemeente met grootere „snelheid te doen rijden dan die, waarmede een gewoon volwassen persoon stapvoets gaat", en artikel 127 „De conducteur zal bij het rijden van den „tramtrein door de bebouwde kom der gemeente „ontniddeliij k naast delocomotiefstapvoetsgaan“. Na nog even te hebben opgemerkt dat onder de uitdrukking „bebouwde kom der gemeente" wordt verstaan de stad met de voorsteden en aan- of bijgebouwde gedeelten en buurten, (Art. 186), en dus de Harlinger- straat ook onder de bebouwde kom moet worden begrepen, verzoek ik ieder belang- stellencte zich in genoemde straat eens te „Mijn harte bloedt Wie deed de Kaap de Goede Hope Weer Stormkaap worden, waar geweld den scepter voert, Wijl England’s luipaard tuk op roof zijn buit beloert, De wetten schrijvend aan ’t versuft Europe? „Mijn harte bloedt!" Wee hen! van wie eens gelden moet: „Met bloedig schrift is door de veder der Historie „Een volk gevonnisd om zijn zucht naar ijd’le glorie „Door ’t vorstelijk woord: „Mijn harte bloedt!" „Mijn harte bloedt!" „Ook ’t onze „en ’t onze 1" en duizendvoud Klinkt heel de wereld door de jammervolle klachte, Gesmoord in ’t droef besef, wie is tot hulp bij machte, Waar lage gouddorst hoogtijd houdt? „Mijn harte bloedt!" Te laat l ‘t Gedierte U les gelaten^ Bolswardsche Courant. ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1899 | | pagina 1